Logo Parlement Buxellois

Commissie voor Economische Zaken en de Tewerkstelling: vergadering van 7 december 2022

09:39 § 101 → Video
Share

Présidence : M. Thomas Naessens, troisième vice-président.

Voorzitterschap: de heer Thomas Naessens, derde ondervoorzitter.

Share
09:40 § 105 → Video
Share

Vraag om uitleg van de heer Gilles Verstraeten

aan mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische transitie en Wetenschappelijk onderzoek,

betreffende de economische gevolgen van het gewestelijke mobiliteitsplan Good Move.

Demande d'explications de M. Gilles Verstraeten

à Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargée de la Transition économique et de la Recherche scientifique,

concernant les conséquences économiques du plan régional de mobilité Good Move.

Share
09:40 § 107 → Video
Share

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- Volgens de interprofessionele federatie voor zelfstandige ondernemers SDZ heeft het gewestelijke mobiliteitsplan Good Move zeer negatieve gevolgen voor de Brusselse economie. Op 25 oktober eiste SDZ zelfs in een mededeling de intrekking van Good Move en het herstel van de oorspronkelijke situatie in het Brussels Gewest. Volgens SDZ zijn de ingevoerde circulatieplannen ervoor verantwoordelijk dat "verschillende buurten volledig vastzitten, de files tal van overgangspunten verhinderen, de ritten zowel in tijd als in afstand verlengd worden en de leveringen en de parkeergelegenheid een groot probleem vormen". Door de invoering van de lage-emissiezone in 2018 en de zone 30 vorig jaar verloren de handelszaken volgens SDZ een deel van hun gebruikelijke cliënteel en komen er minder dagjestoeristen naar de hoofdstad. SDZ benadrukt dat veel ondernemers door de circulatieplannen Brussel dreigen te moeten verlaten of zelfs het faillissement moeten aanvragen.

Hetzelfde geluid horen we bij het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen dat eind september een rondvraag deed bij honderdvijftig zelfstandigen in en rond de Vijfhoek. Sinds de invoering van het circulatieplan op 16 augustus ziet 87% van de bevraagde handelaars een negatieve impact op zijn werking en zag de helft zijn omzet dalen. Ruim negen op de tien vinden het verkeer nog erger dan voordien, toen al twee derden van hen het verkeer moeilijk vonden. De verkeerssituatie was al allesbehalve ideaal in het centrum van Brussel, maar de handelaren vinden dus dat de situatie nog verslechterd is. Driekwart van de handelaars vindt parkeren in Brussel nu moeilijk tot zeer moeilijk. Klanten uit de Vlaamse Rand zouden vaker wegblijven. Twee op de drie handelaars overweegt een verhuizing uit het gewest en ongeveer een zesde van de bevraagden vreest een faillissement. Driekwart van de handelaars zegt dat vertraagde leveringen meer en meer voorkomen.

De schepen van Mobiliteit van de stad Brussel zegt dat de leveranciers binnenkort pasjes krijgen om toch door de filters te kunnen rijden. Het is een beetje vreemd dat die er nu pas komen. Dat had iets beter voorbereid kunnen worden. Er ontbreekt ook een overkoepelende gewestelijke aanpak, want soms moet er ook in verschillende gemeentes geleverd worden. Volgens het NSZ dreigt er een economische exodus naar de andere gewesten.

In Anderlecht, Jette, Brussel-Stad, Schaarbeek en Elsene zijn al circulatieplannen ingevoerd. Dat is moeilijk verlopen in bepaalde gemeenten. Sommige plannen zijn na hevige protesten (gedeeltelijk) teruggedraaid. Er volgen in principe nog tientallen circulatieplannen, maar sommige gemeenten, zoals Evere en Sint-Lambrechts-Woluwe, beklemtonen dat daarvan in hun gemeente geen sprake kan zijn. Het is duidelijk dat de circulatieplannen meer impact zullen hebben op de ene handelaar dan op de andere. Hoe dan ook is de situatie zeker zorgwekkend gelet op de huidige omstandigheden met stijgende energieprijzen, indexaties, inflatie en een nakende recessie.

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- Le Syndicat des indépendants réclame le retrait du plan régional de mobilité Good Move qui, selon lui, provoquerait d’importants embarras de circulation et ferait fuir de la capitale les clients et les touristes d’un jour. De nombreux entrepreneurs menaceraient de quitter Bruxelles ou seraient au bord de la faillite. Un même son de cloche se fait entendre du côté du Syndicat neutre pour indépendants : pour 87 % des commerçants qu’il a interrogés, Good Move aurait des conséquences négatives, et la moitié d’entre eux enregistreraient une baisse de leur chiffre d’affaires. D’après les commerçants, la situation du stationnement a encore empiré dans le centre-ville, et les clients de la périphérie ne viendraient plus jusqu’à eux.

L’échevin de la mobilité de la Ville de Bruxelles a promis des laissez-passer aux fournisseurs, qui se font malheureusement attendre. Dans d’autres communes, des plans de circulation ont été instaurés, mais ils se sont parfois heurtés à de vives protestations, qui ont entraîné leur retrait, fût-il partiel. Evere et Woluwe-Saint-Lambert ont déjà déclaré qu’elles n’avaient aucune intention d’adopter de tels plans. Une approche régionale globale fait donc défaut : tel commerçant ne sera pas autant affecté qu’un autre. La situation a de quoi inquiéter, eu égard à la situation économique difficile.

Share
09:44 § 109 → Video
Share

Ik begrijp dat circulatieplannen op lange termijn de handelsbuurten kunnen doen opleven en dat u de mobiliteit op een andere manier wilt aanpakken. Ik benadruk dat de N-VA geen principiële tegenstander is van circulatieplannen en ook niet van het idee om gemotoriseerd verkeer te weren uit stadskernen - dat gebeurt ook in stadskernen waar mijn partij mee in het bestuur zit - maar dat moet intelligent gebeuren. Het gaat om een proces van jaren en de invoering moet gefaseerd verlopen. Heel veel zaken zijn niet altijd even goed overwogen in bepaalde buurten. De invoering moet op zo'n manier gebeuren dat het economische weefsel die overgang aankan. Veel handelaren hebben niet zoveel tijd meer en trekken aan de alarmbel.

Is er al een evaluatie uitgevoerd over de impact van de lage-emissiezone en de zone 30 op de Brusselse economie? Zo ja, wat zijn de conclusies?

Wordt de impact van de circulatieplannen op de Brusselse economie gemonitord? Zo ja, wat zijn de voorlopige conclusies?

Komen er compensatiemaatregelen voor de Brusselse handelaars naar aanleiding van de ingevoerde circulatieplannen en het feit dat sommige handelaars daarmee geconfronteerd worden en andere niet?

Overlegt u over de economische impact met de minister van Mobiliteit, mevrouw Van den Brandt?

La N-VA n’est pas opposée au principe des plans de circulation ni au fait d’éloigner les véhicules motorisés du centre-ville - cela se fait déjà dans des villes flamandes où elle est au pouvoir -, mais ce processus doit s’étaler sur plusieurs années pour permettre au tissu économique de s’adapter. Aujourd’hui, beaucoup de commerçants tirent la sonnette d’alarme.

Les effets de la zone de basses émissions et de la ville 30 sur l’économie bruxelloise ont-ils déjà été évalués ? Qu’en est-il des plans de circulation ? Vous concertez-vous à ce sujet avec la ministre de la Mobilité ?

Des mesures compensatoires sont-elles prévues pour les commerçants bruxellois ?

Share
09:46 § 111 → Video
Share

M. Alain Vander Elst (MR).- Étant indépendant moi-même, j'ai également lu attentivement l'article du Syndicat neutre pour indépendants, dont je suis abonné à la brochure. Quand on suit toutes les aventures de Bruxelles, on se rend compte de l'effet désastreux du plan Good Move sur l'économie de la Région. Sans répéter les chiffres pertinents de mon collègue, il s'agit véritablement d'un signal d'alerte venant des PME et des indépendants bruxellois, mais pas seulement. Certains indépendants non bruxellois, qui doivent venir travailler à Bruxelles, rencontrent le même problème et ne veulent plus se déplacer dans notre Région.

Il en résulte un effet « Kiss Cool » : certains refusent de venir et d'autres, qui acceptent toujours de se déplacer, en profitent pour augmenter leurs prix. Les indépendants, pénalisés par le plan dans le centre-ville ou, plus largement, dans la Région bruxelloise, sont ainsi doublement pénalisés car les dépannages ou livraisons leur coûtent plus cher que s'ils étaient installés en dehors de la Région bruxelloise.

Nous ne pouvons accepter que ce plan vienne renforcer le phénomène d'exode des entreprises bruxelloises. Ce phénomène n'est pas nouveau et ses racines sont multiples. Le plan Good Move entend dessiner une vision à long terme, mais ses effets immédiats mettent en péril de nombreux commerçants qui peinent déjà à se relever des différentes crises. La première était celle du stationnement, très problématique à Bruxelles, suivie de celle du Covid-19 et, enfin, de toutes les indexations qui se profilent et du surcoût des dépannages ou des transformations éventuelles qui se feraient dans le centre de Bruxelles.

Avez-vous pris connaissance de cette publication ? Quelles conclusions en avez-vous tirées ?

Quelles sont les solutions offertes aux indépendants et aux PME pour limiter l'effet du plan sur leur chiffre d'affaires ? Disposez-vous déjà de constats chiffrés quant à ses effets sur l'activité économique des indépendants exerçant dans les communes concernées, y compris les indépendants ou entreprises en dehors de Bruxelles qui exercent des activités dans notre Région ?

Quel accompagnement offre la Région aux indépendants et aux PME dans ce cadre ? Quelles politiques sont-elles mises en œuvre pour éviter que les entrepreneurs ne déménagent dans une autre Région ? Quel accompagnement propose la Région aux différents acteurs souhaitant s'inscrire dans ce modèle ?

Enfin, quels contacts avez-vous avec les différents acteurs économiques bruxellois dans le cadre de la mise en œuvre de ce plan ?

De heer Alain Vander Elst (MR).- Omdat ik zelf zelfstandige ben, heb ik het artikel van het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen aandachtig gelezen. Wie het reilen en zeilen in Brussel een beetje volgt, beseft hoe rampzalig Good Move voor de economie is. Niet alleen Brusselse kmo's en zelfstandigen slaan alarm, ook zelfstandigen van buiten Brussel weigeren om hier nog te komen werken.

Wie nog wel bereid is om de verplaatsing te maken, grijpt de gelegenheid aan om zijn prijzen op te voeren. Zelfstandigen worden op die manier dubbel gestraft, want zowel herstellingen als leveringen kosten hier meer dan buiten het Brussels Gewest.

Het is onaanvaardbaar dat Good Move de uittocht van ondernemingen aanzwengelt. Good Move is een langetermijnplan, maar de onmiddellijke gevolgen brengen de kleinhandel in gevaar, terwijl die al meerdere crisissen het hoofd heeft moeten bieden. De eerste was de parkeercrisis, dan kwam de coronacrisis en tot slot nog een reeks indexeringen en stijgende prijzen.

Hebt u het artikel gelezen? Wat denkt u van de situatie?

Hoe helpt u zelfstandigen en kmo's om de gevolgen van Good Move voor hun omzet in te dammen? Hebt u al cijfers over de effecten op de economische activiteiten?

Hoe probeert u te voorkomen dat ondernemers wegtrekken? Overlegt u met de economische sector over de toepassing van Good Move?

Share
09:49 § 115 → Video
Share

M. Thomas Naessens (Ecolo).- Je vais me permettre d'intervenir en mon nom propre depuis le siège du président.

Je remercie M. Verstraeten d'avoir ouvert le débat sur cette question. En guise d'introduction, je tiens à rappeler que la congestion, voire la saturation, automobile régnant dans notre Région depuis de nombreuses années pèse considérablement sur notre économie et coûte annuellement plusieurs dizaines de millions d'euros à l'économie bruxelloise.

Outre cet impact économique catastrophique, cette congestion détériore également la santé, l'environnement et le cadre de vie des Bruxellois. Compte tenu de ces constats, la mise en place d'un plan régional de mobilité s'impose, vous en conviendrez certainement. M. Verstraeten y a d'ailleurs fait allusion.

Plus spécifiquement, le plan Good Move s'inscrit dans une volonté d'apaiser les quartiers, tout en fluidifiant la circulation globale. En visant à rendre les modes de déplacement actifs compétitifs par rapport à la voiture pour les courtes distances, ce plan a pour vocation de diminuer considérablement la congestion automobile et donc de fluidifier le trafic, au bénéfice des secteurs dont le recours à l'automobile est nécessaire et, partant, de l'économie bruxelloise qui se verra ainsi renforcée.

À titre d'exemple, une étude commandée par hub.brussels en 2017 portant spécifiquement sur les habitudes de consommation des Bruxellois nous apprenait que, pour ce qui est des achats courants - alimentation, banque, cordonnerie -, les ménages privilégient des commerces proches et effectuent de courts déplacements. En Région bruxelloise, la distance moyenne parcourue est de 2,2 km. La même étude nous apprenait également que 50 % des personnes interrogées déclaraient utiliser leurs voitures pour leurs achats. Pour les ménages les plus aisés, ce pourcentage atteignait 75 %.

Personnellement, je suis convaincu que mener une politique réduisant le recours à la voiture pour ces achats-là permet à la fois de favoriser l'attractivité du tissu économique local et de désengorger les axes de circulation au profit, entre autres, de la consommation des biens et des services plus lourds, moins courants et disponibles à plus longue distance.

En outre, dans bon nombre de villes ayant mis en place des politiques ambitieuses en matière de mobilité, dont le plan Good Move s'inspire, on n'a, à ma connaissance, observé aucun ralentissement économique, mais plutôt un renforcement de l'activité économique locale. De surcroît a été créée la possibilité d'investir dans la nécessaire transition économique.

Monsieur Verstraeten, vous connaissez bien la Flandre et vous savez que de nombreuses villes flamandes ont modifié leur plan de mobilité en rééquilibrant leur espace public, sans pour autant perdre de leur dynamisme économique. Certes, ces plans s'accompagnent d'une transformation des activités en présence, mais certainement pas d'une détérioration de l'essor économique.

Au niveau bruxellois, le succès du réaménagement de la place Fernand Cocq, de la chaussée d'Ixelles et du piétonnier du centre-ville montre que des aménagements favorisant la mobilité douce et les aménagements pour les piétons ne freinent pas le dynamisme économique.

Par ailleurs, les autres dispositifs que vous avez cités dans votre demande d'explications, comme la zone de basses émissions (LEZ) et la zone 30, poursuivent des objectifs bien différents bien qu'ils soient souvent complémentaires. La zone 30 vise à améliorer la sécurité des usagers faibles, tandis que la LEZ contribue à améliorer la qualité de l'air. Notons d'ailleurs que, dans le cadre de cette LEZ, de nombreuses mesures d'accompagnement des entreprises ont été mises en place pour promouvoir la transition vers une mobilité plus verte et plus douce.

Face aux constats actuels inhérents à la congestion automobile bruxelloise, l'objectif du gouvernement est donc bien de mettre en œuvre un plan de mobilité ambitieux et porteur d'un potentiel économique. Je partage entièrement cette volonté et j'ai hâte d'écouter les réponses de la secrétaire d'État.

De heer Thomas Naessens (Ecolo).- Graag neem ik in eigen naam het woord vanaf de voorzittersstoel.

De autodruk in het Brussels Gewest kost de lokale economie jaarlijks tientallen miljoenen. Naast de rampzalige gevolgen voor de economie wegen de dagelijkse files op de gezondheid, het milieu en de levensomstandigheden. Het zal iedereen duidelijk zijn dat er nood is aan een gewestelijk mobiliteitsplan.

Good Move is er specifiek op gericht om wijken verkeersluw te maken en tegelijkertijd het verkeer vlotter te laten verlopen. Door actieve verplaatsingswijzen aantrekkelijker te maken dan de auto, moet het plan de autodruk terugdringen. Dat komt de Brusselse economie ten goede.

Uit een studie uit 2017 over de consumptiegewoonten van de Brusselaar blijkt dat dagelijkse aankopen gepaard gaan met korte verplaatsingen. De gemiddelde afstand die wordt afgelegd, bedraagt 2,2 km. Tijdens het onderzoek zei de helft van de geënquêteerden dat ze hun auto gebruiken om aankopen te doen. Bij kapitaalkrachtige gezinnen was dat zelfs 75%.

Een beleid dat erop gericht is de auto minder vaak te gebruiken voor aankopen maakt het lokale economische weefsel aantrekkelijker en trekt het verkeer op de verbindingswegen vlot.

In steden die een ambitieus mobiliteitsbeleid voeren is er geen sprake van negatieve gevolgen voor de economie, integendeel. Bovendien biedt zo'n beleid de gelegenheid om in de noodzakelijke economische transitie te investeren.

Mijnheer Verstraeten, u weet dat heel wat Vlaamse steden hun mobiliteitsplan hebben bijgestuurd zonder dat dat ten koste van hun economische slagkracht ging. De succesvolle heraanleg van het Fernand Cocqplein, de Elsensesteenweg en de voetgangerszone in het centrum tonen aan dat goede voorzieningen voor voetgangers en fietsers de economie niet afremmen.

De andere maatregelen die u vermeldt, zoals de lage-emissiezone en zone 30, hebben andere doelstellingen, namelijk de verbetering van de luchtkwaliteit en de veiligheid van zwakke weggebruikers. Bedrijven kunnen trouwens rekenen op steun bij de overgang naar een groenere en zachtere mobiliteit.

De regering wil dus wel degelijk een ambitieus mobiliteitsbeleid met economisch potentieel voeren en dat kan ik alleen maar toejuichen.

Share
09:52 § 121 → Video
Share

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- Ce débat suscite des passions dans la population, mais peut-être aussi dans notre commission.

Il est important d'établir des liens entre le plan Good Move et l'attractivité économique de notre Région. Le gouvernement précédent et l'actuel se sont attelés à ce plan, auquel on fait dire tout et son contraire : ces dernières semaines, on s'en est souvent pris à la Région, alors que c’est la déclinaison communale qui pose un problème. Nous n’avons pas décidé des aménagements de la ville de Bruxelles, de Schaerbeek ou d'Anderlecht, par exemple.

Les élus locaux ont la responsabilité de se concerter avec les habitants et les commerçants. Ces derniers n'habitent pas toujours le quartier, mais sont de grands pourvoyeurs d'attractivité : certains quartiers très huppés doivent leur renommée aux commerces qui s'y sont implantés depuis des années. D'autres sont purement résidentiels et il faut pouvoir comprendre - et relativiser - la difficulté qu'il y a parfois à satisfaire tout le monde. Mais nous nous accordons tous sur la nécessité de réduire la pression automobile. Nous y avons travaillé dans les déclinaisons régionales du plan Good Move.

Pourtant, dans un contexte d'exode urbain, nombreux sont les ménages venus du Brabant flamand ou du Brabant wallon qui utilisent deux voitures pour se rendre à Bruxelles. En outre, les trop nombreuses mesures incitatives pour les voitures de société font que l'usage se généralise, et les Bruxellois en payent le prix.

Je m'interroge sur la valeur ajoutée des aménagements locaux : pour aller à Schaerbeek, je n'emprunte plus la rue Royale ni les tunnels, toujours bouchés - sauf quand on décide de retarder leur rénovation pour faciliter l'accès aux Plaisirs d'Hiver -, mais je passe par le Cirque royal et les petites rues résidentielles qui contournent la rue Royale. Bref, on est en train d’inonder d’autres quartiers, puisqu'il y a toujours un report. La mobilité est une fluidité. Certaines mesures déclinées au niveau local servent prétendument de tests, mais nous n'en voyons pas toujours l'utilité. Les gens s'en accommodent cependant.

De heer Emmanuel De Bock (DéFI).- Het is belangrijk om het verband te leggen tussen Good Move en de economische aantrekkingskracht van het Brussels Gewest. De voorbije weken kreeg het gewest het zwaar te verduren, terwijl het de gemeentelijke invulling van Good Move is die voor problemen zorgt.

De lokale verkozenen moeten overleg plegen met bewoners en handelaars. Die laatsten wonen vaak niet in de buurt, maar zijn van groot belang voor de aantrekkingskracht van een wijk. Andere wijken zijn louter residentieel en daar is het gewoon onmogelijk om voor iedereen goed te doen. Het is echter duidelijk dat de algemene autodruk omlaag moet.

Ten gevolge van de stadsvlucht gebruiken veel gezinnen uit Vlaams- en Waals-Brabant twee auto's om naar Brussel te komen. Doordat het voor bedrijven heel erg aantrekkelijk is om voor hun personeel auto's te leasen, raakt de praktijk veralgemeend en dat gaat ten koste van de Brusselaar.

Ik vraag me af wat de toegevoegde waarde van de lokale invulling van Good Move is. Wie naar Schaarbeek moet, vermijdt de Koningsstraat en de tunnels die altijd strop zitten, en neemt de woonstraten in de buurt, die daardoor ook dichtslibben.

Share
09:55 § 123 → Video
Share

Désormais, il n'est plus possible de passer par le quartier Dansaert en venant de l'ouest de Bruxelles, par exemple pour se rendre au Parlement. Les automobilistes qui arrivent de Molenbeek-Saint-Jean et Ganshoren, notamment, sont contraints à des trajets beaucoup plus longs, ce qui génère davantage de pollution.

Des commerçants de la rue du Lombard me disent que ce ne sont plus les clients qui viennent au magasin, mais eux-mêmes qui vont chez les gens. Pareille situation incite à revoir totalement le modèle pour éviter de perdre la clientèle au profit des achats sur l'internet. J'y vois un défi majeur sur lequel nous devrons travailler. Face à ces changements radicaux, l'accompagnement est primordial.

Vanuit het westen kun je niet meer via de Dansaertstraat naar het centrum. Autobestuurders uit Sint-Jans-Molenbeek en Ganshoren moeten nu een veel langer traject afleggen, wat meer vervuiling veroorzaakt.

Winkeliers in de Lombardstaat zeggen dat hun klanten niet meer naar hun zaak komen, maar dat zij naar de klant gaan. Die toestand moet ons aanzetten tot een globale herziening om te voorkomen dat klanten alleen nog online aankopen.

Share
09:56 § 127 → Video
Share

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- Mobiliteit in Brussel is al lang een uitdaging. Zo zijn er de exorbitante kosten van de files. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling schatte in 2013 al dat de prijs van de files tussen 1 en 2% van het Belgische bruto binnenlands product bedraagt. Verder is er ook de volksgezondheid, het belang van de luchtkwaliteit en de kwaliteit van de leefomgeving. De status quo is dus geen optie. Er moet absoluut actie worden ondernomen.

Die verschillende vaststellingen vragen om een reeks maatregelen, die mijn verschillende collega’s uitvoeren naargelang hun bevoegdheden: de lage-emissiezone, de zone 30, Good Move, maar ook de denkoefening over logistiek die integraal deel uitmaakt van de strategie voor de economische transitie.

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- Les embouteillages coûteraient entre 1 et 2 % du produit intérieur brut belge. Ils affectent aussi la santé publique et la qualité de l’air et du cadre de vie. Une action s’impose donc.

Mes collègues mettent en œuvre une série de mesures en fonction de leurs compétences. La réflexion sur la logistique fait partie intégrante de la stratégie de transition économique.

Share
09:57 § 129 → Video
Share

(poursuivant en français)

J'aborderai le sujet de la migration des entreprises un peu plus tard, une question orale étant prévue sur ce thème. Par ailleurs, deux très intéressantes études de l'Institut bruxellois de statistique et d'analyse analysent ce phénomène.

(verder in het Frans)

De verhuizing van bedrijven komt in het antwoord op een andere mondelinge vraag aan bod.

Share
09:58 § 131 → Video
Share

(verder in het Nederlands)

Leefmilieu Brussel heeft, in het kader van het opstellen van de strategie voor de uitfasering van de verbrandingsmotor die de regering onlangs heeft goedgekeurd, een reeks begeleidende maatregelen bepaald. Het is in die context dat bijvoorbeeld de lage-emissiezonepremie voor ondernemingen is hervormd. In januari 2022 werd die premie verhoogd voor de vervanging van een bestelwagen die valt onder de toegangscriteria van de lage-emissiezone en werd de premie beschikbaar gemaakt voor kmo’s en voor leasewagens. Het vereffende budget van de premie is bijna verviervoudigd: van 31.000 euro in 2021 tot 110.000 euro op 21 november 2022.

U vindt alle effectenstudies op de website van Leefmilieu Brussel, ook die over de sociaaleconomische gevolgen.

(poursuivant en français)

J'ai donné plus de détails sur la prime relative à la zone de basses émissions lors de la dernière commission. Je transmettrai l'ensemble des chiffres au secrétaire de commission.

(verder in het Nederlands)

Er zijn een aantal facilitatoren, zoals de facilitator laadinfrastructuur en Fleet & Mobility, werkzaam om de vragen van Brusselse ondernemers te beantwoorden.

Projecten, zoals de Europese Green Deal voor stedelijke logistiek, het Cairgo Bike-project, de steun voor de elektrificatie van het wagenpark, de toekomstige aanpassing van de Viapass-tarieven blijven ook zeer belangrijk om ondernemingen alternatieven te bieden wanneer ze de diesel/benzine-uitstap maken.

(poursuivant en néerlandais)

Bruxelles Environnement a fixé une série de mesures dans le cadre de la sortie du moteur à combustion. Ainsi, la prime pour le remplacement d’une camionnette par une autre, répondant aux critères de la zone de basses émissions, a été augmentée. Elle a été étendue aux PME et aux véhicules en leasing. Vous trouverez toutes les informations utiles sur le site de l’organisme.

(verder in het Frans)

Ik heb tijdens de vorige commissievergadering uitleg gegeven over de LEZ-premie. Ik bezorg de cijfers aan het commissiesecretariaat.

(poursuivant en néerlandais)

Divers facilitateurs, comme celui chargé des infrastructures de charge, et projets, comme Cairgo Bike, jouent un rôle important pour offrir aux entreprises des solutions de substitution au moteur à essence ou au diesel.

Share
10:00 § 141 → Video
Share

(poursuivant en français)

En ce qui concerne la prime Cairgo Bike, l'objectif initial était d'en faire bénéficier 125 entreprises. Cet objectif a été rapidement dépassé puisque au 31 octobre 2022, nous avons atteint le chiffre de 209 octrois, pour un montant total d'engagements de 512.000 euros. J'ai d'ailleurs eu l'occasion de vous fournir de plus amples détails sur les chiffres relatifs à cette prime lors de la dernière commission.

(verder in het Frans)

De oorspronkelijke doelstelling was om 125 bedrijven een Cairgo Bikepremie toe te kennen, maar eind oktober zaten we al aan 209, voor een totaalbedrag van 512.000 euro.

Share
10:01 § 143 → Video
Share

(verder in het Nederlands)

Wat de impact van stad 30 betreft, beperkt het verlagen van een algemene snelheidslimiet niet de toegang voor bepaalde soorten voertuigen. De evolutie van de reistijden wordt wel gecontroleerd. De evaluatie van stad 30 vond een jaar na de invoering plaats en was gebaseerd op objectieve gegevens. De resultaten zijn vergelijkbaar met die van andere steden: er is geen statistisch significante toename van de reistijden.

We zijn ook van plan om de economische actoren te raadplegen en te volgen via hub.brussels, de Gewestelijke Mobiliteitscommissie of haar afdeling voor goederen.

De conclusies zijn nog niet klaar. Bij een dergelijke evaluatie moet voldoende tijd worden genomen om de veranderingen door te voeren. Winkels functioneren immers anders in de zomer dan tijdens de eindejaarsfeesten, ongeacht het circulatieplan dat van kracht is.

(poursuivant en néerlandais)

La ville 30 réduit la vitesse, elle ne limite pas l’accès de certains types de véhicules. La durée des trajets a été évaluée, un an après la mise en œuvre de la mesure : aucune augmentation significative n’a été constatée.

Les commerces ne fonctionnent pas de la même manière en été que pendant les fêtes de fin d’année.

Share
10:02 § 145 → Video
Share

(poursuivant en français)

Il faut donc un peu de temps pour pouvoir émettre des conclusions à la suite de l'application de la ville 30.

J'en viens maintenant au plan régional de mobilité Good Move, qui a été approuvé, vous avez été plusieurs à le souligner, par le gouvernement en 2020. Il définit les grandes orientations politiques en matière de mobilité. Il a pour objectif d'améliorer le cadre de vie et la santé des Bruxellois, et de répondre aux grands enjeux auxquels Bruxelles doit faire face.

(verder in het Frans)

In 2020 heeft de regering de grote lijnen van haar mobiliteitsbeleid in Good Move vastgelegd. Het is de bedoeling om de leefomstandigheden en de gezondheid van de Brusselaar te verbeteren en in te spelen op de grote uitdagingen waarmee Brusselaars te maken krijgen.

Share
10:02 § 147 → Video
Share

(verder in het Nederlands)

Zoals de heer De Bock benadrukte, werden na de goedkeuring van het gewestelijke plan de gemeenten verzocht het plan over te nemen om de doelstellingen inzake projecten voor autoluwe wijken te verwezenlijken. De uitvoering van het plan en de impact ervan worden globaal gevolgd door Brussel Mobiliteit en de gemeenten die al een verkeersluwe maas hebben ingevoerd.

(poursuivant en néerlandais)

Les communes ont été invitées à s'approprier le plan pour concrétiser les quartiers apaisés. La mise en œuvre du plan et ses effets sont suivis, au niveau global, par Bruxelles Mobilité et les communes concernées.

Share
10:03 § 149 → Video
Share

(poursuivant en français)

Un système d'évaluation des impacts économiques sur les commerces est en cours d'élaboration par hub.brussels et Bruxelles Mobilité, sur la base d'une concertation entre mon cabinet et celui de la ministre Van den Brandt.

Nous nous baserons sur trois indicateurs pour évaluer l'impact du plan Good Move sur la vie économique. Le premier concerne les flux des piétons.

(verder in het Frans)

Hub.brussels en Brussel Mobiliteit werken aan een methode om de economische impact op winkels te meten, gebaseerd op drie indicatoren. De eerste daarvan heeft betrekking op de voetgangersstromen.

Share
10:03 § 151 → Video
Share

(verder in het Nederlands)

Wat de voetgangersstromen betreft, maakte de stad Brussel onlangs de eerste cijfers over het aantal bezoekers in de Vijfhoek bekend. In oktober 2022 bezochten 1,25 miljoen mensen het winkelgebied in het stadscentrum. Het nieuwe verkeersplan heeft geen negatieve gevolgen gehad voor het aantal bezoekers in het stadscentrum van de hoofdstad. Dat is de conclusie van de stad Brussel, die zich op meerdere gegevens baseert.

(poursuivant en néerlandais)

D'après les chiffres publiés par la Ville de Bruxelles, en octobre 2022, 1,25 million de personnes ont visité la zone commerçante du centre-ville. Le plan de circulation n’a donc pas eu de conséquences négatives.

Share
10:04 § 153 → Video
Share

(poursuivant en français)

Parmi les données disponibles pour évaluer la mise en œuvre du plan Good Move sur l'économie locale, hub.brussels analyse en temps réel les flux de piétons dans les principaux quartiers commerçants de la Région. Il faudra donc suivre l'évolution de la fréquentation de ces quartiers avant et après l'installation des mailles.

La deuxième source de données dont nous disposons est constituée d'enquêtes qualitatives de terrain réalisées par hub.brussels et portant sur les motifs et fréquences des visites des chalands, ainsi que sur leurs modes de déplacement.

Nous allons également réaliser une étude sur la base de données des transactions bancaires dans certaines zones qui ont fait l'objet de changements de mobilité. Hub.brussels a ainsi pu étudier des exemples de telles études - notamment en Espagne - qui ont permis de démontrer objectivement que des mesures telles que la piétonisation d'une ville ont un impact négatif, positif ou neutre sur les commerces locaux.

Durant la phase de conception du plan Good Move, hub.brussels a été consultée. Cette agence reste à disposition de la Région, mais aussi des communes pour leur permettre d'évaluer et d'analyser l'évolution de chaque quartier en fonction de ses spécificités. Les communes peuvent faire appel à l'équipe de terrain de hub.brussels en vue d'évaluer les flux piétons ou la diversité commerciale d'un quartier, ainsi que dans le cadre de la mise en œuvre d'une maille Good Move.

Le cabinet de Mme Van den Brandt et le mien, ainsi que nos administrations respectives, Bruxelles Mobilité et hub.brussels, suivent activement l'évolution de ces questions. Il faudra un certain temps avant de pouvoir tirer des conclusions fiables à la suite de la mise en œuvre - très récente dans certains cas - de ces mailles.

(verder in het Frans)

Hub.brussels analyseert permanent de voetgangersstromen in de belangrijkste winkelbuurten van het gewest. Het komt er dus op aan de bezoekersaantallen van voor en na de invoering van de autoluwe wijken te vergelijken.

De tweede bron van gegevens zijn de enquêtes die hub.brussels organiseert over de motieven, de bezoekfrequentie en de vervoerswijze van klanten.

Er komt ook een onderzoek op basis van banktransacties in zones waar de mobiliteit is bijgestuurd. Uit Spaanse voorbeelden is gebleken dat met die gegevens objectief kan worden aangetoond welke gevolgen mobiliteitsmaatregelen hebben.

Hub.brussels werd tijdens de conceptfase van Good Move geraadpleegd en blijft ter beschikking van het gewest en de gemeenten, die de voetgangersstromen en de winkeldiversiteit van een buurt kunnen laten evalueren.

Share
10:06 § 155 → Video
Share

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- Ik wil er niet te veel een debat van maken over de mobiliteit of het nut – of gebrek eraan – van de circulatieplannen, maar de doelstellingen van een betere verkeersdoorstroming en dus minder files zijn op dit ogenblik naar mijn aanvoelen niet verwezenlijkt. Dat lijken de cijfers ook aan te tonen.

Zoals de heer De Bock heeft gezegd, heeft dat te maken met de lokale uitvoering. Ik heb de indruk dat de zaken in Schaarbeek vrij intelligent, gefaseerd en gericht zijn aangepakt. Met al onze mandatarissen hebben we recent eens alle circulatieplannen naast elkaar gelegd. Daarbij valt op dat in Kuregem overal is geknipt. De kaart ziet er heel anders uit dan in Jette of Schaarbeek, waar de wijzigingen beperkter en gerichter waren en waar er dus geen hele wijk opeens geblokkeerd werd. We zullen daarover eens grondig moeten nadenken.

Ik hoorde ook het woord overleg vallen. Het is belangrijk om de handelaars te kennen. Ze wonen vaak niet in de wijk waar hun winkel ligt. Ook op dat vlak is de aanpak van veel gemeenten problematisch. Ze hebben maar met een beperkt deel van de bevolking gesproken. In sommige wijken hebben ze onvoldoende iedereen bereikt. Er is zeker met de handelaars onvoldoende overleg gepleegd.

Ook moeten we rekening houden met de functie van een stad. Een bakker of slager heeft misschien voornamelijk een lokaal cliënteel, maar specifieke detailhandelaars moeten hun inkomsten veel meer verwerven bij klanten van buiten de stad. Een stad bedient ook haar ommeland en biedt bepaalde diensten en gespecialiseerde handelszaken, die in een dorp in het Pajottenland niet per se te vinden zijn. Mensen van buiten de stad vormen ook een belangrijk deel van het cliënteel van de gespecialiseerde handelaars.

Uw analyse vind ik een beetje een probleem, ook wat de recente circulatieplannen betreft. U spreekt vooral over de uitbreiding van de voetgangerszone in het centrum van Brussel. U analyseert dan de voetgangersstromen en bekijkt de situatie vanuit het perspectief van de voetganger. Kwalitatieve analyses over verplaatsingsvormen zijn inderdaad interessant. Ook banktransacties zijn interessant om een aantal zaken te objectiveren.

Een analyse van de bedrijven zelf ontbreekt evenwel. Dat is een probleem. Allerlei zelfstandigenorganisaties trekken aan de alarmbel omdat hun leden lijden. In het door u gehanteerde analysekader houdt u daarmee echter geen rekening. U bekijkt het meer algemeen.

De vraag rijst of de transacties zich niet verplaatsen naar een bepaald soort handel en of we niet veel van onze zelfstandige, gespecialiseerde detailhandel aan het verliezen zijn. Het zuiver lokale publiek is voor hen immers niet voldoende om hun zaak draaiende te houden. Is de impact op vooral kleine zelfstandigen niet bijzonder groot? Ik kan geloven dat de Nieuwstraat er niet te veel onder lijdt. Vooral de kleinere zelfstandigen zitten in de miserie.

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- Les objectifs des plans de circulation ne sont pas atteints  : les chiffres en attestent. Tout dépend de la mise en œuvre au niveau local. À Schaerbeek, elle est plus ciblée et limitée qu’à Cureghem, par exemple.

Le mot « concertation » a été lâché, mais beaucoup de communes n’ont pas consulté tout le monde. Souvent, les commerçants n’habitent pas dans le quartier.

Par ailleurs, une ville dessert aussi ses environs. Certains commerces, plus spécifiques qu’une boulangerie ou une boucherie, doivent trouver leur clientèle en dehors de la ville.

Votre analyse me semble un peu problématique. Vous parlez surtout de l’extension du piétonnier du centre-ville. Vous évaluez la situation en vous plaçant du point de vue des piétons, alors que d’autres aspects peuvent être intéressants, comme les transactions bancaires. Vous ne tenez pas compte des entreprises dans votre approche.

On est en droit de se demander si les transactions ne s’orientent pas vers un type de commerce. Ne sommes-nous pas en train de perdre nos détaillants indépendants spécialisés, qui ne peuvent se contenter d’une clientèle locale ? Je veux bien croire que la rue Neuve ne souffre pas, mais je ne pourrais pas en dire autant des petits indépendants.

Share
10:11 § 157 → Video
Share

M. Alain Vander Elst (MR).- Tout d'abord, je rejoins mon collègue concernant les clients d'en dehors de Bruxelles, mais je reviens également sur les entreprises. Dans ma question, par « acteurs économiques », j'entendais les associations de commerçants. Avez-vous eu des contacts avec elles ? Ces commerçants sont évidemment directement touchés. Hub.brussels a réalisé son étude de qualité, mais ce qui m'intéresse, ce sont les gens sur le terrain, les commerçants et associations de commerçants qui donnent le retour le plus intéressant face à ces problématiques.

Nous n'avons pas parlé des entreprises bruxelloises dont les employés n'ont pas toujours la possibilité de venir travailler à vélo, à vélo-cargo ou en métro, et doivent absolument prendre leur voiture, ce qui pose bien entendu un problème majeur.

Je reste sur ma faim par rapport au plan Good Move et à ce qu'a dit mon collègue à propos des communes. Je m'étonne également que certains bourgmestres qui font partie de votre majorité aient refusé d'appliquer ce plan.

Nous parlons des entreprises extérieures à Bruxelles qui doivent venir travailler à Bruxelles pour exécuter des transformations dans des magasins ou bâtiments, assurer des dépannages, ou prodiguer des soins infirmiers. Si vous habitez à Bruxelles, en particulier dans le centre, il est très difficile de recourir à un dépanneur. Tout cela doit être pris en considération. Les commerçants ne sont pas les seuls concernés, les effets se répercutent également sur les entreprises extérieures, entre autres.

De heer Alain Vander Elst (MR).- Ik sluit me aan bij wat de heer Verstraeten zegt over klanten van buiten Brussel.

Hebt u contact gehad met de winkeliersverenigingen? Die kunnen de interessantste feedback geven over de problemen waarmee winkeliers te maken krijgen.

We hebben het niet gehad over Brusselse ondernemingen waarvan de medewerkers niet per fiets, bakfiets of metro naar het werk kunnen. Die hebben ook een groot probleem.

Uw antwoord over Good Move en wat mijn collega over de gemeenten zei, volstaat niet. Het verbaast me ook dat burgemeesters van uw meerderheid het plan weigeren toe te passen.

We mogen ook de bedrijven van buiten Brussel die hier werken komen uitvoeren, niet vergeten. Het wordt almaar moeilijker om die te overtuigen om naar de stad te komen. Daar moet u ook rekening mee houden, want het gaat niet alleen om winkeliers.

Share
10:12 § 159 → Video
Share

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- Il faut effectivement être honnête vis-à-vis du citoyen et rappeler que ces changements ont des implications. Les gens ne se rendent pas nécessairement compte que le stationnement payant, s'il permet d'éviter les voitures ventouses, complique aussi le travail d'un certain nombre de corps de métier. De nombreux entrepreneurs, qu'il s'agisse de chauffagistes, de carreleurs ou de plombiers, reportent d'ailleurs le coût de ce stationnement dans leur facture, en comptabilisant par exemple un forfait de 25 euros, voire refusent de travailler dans certains quartiers de notre Région.

Au final, ce n'est donc pas seulement le navetteur qui paye le coût, mais également le consommateur. Il faut veiller à ne pas se priver de certains services et à ne pas s'isoler. La Région doit rester accessible et les échanges économiques ne doivent pas être restreints mais encouragés, d'autant plus en cette période de récession. Je crains donc à la fois un report du coût final sur le consommateur et une forme de repli sur soi.

De heer Emmanuel De Bock (DéFI).- We moeten eerlijk zijn. Mensen zijn zich er niet altijd van bewust dat betaald parkeren niet alleen langparkeerders afschrikt, maar ook het werk van bepaalde vaklui bemoeilijkt. Zij rekenen de prijs vaak door aan hun klanten of komen niet meer naar Brussel.

Het komt erop neer dat niet alleen pendelaars, maar ook de consument een prijs betaalt. Het gewest moet toegankelijk blijven en de handel moet niet worden beperkt, maar gestimuleerd.

Share
10:14 § 161 → Video
Share

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- Je vous ai cité trois sources nouvelles ou spécifiques que hub.brussels va développer pour évaluer les effets de la mise en œuvre de Good Move sur des quartiers commerçants : les flux, les analyses qualitatives et les transactions bancaires.

Je rejoins votre judicieuse remarque : les flux piétons sont analysés dans des quartiers commerçants où les piétons sont très nombreux. Cette méthode ne peut donc être appliquée dans tous les quartiers de la ville ni dans tout type de commerce.

Ces trois sources viennent s’ajouter aux outils existants à la disposition des communes et des associations de commerçants : le service Field Team de hub.brussels ou son équipe partenariats locaux, en contact étroit et régulier avec les communes et associations de commerçants sur une série de sujets, dont la mobilité. Cette équipe dispose aussi des moyens pour mener des analyses qualitatives ou quantitatives sur le terrain, à leur demande.

La mise en place de mesures de mobilité et l’évaluation de leurs conséquences prennent un peu de temps. Nous y reviendrons dès lors au sein de cette commission.

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- Zoals ik zei, evalueert hub.brussels de gevolgen van Good Move voor winkelbuurten aan de hand van voetgangersstromen, kwalitatieve analyses en banktransacties.

U hebt gelijk dat de voetgangersstromen worden gemeten in winkelbuurten waar veel voetgangers komen. Dat maakt de methode ongeschikt voor andere wijken.

Naast die drie bronnen zijn er het Field Team van hub.brussels en zijn team lokale partners, dat geregeld contact onderhoudt met de gemeenten en de winkeliersverenigingen.

Share
10:16 § 163 → Video
Share

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- Ik heb toch een probleem met de wijze waarop dit gebeurt. Vanuit het perspectief van de consument is er sprake van een heel brede kwalitatieve analyse: over het volume, de voetgangersstromen enzovoort.

Vanuit het perspectief van de handelaar echter is het heel wat anders. U verwijst naar het Field Team, naar de lokale partnerschappen, maar daar hangt het er blijkbaar van af of iemand al dan niet zin heeft om een en ander te bekijken. Er is daar geen brede, diepgaande analyse om iets te leren over de impact van de verschillende circulatieplannen op verschillende types handelszaken, van de kleine zelfstandigen tot de grote supermarktketens. Ook over vergelijkingen tussen verschillende wijken hoor ik niets.

Ik hoor alleen een cijferanalyse vanuit één perspectief, niet vanuit het perspectief van de bedrijven. Dat vind ik niet overtuigend.

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- La méthode de travail me pose un problème. Pour les consommateurs, il existe une large analyse qualitative : volume, flux de piétons, etc. Rien de tel pour les commerçants.

Quel est l’impact des différents plans de circulation sur les différents types de commerce - des petits indépendants aux grandes chaînes de supermarchés ? Nous n’en savons rien.

Share
10:18 § 165 → Video
Share

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- Le service Field Team et l'équipe partenariats locaux sont très proches des commerçants et des communes, et se mettent vraiment à leur disposition. La semaine dernière, ils ont d'ailleurs organisé une soirée dans le cadre de l'appel à projets Local & Together, au service des associations de commerçants. Si vous avez connaissance de situations où ils ne répondent pas aux appels, n'hésitez pas à m'en faire part, mais je pense qu'ils sont très ouverts aux demandes des commerçants locaux.

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- Het Field Team en het team lokale partners staan dicht bij de winkeliers en de gemeenten. Vorige week hebben ze nog een avond georganiseerd over de projectoproep Local & Together. Als u weet hebt van onbeantwoorde hulpvragen, mag u me dat laten weten.

Share
10:19 § 167 → Video
Share

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- Dat is wat ik bedoel. Ik ben voor een doorgedreven, kwalitatieve en kwantitatieve monitoring van de impact van Good Move en de verkeersplannen op het economische weefsel, vanuit het perspectief van de handelszaken. Het gaat dus om een fijnmazige analyse van wat die plannen teweegbrengen bij de detailhandel, horeca, grote winkelketens enzovoort. Uit zo'n analyse zouden we veel kunnen leren. Vermoedelijk zal daaruit blijken dat bepaalde types handelszaken er niet veel negatieve gevolgen van ondervinden, of misschien zelfs positieve gevolgen, en dat andere specifieke handelszaken er echt door in de problemen komen.

Ik heb begrepen dat er geen objectieve analyse komt. Dat is een gemiste kans.

- Het incident is gesloten.

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- Une analyse fine des conséquences de ces plans de circulation sur le tissu économique pourrait être riche d'enseignements. Elle révélerait sans doute que certains commerces sont peu affectés par ces plans, tandis que d’autres éprouvent des difficultés à cause d’eux.

Cette analyse objective ne sera donc pas réalisée : c’est une occasion manquée.

- L'incident est clos.

Share
10:20 § 171 → Video
Share

Demande d'explications de M. Michaël Vossaert

à Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargée de la Transition économique et de la Recherche scientifique,

concernant le démantèlement de NewB.

Vraag om uitleg van de heer Michaël Vossaert

aan mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek,

betreffende de ontmanteling van NewB.

Share
10:20 § 173 → Video
Share

Toegevoegde vraag om uitleg van de heer Gilles Verstraeten

betreffende de stopzetting van de bankactiviteiten van NewB.

Demande d'explications jointe de M. Gilles Verstraeten

concernant la cessation des activités bancaires de NewB.

Share
10:21 § 175 → Video
Share

M. Michaël Vossaert (DéFI).- Comme l'a souligné M. De Bock, de nouveaux éléments sont survenus dans ce dossier, notamment la suspension de l'assemblée générale de la banque en question par le tribunal de l'entreprise . Mes questions sont donc toujours d'actualité, même si le développement a quelque peu changé. Je ne m'attarderai pas sur tous les faits.

Après avoir échoué à réunir les 40 millions d'euros requis par la Banque nationale de Belgique , la banque coopérative et éthique NewB a annoncé récemment le démantèlement de ses activités bancaires. Ainsi, les quelque 20.000 clients de la banque ont été invités à transférer leur argent vers une autre banque. Pour rappel, NewB avait environ 170 millions d’euros en dépôt et assure pouvoir rembourser l’ensemble des déposants. Le personnel, quant à lui, est dans l’inquiétude et l’expectative sachant qu’un plan de licenciement collectif a été annoncé.

Enfin, les coopérateurs ne pourront quitter la coopérative avant le 1er février prochain, date à partir de laquelle ils pourront demander de récupérer ce qu’il reste de leur investissement, un montant qualifié de « symbolique » par le CEO de NewB.

Sans se prononcer ici sur le bien-fondé d’une banque coopérative et éthique, nous ne pouvons que déplorer le plan de licenciement collectif et les perspectives peu réjouissantes pour les coopérateurs ayant investi dans le projet. À ce titre, mon groupe avait eu l’occasion de vous interpeller alors que la collecte de fonds des 40 millions d'euros était toujours en cours. En effet, il était à l’époque question que la Région investisse encore dans NewB via une mission déléguée, même si un premier investissement de 400.000 euros avait déjà été réalisé par la Région. Par ailleurs, finance&invest.brussels avait rendu un avis mitigé sur ce nouvel investissement.

Au regard des développements récents, il semblerait que la Région ne soit pas passée loin d’une perte financière encore plus importante.

Avez-vous eu des contacts avec NewB depuis l’annonce de son démantèlement ? Qu’en est-il de la participation régionale de 400.000 euros ?

Comptez-vous récupérer ce qu’il reste de cet investissement ? Dans l'affirmative, avez-vous une idée de la somme en question et de la perte financière pour la Région ? Dans la négative, quel est le scénario privilégié ?

De heer Michaël Vossaert (DéFI).- De coöperatieve, ethische bank NewB slaagde er niet in om de vereiste 40 miljoen euro op te halen en liet daarop weten dat ze haar bankactiviteiten zal ontmantelen. Ze beschikt over voldoende middelen om alle klanten terug te betalen. Het personeel leeft echter in onzekerheid over het aangekondigde plan voor collectief ontslag.

De coöperanten kunnen ten vroegste op 1 februari 2023 uit de coöperatieve stappen en wat rest van hun investering terugkrijgen. Dat zou slechts een symbolisch bedrag zijn.

Ik betreur het dat het personeel collectief ontslag krijgt en dat de coöperanten hun investering grotendeels verliezen. Enige tijd geleden was er sprake van dat het gewest opnieuw in NewB zou investeren, terwijl het al 400.000 euro in de bank had zitten. Finance&invest.brussels gaf overigens een gemengd advies over de nieuwe investering. Nu blijkt dat het gewest op het nippertje aan een nog groter verlies is ontsnapt.

Had u contact met NewB sinds dat zijn ontmanteling aankondigde? Wat met de gewestelijke participatie van 400.000 euro?

Hoopt u wat nog rest van die investering te recupereren? Zo ja, hebt u een idee om welk bedrag het gaat? Zo niet, welk scenario verkiest u dan?

Share
10:24 § 177 → Video
Share

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- Mijn vraag dateerde van 14 november. Ondertussen is er heel wat gebeurd waarbij je je kunt afvragen hoe ethisch deze ethische bank is of was. In oktober moest NewB noodgedwongen zijn bankactiviteiten stopzetten omdat de bank er niet in slaagde de kapitaalsverhoging van 40 miljoen euro rond te krijgen. Het grote probleem is dat NewB zijn bankactiviteiten niet voldoende ontwikkeld had. Een bank die niet bankiert, komt in de problemen. U wilde 1 miljoen euro uittrekken om de bank te redden, maar finance&invest.brussels dacht daar anders over.

Op 24 november kwam het bericht dat de coöperatieve bank in zee zou gaan met VDK bank. De klanten van NewB zouden worden overgedragen naar de van origine Gentse bank, die op korte termijn haar producten en diensten in het Frans zou aanbieden. NewB zou als agent optreden voor en onder VDK bank. De raden van bestuur van beide organisaties gaven groen licht voor de samenwerking. De 117.000 coöperanten konden zich over het akkoord uitspreken op de algemene vergadering van 26 november, net zoals de toezichthouders dat ook nog moesten doen.

Door de plotse aankondiging van dat akkoord met VDK bank vlak voor de algemene vergadering, oordeelde de Brusselse ondernemersrechtbank dat de oproepingsprocedure werd geschonden. Ze besliste daarom op 25 november om de bijeenkomst tot nader order uit te stellen, de raad van bestuur op non-actief te zetten en een voorlopige bewindvoerder aan te stellen. Dat hadden twee coöperanten, waaronder finance& invest.brussels, ook geëist na de laatste ontwikkelingen van NewB.

De bank en twee coöperanten hebben verzet aangetekend. Na hen te hebben gehoord besliste de ondernemingsrechtbank dat de bewindvoerder op post blijft, de functie krijgt van gerechtsmandataris ad hoc en deels een nieuwe missie krijgt. Hij moet op 17 december een nieuwe algemene vergadering bijeenroepen. Daarna zal hij de agenda bepalen en die vergadering voorzitten. Hij moet de rechtbank ook inlichten over de overlevingskansen van NewB. Het is niet duidelijk of de klanten van NewB nog altijd hun rekeningen en bankkaarten kunnen gebruiken en of mensen opnieuw klant kunnen worden. Dat doet een aantal vragen rijzen.

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- De nombreux événements incitent à se demander si la banque coopérative NewB est éthique. En octobre, NewB a été contrainte d'arrêter ses opérations bancaires parce qu'elle n'avait pas réussi à augmenter suffisamment son capital.

Le 24 novembre, il a été annoncé que NewB allait s'associer à la banque VDK et qu'elle agirait en tant qu'agent pour cette banque. En raison de l'annonce soudaine de cet accord, deux jours avant l'assemblée générale de NewB, le tribunal de l'entreprise de Bruxelles a décidé de la reporter jusqu'à nouvel ordre, de suspendre son conseil d'administration et de nommer un administrateur provisoire.

À la suite d'un recours déposé par NewB et deux coopérateurs, le tribunal de l'entreprise a donné un mandat de justice ad hoc à cet administrateur et l'a chargé de convoquer une nouvelle assemblée générale le 17 décembre, d'en fixer l'ordre du jour et de la présider. Il doit aussi informer le tribunal des chances de survie de NewB.

Share
10:27 § 179 → Video
Share

Hoe kijkt u terug op het parcours van NewB, ook al is dat nog niet afgerond? Welke fouten zijn er volgens u en volgens de analyse van finance&invest.brussels gemaakt?

De groep coöperanten bestond uit 117.000 particulieren en een aantal middenveldorganisaties en overheidsinstellingen. Samen hebben zij 50 miljoen euro ingebracht in de beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal NewB Invest. De hoofdmoot van 36 miljoen euro werd ingebracht door burgers. Van dat bedrag bleef eind 2021 nog 22,8 miljoen euro over. Hoeveel verlies heeft de bank dan gemaakt in 2021 en hoeveel blijft er eigenlijk over van die oorspronkelijke 50 miljoen euro?

Hoeveel van de 400.000 euro die het Brussels Gewest via finance&invest.brussels heeft geïnvesteerd, hopen we nog te kunnen recupereren? Weet u of klanten hun rekeningen en kaarten nu nog kunnen gebruiken? Ik weet dat daar federaal toezicht op wordt gehouden, maar misschien hebt u daar toch informatie over. Kunnen mensen op dit moment nog klant worden van NewB?

De regering heeft NewB mee gepromoot als alternatief voor de klassieke banken. Hebt u dan misschien een boodschap voor de 117.000 coöperanten die hun geld nu dreigen te verliezen?

Que pensez-vous du parcours de NewB ? Quelles erreurs ont été commises ?

Ensemble, 117.000 particuliers et plusieurs associations et institutions publiques avaient apporté 50 millions d'euros à la société d'investissement à capital variable NewB Invest. Dès lors qu'à la fin de l'année 2021, il ne restait que 22,8 millions d'euros des 36 millions d'euros initialement investis par les citoyens, combien la banque a-t-elle perdu en 2021 et combien reste-t-il de ces 50 millions d'euros ?

Combien des 400.000 euros investis par la Région bruxelloise via finance&invest.brussels pouvons-nous encore espérer récupérer ? Savez-vous si les clients peuvent encore utiliser leurs comptes et cartes NewB ? Peut-on encore devenir client de cette banque coopérative ?

Le gouvernement a contribué à promouvoir NewB. Avez-vous dès lors un message à adresser à ses coopérateurs qui risquent de perdre leur argent ?

Share
10:29 § 181 → Video
Share

Mme Clémentine Barzin (MR).- Depuis la rédaction de cette demande d'explications, la banque coopérative NewB a annoncé la signature d'un partenariat avec la banque VDK. Dans ce cadre, elle deviendrait agent de VDK et pourrait ainsi proposer une offre de produits bancaires plus large, tandis que ses clients seraient transférés vers VDK.

Ce partenariat devait être soumis au vote des coopérateurs lors de l'assemblée du 26 novembre. Or le tribunal de l'entreprise a été saisi en extrême urgence sur requête unilatérale de certains coopérateurs de NewB, auxquels s'est associée finance&invest.brussels. L'assemblée générale a été reportée, le conseil d'administration, dessaisi de la gestion d'entreprise et un administrateur provisoire, désigné à la tête de NewB. Le conseil d'administration de NewB doit transmettre tous les documents relatifs au partenariat avec VDK à l'administrateur provisoire sous peine d'une astreinte de 10.000 euros par jour.

Quel regard portez-vous sur ce nouveau partenariat ?

Comment évaluez-vous la prise de position de finance&invest.brussels dans ce dossier ? Le gouvernement partage-t-il la décision de finance&invest.brussels de saisir le tribunal de l'entreprise ?

En cas d'accord de partenariat, il est prévu un plan de licenciement du personnel, qui compte de nombreux Bruxellois. La possibilité de maintenir ces emplois chez VDK est-elle discutée ?

Quel sera le rôle de finance&invest.brussels dans le cadre de ce partenariat ? Son directeur général semble ne plus avoir confiance en NewB depuis que le chiffre d'affaires de celle-ci s'est retrouvé en négatif.

Quels montants investis par la Région de Bruxelles-Capitale sont-ils susceptibles d'être récupérés ?

Mevrouw Clémentine Barzin (MR).- Onlangs kondigde NewB aan dat het een partnerschap met VDK Bank aangaat. Haar klanten kunnen naar die bank overstappen. De coöperanten zouden op 26 november 2022 over dat partnerschap stemmen, maar enkelen van hen stapten samen met finance&invest.brussels bij hoogdringendheid naar de ondernemingsrechtbank . Daarop werd de algemene vergadering uitgesteld en werd er een voorlopige zaakwaarnemer voor NewB aangeduid. De raad van bestuur van NewB moet nu alle documenten in verband met de samenwerking met VDK Bank aan de voorlopige zaakwaarnemer bezorgen, op straffe van een dwangsom van 10.000 euro per dag.

Hoe ziet u het partnerschap tussen de twee banken?

Wat is uw mening over het standpunt van finance&invest.brussels in het dossier? Bent u het ermee eens dat het agentschap naar de ondernemingsrechtbank stapte?

Het personeel van NewB zou collectief ontslagen worden. Is het behoud van de jobs bij VDK Bank besproken?

Welke rol krijgt finance&invest.brussels in het partnerschap?

Hoeveel van zijn investering kan het gewest recupereren?

Share
10:31 § 183 → Video
Share

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- Selon la presse, onze coopérateurs institutionnels, 352 organisations de sociétaires et plus de 110.000 citoyens ont participé à la création de cette banque, qui avait un rôle essentiel dans l'économie sociale.

Parmi les institutions, finance&invest.brussels avait dès le premier tour mis 400.000 euros sur la table. Toutefois, lors du second tour de recherche de fonds, j'avais été comme eux plus que sceptique, pensant qu'il était peut-être temps de tirer la prise.

À l'époque, Pierre Hermant, président du conseil de direction de finance&invest.brussels, déclarait : « Je n'ai pas de regrets d'avoir investi, et nous avions bien conscience du risque, c'est notre métier. L'idée de ce projet avait du sens et cette audace était intéressante. C'était une bonne initiative et le mouvement citoyen qui en a découlé a probablement inspiré d'autres banques à aller plus loin dans leur modèle d'impact. Avec le recul, le constat de ces données est quelque peu amer. Nous avons investi sur la base d'une promesse de chiffre d'affaires et d'un business plan, mais la société a dévissé par rapport à son business plan. » M. Hermant rappelle aussi avoir voté contre l'approbation des comptes annuels, fort d'une opinion négative de KPMG, le commissaire aux comptes. Ce dernier avait émis des doutes quant à la capacité de NewB de lever ces fameux 40 millions d'euros.

Se pose donc la question de la valorisation actuelle de ces 400.000 euros, avec une donnée assez importante : il n'est pas possible pour les coopérateurs de sortir avant la fin de janvier 2023, au prorata du capital social qu'il restera. On comprend dès lors la fuite en avant de NewB, qui tente de s'associer à un autre projet pour conserver, peut-être, ses coopérateurs ou les institutions. Mais ce n'est plus du tout le même projet, rappelait encore Pierre Hermant, et il faut laisser le choix aux coopérateurs de retirer leurs billes ou de les y laisser en leur âme et conscience.

À cet égard, nous devons aussi être clairs par rapport à l'argent investi par la collectivité, c'est-à-dire les Bruxellois. Celui-ci est parti en fumée en quelques mois. Il y a donc urgence, d'autant que, quand on lit le rapport annuel de NewB - je vous invite à en consulter la page 18 -, les salaires du personnel ne représentent que deux millions d'euros, contre six millions pour les rémunérations des managers, consultants et administrateurs de NewB. Faire l'apologie du sauvetage du personnel alors qu'en réalité cette masse salariale est très inférieure aux frais de consultance et de management, c'est un peu fort !

En cette période de récession, je voudrais qu'on arrête de jouer avec l'argent de la collectivité dans des projets hasardeux. Il y a dix ans, j'avais déjà dénoncé une telle gabegie dans le projet éco-iris, où 750.000 euros avaient été investis par la Région, par le même M. Bayot. Il est maintenant temps de passer à une étape où l'argent public est sacré, et arrêter de le perdre. Il s'agit des impôts et donc de l'épargne des Bruxellois.

De heer Emmanuel De Bock (DéFI).- Finance&invest.brussels was een van de elf instellingen die bij de eerste fondsenwerving in NewB investeerden. Bij de tweede ronde stond het agentschap echter huiverachtig tegenover een nieuwe investering. De voorzitter van de raad van bestuur verklaarde dat hij geen spijt had van de investering, maar dat de vennootschap er niet in slaagde haar ondernemingsplan uit te voeren. Zelf had hij tegen de goedkeuring van de jaarrekeningen gestemd, zich daarbij baserend op het negatieve advies van de auditor, die betwijfelde of NewB nog eens 40 miljoen euro kon ophalen.

Coöperanten kunnen ten vroegste vanaf 1 februari 2023 uit de bank stappen en krijgen hun investering terug naar verhouding tot het resterende maatschappelijke kapitaal. Het is dan ook begrijpelijk dat NewB actie onderneemt in de hoop zijn coöperanten te houden. Het gaat echter om een ander project en de coöperanten zouden moeten kunnen kiezen of ze al dan niet willen aansluiten.

Het geld dat Brussel investeerde, is in rook opgegaan. Er moet snel gehandeld worden, want uit het jaarverslag van NewB blijkt dat slechts 2 miljoen euro naar lonen van het personeel gaat, terwijl voor de vergoedingen van managers, consultants en bestuurders 6 miljoen euro nodig is. Het houdt dan ook geen steek dat die samenwerking wordt voorgesteld als een poging om het personeel te redden.

We maken een recessie door en het moet afgelopen zijn met het investeren van overheidsgeld in riskante projecten.

Share
10:35 § 189 → Video
Share

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- Je vais d'abord repréciser le contexte d’investissement dans NewB. C’est à travers finance&invest.brussels, société anonyme d’intérêt public, et par son intermédiaire, que la Région bruxelloise détient des parts de NewB depuis 2019.

À l'époque, finance&invest.brussels était intervenue à concurrence de 400.000 euros sur les 35 millions de la levée de fonds qui avait eu lieu en novembre et décembre 2019, soit 1,14 % du montant levé.

En 2022, NewB a souhaité lever 40 millions d’euros additionnels. Ce financement devait lui permettre de disposer de suffisamment de capitaux propres pour favoriser son développement, compte tenu de la réglementation bancaire européenne.

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- Het Brussels Gewest is sinds 2019 aandeelhouder in NewB via finance&invest.brussels, dat destijds 400.000 euro investeerde.

In 2022 wilde NewB 40 miljoen euro extra ophalen, zodat het over voldoende middelen voor zijn ontwikkeling zou beschikken.

Share
10:36 § 191 → Video
Share

(verder in het Nederlands)

Zoals werd uitgelegd in de commissie van 26 oktober 2022, was de regering van plan om deel te nemen aan de fondsenwerving van NewB voor een bedrag van 1 miljoen euro onder strikte voorwaarden om de financiële duurzaamheid van NewB op middellange termijn te waarborgen en om er de facto voor te zorgen dat het Brusselse overheidsgeld goed zou worden gebruikt.

(poursuivant en néerlandais)

Comme expliqué en octobre, le gouvernement a envisagé de participer à la collecte de fonds de NewB, à hauteur d’un million d’euros, à certaines conditions.

Share
10:37 § 195 → Video
Share

Aangezien niet aan die voorwaarden kon worden voldaan, heeft het gewest uiteindelijk niet bijgedragen aan de kapitaalsverhoging, die overigens op een mislukking is uitgelopen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Wallonië, heeft het Brussels Gewest niet rechtstreeks geparticipeerd in NewB.

Ces conditions n'ayant pas été remplies, la Région ne l'a pas fait.

Share
10:37 § 197 → Video
Share

(poursuivant en français)

Comme la Région ne détient des parts qu'indirectement dans NewB, c'est à finance&invest.brussels, dont le conseil d’administration a décidé d’investir 400.000 euros en 2019, qu'il revient d’effectuer le suivi de cet investissement, comme c’est le cas pour l’ensemble des investissements réalisés par la société d'investissement.

Les relations entre finance&invest.brussels et les entreprises dans lesquelles elle détient une participation ainsi que son attitude lors des assemblées générales de ces entreprises ne sont pas définies par le gouvernement ni mon cabinet, mais par l’équipe et la direction de finance&invest.brussels. Cette dernière tient le conseil de surveillance informé de ses choix. C'est ainsi que je peux vous communiquer les informations suivantes.

Le futur de NewB étant à ce stade incertain, il est encore trop tôt pour tirer des conclusions définitives. Plusieurs éléments peuvent néanmoins expliquer la situation complexe que connaît la banque.

(verder in het Nederlands)

Sinds 2019 hebben de toestand van aanhoudende negatieve rentes waarin NewB geëvolueerd is en de coronacrisis een grote impact gehad op de ontwikkeling van de bank. Bovendien was het moeilijk om het zeer grote aantal coöperanten (117.000) te overtuigen om ook cliënt te worden (iets minder dan 30.000). Dat heeft ook gewogen op het financieel resultaat van de bank.

(poursuivant en français)

S'agissant de la situation financière pour 2022, au 30 septembre de cette année, les fonds propres de NewB étaient d’environ 15 millions d’euros. Depuis cette date, NewB a déclenché son plan de démantèlement des opérations bancaires, plan qui engendre des charges non récurrentes : licenciement collectif, vente du portefeuille obligataire, rupture anticipée des contrats de fournisseurs, etc.

De ce fait, NewB estime que les fonds propres restants à l’issue de cette phase devraient se situer entre 4,6 millions d’euros et 7,5 millions d’euros. Comme pour les autres coopérateurs, et comme pour l’ensemble de ses investissements, finance&invest.brussels n’a aucune garantie de remboursement. Toutefois, la situation peut encore évoluer compte tenu des circonstances que vous avez tous décrites.

Il conviendra ainsi de déterminer, entre autres, les effets potentiels - en matière d'emploi ou de valeur des parts - du partenariat envisagé avec la banque durable et éthique VDK.

(verder in het Frans)

Het is dan ook finance&invest.brussels dat voor de follow-up van de investering instaat. De regering heeft geen inspraak in de relaties van het agentschap met de ondernemingen waarin het participeert. Finance&invest.brussels houdt de raad van toezicht op de hoogte van zijn keuzes. Daarop is de volgende informatie gebaseerd.

Aangezien de toekomst van NewB onzeker is, is het te vroeg om conclusies te trekken. Een aantal elementen kan echter een verklaring bieden voor de situatie van de bank.

(poursuivant en néerlandais)

Parmi ceux-ci, il faut noter les taux d'intérêt négatifs depuis 2019 et la crise du coronavirus. En outre, moins de 30.000 des 117.000 coopérateurs sont devenus clients de la banque. Cela a pesé sur ses résultats financiers.

(verder in het Frans)

Op 30 september 2022 beschikte NewB over ongeveer 15 miljoen euro eigen middelen. Sindsdien activeerde de bank haar ontmantelingsplan voor de bankactiviteiten. Dat veroorzaakt niet-recurrente kosten, zoals collectief ontslag, verkoop van obligaties, vervroegde verbreking van leverancierscontracten enzovoort.

NewB hoopt aan het einde 4,6 tot 7,5 miljoen euro over te houden. Finance&invest.brussels heeft geen garantie op terugbetaling. De situatie kan echter nog veranderen. Zo is het niet duidelijk welke gevolgen een mogelijke samenwerking met VDK Bank zal hebben.

Share
10:40 § 199 → Video
Share

Il semblerait que le transfert de clients de NewB vers VDK donnerait lieu à une compensation financière pour NewB, pour autant qu'un certain nombre de clients suivent. Dans ce cadre, le mandataire ad hoc désigné par le tribunal, Michel De Wolf, a estimé que l'opération de rapprochement avec la banque VDK était une solution viable pour assurer l'avenir de NewB. Je n'ai personnellement pas de message à adresser aux coopérants, si ce n'est le message habituel, pour ceux qui participent à une aventure entrepreneuriale et à la gestion d'une entreprise : s'informer avant l'assemblée générale et voter en connaissance de cause.

De manière plus générale, lors des commissions du 6 juillet 2022, puis du 26 octobre 2022, j’avais évoqué un certain nombre d’éléments expliquant l’intérêt sociétal pour la coopérative éthique NewB : intérêt pour une banque éthique et coopérative dans le paysage bancaire belge ; intérêt pour des produits financiers que ne proposent pas (ou pas suffisamment) les banques traditionnelles (financement des très petites entreprises, de l’économie sociale, de l’isolation du bâti, les fonds d’investissements durables, etc.).

Ces raisons m’avaient poussée à me réjouir en 2019 de l’essor de cette nouvelle banque coopérative, aux côtés de 117.000 coopérateurs, dont une série de coopérateurs institutionnels, comme la Région wallonne, l’Université catholique de Louvain, l’Université libre de Bruxelles, et plus de 350 organisations sociétales ainsi que des dizaines de milliers de coopérateurs individuels soucieux d’un monde bancaire apte à répondre aux enjeux sociaux et environnementaux du 21e siècle.

À cet égard, les actualités récentes, dont de nombreuses ASBL exclues des services bancaires de base par certaines banques traditionnelles, des fonds de placement verts accusés d'écoblanchiment, certaines banques traditionnelles qui continuent d’investir massivement dans les énergies fossiles, me semblent conforter la nécessité de développer un système bancaire susceptible de relever mieux et plus vite les défis sociaux et environnementaux gigantesques auxquels nous faisons face.

Blijkbaar zou NewB bij een overdracht van zijn klanten aan VDK Bank een financiële compensatie krijgen. De tijdelijke zaakwaarnemer was van mening dat dat een goede oplossing was om de toekomst van NewB veilig te stellen. Het enige wat ik de coöperanten kan zeggen, is dat ze zich goed moeten informeren voor de algemene vergadering, zodat ze met kennis van zaken kunnen stemmen.

Ik legde eerder al uit waarom het coöperatieve, ethische NewB een maatschappelijk belang had. Om die redenen was ik in 2019 verheugd over de oprichting van de nieuwe bank. Recent kwam overigens aan het licht dat bepaalde traditionele grootbanken ondanks hun verklaringen nog steeds niet ethisch te werk gaan. Dat wijst erop dat er een banksysteem nodig is dat sneller inspeelt op de maatschappelijke uitdagingen.

Share
10:43 § 201 → Video
Share

M. Michaël Vossaert (DéFI).- L'avenir est incertain, puisque tout dépendra de la décision de l'assemblée générale et d'un possible partenariat avec la banque VDK. Ce qui est sûr, c'est que la Région participe à cette structure à travers finance&invest.brussels et que des éléments factuels, dont des pertes, sont sur la table.

De nouveaux éléments ressortiront de l'assemblée générale des coopérateurs. Nous serons attentifs à ce que tout investissement régional soit utilisé à bon escient, quelle que soit la structure. S'agissant du modèle en question, force est de constater qu'il y a matière à réfléchir et à tirer des leçons.

De heer Michaël Vossaert (DéFI).- De toekomst is onzeker en hangt van de beslissing van de algemene vergadering en het eventuele partnerschap met VDK Bank af. Wel zeker is dat het gewest een aandeel heeft in de bank en mogelijk verlies zal lijden.

U moet uit deze kwestie in elk geval lessen trekken.

Share
10:45 § 203 → Video
Share

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- Mevrouw de staatssecretaris, u verklaart dat het Brussels Gewest, in tegenstelling tot Wallonië, geen rechtstreekse participatie heeft in NewB. Dat is maar goed ook, maar natuurlijk blijft finance&invest.brussels voor een deel gesubsidieerd met belastinggeld.

Ik vraag me af in welke mate het hele verhaal van NewB politiek is aangewakkerd, voornamelijk vanuit Franstalig België. Dat heeft deels te maken met het verschil tussen Franstalig en Nederlandstalig België. Ik vond het hele verhaal rond NewB niet zo erg vernieuwend. NewB had eerder het warm water opnieuw uitgevonden.

Er is nu sprake van VDK bank, die een soortgelijk zakenmodel heeft, maar wel al een gevestigde bank is. Je hebt ook Triodos, om een andere ethische bank te noemen die in principe ook in Vlaanderen bestaat. Ik ben er overigens geen aandeelhouder van, dus ik ben geen reclame aan het maken.

NewB voelde meer aan als een politiek verhaal, dan als een economisch gedreven verhaal, wat nochtans essentieel is voor een bank. Een bank moet uiteindelijk immers bankieren en renderen.

Er waren natuurlijk de moeilijkheden door de renteniveaus en de covidcrisis, maar ik stel me toch veel vragen over hoe de zaken met NewB tot nog toe verlopen zijn. Het kapitaal en het saldo van de rekeningen stonden totaal niet in verhouding tot de vergoedingen aan de directie en consultants. Veel zaken kloppen dus niet. Het is maar goed dat we opgelet hebben met die 1 miljoen euro. Wat het bedrag van 400.000 euro betreft, zullen we moeten afwachten en de zaak verder volgen. Ik kan me toch niet van de indruk ontdoen dat dit een soort van mini-Arco is voor een bepaalde politieke familie.

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- Vous affirmez que la Région n'a pas de participation directe dans NewB, mais n'oublions pas que finance&invest.brussels est partiellement subventionnée avec l'argent des contribuables.

Le modèle de NewB n'est pas très innovant et l'histoire du projet semble plus politique -  surtout du côté francophone - qu'économique, ce qui est étrange pour une banque.

Certes, des difficultés ont été causées par les niveaux de taux d'intérêt et la crise sanitaire. Toutefois, il reste beaucoup de questions, notamment face à la disproportion entre le capital et le solde des comptes, d'une part, et les honoraires de la direction et des consultants, d'autre part. Je ne peux me défaire de l'impression qu'il s'agit d'une sorte de mini-Arco pour une certaine famille politique.

Je resterai attentif à ce qu'il adviendra des 400.000 euros versés par finance&invest.brussels.

Share
10:48 § 205 → Video
Share

Mme Clémentine Barzin (MR).- Nous serons attentifs à la suite des événements et reviendrons prochainement sur les développements judiciaires. Ensuite vient la question du capital : finance&invest.brussels a montré ses réserves, eu égard à la nécessité de préserver le capital des coopérateurs. C'est également un enjeu fondamental pour les contributeurs bruxellois qui payent leurs impôts. Nous serons attentifs à la manière dont on l'emploie.

Mevrouw Clémentine Barzin (MR).- Ik zal de ontwikkelingen in dit dossier nauwlettend volgen en kom later op de juridische afwikkeling terug.

Share
10:49 § 207 → Video
Share

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- Seuls 16.000 des coopérateurs sur les 117.000 sont devenus clients. Rien d’étonnant à ce que les fonds manquent ensuite, le soutien symbolique - beaucoup de coopérateurs ont mis un euro dans la banque pour la forme - n’ayant pas eu de suites concrètes. On aurait pu attendre un peu plus de soutien de toutes les ASBL sociétales derrière ce projet. Si chacun avait investi cent euros, par exemple, NewB aurait pu être sauvée.

Vu notre devoir de responsabilité, nous ne pouvons encourager à investir dans un outil hasardeux. Le facteur risque ne pourra jamais être totalement éliminé, mais lorsque la Région bruxelloise investit, elle doit être convaincue du projet, et non servir de caution morale.

En l’occurrence, je vois des similarités avec notre action en faveur de Dexia, qui avait demandé de la soutenir lors du dernier appel de fonds. Mon groupe souhaitait à l'époque que nous nous en abstenions. Dexia proposait un intérêt de 13 % et toutes les communes avaient participé à sa recapitalisation, à l’exception de Woluwe-Saint-Lambert. Et toutes ont perdu l’intégralité de leur mise.

Ni finance&invest.brussels ni vous-même n’êtes en cause, mais vous avez tout de même pris part, en permanence, au débat public. Toute la presse le relaie. Selon Le Soir du 19 novembre 2019, « la secrétaire d’État avait déjà laissé entendre que finance&invest.brussels... » ; en septembre 2022, la presse ajoute que « le gouvernement bruxellois se penchera ce jeudi sur cette proposition de la secrétaire d'État Ecolo. La banque éthique NewB est toujours à la recherche de 40 millions d’euros ». Vous vous êtes donc fait la promotrice de cet investissement.

J’en appelle à la prudence. Vous avez bien entendu la tutelle sur cette institution, mais, dans ce débat, nous ne pouvons pas inciter les citoyens à un investissement aussi hasardeux. Je pense que finance&invest.brussels a été victime du lobby - je pèse mes mots - exercé par certains membres du gouvernement pour une prise de participation dans ce projet. Il n’était pourtant pas, à l’époque, soutenu par l’ensemble des administrateurs de finance&invest.brussels, qui avaient déjà émis toutes leurs réserves. À l’avenir, de telles pressions morales doivent leur être évitées.

De heer Emmanuel De Bock (DéFI).- Slechts 16.000 van de 117.000 coöperanten werden klant bij NewB. Geen wonder dat er onvoldoende middelen waren. Als de vzw's achter het project allemaal 100 euro hadden geïnvesteerd, was NewB misschien gered.

Het Brussels Gewest mag niet langer in een dergelijk risicovol project investeren. Dit herinnert mij overigens aan Dexia, waar op Sint-Lambrechts-Woluwe na alle gemeenten aan de herkapitalisering deelnamen en hun volledige inleg kwijtspeelden.

Ik roep op tot voorzichtigheid. U hebt het toezicht op finance&invest.brussels, maar u mag in dit debat de Brusselaars niet tot een dergelijke risicovolle investering aansporen. Ik ben ervan overtuigd dat finance&invest.brussels het slachtoffer werd van lobbywerk vanuit de regering rond een participatie in het project. Dergelijke morele druk moet in de toekomst worden vermeden.

Share
10:51 § 209 → Video
Share

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- Vous parlez d'Arco ou de Dexia, mais ces dossiers ne sont absolument pas comparables au niveau des montants et des volumes en jeu.

Je rappelle que la décision d'investir de finance&invest.brussels date de l’automne 2019, alors que son conseil d'administration n'avait pas encore été modifié. C'est donc l'ancien conseil d'administration de finance&invest.brussels, au sein duquel ma famille politique n'était pas représentée et dont la composition correspondait à la législature précédente, qui a pris cette décision. Je ne sais pas de quelles pressions vous parlez mais elles ne pouvaient, en tout état de cause, pas être exercées par des membres de mon parti.

La direction et l'équipe de finance&invest.brussels se tiennent à votre disposition pour vous expliquer leur travail, qui consiste à faciliter et compléter la chaîne de financement. Autrement dit, finance&invest.brussels est amenée à prendre des risques plus importants que les banques. Si les banques les prenaient, finance&invest.brussels ne serait pas invitée à le faire. Ensuite, certains projets ont du succès ou pas.

Finance&invest.brussels décide de ses investissements sur la base de la charte d'investissement qui vous a été présentée et qui reprend les priorités définies en partenariat avec le gouvernement bruxellois et ses partenaires, dont des banques.

Je voudrais vous rassurer, mais le président du conseil de direction Pierre Hermant se tient également à votre disposition pour en discuter. Finance&invest.brussels est dans une phase de croissance très importante, elle a investi des montants sans précédent en 2021 - je ne connais pas les chiffres pour 2022 - et ses résultats sont positifs, malgré les risques pris dans certains dossiers. Les succès ou les échecs des dossiers soutenus sont inhérents au travail d'une société d'investissement.

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- In het dossier van Dexia ging het om heel andere bedragen. Een vergelijking daarmee gaat dan ook niet op.

Finance&invest.brussels besliste in het najaar van 2019 om in NewB te investeren, nog voor de wijziging van de raad van bestuur. Ik weet niet over welke druk u het hebt, maar die zal niet door Ecolo uitgeoefend zijn, aangezien mijn partij toen in de raad van bestuur niet vertegenwoordigd was.

Finance&invest.brussels beslist over investeringen op basis van een investeringshandvest, dat aan het parlement is voorgesteld en waarin het agentschap samen met de regering en zijn partners, waaronder de banken, de prioriteiten heeft opgenomen.

Het agentschap is overigens bereid om dat met u te bespreken. Het maakt sinds 2021 een aanzienlijke groeifase door, met positieve resultaten, ondanks de risico's die het in bepaalde dossiers nam. Overigens gaat het werk van een investeringsmaatschappij altijd gepaard met successen en mislukkingen.

Share
10:55 § 211 → Video
Share

M. Michaël Vossaert (DéFI).- Nous pouvons effectivement revenir sur les éléments factuels qui ont eu lieu, mais il faut avant tout en tirer les leçons.

De heer Michaël Vossaert (DéFI).- U moet hier in de eerste plaats lessen uit trekken.

Share
10:55 § 213 → Video
Share

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- Ik heb een vrij groot vertrouwen in de competentie van de leiding van finance&invest.brussels. Ik was er grote voorstander van om die instelling te herkapitaliseren, om haar meer middelen te geven zodat zij een positieve rol kan spelen in de Brussel economie, zodat zij kan investeren en dingen mogelijk maken.

Zij doet dat goed en ik heb er dus een redelijk groot vertrouwen in dat zij goede beslissingen zal nemen op het vlak van investeringen, maar dan alleen op voorwaarde dat er niet te veel politieke bemoeienis is.

In dit dossier stel ik me toch de vraag of de politiek niet te veel promotie heeft gevoerd voor NewB. Dan gaat het niet over u persoonlijk, ik spreek in het algemeen. Is er niet te veel promotie gevoerd voor een project waarbij je je achteraf gezien toch serieuze vragen kunt stellen over de leiding en de levensvatbaarheid.

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- Finance&invest.brussels joue bien son rôle. Je pense donc qu'elle prendra de bonnes décisions concernant les investissements, à condition qu'il n'y ait pas trop d'interférences politiques.

Je me demande si le politique n'a pas promu exagérément NewB, surtout dans la mesure où sa direction et sa viabilité posent encore de sérieuses questions.

Share
10:57 § 215 → Video
Share

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- Madame la Secrétaire d'État, vous proposez que nous auditionnions finance&invest.brussels : je vous prends au mot. Cet échange serait vraiment utile car, de tous les projets dans lesquels cet organisme investit, c’est peut-être celui dont on a le plus parlé, alors qu'il n’est pas du tout représentatif.

On a créé de toutes pièces une très jolie histoire pour la presse, celle d’une nouvelle banque éthique qu'on allait tous ensemble, envers et contre tout, porter sur les fonts baptismaux. Aujourd'hui, elle nous laisse un goût amer.

Il sera dès lors intéressant de recevoir Pierre Hermant, car il fait partie de ceux qui ont essayé de garder la tête froide : il a pesé le pour et le contre, pointé les risques, n'a pas été complaisant à l’égard de l'investissement et a pris ses responsabilités en suivant l’avis des commissaires aux comptes. Il a ainsi été l'un des premiers à tirer la sonnette d’alarme.

Bien sûr, comparaison n’est pas raison, mais une perte est une perte, quelle qu’elle soit. En l'occurrence, nous avons perdu 400.000 euros.

(Remarques de Mme Trachte, secrétaire d'État)

Nous y reviendrons dans quelques mois lorsque nous disposerons de la valorisation finale, mais je pense que, vu les résultats, nous n’allons même pas retrouver 10 % de notre mise. Je voudrais que cela nous serve de leçon et que nous soyons beaucoup plus prudents. Car nos débats ont obéi à une idéologie : il fallait à tout prix investir, sous prétexte que le gouvernement fédéral avait un jour pris des participations dans des banques et qu'elles avaient été valorisées.

(M. Michaël Vossaert, président, prend place au fauteuil présidentiel)

- Les incidents sont clos.

De heer Emmanuel De Bock (DéFI).- Ik zou graag finance&invest.brussels over dit dossier horen. NewB werd destijds immers voorgesteld als een nieuwe ethische bank die we met zijn allen in het leven gingen roepen. Vandaag houden we daar een wrange nasmaak aan over. Het zou dan ook interessant zijn om de voorzitter van de huidige directieraad, die niet zo positief stond tegenover de investering, te horen.

Vergelijkingen met Dexia gaan misschien niet op, maar het is een feit dat het gewest 400.000 euro kwijt is.

(Opmerkingen van mevrouw Trachte, staatssecretaris)

We kunnen daar later op terugkomen, maar het zou mij verbazen als het gewest zelfs maar 10% van zijn inleg zou terugkrijgen. De regering moet hier lessen uit trekken en veel voorzichtiger worden.

(De heer Michaël Vossaert, voorzitter, treedt als voorzitter op)

- De incidenten zijn gesloten.

Share
11:00 § 223 → Video
Share

Question orale de M. Marc-Jean Ghyssels

à Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargée de la Transition économique et de la Recherche scientifique,

concernant la précarité des indépendants.

M. le président.- En l'absence de M. Marc-Jean Ghyssels, sa question orale est lue par M. Sevket Temiz.

Mondelinge vraag van de heer Marc-Jean Ghyssels

aan mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek,

betreffende "de moeilijke situatie van de zelfstandigen".

De voorzitter.- Aangezien de heer Marc-Jean Ghyssels afwezig is, wordt de mondelinge vraag voorgelezen door de heer Sevket Temiz.

Share
11:00 § 225 → Video
Share

M. Sevket Temiz (PS).- Le rapport publié par les professeurs Didier Van Caillie et Johan Lambrecht pour la Fondation Roi Baudouin le 28 juin dernier comprend une série de recommandations pour lutter contre la précarité des indépendants et, plus spécifiquement, soutenir les indépendants en difficulté.

Durement frappés par les crises successives liées au Covid-19, les indépendants constituent un public aussi fragile et à risque que les salariés. En 2019, 12,2 % des ménages dont l’activité principale est un travail indépendant se trouvaient sous le seuil de pauvreté, contre 3,2 % des ménages composés de salariés. L’inflation provoquée par la guerre en Ukraine continue de fragiliser les indépendants et de les soumettre à une forte pression, à la fois financière et psychologique.

Parmi les recommandations phares émises par les chercheurs figurent notamment le renforcement du droit passerelle - accordé aujourd’hui uniquement dans des cas très spécifiques -, la suppression des démarches administratives auprès de l’ONEM, la création d’un point-carrefour numérique et d’un numéro vert centralisé afin de prendre en charge les indépendants en difficulté, ou encore la mise en place d’un système d’accompagnement par des pairs plus expérimentés.

Le budget de la Région prévoit une enveloppe de 120 millions d’euros d’aides directes aux entreprises, auxquels s’ajoutent de nouvelles primes, prêts et mesures d’accompagnement à destination des entreprises et des indépendants, afin de les soutenir face à l’augmentation des prix de l’énergie.

Disposez-vous d’informations sur l'évolution de la situation économique des indépendants à Bruxelles ? Existe-t-il un suivi régulièrement mis à jour ?

Comment a été reçu le rapport de la Fondation Roi Baudouin ? De nouvelles actions ont-elles été entreprises à la suite de sa publication ?

De quelle manière votre administration accompagne-t-elle les indépendants, tant sur le plan financier que psychologique ?

Quelle est la part du budget annoncé destinée aux indépendants ?

De heer Sevket Temiz (PS).- In een recente studie van de Koning Boudewijnstichting worden aanbevelingen gedaan om de zelfstandigen te helpen. Door de coronacrisis en de inflatie hebben zij het financieel en mentaal moeilijk. In 2019 zat ongeveer 12% van de huishoudens die van een zelfstandig beroep moeten leven, onder de armoedegrens.

De onderzoekers vragen een versterking van het overbruggingsrecht, de opheffing van de procedure bij de RVA, de oprichting van een digitale kruispuntbank en een gratis servicenummer, en een systeem waardoor zelfstandigen begeleid worden door meer ervaren collega's.

Het Brussels Gewest maakt 120 miljoen euro vrij ter ondersteuning van de ondernemingen. Er zijn ook diverse maatregelen om de stijgende energieprijzen op te vangen.

Hebt u up-to-date informatie over de economische situatie van de zelfstandigen in Brussel?

Werden er nieuwe maatregelen genomen sinds de publicatie van het rapport?

Hoe begeleidt uw administratie de zelfstandige ondernemers, financieel en psychologisch? Welk percentage van het budget gaat naar de zelfstandigen?

Share
11:03 § 227 → Video
Share

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- J’ai déjà fourni une réponse à Mme Hoessen sur ce même sujet lors de la commission du 26 octobre dernier. J’en rappellerai donc les grands axes, principalement le suivi et l’accompagnement financier et psychologique que vous soulevez. Je me permets, pour le reste, de vous renvoyer à ma réponse d’octobre.

Nous sommes très attentifs aux différentes études qui mettent en lumière les difficultés auxquelles sont confrontés les indépendants et indépendantes. La publication de la Fondation Roi Baudouin est très intéressante, d'autant plus qu'elle formule des recommandations.

En ce qui concerne les constats, certaines des problématiques évoquées dans le rapport de la Fondation Roi Baudouin ont été mentionnées dans des études de l’ Institut bruxellois de statistique et d'analyse ou sont révélées au travers du baromètre des indépendants publié par Brupartners . Les statistiques additionnelles sur les indépendants provenant de l’ Institut national d'assurances sociales pour travailleurs indépendants , quant à elles, permettent d'avoir une vision globale de la situation.

S'agissant des recommandations du rapport qui peuvent être traitées au niveau régional, j’ai le plaisir de voir que bon nombre d’entre elles vont dans la même direction que les actions soutenues actuellement par le gouvernement, à savoir :

- le suivi de la task force sur les impacts économiques à la suite de la crise énergétique, qui permet d'échanger des informations avec les partenaires sociaux pour adapter avec le plus d’agilité possible les mesures que nous mettons en place ;

- l’accès au financement, facilité par l’automatisation des garanties au sein du Fonds bruxellois de garantie qui permet une réduction drastique du délai d’obtention des garanties ;

- le soutien psychologique et les coachings via le pôle d’accompagnement des entreprises en difficulté en collaboration avec BECI mais aussi, dans le cadre de la crise, le renforcement des dispositifs de première ligne via l'ASBL « un pass dans l’impasse » ;

- le point central d’information et de sensibilisation via le 1819 ;

- le pôle d’accompagnement des entreprises en difficulté qui coordonne les différentes initiatives de soutien ;

- les actions de la Région en matière de formation continue et de mentorat, que je ne développerai pas ici.

Par ailleurs, il me semble important de vous rappeler que le développement d’un écosystème favorable à l’entrepreneuriat est le premier des sept instruments mobilisés dans le cadre de la stratégie Shifting Economy .

Plus spécifiquement, la Région porte aussi une attention à la lutte contre la précarité chez les entrepreneurs indépendants, et en particulier les femmes, qui passe par plusieurs dispositifs : les actions de la plateforme Women in Business , l’inclusion des enjeux d’intersectionnalité dans le nouvel appel à projets Women in Business porté par le cabinet de Mme Nawal Ben Hamou et le mien.

En ce qui concerne les mesures de soutien face à la hausse des prix de l’énergie, l’ensemble du dispositif d’aide de la Région est accessible aux indépendants à partir du moment où ils disposent d’un numéro d’entreprise et d’une unité d’établissement sur le territoire bruxellois. Il s'agit du prêt Energy & Reno de Brusoc, de l’accompagnement du pack énergie à travers l' Union des classes moyennes et Bruxeo , des moratoires sur les prêts mission déléguée et Oxygen, de la fourniture de dernier ressort qui sera mise en place en 2023, et du service de médiation énergétique du Centre pour entreprises en difficulté .

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- Ik beperk me tot de grote lijnen, want ik heb hier al op geantwoord in de commissie van 26 oktober.

Sommige problemen die vermeld worden in het rapport van de Koning Boudewijnstichting, werden al aangekaart door het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse en door Brupartners. Door de cijfers van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen wordt het beeld alleen maar scherper.

De aanbevelingen uit het rapport liggen vaak in de lijn van de maatregelen van de regering, zoals de follow-up door een taskforce van de impact van de energiecrisis, een snellere toegang tot financiering door de automatisering binnen het Brussels Waarborgfonds, psychologische begeleiding en coaching of het centrale infopunt 1819.

De creatie van een gunstig ecosysteem voor ondernemerschap is een van de pijlers van de strategie Shifting Economy. Via Women in Brussels wordt ook specifieke aandacht besteed aan vrouwelijke ondernemers in moeilijkheden.

Alle zelfstandigen met een ondernemingsnummer en vestiging in het Brussels Gewest kunnen de lening Energy & Reno van Brusoc aanvragen, maar ook een beroep doen op de andere begeleidingsmaatregelen die voorzien zijn om de impact van de energiecrisis te milderen (energiepack, Oxygenlening, Centrum voor Ondernemingen in Moeilijkheden).

Share
11:07 § 229 → Video
Share

Par ailleurs, les aides de Bruxelles Économie et Emploi sont réservées aux entreprises (y compris les indépendants) actives dans les secteurs sensibles sur le plan énergétique. Comme je l'ai déjà expliqué, l'aide directe examinée en ce moment par le Conseil d'État consiste en une intervention de 30 % sur les surcoûts énergétiques entre 2022 et 2021. Relevons aussi les nouvelles primes à l’investissement et à la consultance en vue d’économiser de l’énergie, sur lesquelles nous travaillons actuellement.

- L'incident est clos.

Brussel Economie en Werkgelegenheid voorziet bovendien in steunmaatregelen voor zelfstandige ondernemers in energiegevoelige sectoren. De Raad van State onderzoekt momenteel een mogelijke tegemoetkoming van 30% in de meerkosten voor energie. Andere premies die energiebesparingen kunnen stimuleren, worden momenteel uitgewerkt.

- Het incident is gesloten.

Share
11:08 § 233 → Video
Share

Question orale de M. Sevket Temiz

à M. Alain Maron, ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé de la Transition climatique, de l'Environnement, de l'Énergie et de la Démocratie participative,

et à Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargée de la Transition économique et de la Recherche scientifique,

concernant l'avenir économique des entreprises de la zone portuaire.

Mondelinge vraag van de heer Sevket Temiz

aan de heer Alain Maron, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie,

en aan mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek,

betreffende de economische toekomst van bedrijven in het havengebied.

Share
11:08 § 235 → Video
Share

M. Sevket Temiz (PS).- Un article du journal L'Écho nous apprend que le transport fluvial de 7 millions de tonnes de marchandises en 2021 a permis d’éviter la circulation en ville de 665.000 camions. Il s’agit d’un record depuis la création de l’organisme d'intérêt public régional du Port de Bruxelles en 1993.

Or, la ministre de la Mobilité vient avec des projets isolés qui menacent l’accessibilité des entreprises du canal qui ont pignon sur rue dans cette zone. En effet, la requalification de l’A12, qui prévoit la mise à double sens de l’avenue Van Praet et la suppression des voies de transit sur l’avenue des Croix du Feu, et les mesures en faveur d'un axe de RER vélo ainsi qu’une promenade cyclopiétonne, menacent l’accessibilité de cette zone.

La Communauté portuaire bruxelloise a déjà fait savoir que les impacts sur le pôle d’activités économiques du canal (9.000 emplois) n’ont pas été pris en compte par l’étude d’incidences de Bruxelles Mobilité. En outre, le Centre européen de fruits et légumes (CEFL), situé à proximité du marché matinal de Bruxelles, comptabilise un trafic routier professionnel de 1.100 véhicules par jour. Ceux-ci viennent essentiellement par les avenues Van Praet et de Vilvorde. Le directeur du CEFL évoque un risque de délocalisation pour les entreprises de la zone qui ne sont pas directement dépendantes de l’activité du port. Il va jusqu’à remettre en cause le renouvellement du bail emphytéotique du CEFL avec la Ville de Bruxelles en cas d’accessibilité réduite de cette zone.

Pourtant, la stratégie régionale de transition économique ou la stratégie Shifting Economy, adoptée le 31 mars 2022, prévoit en son chapitre 6, LOG 2 : développer la carte des itinéraires prioritaires pour les poids lourds (réseau routier), que : « Cette mesure vise le suivi, l’amélioration et l’opérationnalisation d’itinéraires prioritaires pour les poids lourds afin que ceux-ci circulent sur les principaux axes routiers tout en évitant les quartiers apaisés ».

Quels sont vos retours concernant les faillites éventuelles de ces entreprises menacées de la zone portuaire de Bruxelles ?

Quelles sont les solutions envisagées dans le cadre de la stratégie Shifting Economy si un pôle socioéconomique privilégié de Bruxelles, tel que la zone portuaire, est amené à licencier ?

Quelles sont les autres solutions pour alimenter les commerces qui dépendent de l’activité centralisatrice portuaire ?

De heer Sevket Temiz (PS).- In 2021 werd er 7 miljoen ton goederen over het water vervoerd. Dat is een nieuw record. De minister van Mobiliteit komt nu echter met projecten die de bereikbaarheid van de bedrijven in de kanaalzone bedreigen, zoals de herinrichting van de A12, de Van Praetlaan en de Vuurkruisenlaan.

Volgens de Haven van Brussel heeft Brussel Mobiliteit in zijn effectenstudie geen rekening gehouden met de impact van die mobiliteitsmaatregelen op de bedrijven aan het kanaal, die 9.000 banen vertegenwoordigen. De directeur van het Europees Centrum voor Fruit en Groenten vreest dat bedrijven die niet rechtstreeks van de havenactiviteit afhangen zullen verhuizen en overweegt zelf om de erfpachtovereenkomst niet te verlengen als de zone minder goed bereikbaar wordt.

De gewestelijke strategie voor economische transitie, Shifting Economy, voorziet nochtans in de ontwikkeling van een kaart van prioritaire wegen voor vrachtwagens, zodat ze rustige buurten kunnen vermijden.

Hebt u weet van havenbedrijven die dreigen failliet te gaan?

Welke alternatieven zijn er mogelijk voor leveringen aan bedrijven die afhankelijk zijn van de havenactiviteit?

Share
11:10 § 237 → Video
Share

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- Le pôle socioéconomique présent dans la zone portuaire joue un rôle important pour l'approvisionnement durable de notre Région. Le Port de Bruxelles fait donc naturellement partie des acteurs publics essentiels à la mise en œuvre de la stratégie Shifting Economy . Son contrat de gestion contient des axes forts de soutien à l’économie circulaire, à la production locale et à la logistique urbaine décarbonée, qui sont les piliers de la transition économique.

Les activités du Port participent à la réduction des externalités négatives de la Région bruxelloise, en ce que les marchandises dépendent moins de plateformes logistiques situées en dehors de la Région. Cette activité contribue ainsi à faire baisser la congestion et la pollution, et favorise un écosystème circulaire.

Les entreprises qui y sont établies sont donc de précieuses alliées que nous souhaitons conserver sur notre territoire, et les enquêtes réalisées auprès de la Communauté portuaire bruxelloise ne font d'ailleurs pas état de faillites.

S'il m'est impossible de répondre des intentions de mon homologue Mme Van den Brandt, l’objectif de décarbonation de l’économie partagé au sein du gouvernement implique, a fortiori, l’accessibilité de la zone portuaire. L'avenue Van Praet a été désignée dans Good Move comme niveau « plus » pour le transport de marchandises. Les routes « plus » du réseau de transport de marchandises, à savoir les grands axes de déplacement à l'échelle métropolitaine, sont les routes qui doivent garantir l'approvisionnement des principales zones industrielles et zones d'activités portuaires et de transport.

C’est dans ce sens que les discussions sont en cours, car c’est la philosophie même de la stratégie Shifting Economy , de développer une vision globale et intégrée des différents acteurs industriels de la logistique en Région bruxelloise.

En effet, de nombreuses entreprises situées au Port sont actives dans le secteur de l'économie circulaire. Elles doivent être situées le plus près possible des centres de consommation et, idéalement, à proximité de la voie d'eau pour organiser les flux logistiques de la manière la plus efficace et la plus durable qui soit. Grâce au Port, la Région de Bruxelles-Capitale peut être approvisionnée de manière durable et efficace en combinant transport multimodal de marchandises par voie fluviale et ferroviaire, d'une part, et logistique urbaine verte, d'autre part.

Tel est l’objet du chapitre « Accès aux gisements, production locale et logistique urbaine » de la stratégie Shifting Economy, avec ses mesures LOG 1 « Optimiser les itinéraires pour le trafic de marchandises vers et depuis Bruxelles », LOG 3 « Développer le potentiel du réseau ferroviaire dans le réseau logistique de la Région », LOG 7 « Soutenir le développement des pôles logistiques » et LOG 9 « Repositionner le centre TIR », lequel pourrait, à terme, devenir un centre de distribution urbain pour le dernier kilomètre.

C’est donc toute la connexion trimodale - avant-port, train et livraison en ville - qui est en jeu dans cette zone. C’est à cet effet que citydev.brussels et le Port collaborent au projet de développement du site de Schaerbeek-Formation en tablant sur l’intermodalité permise par le maintien du faisceau ferroviaire sur le site.

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- De bedrijven in het havengebied spelen een belangrijke rol in de duurzame bevoorrading van het gewest. Dankzij hen zijn we minder afhankelijk van logistieke platformen buiten het gewest. Ze dragen bij tot de vermindering van het verkeer en de vervuiling en zijn dus waardevolle bondgenoten bij de uitvoering van Shifting Economy. Het beheerscontract van de Haven van Brussel omvat meerdere maatregelen ter bevordering van de circulaire economie, de lokale productie en een koolstofvrije stadslogistiek.

De doelstelling om de economie koolstofvrij te maken, die door de hele regering wordt gedeeld, impliceert een goede bereikbaarheid van het havengebied. De Van Praetlaan maakt in Good Move deel uit van het vrachtwagennetwerk plus en is een van de grote gewestwegen die de bevoorrading van de belangrijkste industrie- en havengebieden moeten garanderen.

Veel bedrijven in de haven zijn actief in de sector van de circulaire economie. Ze moeten zich zo dicht mogelijk bij de consumptiecentra bevinden en, idealiter, in de buurt van de waterweg om de logistieke stromen zo efficiënt en duurzaam mogelijk te organiseren. Dankzij de Haven kan het gewest op een duurzame en efficiënte manier bevoorraad worden door multimodaal goederenvervoer over water en spoor te combineren met een groene stadslogistiek.

Dat is het doel van de strategie Shifting Economy, die onder meer voorziet in een optimalisering van de routes voor vrachtverkeer van en naar Brussel, de ontwikkeling van het spoorwegnet voor logistieke activiteiten, de ondersteuning van logistieke hubs en de herpositionering van het TIR-centrum, dat een stedelijk distributiecentrum voor de laatste mijl zou kunnen worden.

Citydev.brussels en de Haven werken bijvoorbeeld samen aan een ontwikkelingsproject voor de site Schaarbeek-Vorming waarin de intermodaliteit centraal staat dankzij het behoud van de treinsporen op de site.

Share
11:13 § 239 → Video
Share

M. Sevket Temiz (PS).- Lorsque nous vous avons accueillie au marché matinal de Bruxelles, nous avons émis nos inquiétudes par rapport à tous ces projets.

Effectivement, il existe des combinaisons avec les voies fluviales, mais elles ne sont pas toujours utilisables pour s'approvisionner. Je pense que vous devez être attentive et surtout inviter les acteurs de la zone portuaire aux réunions et aux commissions de concertation, où ils ont un rôle crucial à jouer. Mais vous pourriez également les recevoir afin d'apaiser leurs inquiétudes.

- L'incident est clos.

De heer Sevket Temiz (PS).- Er zijn al combinaties met de waterwegen, maar die zijn niet altijd bruikbaar voor de bevoorrading. Het is dus belangrijk om de havenbedrijven op de vergaderingen en overlegcommissies uit te nodigen.

- Het incident is gesloten.

Share
11:15 § 243 → Video
Share

Vraag om uitleg van de heer Gilles Verstraeten

aan mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek,

betreffende een stand van zaken over het Donutmodel.

Demande d'explications de M. Gilles Verstraeten

à Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargée de la Transition économique et de la Recherche scientifique,

concernant le point sur le modèle donut.

Share
11:15 § 245 → Video
Share

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- De regering wil de Brusselse economie hervormen aan de hand van het Donutmodel. Die theorie van de Britse econome Kate Raworth biedt een alternatief voor de klassieke economische indicatoren, waarbij ook rekening gehouden wordt met maatschappelijke rechtvaardigheid en milieu-uitdagingen, om de economie een koers te doen varen die moet leiden tot een duurzame en rechtvaardige ontwikkeling. Dat is in ieder geval de theorie.

Het consortium bestaande uit de vzw Confluences, onderzoekers van het Institut catholique des hautes études de commerce en Doughnut Economics Action Lab (DEAL) - het team van Kate Raworth - onderzocht de mogelijkheden van de Donuttheorie in het Brussels Gewest met een facultatieve subsidie van Brussel Economie en Werkgelegenheid. Daarvoor kreeg het vorig jaar een bedrag van 146.450 euro. De stuurgroep - met daarin vertegenwoordigers van Brussel Economie en Werkgelegenheid, hub.brussels, Innoviris, Leefmilieu Brussel, het consortium en uw kabinet - volgt het project en kwam samen op 15 december 2020 en op 16 februari 2021.

Het Brussels Donutteam heeft de Donuttheorie toegepast en ontwikkeld om die aan te passen aan de Brusselse context. Het stelde op 25 mei 2021 zijn visie op het Donutmodel voor Brussel voor op een macro- (op gewestelijk niveau), meso- (aanpassing van beleidsstrategieën), micro- (analyse van specifieke projecten of beleidsmaatregelen) en nanoniveau (analyse van eenvoudige en alledaagse voorwerpen zoals een smartphone). De vraag is nu hoe die methodologie in het Brusselse beleid geïntegreerd wordt om de gewestelijke strategie voor de economische en ecologische transitie vorm te geven. Het Donutmodel biedt een interessant analysekader op macroniveau, maar in de praktijk is de toepassing op het vlak van beleidsmaatregelen en individuele bedrijven nogal ingewikkeld.

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- Désireux de réformer l'économie bruxelloise sur la base du modèle du donut de l'économiste britannique Kate Raworth, le gouvernement avait chargé un consortium composé de l’ASBL Confluences, de l’Institut catholique des hautes études de commerce et de l’équipe de Kate Raworth d’étudier les possibilités d'adopter ce modèle à Bruxelles, grâce à un subside facultatif de 146.450 euros de Bruxelles Économie et Emploi.

L’équipe du projet Brussels Donut a présenté sa vision du modèle du donut pour la Région en mai 2021. La question est maintenant de savoir comment intégrer cette méthodologie dans la politique bruxelloise pour façonner la stratégie régionale de transition économique et environnementale. Le modèle du donut fournit un cadre d'analyse intéressant au niveau macro, mais dans la pratique, son application au niveau des mesures politiques et des entreprises individuelles est plutôt compliquée.

Share
11:18 § 247 → Video
Share

De bedoeling zou natuurlijk moeten zijn om zoveel mogelijk concrete toepassingen voor het Brussels Gewest te vinden.

Het publiek werd overigens ook betrokken bij de ontwikkeling van het Donutmodel via workshops en webinars. Tijdens het webinar van 27 oktober 2022 werd aangekondigd dat de door DEAL ontwikkelde tool Doughnut Design Tool for Business om het Donutmodel te implementeren in een onderneming, officieel uitgebracht werd op 7 november. Helaas was het webinar daar niet veel concreter over.

Ik wil daarom mijn oproep herhalen om een hoorzitting te organiseren over het werk dat inzake het Donutmodel is verricht en om toelichting te geven bij de implementatie die nu ongeveer zou moeten volgen.

Hoeveel middelen zijn er dit jaar in het Donutproject geïnvesteerd? Is de stuurgroep sinds 16 februari 2021 nog samengekomen? Zo niet, zal dat nog gebeuren in het kader van de implementatie?

Hoe wordt de Donutmethodologie geïmplementeerd in het beleid met concrete maatregelen en acties? Hoe gebeuren de monitoring, opvolging en evaluatie? Op welke concrete manieren konden de ondernemingen met de Doughnut Design Tool for Business op 7 november aan de slag gaan?

Welke ondernemingen komen in aanmerking en krijgen zij subsidies? Op welke manier convergeren de implementatie van het Donutmodel en het Gewestelijk Innovatieplan? Hoe zal de implementatie voor nieuwe jobs en investeringen zorgen? Ik mag hopen dat dat een bekommernis is van ons allemaal.

Il avait été annoncé que l'outil Doughnut Design Tool for Business, destiné à mettre en œuvre le modèle du donut dans les entreprises, serait lancé officiellement le 7 novembre.

Je réitère donc ma demande d'une audition sur le travail effectué autour du modèle du donut et d'une clarification sur la mise en œuvre de celui-ci.

Combien de moyens ont été investis dans le projet en 2022 ? Le comité de pilotage s'est-il réuni depuis le 16 février 2021 ?

Comment la méthodologie du donut est-elle mise en place concrètement ? Comment se déroulent le contrôle, le suivi et l'évaluation ? Comment les entreprises utilisent-elles le nouvel outil ?

Quelles entreprises reçoivent des subsides ? Quelles sont les convergences avec le plan régional pour l'innovation ? Comment de nouveaux emplois et investissements seront-ils créés ?

Share
11:20 § 249 → Video
Share

M. Christophe De Beukelaer (Les Engagés).- Avec le modèle du donut, vous essayez de dessiner un nouveau modèle économique pour sortir du modèle de croissance infinie, sur lequel nos systèmes économiques sont basés depuis quelques décennies. Je vous rejoins dans ce combat important. Personne ne peut croire à une économie en croissance permanente dans un monde fini.

Un des déterminants de ce modèle économique dans lequel nous sommes enferrés est la politique d'impression monétaire des banques centrales. Imprimer de la monnaie « de nulle part », revient à mettre du gaz, de l'essence dans le moteur économique, et à le relancer. On parle toujours de « relancer l'économie », de « retrouver des points de croissance ». En réalité, l'impression de monnaie relance artificiellement et en permanence la consommation. Résultat : la société consumériste dans laquelle nous nous trouvons, avec un certain niveau de vie - pas pour tout le monde cependant - et un accès à de l'argent facile, à de la consommation facile qui n'existeraient pas si l'on n'avait pas créé cet argent.

Vous connaissez mon combat en faveur de la cryptomonnaie, notamment le Bitcoin. Je pense que l'avènement d'une monnaie décentralisée dont personne ne peut changer l'impression et que personne ne peut créer, peut signifier un premier pas vers la fin de notre modèle consumériste. Je souhaitais faire cette incise en introduction pour expliquer aux membres de cette commission mon obsession pour ce sujet, qui n'est pas une obsession technologique ni spéculative, mais qui concerne précisément le sujet dont on parle aujourd'hui : comment construire un modèle économique qui ne soit pas basé sur la croissance. Je pense que disposer d'une monnaie plus raisonnable serait déjà un bon pas.

De heer Christophe De Beukelaer (Les Engagés).- Met het Donutmodel wilt u afstappen van het klassieke economische systeem van onbeperkte groei. Ik sluit me daar graag bij aan.

Bepalend voor het huidige economische systeem is het monetaire beleid van de centrale banken. Geld in het systeem pompen houdt de motor draaiende, maar zorgt ook voor de artificiële brandstof om onze consumptiemaatschappij in stand te houden.

Ik ben een hevige pleitbezorger van cryptovaluta, zoals de bitcoin. Een gedecentraliseerde munteenheid die door niemand beheerd wordt, kan het einde inluiden van dit consumptiemodel.

Mijn obsessie voor het onderwerp is niet ingegeven door technologische of speculatieve beweegredenen. Voor mij gaat het over de mogelijkheid om een economisch model op te bouwen dat niet op groei gesteund is.

Share
11:22 § 251 → Video
Share

Le modèle du donut est intéressant sur le plan théorique, mais toute la question réside dans sa mise en œuvre concrète. C'est en cela que je me joins aux questions de mon collègue. Quelle est la marche à suivre aujourd'hui ? Concrètement, comment mettre en place ce modèle à Bruxelles ? Si ce modèle est l'objet d'une réflexion purement théorique, sa mise en œuvre n'a pas beaucoup de sens.

Un des principaux problèmes qui se posent est celui des indicateurs, qui doivent nous permettre de connaître les limites inférieure et supérieure. On sait que les indicateurs proposés n'avaient pas été validés par le panel citoyen, qui les considérait trop vagues. La définition de ces seuils et plafonds a-t-elle progressé ?

Enfin, la ville d'Amsterdam a manifesté sa volonté de mettre en œuvre le modèle du donut. Les deux villes ont-elles décidé de coopérer à cet égard ?

Mme Clémentine Barzin (MR).- Comment les différents opérateurs économiques de notre Région ont-ils pu marquer leur adhésion à de nouveaux prescrits et à ce nouveau modèle que vous portez ? Quelle est la capacité d'adaptation actuelle du tissu économique bruxellois à ce genre de modèle ?

Le deuxième axe concerne les aspects financiers. Quels soutiens financiers la Région prévoit-elle aujourd'hui dans le cadre de l'application du modèle du donut ? Quels accompagnements propose-t-elle aux différents acteurs afin de leur permettre d'adhérer à ce modèle ?

De theorie achter het Donutmodel is interessant, maar de vraag is hoe het er in Brussel concreet moet gaan uitzien.

Een cruciaal probleem vormen de indicatoren die de onder- en bovengrenzen moeten bepalen. Het burgerpanel vond die te vaag. Is de definitie van die bodemgrenzen en plafonds nog aangepast?

Plant u een samenwerking met Amsterdam, dat het systeem ook wil invoeren?

Mevrouw Clémentine Barzin (MR).- Hoe hebben de economische actoren in het Brussels Gewest zich hierover kunnen uitspreken? Kan ons economisch weefsel zich hier vlot aan aanpassen?

Is er in financiële ondersteuning en begeleiding voorzien bij de toepassing van het model?

Share
11:25 § 257 → Video
Share

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- Het gaat hier om een theorie en een project die ambitieus zijn en cruciaal voor Brussel, op het kruispunt van mijn bevoegdheden inzake economie en onderzoek.

Het consortium van het Brussels Donutproject heeft een eerste facultatieve subsidie ontvangen. Aangezien het project heel wat belangstelling wekte en het oorspronkelijke project een onderzoeksproject was, waardoor nog veel elementen moesten worden uitgediept, heeft het team in 2022 een nieuwe aanvraag ingediend om het onderzoek te kunnen voortzetten en de methodologieën te concretiseren door ze op een groter aantal economische actoren toe te passen.

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- Il s'agit d'un projet ambitieux et crucial pour Bruxelles, qui a suscité beaucoup d'intérêt.

Share
11:26 § 259 → Video
Share

(poursuivant en français)

Après un premier subside facultatif, l'équipe a souhaité approfondir le travail. Le gouvernement bruxellois a donc octroyé un nouveau subside facultatif au Brussels Donut, pour un montant de 164.900 euros. Le subside porte cette fois sur deux ans et court jusqu’à février 2024.

(verder in het Frans)

De regering heeft een nieuwe subsidie van 164.900 euro toegekend aan Brussels Donut, die loopt tot februari 2024.

Share
11:26 § 261 → Video
Share

(verder in het Nederlands)

Het team wil werken op twee vlakken. Ten eerste gaat het om de bewustmaking van een toenemend aantal economische actoren. Dat houdt in dat gewestelijke en gemeentelijke administraties, met name Elsene en Schaarbeek, alsook ondernemingen worden begeleid bij hun Donutaanpak. Concreet werkt het team samen met gemeenten en administraties aan overheidsbeleidsprojecten zodat daarbij rekening wordt gehouden met de pijlers van een Donutanalyse, Het team begeleidt ondernemingen ook bij hun Donutaanpak en -vragen: hun doelstelling, hun bedrijfsmodel of hun financieringsbronnen. Het doel is om ondernemingen bewust te maken van de aanpak en hen te leiden naar een hervorming van hun bedrijfsmodel zodat dat verenigbaar wordt met de aangekondigde doelstellingen van de economische transitie.

(poursuivant en néerlandais)

L'équipe travaillera à deux niveaux. Elle s’emploiera à sensibiliser un nombre croissant d'acteurs économiques aux principes du modèle du donut, dont des institutions régionales et communales et des entreprises, et à les aider à élaborer leurs projets et objectifs selon ces principes, afin qu'ils s'accordent aux ambitions de la transition économique.

Share
11:27 § 263 → Video
Share

(poursuivant en français)

En résumé, il s'agit donc de s'assurer que le modèle d'affaires devienne exemplaire sur le plan social et environnemental, afin de s'inscrire dans les principes de la transition économique. Concrètement, cela signifie que toute administration ou entreprise bruxelloise peut solliciter gratuitement, pendant la période du subside, l'accompagnement de l'équipe donut. Celle-ci répond aux demandes des entreprises et les stimule, comme ce fut le cas notamment lors du webinaire du 27 octobre.

Le projet est à cheval sur la recherche et la transition économique : nous accompagnons gratuitement des entreprises ou des administrations volontaires pour appliquer ce modèle à leur réalité. L'intérêt, c'est que de nombreuses entreprises, grandes ou petites, sont aujourd'hui à la recherche de stratégies leur permettant d'avoir une vision globale de leur impact social et environnemental : consultance, labellisation comme B-Corp, objectifs du développement durable, etc. Ici, nous leur proposons une méthodologie pour aller dans cette direction.

(verder in het Frans)

Samengevat komt het erop neer dat het businessmodel op sociaal en milieuvlak ruimschoots voldoet om zich in te schrijven in de economische transitie. Elke Brusselse administratie en onderneming kan een beroep doen op het Donutteam.

Veel kleine of grote bedrijven zijn momenteel op zoek naar een globale visie op hun sociale en ecologische impact. Wij bieden hun daar een methodologie voor aan.

Share
11:29 § 265 → Video
Share

(verder in het Nederlands)

Zoals vermeld werkt het team samen met de gewestelijke administraties.

Mijnheer Verstraeten, u vermeldde in uw vraag ook het Gewestelijk Innovatieplan. De samenwerking begint met Innoviris. Daarbij moet worden nagegaan of en in welke mate de boordtabel van Innoviris, die is opgesteld in het kader van de monitoring van het Gewestelijk Innovatieplan, kan worden gebruikt voor het gewestelijke Donutportret.

Innoviris en het Brussels Donutteam zullen analyseren of de indicatoren voor de monitoring van het Gewestelijk Innovatieplan verenigbaar zijn met het Donutmodel en nagaan welke indicatoren relevant zijn voor het portret. Zo zal Innoviris tussen 2021 en 2027 het Donutportret in beeld kunnen brengen.

(poursuivant en néerlandais)

S'agissant du plan régional pour l'innovation (PRI), les équipes d'Innoviris et du projet Brussels Donut évalueront quels indicateurs du tableau de bord d'Innoviris destiné au suivi du PRI sont susceptibles de permettre à Innoviris d'effecteur un suivi du « portrait donut » entre 2021 et 2027.

Share
11:30 § 267 → Video
Share

(poursuivant en français)

Au-delà de cette mise en relation, je tiens à souligner qu'une même philosophie sous-tend le projet Brussels Donut et le plan régional pour l'innovation, à savoir remettre au centre des débats les défis sociétaux actuels que sont les changements climatiques et les inégalités sociales, en mobilisant des outils économiques et de recherche pour leur apporter des solutions.

Le deuxième axe de travail du Brussels Donut 2 porte sur les indicateurs. Rappelons que, en 2021, lors de l’élaboration du « portrait donut », les citoyens et citoyennes avaient eux-mêmes choisi un seul indicateur, le plus pertinent à leurs yeux, par dimension. Ce fut par ailleurs l'un des enseignements les plus intéressants de l'établissement de ce portrait.

Aujourd'hui, nous désirons analyser chaque dimension avec l'ensemble des indicateurs, selon des standards internationaux de statistique, afin de renforcer le projet Brussels Donut sur le plan méthodologique et le rendre plus attractif auprès d'organismes tels que l'Institut bruxellois de statistique et d'analyse.

Ce travail répond également à la mesure GOUV 6 de la stratégie Shifting Economy, à savoir « doter la Région de Bruxelles-Capitale d’indicateurs complémentaires au Produit Intérieur Brut », qui a pour objectif d’enrichir les indicateurs économiques de paramètres environnementaux et sociaux afin de mieux rendre compte de l’économie « réelle » bruxelloise. Les indicateurs développés dans le cadre du projet Brussels Donut vont donc nourrir le travail effectué dans le cadre de la mesure GOUV 6.

(verder in het Frans)

Aan het Donutproject en het Gewestelijk Innovatieplan ligt dezelfde filosofie ten grondslag: de uitdagingen op het vlak van klimaatverandering en sociale ongelijkheid aanpakken via economische handvatten.

Bij de Donutscan in 2021 kozen de burgers voor slechts één indicator. Vandaag kijken we eerder naar het geheel van indicatoren, omdat het project zo methodologisch sterker wordt maar ook aantrekkelijker voor bijvoorbeeld het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse.

Dit sluit aan bij maatregel GOUV 6 uit Shifting Economy, namelijk de invoering van complementaire indicatoren voor het bbp om op sociaal en milieuvlak beter te kunnen inspelen op de reële economie in Brussel.

Share
11:32 § 269 → Video
Share

(verder in het Nederlands)

De eerste stuurgroep van het 'Brussels Donut 2’-project is op 5 oktober 2022 samengekomen. Mijn kabinet heeft samen met Brussel Economie en Werkgelegenheid, Leefmilieu Brussel, Innoviris, perspective.brussels en hub.brussels de bemoedigende en inspirerende voortgang van het project gevolgd. Ik houd u graag op de hoogte van de verdere ontwikkelingen over een paar maanden.

(poursuivant en néerlandais)

Le premier comité de pilotage du Brussels Donut 2 s'est réuni le 5 octobre dernier. Mon cabinet et les autres administrations bruxelloises qui le composent suivent avec attention les progrès encourageants du projet. Je ne manquerai pas de vous en tenir informés.

Share
11:33 § 271 → Video
Share

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- Mevrouw de staatssecretaris, ik zal de vragen gewoon nog eens herhalen. Op welke concrete manier zullen ondernemingen met de Donut Design Tool for Business vanaf 7 november aan de slag kunnen gaan? Welke ondernemingen komen daarvoor in aanmerking en zullen zij worden gesubsidieerd? U hebt die vragen niet beantwoord. De tool is nochtans gepresenteerd op de webinar van 27 oktober 2022.

U sprak van twee vlakken waarop het Donutteam actief wil zijn. Het ene is de bewustmaking. Is het andere vlak de ontwikkeling van de indicatoren? Dan blijft het allemaal toch vrij theoretisch. Het gaat om een kader om naar de dingen te kijken, om bewustmaking, adviesverstrekking, gratis consultancy. Is dit geen gratis greenwashing? Dat is het risico. In welke mate leidt de tool tot concrete veranderingen, innovatie, jobcreatie en nieuwe investeringen? Daarover rept u met geen woord.

Welk soort van bedrijven en welke administraties hebben al gebruikgemaakt van de consultancy? Hoeveel bedrijven en administraties hebben zo'n Donutanalyse laten uitvoeren? U vermeldt de gemeenten Elsene en Schaarbeek. Hebben andere gemeentelijke administraties ook een Donutanalyse gevraagd of het traject al doorlopen? Welk resultaat levert dat op? Welke andere gewestelijke administraties hebben dat instrument al gebruikt? Een overzicht daarvan zou interessant zijn. Wat gebeurt er dan concreet met zo'n analyse? Wat gebeurt er zodra de ecologische bovengrens en de sociale ondergrens gekend zijn?

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- Je réitère mes questions. Comment les entreprises utilisent-elles concrètement le Donut Design Tool for Business, mis en place depuis le 7 novembre dernier ? Quelles sont les entreprises concernées et reçoivent-elles un subside ?

Le travail que mène l'équipe du Brussels Donut me semble très théorique et ressemblerait même à de l'écoblanchiment. Dans quelle mesure cet outil engendre-t-il des changements concrets, de l'emploi et des investissements ?

Il serait intéressant d'avoir un aperçu complet du type et du nombre d'entreprises et d'administrations ayant bénéficié d'une consultance ou d'une analyse donut, et d'en connaître les résultats et leurs applications pratiques.

Share
11:36 § 273 → Video
Share

M. Christophe De Beukelaer (Les Engagés).- Combien d'entreprises sont-elles déjà dans la dynamique ? Quels sont les objectifs quant au nombre d'entreprises que vous souhaitez accompagner ?

Quand pourra-t-on considérer que Bruxelles respecte le modèle du donut ? Dans quel délai ? Une véritable stratégie doit voir le jour, non pas quelques initiatives çà et là.

De heer Christophe De Beukelaer (Les Engagés).- Hoeveel ondernemingen zijn er nu al bij betrokken? Op hoeveel ondernemingen mikt u?

Op welke termijn zal het model in Brussel effectief in voege zijn? Een strategie is meer dan enkele losse initiatieven.

Share
11:37 § 275 → Video
Share

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- Cette problématique est d'ordre économique, mais implique également une part de recherches, d'expérimentation et d'innovation. Nous avons donc lancé un appel à des entreprises issues de divers secteurs pour qu'elles appliquent le modèle proposé à leur réalité. Compte tenu de la part expérimentale, nous ne pouvons pas leur dire dès le départ quel sera le résultat, puisqu'elles contribuent en quelque sorte à affiner le modèle et son mode d'application dans d'autres situations.

Bruxelles a d'ailleurs servi à affiner l'application du modèle du donut à une réalité locale de la même manière. Pour rappel, c'est Amsterdam qui a mis ce modèle en œuvre en premier. Bruxelles fut la deuxième ville-région à l'appliquer. D'autres villes se sont jointes à ce processus de recherche évolutive, ce qui a permis d'affiner le modèle au fur et à mesure. Plusieurs entreprises se sont donc portées volontaires pour appliquer la théorie et le modèle à leur réalité. J'ignore si elles désirent être citées, donc je m'abstiens. Nous sommes toujours en recherche d'autres entreprises de tailles diverses qui accepteraient d'appliquer le modèle à leur activité.

(M. Hasan Koyuncu, deuxième vice-président, prend place au fauteuil présidentiel)`

Parmi les autorités publiques inscrites au modèle du Brussels Donut 2, figurent Schaerbeek et Ixelles. Au sein de l'écosystème régional, citons hub.brussels, Bruxelles Économie et Emploi , Innoviris ou encore Bruxelles Environnement. En rendant nos indicateurs plus robustes, nous espérons aussi pouvoir travailler à l'avenir avec l'Institut bruxellois de statistique et d'analyse .

En ce qui concerne les conditions, nous travaillons gratuitement avec les entreprises concernées. Encore une fois, le modèle proposé est en cours d'élaboration et relève d'un projet de recherche et d'innovation, avec la part d'incertitudes que cela implique quant aux résultats.

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- Dit is een economische problematiek waar ook onderzoek en innovatie bij komen kijken. We hebben een oproep gedaan aan bedrijven in diverse sectoren om het Donutmodel toe te passen. Omdat het deels experimenteel is, kunnen we bij de start niet zeggen hoe het zal uitdraaien.

Brussel is nog maar het tweede stadsgewest dat het Donutmodel afstemt op de lokale realiteit, na Amsterdam. Meerdere bedrijven willen de theorie in de praktijk brengen, maar we zijn nog altijd op zoek naar meer.

(De heer Hasan Koyuncu, tweede ondervoorzitter, treedt als voorzitter op)

Onder andere Schaarbeek en Elsene hebben Brussels Donut 2 onderschreven en verder ook hub.brussels, Brussel Economie en Werkgelegenheid, Innoviris en Leefmilieu Brussel. Ons werk met de betrokken bedrijven gebeurt gratis.

Share
11:40 § 281 → Video
Share

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- Als bedrijven meewerken aan het Donutmodel, zou het me verbazen dat ze niet willen dat dat bekend is. Op zich is het een positieve oefening. Ik begrijp dat u alleen algemene geanonimiseerde cijfers kunt geven, zoals het aantal bedrijven of de betrokken sectoren. Ik zal een schriftelijke vraag indienen en proberen om algemene categorieën te gebruiken (hoeveel bedrijven van een bepaald type). Voor de administraties zou u het in principe wel moeten kunnen zeggen. Voorlopig gaat het om de gemeenten Elsene en Schaarbeek. Welke gewestelijke administraties zijn betrokken?

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- Il s'agit de hub.brussels, Bruxelles Économie et Emploi, Bruxelles Environnement, Innoviris et nous espérons, l'Institut bruxellois de statistique et d'analyse.

De heer Gilles Verstraeten (N-VA).- Die actoren zijn sowieso al betrokken bij het project. Het gaat over innovatie en experimentatie. Het voelt aan als leuren met een model en een theorie. Dat blijft voor mij een moeilijk punt. Is de theorie al toegepast op een situatie en heeft dat tot bepaalde positieve resultaten geleid? Is er al een tastbaar voorbeeld?

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- Pas encore, mais j'espère que nous en aurons à la fin de cette expérience.

- L'incident est clos.

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- Je déposerai une demande écrite pour obtenir les chiffres anonymisés selon des catégories d'entreprises précises. Vous devriez toutefois pouvoir m'informer sur les administrations.

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- Hub.brussels, Brussel Economie en Werkgelegenheid, Leefmilieu Brussel, Innoviris en hopelijk het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse.

M. Gilles Verstraeten (N-VA).- La théorie a-t-elle déjà été traduite concrètement, avec des résultats positifs et tangibles ?

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- Nog niet, maar ik hoop natuurlijk dat dat nog komt.

- L'incident est clos.

Share
11:42 § 291 → Video
Share

Question orale de Mme Clémentine Barzin

à Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargée de la Transition économique et de la Recherche scientifique,

concernant les start-up en Région bruxelloise.

Mondelinge vraag van mevrouw Clémentine Barzin

aan mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek,

betreffende de start-ups in het Brussels Gewest.

Share
11:42 § 293 → Video
Share

Mme Clémentine Barzin (MR).- Selon des chiffres de Statbel, plus de 2.800 entreprises ont quitté Bruxelles pour une autre Région en 2020 tandis que seules 1.928 sociétés ont fait le trajet inverse, soit un solde net de près de 900 entreprises.

Face à ce constat, votre cabinet a indiqué à plusieurs reprises que « le nombre de créations d’entreprises continue à être très élevé ». Plus directement, votre porte-parole a souligné que Bruxelles dispose d'un vivier de nouvelles entreprises et de start-up, mais qu'à un moment donné, ces sociétés grandissent et se déplacent vers des zonings en Flandre et en Wallonie. Et d'ajouter que les autres Régions profitent donc du dynamisme bruxellois.

Au moment de l’annonce du départ de Leonidas de Bruxelles, vous avez rappelé votre attachement à la présence d’activités productives, mais évoqué le problème du coût du foncier à Bruxelles. Aucune solution satisfaisante n’a néanmoins été apportée à Leonidas. Le mix économique doit être durable, car il a des répercussions sur les rentrées fiscales bruxelloises et bien sûr sur l’emploi.

Quels sont les secteurs majoritairement représentés par les start-up à Bruxelles ? Avez-vous une idée de leurs besoins de développement, de sorte à les garder en Région bruxelloise ? Quel est le bilan de citydev.brussels concernant la création de parcs de petites et moyennes entreprises ? Combien de ces parcs ont été créés et pour combien d’entreprises ? Quels secteurs y sont majoritairement présents et quel est l’âge moyen des entreprises hébergées ? Quel est le coût d’une location ?

Dans le but « d’intégrer les activités productives dans les tissus urbains et de rééquilibrer les fonctions économiques de la Région », le plan industriel de 2019 annonçait : « De 2020 à 2030, des espaces seront mis à disposition, dans des conditions respectueuses du cadre de vie et des riverains, pour accueillir des entreprises en milieu urbain et dans des zones adaptées aux activités et aux besoins de certains secteurs ». Quels espaces additionnels répondent aujourd’hui à cette ambition ?

Le coût est un facteur déterminant. Il peut être multiplié par six pour l’achat d’une même surface entre les Brabants wallon et flamand et Bruxelles. Comptez-vous revoir les conditions de citydev.brussels, en ce compris la question des baux emphytéotiques qu'il impose ? Le gouvernement mettra-t-il en place des zones franches pour accueillir des entreprises dans certains quartiers ? Quel est le nombre de start-up et d’emplois qui y sont liés à Bruxelles ?

Avez-vous fait le solde du nombre d’emplois supprimés par le départ d’entreprises vers les deux autres Régions du pays ? Les entrepreneurs de start-up nous disent qu’il existe des aides au démarrage d’entreprises, mais pas assez pour les difficultés qui surviennent juste après. Avez-vous des échos dans ce sens et quels enseignements en tirez-vous pour les politiques à mener ?

Mevrouw Clémentine Barzin (MR).- Volgens Statbel vertrokken in 2020 meer dan 2.800 bedrijven uit Brussel, terwijl slechts 1.928 bedrijven zich in Brussel kwamen vestigen. U hebt die bedrijvenvlucht meermaals genuanceerd door aan te geven dat het aantal start-ups in Brussel heel hoog blijft.

Bij de aankondiging van het vertrek van Leonidas uit Brussel benadrukte u het belang van productieactiviteiten in Brussel, maar wees u ook op de dure grondprijzen. De economische mix moet duurzaam zijn, want dat heeft gevolgen voor de belastinginkomsten en voor de werkgelegenheid.

In welke sectoren zijn er de meeste start-ups? Hebt u enig idee van hun ontwikkelingsbehoeften? Wat doet u om hen in Brussel te houden? Hoeveel bedrijvenparken heeft citydev.brussels aangelegd en voor hoeveel bedrijven? Welke sectoren zijn er overwegend aanwezig? Wat is de gemiddelde leeftijd van de bedrijven? Wat is de huurprijs?

Om de productieactiviteiten in de stadsstructuren te integreren en het evenwicht van de economische functies te herstellen werd in het Industrieplan van 2019 aangekondigd dat er tussen 2020 en 2030 ruimtes ter beschikking zouden worden gesteld. Welke ruimtes beantwoorden vandaag aan die ambitie?

De kosten zijn een bepalende factor. Een terrein in Brussel kan tot zes maal duurder zijn dan eenzelfde terrein in Waals- of Vlaams-Brabant. Bent u van plan de voorwaarden van citydev.brussels te herzien, met inbegrip van de erfpachtvoorwaarden? Zal de regering bedrijvenzones in bepaalde wijken toestaan?

Hoeveel startende bedrijven zijn er in Brussel? Hoeveel banen vertegenwoordigen ze? Hoeveel banen zijn er verloren zijn gegaan door het vertrek van bedrijven?

Startende ondernemers vertellen ons dat er wel steun is tijdens de startfase, maar niet genoeg tijdens de groeifase. Hebt u dezelfde feedback ontvangen? Welke lessen trekt u daaruit voor toekomstig beleid?

Share
11:45 § 295 → Video
Share

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- D’après les chiffres de Statbel et de l’Institut bruxellois de statistique et d'analyse, sur les 59.755 entreprises assujetties à la TVA créées en Région de Bruxelles-Capitale entre 2017 et 2021, les secteurs ayant enregistré le plus grand nombre de créations d’entreprises sont ceux des activités spécialisées ; de la construction ; du commerce; de la réparation des véhicules et motocycles ; de l’information et de la communication ; et des activités de services administratifs et de soutien.

Du côté de citydev.brussels, les principales demandes émanent du secteur alimentaire et portent sur des ateliers, d’une superficie de 200 à 500 m² pour la moitié d’entre elles.

Les principaux secteurs représentés à ce niveau sur les sites de citydev.brussels sont l’alimentaire (12 %), la construction (15 %) et les services (15 %).

Citydev.brussels compte à l’heure actuelle six parcs de petites et moyennes entreprises (PME) en activité, représentant près de 40.000 m² mis à la disposition de celles-ci.

Onze parcs additionnels sont cours de développement. Quatre seront mis en activité avant la fin de 2025, représentant quelque 30.000 m² additionnels pour les entreprises.

L’ensemble des parcs PME développés par citydev.brussels ont pour ambition de s’intégrer dans le tissu urbain.

Le secteur privé participe également au ré-essaimage des activités productives en ville. Plusieurs projets ont vu le jour ces dernières années, à la suite de la prescription du plan régional d'affectation du sol imposant le développement des socles productifs en zone d'entreprises en milieu urbain.

Le montant des loyers dans un parc PME va de 60 à 75 euros par mètre carré. Dans le cadre du nouveau contrat de gestion, le gouvernement et citydev.brussels se sont accordés sur la révision des critères de sélection des entreprises ainsi que sur les incitants financiers, afin d’y intégrer, entre autres, les aspects de transition économique. Ces nouveaux critères et incitants, qui entreront en vigueur au début de l'année 2023, prévoient une diminution jusqu’à 33 % du loyer et du canon pour les entreprises répondant aux enjeux de la transition économique ou consentant des efforts pour améliorer leur intégration dans le milieu urbain ou diminuer leur impact environnemental.

Les données annuelles de Statbel sur les entreprises assujetties à la TVA font état de 11.471 créations d’entreprises en 2021 en Région bruxelloise. La répartition par classe d’emploi de ces créations indique que 92 % concernent des entreprises unipersonnelles ; plus de 98 % des entreprises créées en 2021 comptent moins de cinq employés.

Je ne dispose pas des données sur l’emploi en lien avec les migrations.

Les chiffres de Statbel indiquent cependant qu’il n’y a jamais eu, en Région de Bruxelles-Capitale, autant d’entreprises, ni autant d’entreprises occupant plus de 250 employés.

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- Tussen 2017 en 2021 werden in Brussel 59.755 ondernemingen opgericht, voornamelijk in de volgende sectoren: gespecialiseerde activiteiten, bouw, handel, reparatie van auto's en motoren, informatie en communicatie, en administratieve en ondersteunende diensten.

In de bedrijvenparken van citydev.brussels zijn vooral bedrijven gevestigd uit de voedings-, bouw- en dienstensector. Citydev.brussels heeft momenteel zes kmo-parken, die samen bijna 40.000 m² bedrijfsruimte vertegenwoordigen. Elf andere parken zijn in ontwikkeling, waarvan vier tegen eind 2025 beschikbaar zullen zijn. Alle kmo-parken zijn ingebed in het stedelijke weefsel. De huurprijzen schommelen er tussen 60 en 75 euro per vierkante meter.

In het nieuwe beheerscontract van citydev.brussels werden de selectiecriteria en financiële stimulansen herzien om de economische transitie aan te moedigen. Vanaf begin 2023 geldt er een vermindering tot 33% van de huurprijs en erfpachtcanon voor bedrijven die de economische transitie inzetten of die inspanningen leveren om hun integratie in de stedelijke omgeving te verbeteren of hun milieu-impact te verminderen.

Uit de jaarlijkse gegevens van Statbel blijkt dat er in 2021 in het Brussels Gewest 11.471 ondernemingen zijn opgericht, waarvan 92% eenmansbedrijven. Meer dan 98% van die bedrijven heeft minder dan vijf werknemers.

Ik heb geen gegevens over het aantal banen dat verloren is gegaan door bedrijven die verhuizen. Uit de cijfers van Statbel blijkt echter dat er nog nooit zoveel bedrijven in Brussel zijn geweest en nog nooit zoveel bedrijven met meer dan 250 werknemers.

Share
11:49 § 297 → Video
Share

En ce qui concerne les aides aux entreprises, hub.brussels informe, oriente et accompagne les entreprises non seulement lors de leur création mais aussi tout au long de leur développement. En outre, hub.brussels répertorie les besoins des entrepreneurs, notamment ceux liés à leur développement, au travers d'une liste des besoins bisannuelle, complétée par une enquête menée auprès de 1.000 entrepreneurs.

Il est vrai que la Région offre énormément de dispositifs d’aide à la création d'entreprises. Pour la post-création, l’offre a toutefois été sensiblement accrue ces dernières années, entre autres par le biais des guichets d'économie locale, qui ont été renforcés. Hub.brussels a toujours accompagné et conseillé les entrepreneurs, quel que soit leur stade de développement.

La plupart des aides financières régionales proposées par Bruxelles Économie et Emploi et finance&invest.brussels sont accessibles une fois le stade de la création passé. Les moyens considérables mis à la disposition de finance&invest.brussels et de ses filiales depuis le début de la législature ont, par exemple, pour objectif de leur permettre de répondre à des demandes de financement plus importantes émanant d’entreprises en cours de développement.

Il conviendrait peut-être d'améliorer la connaissance qu'ont les jeunes entrepreneurs de cette offre. Dans ce cadre, hub.brussels continuera - par le biais de son service 1819 - à informer et à orienter tous les entrepreneurs, afin que l’écosystème de soutien soit mieux mis en valeur. Ce service est partiellement délocalisé sur le terrain depuis plusieurs années pour aller à la rencontre des entrepreneurs dans les quartiers. Hub.brussels poursuivra ses efforts en la matière.

Hub.brussels kent de bedrijven inderdaad veel steun toe tijdens hun oprichting, maar de voorbije jaren is ook de steun voor hun ontwikkeling aanzienlijk versterkt, onder meer via de lokale economieloketten. Daarnaast inventariseert hub.brussels de behoeften van ondernemers aan de hand van een tweejaarlijkse lijst, aangevuld met een enquête bij 1.000 ondernemers.

De meeste financiële steunmaatregelen zijn toegankelijk zodra de oprichtingsfase voorbij is. Misschien moet de kennis van jonge ondernemers over dat aanbod worden verbeterd. Hub.brussels zal alle ondernemers via zijn dienst 1819  blijven informeren en begeleiden. Die dienst werkt sinds enkele jaren ook gedeeltelijk met bijkantoren in de wijken.

Share
11:50 § 299 → Video
Share

Mme Clémentine Barzin (MR).- À travers cette question, on observe toute la dualité entre les start-up qui peuvent quitter Bruxelles à un moment donné et le maintien d'une activité productive. Je n'ai pas reçu de réponse aujourd'hui sur l'engagement de la Région à ce sujet. C'est un énorme débat, car il s'agit de voir ce qui marche à Bruxelles et ce qu'on peut maintenir avec les outils dont nous disposons.

Je vous remercie des précisions apportées sur citydev.brussels, mon groupe ne manquera pas de revenir sur le nouveau contrat de gestion et les critères. Quel est le profil des entreprises qui bénéficient des services de citydev.brussels ? Comment encourage-t-on ces entreprises ?

Il reste aussi le travail autour de l'aspect foncier, qui engendre des difficultés à Bruxelles pour l'ancrage des entreprises. Quelle amélioration proposera citydev.brussels pour donner davantage de souffle sur ce volet ?

Vous évoquez les statistiques dont on dispose aujourd'hui, mais les migrations n'y figurent pas. On ne sait donc pas ce qu'il faut retirer des 59.000 entreprises créées en cinq ans. Quant aux activités spécialisées, c'est une catégorie un peu floue.

En résumé, plusieurs informations font défaut. Je souhaite aujourd'hui de tout cœur que nous puissions mener un vrai débat sur le profilage, sur l'évolution de la Région et sur ses choix, outre la transition économique et le soutien aux projets répondant à certains critères sociaux et environnementaux. Quel futur peut-on imaginer ?

On ne peut en effet pas se contenter de dire que Bruxelles est une Région de start-up, sachant que celles-ci quittent ensuite le territoire.

Mevrouw Clémentine Barzin (MR).- Het behoud van productieve activiteiten is een belangrijke uitdaging. Ik heb evenwel niet gehoord hoe u dat precies wilt aanpakken.

Het is belangrijk om na te gaan of de bestaande maatregelen volstaan. Voorts moet er werk worden gemaakt van meer en goedkopere bedrijfsterreinen, aangezien dat een van de grootste problemen is. Welke verbeteringen stelt citydev.brussels op dat vlak voor?

U zegt dat er in vijf jaar tijd 59.000 bedrijven werden opgericht, maar niet hoeveel bedrijven in die periode het gewest hebben verlaten. Het volstaat niet om te zeggen dat er in Brussel veel start-ups zijn, als je weet dat die bedrijven nadien het gewest verlaten.

Share
11:53 § 301 → Video
Share

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- J'ai encore de nombreuses statistiques que j'aurais souhaité partager. Peut-être pourriez-vous m'adresser des questions écrites afin de les obtenir. Dans le cadre d'une question orale, il est parfois lourd de les détailler, au risque d'assommer l'auditoire. Certaines statistiques portent sur les parcs en activité, les types d'entreprises qui y sont implantées, les types de parcs en projet. Ces données nous permettent de mieux cerner les entreprises et les activités productives que citydev.brussels tente d'attirer et de garder sur le territoire bruxellois. L'examen du contrat de gestion peut également vous renseigner à propos des incitants que nous entendons développer à cet égard.

Tous ces éléments pourront servir de base à un échange plus large sur la manière d'y arriver et sur les publics à atteindre.

S'agissant des migrations, je n'ai pas beaucoup abordé le sujet dans ma réponse, par manque de temps et parce que ma réponse à la question orale de Mme Laanan aurait pu la compléter. Mme Laanan ayant reporté sa question orale, cet aspect sera évoqué lors d'un échange plus approfondi.

- L'incident est clos.

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- Voor meer cijfers, bijvoorbeeld over de bedrijvenparken van citydev.brussels, kunt u mij het best een schriftelijke vraag stellen.

Ik ben niet in detail op de bedrijvenvlucht ingegaan wegens tijdsgebrek en omdat dat onderwerp aan bod zou komen in de mondelinge vraag van mevrouw Laanan.

- Het incident is gesloten.

Share
11:54 § 305 → Video
Share

Question orale de Mme Clémentine Barzin

à Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargée de la Transition économique et de la Recherche scientifique,

concernant le soutien régional aux crèches d'entreprise.

Mondelinge vraag van mevrouw Clémentine Barzin

aan mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek,

betreffende de gewestelijke steun voor bedrijfscrèches.

Share
11:54 § 307 → Video
Share

Mme Clémentine Barzin (MR).- La déclaration de politique générale du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale et du Collège réuni de la Cocom précise que « la priorité sera donnée au soutien à des crèches et autres milieux d’accueil aux tarifs proportionnés aux revenus des parents, situés dans des quartiers au taux de couverture inférieur à la moyenne régionale ».

Comme vous le savez, le manque de places en structures d’accueil de la petite enfance à Bruxelles est l’un des principaux freins à l’emploi des familles monoparentales. Les listes d’attente sont longues et certaines crèches imposent des périodes fixes d’entrée. C’est un secteur où la flexibilité des pratiques est très restreinte. Il y va clairement d’un enjeu d’émancipation et d’égalité entre les femmes et les hommes, et ce, de surcroît, quand ces femmes sont déjà plus vulnérables.

Le secteur privé peut contribuer à l’extension de la capacité des services de garde d’enfant tout en maintenant des prix abordables. Les crèches d’entreprise sont une solution qui devrait être davantage exploitée. Cependant, le nombre d’entreprises disposant de leur propre crèche est relativement limité : ce sont surtout des multinationales, des hôpitaux ou des universités. Lorsque cela concerne les plus petites ou moyennes entreprises, le groupe MR estime que la Région pourrait apporter un soutien à l’ouverture de telles structures d'accueil.

Il est important de rappeler qu’une meilleure conciliation vie privée - vie professionnelle offre de nombreux avantages : plus grande motivation, meilleure flexibilité et disponibilité, réduction du stress et des trajets, diminution des retards et de l’absentéisme, fidélisation des collaborateurs, retour au travail facilité à la suite d’un congé de maternité, etc.

Les entreprises privées ont, elles aussi, un rôle à jouer pour que les travailleuses et travailleurs bruxellois puissent bénéficier de ces nombreux avantages. L’idée d’ouvrir des crèches d’entreprise peut apporter une solution au manque de places dans notre Région. De plus, cela permet aux entreprises de développer une image socialement responsable et citoyenne.

Quelles aides régionales existent pour que les entreprises ou groupements d’entreprises puissent ouvrir leur propre crèche ?

Dans quelle mesure la Région peut-elle soutenir la création de ces crèches d’entreprise ?

Avez-vous des discussions avec les entreprises du secteur privé à ce sujet ? Quelles sont leurs principales demandes envers les pouvoirs publics ?

Combien d’entreprises et d’indépendants ont-ils pu bénéficier de la prime crèche de 4.000 euros entre 2019 et 2022 ? Pouvez-vous donner une répartition selon la taille des entreprises ?

Mevrouw Clémentine Barzin (MR).- In de algemene beleidsverklaring van de Brusselse regering en het Verenigd College van de GGC staat dat er bij voorrang steun wordt verleend aan kinderopvangstructuren in wijken met een lager dan gemiddeld aantal crèches die werken met inkomensgerelateerde tarieven.

Het tekort aan plaatsen in de kinderopvang vormt voor alleenstaande ouders de belangrijkste rem om aan het werk te gaan. De wachtlijsten zijn lang en sommige crèches werken met vaste instapperiodes.

De privésector kan mee zorgen voor een uitbreiding van de capaciteit tegen aanvaardbare prijzen. U moet de mogelijkheid van bedrijfscrèches diepgaander onderzoeken. Momenteel bestaan dergelijke crèches vooral bij multinationals, ziekenhuizen en universiteiten. De MR is van oordeel dat het gewest kmo's zou kunnen steunen bij de opening van een kinderopvang.

Welke steun biedt het gewest aan bedrijven of groepen bedrijven die een eigen crèche willen starten?

In hoeverre kan het gewest bedrijfscrèches ondersteunen? Bespreekt u dat met de privésector? Wat zijn hun belangrijkste verwachtingen tegenover de overheid?

Hoeveel bedrijven en zelfstandigen kregen tussen 2019 en 2022 de premie van 4.000 euro voor een crèche? Kunt u cijfers geven naar gelang van de omvang van de ondernemingen?

Share
11:57 § 309 → Video
Share

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- Je partage évidemment votre préoccupation par rapport à l’importance de disposer de suffisamment de lieux de qualité pour accueillir chaque enfant dans la Région de Bruxelles-Capitale. Il s'agit avant tout de leur droit, mais aussi du droit de leurs parents, et singulièrement de leur maman, d’exercer une activité professionnelle. C’est un enjeu d’émancipation important.

À côté de la prime aux investissements « généraux », qui peut aider une entreprise à ouvrir un espace d’accueil à destination de ses propres travailleurs et travailleuses, il existe au sein de Bruxelles Économie et Emploi une prime spécifique « crèche » dont j’ai déjà transmis, le 7 novembre dernier, les chiffres dans ma réponse à la question 610 posée par votre collègue Mme Schepmans.

Cette prime porte sur les frais de réservation de places en crèche pour les enfants (jusqu’à trois ans) des membres du personnel et des dirigeants d'entreprise (y compris les indépendants en personne physique). On agit donc en complément de la déduction fiscale fédérale « garde d’enfant ».

Dans le cadre des aides actuelles, nous n’intervenons pas dans les frais de garde en tant que tels ni dans un financement spécifique pour les crèches, mais dans une facture de réservation annuelle de 4.000 euros.

La crèche qui accueille l’enfant doit être située dans la Région de Bruxelles-Capitale, être indépendante de l’entreprise et disposer d’une autorisation de Kind en Gezin, de la Commission communautaire commune ou de l’Office de la naissance et de l’enfance.

La prime s’élève à 4.000 euros par place réservée et occupée par année civile. Depuis l’entrée en vigueur du dispositif, le 15 mai 2019, 85 entreprises (indépendants, sociétés et associations) ont bénéficié du dispositif, soit 129 dossiers pour un montant total de 556.000 euros, dont 87 % de micro-entreprises.

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- Ik ben het met u eens dat er in het Brussels Gewest voldoende kwaliteitsvolle kinderopvang moet zijn, zodat ouders kunnen werken.

Naast de investeringspremie voor bedrijven die een opvang voor eigen werknemers openen, biedt Brussel Economie en Werkgelegenheid de kinderdagverblijfpremie als tegemoetkoming in de kosten voor de reservatie van plaatsen voor kinderen van personeel en bedrijfsleiders. De premie, die jaarlijks 4.000 euro per gereserveerde plaats bedraagt, komt boven op de federale belastingvermindering voor kinderopvang. De crèche moet in het Brussels Gewest gelegen zijn, losstaan van het bedrijf en toelating hebben van Kind en Gezin, de GGC of het Office de la naissance et de l’enfance.

Sinds de premie in mei 2019 is ingevoerd, hebben 85 ondernemingen ze ontvangen. Het gaat om een totaalbedrag van 556.000 euro, waarvan 87% naar micro-ondernemingen ging.

Share
12:00 § 311 → Video
Share

Les demandes introduites annuellement sont plafonnées, avec un maximum de trois places pour une microentreprise, six places pour une petite entreprise et dix places pour une moyenne entreprise. Compte tenu de ce qui précède, la répartition des dossiers par année est la suivante :

- en 2019, 8.000 euros ont été octroyés à 2 entreprises ;

- en 2020, 156.000 euros ont été attribués à 35 entreprises ;

- en 2021, 268.000 euros ont été octroyés à 54 entreprises ;

- en 2022, 124.000 euros ont été attribués à 30 entreprises.

Je me dois néanmoins de vous faire part de certaines difficultés rencontrées dans le cadre de la mise en œuvre de cette prime, dès lors que l'Office de la naissance et de l'enfance, qui agrée la majorité des milieux d'accueil en Région de Bruxelles-Capitale, n'accepte pas les frais de réservation. Sa législation ne le permet pas. De plus, dans la mesure où il lui revient de vérifier le respect de cette interdiction sur le terrain, nous sommes dans l'impossibilité de vérifier nous-mêmes la bonne application des conditions de la prime. Ce n'est pas sans difficulté. À ce stade, la prime ne devrait donc être accessible que pour des réservations de place dans des crèches Kind en Gezin, pourtant pas majoritaires dans le contexte bruxellois.

Dans le cadre de la réforme en cours des aides à l'expansion économique, nous avons réfléchi à la manière de réformer cette prime pour la rendre la plus intéressante possible au regard de l'objectif poursuivi. Cependant, comme déjà dit, nous ne pouvons pas prendre en considération les frais d'occupation, qui ne relèvent pas de notre compétence. Par ailleurs, ces frais sont davantage de nature privée que professionnelle.

Par contre, nous avons abouti à un projet, en cours d'examen au gouvernement, qui vise à faciliter l'accès à l'entrepreneuriat et à encourager les candidats entrepreneurs. Nous avons l'intention de rendre admissible un forfait pour frais de garde dans le cadre d'une nouvelle aide destinée aux personnes qui souhaitent se lancer dans un projet de création d'entreprise.

Micro-ondernemingen mogen per jaar een aanvraag indienen voor maximaal drie plaatsen. Voor een kleine onderneming bedraagt het jaarplafond zes plaatsen en voor een middelgrote onderneming tien plaatsen.

Wij onderzoeken momenteel een hervorming van die premie, omdat vooralsnog de premie alleen kan worden toegekend voor plaatsen in kinderdagverblijven met een toelating van Kind en Gezin, aangezien het Office de la naissance et de l'enfance wettelijk gezien geen reservatiekosten mag aanvaarden. Daarbij zouden we opteren voor een forfaitaire vergoeding voor kinderopvang om startende ondernemers aan te moedigen.

Share
12:03 § 313 → Video
Share

Mme Clémentine Barzin (MR).- Merci, Madame la Ministre, pour votre engagement, et la révision des primes dans le souci d'une meilleure adaptation et d'une meilleure efficacité.

Vous n'avez pas de chiffres, si je comprends bien, en ce qui concerne la prime pour investissements généraux dans ce domaine-là. Il serait intéressant de voir le bilan que vous en faites et comment la situation peut, le cas échéant, être améliorée. Nous y reviendrons.

- L'incident est clos.

Mevrouw Clémentine Barzin (MR).- Het verheugt me dat u de premies efficiënter wilt maken.

Het zou interessant zijn mocht u ook een becijferde evaluatie kunnen maken van de premie voor algemene investeringen.

- Het incident is gesloten.

Share
12:03 § 317 → Video
Share

Question orale de M. David Weytsman

à Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargée de la Transition économique et de la Recherche scientifique,

concernant l'instauration d'une heure silencieuse dans les grands magasins bruxellois.

Mondelinge vraag van de heer David Weytsman

aan mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek,

betreffende de invoering van een prikkelarm uur in de Brusselse grootwarenhuizen.

Share
12:03 § 319 → Video
Share

M. David Weytsman (MR).- En Belgique, on estime que 80.000 à 100.000 personnes présentent un trouble du spectre de l’autisme (TSA). À Bruxelles, les chiffres avancés parlent de plus de 10.000 personnes.

Pour ces personnes, il est parfois difficile d’avoir accès à certains lieux publics. Ces problèmes d'accessibilité en raison d'un environnement inadapté, et pas l'inverse, sont nombreux.

En ratifiant la Convention des Nations unies, la Belgique s'est engagée à permettre à toutes les personnes en situation de handicap physique ou mental d'exercer pleinement leurs droits : habiter où elles le veulent, travailler où elles le souhaitent, aller à l'école de leur choix et pas à celle qu'on veut leur imposer, prendre un café dans la brasserie de leur choix ou faire leurs courses dans leur magasin préféré, tout simplement. Nous sommes loin de respecter cet engagement.

Ces questions et la proposition que j'ai déposée sont nées de la rencontre avec une maman qui m'expliquait à quel point se rendre dans des supermarchés ou des centres commerciaux était difficile pour son jeune fils, et donc pour toute sa famille. Souvent bruyants et très lumineux, ces supermarchés peuvent perturber, voire agresser les personnes souffrant d'un TSA ou d'hypersensibilité.

C’est la raison pour laquelle plusieurs pays ou régions ont légiféré en la matière. C’est le cas du Royaume-Uni, de certains Länder en Allemagne et de l’Australie. En France, le 28 janvier 2021, l'Assemblée nationale a adopté en première lecture une proposition de loi visant à plus d’inclusion des personnes en situation de handicap.

Dans ces différents pays, l'engagement à l'égard des heures dites silencieuses est important. Il s'agit de diminuer l’intensité lumineuse, de limiter le bruit, la musique, les sons provenant des appareils électroniques, de couper les annonces sonores, les publicités dans les magasins (ce qui n'est évidemment pas neutre), ou de mettre en veille le bruit des scanners.

Cela peut aller parfois plus loin dans certains magasins : ils modifient leurs processus logistiques pour diminuer les activités pendant les heures silencieuses, ils évitent le remplissage des étagères dans les rayons, ils maintiennent ouvertes des portes automatiques, ils évitent d'utiliser les appareils de nettoyage, ils installent des pictogrammes visuels en tête de gondole ou des indications simplifiées par code couleur. Certains créent des files spécialement réservées aux personnes présentant des TSA avec une aide pour emballer les courses au moment du passage en caisse. Bien d'autres pistes peuvent être utiles.

De heer David Weytsman (MR).- In Brussel lijden zo'n 10.000 mensen aan een autismespectrumstoornis. Het is voor hen vaak moeilijk om zich op openbare plaatsen te begeven.

Met de ratificatie van het desbetreffende VN-verdrag heeft België zich ertoe verbonden om iedereen met een fysieke of mentale handicap de kans te bieden om vol in het leven te staan en zijn eigen keuzes te maken. De realiteit is echter anders.

Mijn vragen en voorstellen zijn ingegeven door een gesprek waarin een moeder me vertelde over hoe moeilijk het was om met haar zoon boodschappen te doen omdat supermarkten vaak erg lawaaierig en fel verlicht zijn.

In verscheidene landen zijn intussen wetten aangenomen die de inclusie van mensen met een handicap ten goede komen. Zo is er de verbintenis om stille winkeluren aan te bieden.

Sommige winkels gaan nog verder, door tijdens de stille uren de logistiek op een laag pitje te zetten en speciale kassa's voor mensen met een autismespectrumstoornis te organiseren.

Share
12:06 § 321 → Video
Share

Enfin, ne minimisons pas l'engagement de ces entreprises, qui réalisent un énorme travail de préparation et de formation du personnel.

En Belgique, les choses commencent à bouger et des tests voient peu à peu le jour. J'ai d'ailleurs rédigé une proposition à ce sujet en collaboration avec des associations, avec des familles et avec Comeos - que je remercie l'accueil bienveillant qu'elle a réservé à mon texte.

Dans quelle mesure pouvez-vous soutenir cette dynamique, aujourd'hui pour les grandes surfaces et les centres commerciaux, et peut-être demain pour les plus petits commerces ?

Quelles mesures le gouvernement bruxellois a-t-il prises avec les communes et le gouvernement fédéral en vue d'améliorer l'accessibilité des personnes concernées dans les commerces bruxellois ?

De même, quelles mesures ont-elles été prises pour sensibiliser l’ensemble des commerces bruxellois à cette problématique ?

Ce projet est vertueux, non seulement sur les plans social et économique - les études tendent à montrer qu'il séduira de nombreux autres clients -, mais aussi sur le plan énergétique, face à la crise que nous connaissons aujourd'hui.

Ook in België beweegt er wat. Ik heb trouwens samen met organisaties, gezinnen en Comeos een voorstel ingediend.

Hoe kunt u deze evolutie in supermarkten en shoppingcentra steunen? Welke maatregelen neemt de Brusselse regering met de gemeenten en de federale regering om de toegankelijkheid van Brusselse winkels te verbeteren? Welke maatregelen neemt u om de Brusselse handel van de problematiek bewust te maken?

Share
12:07 § 323 → Video
Share

Mme Barbara Trachte, secrétaire d'État.- L’inclusivité, tout comme la diversité, sont des enjeux essentiels, qui touchent notamment les personnes en situation de handicap. Or, comme le rappelle la large campagne d'affichage construite en collaboration avec le Conseil consultatif sur les questions de handicap de la commune d'Ixelles à l'occasion de la Journée internationale du handicap, le 3 décembre dernier, les handicaps restent, dans une large majorité, invisibles. La sensibilisation est donc primordiale.

Environ 15 % de la population mondiale se trouve en situation de handicap. Si l'on rapporte ce chiffre à la population bruxelloise, le handicap toucherait environ 183.000 personnes, sans compter les familles et les proches. En outre, la mobilité de 40 % de la population peut être considérée comme réduite. Il est ainsi important d’aider ces personnes et d’apporter des solutions concrètes afin de rendre la société plus accessible.

Plus spécifiquement, bien que le soutien aux personnes atteintes d'un trouble du spectre de l’autisme (TSA) ne relève pas directement de mes compétences, j'ai néanmoins la possibilité de mener des initiatives de sensibilisation et de soutien en matière de handicaps. Je ne peux toutefois pas réguler en la matière. Mais plus large sera le spectre des actions et plus nombreuses les synergies, plus importants seront les résultats.

Des initiatives sont déjà menées par les entreprises elles-mêmes ainsi que par leurs fédérations. Ainsi, de grandes enseignes de la distribution ont récemment communiqué sur les heures silencieuses. De même, Comeos, la Fédération belge du commerce et des services, lance demain sa campagne « Après vous », déclinée autour d’une plateforme en ligne et d'un guide numérique, qui comprend des recommandations à destination des commerçants et du secteur horeca pour rendre leurs infrastructures, services et communications plus accessibles. Comme pour les autres actions menées par Comeos, ce travail spécifique se fait notamment en partenariat avec le Collectif accessibilité Wallonie-Bruxelles (Cawab). Cette ASBL a justement été désignée pour accompagner le gouvernement et les administrations bruxelloises dans l’élaboration du plan d'intégration du handistreaming dans les politiques publiques, adopté en deuxième lecture la semaine dernière, à l'initiative de la secrétaire d'État Nawal Ben Hamou.

Mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris.- Handicaps zijn niet erg zichtbaar in de maatschappij en daarom is het belangrijk dat we aan bewustmaking doen.

Zo'n 15% van de wereldbevolking heeft een handicap, wat neerkomt op ongeveer 183.000 Brusselaars. Verder is 40% van de bevolking minder mobiel.

Hoewel hulp aan mensen met een autismespectrumstoornis niet tot mijn bevoegdheden behoort, kan ik helpen met bewustmaking en ondersteuning.

Bedrijven en bedrijvenfederaties doen zelf ook al heel wat. Zo hebben supermarktketens onlangs bekendgemaakt dat ze stille uren invoeren. Comeos komt morgen met de campagne De Warmste Entree, met aanbevelingen voor winkeliers en horeca-uitbaters over hoe ze hun zaak toegankelijker kunnen maken. Daarvoor werkt Comeos onder meer samen met het Collectif accessibilité Wallonie-Bruxelles (Cawab). Die vzw helpt de Brusselse regering en administraties overigens ook bij de uitwerking van het handistreamingplan.

Share
12:10 § 325 → Video
Share

Ce plan d’action fait suite aux huit projets pilotes - un par membre du gouvernement - en matière de handistreaming mis en œuvre en 2018-2019. Déjà avec l’aide et l’expertise du Cawab et d’equal.brussels, le service 1819 avait monté un projet - qui relevait de mes compétences - visant à améliorer l’information et l’orientation des personnes en situation de handicap tentées par l’entrepreneuriat, tout en sensibilisant les acteurs du soutien à l’entrepreneuriat à l’accompagnement des « handipreneurs » et aux mesures d’aide disponibles. Le résultat en fut une brochure riche en informations utiles pour tous les aspirants « handipreneurs », toujours disponible sur le blog du service 1819.

Le plan actuel aborde tous les aspects de la thématique de manière coordonnée, transversale et transparente. L’action 34 du plan relève de mes compétences : « Inciter les entreprises et les commerces à s'adapter aux personnes en situation de handicap. » Il s'agit, d’une part, de soutenir les entreprises qui veillent à l’accessibilité de leurs produits et services et de leurs lieux ouverts au public pour les personnes en situation de handicap et, d’autre part, d'intégrer l’accessibilité aux personnes en situation de handicap dans l’action de hub.brussels, l’agence bruxelloise pour l’accompagnement de l’entreprise.

L’accessibilité des commerces bruxellois fait encore trop souvent défaut. La vie sociale et économique des personnes en situation de handicap en dépend pourtant largement. Les commerces nouveaux ou existants doivent donc être soutenus pour améliorer leur accessibilité. Pour ce faire, une prime existe, octroyée par Bruxelles Économie et Emploi et qui bénéficie principalement à ceux-ci. De plus, hub.brussels va poursuivre le suivi post‐ouverture avec audit d’accessibilité qu’elle propose déjà, ainsi que d'autres initiatives.

En ce qui concerne l’action externe de hub.brussels, l’agence a pour mission de s’adresser à un public diversifié reflétant la réalité de la population bruxelloise, sans discrimination, et a donc adopté un plan d’action en matière de diversité.

Dat plan is het resultaat van acht handistreamingproefprojecten die in de periode 2018-2019 liepen. Zo had de dienst 1819 een project opgezet om mensen met een handicap wegwijs te maken in de wereld van het ondernemerschap en belangengroepen van ondernemers warm te maken voor de begeleiding van ondernemers met een handicap.

In het huidige plan komen alle aspecten aan bod. Actie 34 van het plan valt onder mijn bevoegdheid. Die actie is erop gericht ondernemingen steun te bieden om hun producten, diensten en vestigingen toegankelijk te maken voor mensen met een handicap en om die toegankelijkheid te integreren in de begeleiding die hub.brussels biedt.

Brusselse zaken zijn nog vaak ontoegankelijk. We moeten nieuwe en bestaande zaken helpen om toegankelijker te worden. Brussel Economie en Werkgelegenheid heeft daar een premie voor. Verder heeft hub.brussels ook een diversiteitsplan aangenomen om ervoor te zorgen dat het de hele Brusselse bevolking aanspreekt.

Share
12:13 § 327 → Video
Share

M. David Weytsman (MR).- J'interviens souvent sur les questions d'accessibilité, mais cette législature touchant bientôt à sa fin, il est important d'être concrets et de poser des questions sur des problématiques très ciblées, comme celle qui nous occupe.

Lorsque j'ai rédigé cette proposition de résolution, il était évident de le faire avec les familles et les associations, mais aussi avec le soutien et les conseils de Comeos. Je ne souhaite certainement pas ajouter des difficultés à des secteurs qui en connaissent déjà assez.

Il s'agit d'encourager les grandes surfaces et de faire connaître progressivement ces initiatives. Toutefois, j'aimerais déjà avancer à l'étape suivante en invitant à avoir des politiques plus incitatives pour les plus petits commerces, en partenariat avec l' Union des classes moyennes et l' union flamande des entrepreneurs indépendants (Unie van Zelfstandige Ondernemers, Unizo), que je n'ai pas encore rencontrées.

Je pars du principe que cela serait bénéfique, ne coûte pas très cher et pourrait amener de nouveaux clients, même si les commerçants et entrepreneurs que j'ai rencontrés le font vraiment avec une finalité sociale.

Je vous invite donc à faire connaître ce type d'initiative et à soutenir ces commerçants, en particulier ceux qui font de cette accessibilité une priorité non seulement pour les Bruxellois mais pour tous les Belges.

- L'incident est clos.

De heer David Weytsman (MR).- Ik stel vaak vragen over toegankelijkheidskwesties, maar nu de regeerperiode er bijna op zit is het belangrijk om concreter te worden.

Toen ik het voorstel van resolutie opstelde, was het duidelijk dat dat met gezinnen en organisaties, maar ook met de steun en het advies van Comeos moest gebeuren.

We moeten supermarkten aanmoedigen, ook om hun initiatieven bij een groter publiek bekend te maken. De volgende stap is een beleid dat ook kleinere zaken stimuleert om toegankelijker te worden. Ik ga ervan uit dat dat niet duur hoeft te zijn en dat het nieuwe klanten zou aantrekken.

- Het incident is gesloten.

Share