Logo Parlement Buxellois

Commission des Affaires intérieures : réunion du 14 mars 2023

09:41 § 103 → Vidéo
Partager

Voorzitterschap: de heer Ahmed Mouhssin, derde ondervoorzitter.

Présidence : M. Ahmed Mouhssin, troisième vice-président.

Partager
09:41 § 105 → Vidéo
Partager

Vraag om uitleg van mevrouw Lotte Stoops

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

en aan de heer Bernard Clerfayt, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn,

betreffende de maatregelen inzake grensoverschrijdend gedrag binnen de politiek.

Demande d'explications de Mme Lotte Stoops

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

et à M. Bernard Clerfayt, ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé de l'Emploi et de la Formation professionnelle, de la Transition numérique, des Pouvoirs locaux et du Bien-être animal,

concernant les mesures en matière de comportements inappropriés dans la sphère politique.

Partager
09:42 § 107 → Vidéo
Partager

Mevrouw Lotte Stoops (Groen).- Mijn vraag dateert inmiddels van maanden geleden en u hebt ondertussen al een actualiteitsvraag over het onderwerp beantwoord.

In september werd bekend dat een studente aangifte had gedaan wegens verkrachting door een schepen van een Brusselse gemeente. Een jaar ervoor al had een collega aangifte gedaan tegen dezelfde man wegens aanranding van de eerbaarheid. Het wettelijk arsenaal stelden het gewest noch de gemeente in staat om maatregelen te nemen ter bescherming van de slachtoffers en om de integriteit en de waardigheid van het ambt van schepen en het voltallige schepencollege te vrijwaren.

Na een huiszoeking en een verhoor door de onderzoeksrechter werd de schepen officieel in beschuldiging gesteld wegens aantasting van de seksuele integriteit door een persoon in een gezagspositie. Dat werd op 16 november bevestigd door het Brusselse parket. De bevoegdheden van de schepen werden kort daarna door het college opgeschort als voorzorgsmaatregel en met inachtneming van het vermoeden van onschuld. Een dergelijke maatregel is nodig om de slachtoffers die zich hebben durven uitspreken te beschermen.

Daarnaast verscheen de afgelopen maanden in zowel de Franstalige als de Nederlandstalige pers een opiniestuk dat de politiek over de grenzen van alle partijen en beleidsniveaus heen oproept om werk te maken van een MeToo-beleid in de politiek. De eerste stap is gezet om het collectief bewustzijn aan te scherpen en zo samen structureel actie te kunnen ondernemen.

Onder andere het statuut van mandatarissen verhindert de bescherming van slachtoffers van vermeende agressie. Ook op dat gebied vragen we actie.

In die politieke context spelen trouwens nog een aantal andere zaken mee. Een hooggeplaatste politica zei me bijvoorbeeld dat ze al vaak grensoverschrijdend gedrag heeft meegemaakt, maar enkel binnen haar eigen partij. Loyauteit aan de eigen partij speelt dus ook mee. Dit is een heel gevoelig onderwerp in onze kringen.

Mme Lotte Stoops (Groen).- En septembre, une étudiante a porté plainte pour viol à l'encontre d'un échevin d'une commune bruxelloise, déjà dénoncé un an plus tôt par une échevine pour un attentat à la pudeur. L'arsenal législatif n'a permis ni à la Région ni à la commune de prendre des mesures visant à protéger les victimes et à garantir l'intégrité et la dignité de la fonction scabinale, ainsi que de l'ensemble du collège.

Entre-temps, le parquet a confirmé en novembre l'inculpation de l'intéressé. Tout en respectant la présomption d'innocence, le collège a alors rapidement suspendu l'échevin de ses fonctions dans le cadre d'une mesure de protection des victimes.

Récemment est parue dans la presse belge, francophone comme néerlandophone, une carte blanche appelant à l'émergence d'un #MeToo politique belge. L'idée est de sensibiliser collectivement à ce phénomène et d'agir structurellement.

Nous exigeons des mesures, car le statut des mandataires empêche la protection des victimes présumées. À cela s'ajoutent les comportements inappropriés au sein des partis, trop peu souvent dénoncés pour cause de loyauté.

Partager
09:45 § 111 → Vidéo
Partager

Maakt de regering werk van de oprichting van een onafhankelijk orgaan voor de bestrijding van grensoverschrijdend gedrag met betrekking tot haar bevoegdheden? Ik denk daarbij in het bijzonder aan de plaatselijke besturen.

Welke hervormingen plant de regering zodat er sneller voorlopige maatregelen kunnen worden genomen om slachtoffers te beschermen en de integriteit en de goede werking van de lokale besturen te vrijwaren?

Werkt de regering een gedragscode uit voor de lokale en de gewestelijke besturen?

Wat kan het Brussels Gewest doen? Wordt deze oproep een agendapunt op een overleg met andere gewesten? Het probleem stopt immers niet aan onze gewestgrenzen. In uw antwoord op de actualiteitsvraag zei u dat minister Clerfayt van plan was heel binnenkort een ontwerp in te dienen om de Gemeentewet te wijzigen. Weet u al meer over de planning?

(De heer Vincent De Wolf, tweede ondervoorzitter, treedt als voorzitter op)

Le gouvernement envisage-t-il la création d'un organe indépendant, en particulier au niveau des pouvoirs locaux, chargé de lutter contre ces comportements inappropriés ? Quelles réformes sont prévues afin de prendre plus rapidement des mesures provisoires destinées à garantir l'intégrité et le bon fonctionnement des pouvoirs locaux ? Élaborez-vous un code de conduite pour les administrations locales et régionales ?

Que peut faire la Région bruxelloise ? Comptez-vous prendre langue avec les autres niveaux de pouvoir ? Quand le texte annoncé par M. Clerfayt arrivera-t-il sur la table du gouvernement ?

(M. Vincent De Wolf, deuxième vice-président, prend place au fauteuil présidentiel)

Partager
09:46 § 115 → Vidéo
Partager

Mme Leila Lahssaini (PTB).- Je remercie ma collègue Stoops de mettre cette question à l'ordre du jour de notre réunion. Depuis de longs mois, l'atmosphère est irrespirable à Schaerbeek, où je suis conseillère communale. Un échevin a en effet été accusé non pas une fois, mais à trois reprises, de comportements particulièrement graves, vu qu'il est question d'atteinte sexuelle, impliquant notamment des mineurs (viol et détention d'images à caractère pédopornographique). La situation était hallucinante : l'échevin en question assistait aux séances du conseil communal et du collège, et la commune nous répondait ne pouvoir rien y faire.

Si cette personne avait été accusée par trois personnes différentes de corruption, par exemple, la réaction aurait-elle été aussi lente ? Il nous est rétorqué que la législation actuelle ne permet pas de démettre cette personne de ses fonctions, car le concept « d'inconduite notoire » n'y figure pas. Mais une recherche juridique approfondie a-t-elle vraiment été effectuée afin de mettre cet échevin à l'écart ?

Et surtout, pourquoi tardez-vous tant à avancer dans la réforme de la loi communale alors que cette situation est connue depuis des mois ? Nous attendons toujours une réponse claire du gouvernement. Le texte sera-t-il modifié et dans quel sens ? J'espère donc que vous pourrez éclairer notre lanterne à cet égard aujourd'hui.

Mevrouw Leila Lahssaini (PTB).- Al maanden is de sfeer in de gemeenteraad van Schaarbeek ondraaglijk. Een schepen werd niet eenmaal, maar tot driemaal toe beschuldigd van bijzonder ernstig wangedrag. Er is sprake van verkrachting en van aanranding van de seksuele integriteit van minderjarigen. Hij zou ook in het bezit zijn geweest van kinderporno. De schepen in kwestie bleef de vergaderingen van de gemeenteraad en het schepencollege bijwonen, zonder dat de gemeente daartegen kon optreden.

Als die schepen door drie verschillende personen beschuldigd was van corruptie, zou er dan ook zo laat een reactie komen? De huidige wetgeving zou niet de mogelijkheid bieden om hem uit zijn functie te ontheffen, omdat de notie 'kennelijk wangedrag' er niet in is opgenomen. Is dat juridisch wel grondig onderzocht?

Waarom duurt het zo lang om de Nieuwe Gemeentewet aan te passen? We wachten al maanden op een reactie van de regering. In welke zin wordt de tekst gewijzigd?

Partager
09:49 § 117 → Vidéo
Partager

M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Ce n'est en effet pas la première fois que nous abordons le sujet. Il y a deux semaines, nous vous avions posé des questions d'actualité à cet égard. Il est important de refixer le cadre, l'un des éléments essentiels étant de ne jamais légiférer sur un cas particulier. C'est la ligne que nous nous sommes fixée en commission des Affaires intérieures.

Par contre, l'actualité nous rappelle de temps en temps qu'il y a eu des précédents dans d'autres communes, ou des événements qui ne portaient pas sur des questions à caractère sexuel, mais sur de l'abus de confiance à l'égard de personnes âgées de la part d'un bourgmestre. La majorité communale s'était alors retrouvée dans la même situation, c'est-à-dire dans l’impossibilité d'utiliser le moindre outil. La Région et le gouvernement ne disposaient également d'aucun instrument pour intervenir puisque, sur la base des explications qui nous ont été données, la notion d'inconduite notoire ne pouvait pas être utilisée. Il a dès lors fallu « bricoler », en retirant les compétences et la signature et en tentant de faire pression sur le parti pour qu'il invite le bourgmestre ou l'échevin à se retirer. Autant dire que cela faisait brouillon.

Aujourd'hui, nous devons nous demander quels sont les outils existants et ceux à créer. Au niveau du gouvernement, vous avez proposé de mener une réflexion sur les notions d'inconduite notoire et de négligence, soit les articles 82 et 83 de la nouvelle loi communale. Où en est cette réflexion ? Comment envisagez-vous d'avancer sur le sujet ?

Pour autant que nous obtenions l'adhésion de l'ensemble des commissaires, le Parlement devrait se pencher sur la question de la motion de défiance individuelle.

Ce sont, selon moi, les deux pistes que nous pourrions suivre en parallèle, dans l'espoir de trouver rapidement une solution aux problèmes actuels et futurs. Qu'en est-il de votre réflexion sur les articles 82 et 83 de la nouvelle loi communale ?

De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Het is niet de eerste keer dat we dit onderwerp bespreken. Twee weken geleden waren er actualiteitsvragen over de kwestie. Het is belangrijk om nogmaals het kader vast te stellen, waarbij een van de essentiële elementen is dat wij nooit wetgeving opstellen voor een bepaald geval.

Toch zijn er precedenten in andere gemeenten. In een bepaald geval ging het niet over seksueel wangedrag, maar over misbruik van vertrouwen van bejaarden door een burgemeester. De gemeente bevond zich toen in een vergelijkbare situatie. Ze had geen enkel instrument dat ze kon inzetten om hem af te zetten. Ook het gewest en de regering konden niet ingrijpen, want blijkbaar kon de notie 'kennelijk wangedrag' niet worden ingeroepen. Er werd dan maar een oplossing gezocht door druk uit te oefenen op de partij om de betrokkene te vragen af te treden.

Nu moeten we ons afvragen welke instrumenten we kunnen gebruiken en welke er gecreëerd moeten worden. De regering zou nadenken over de noties 'kennelijk wangedrag' en 'grove nalatigheid', die vallen onder de artikelen 82 en 83 van de Nieuwe Gemeentewet. In welk stadium bevindt die reflectie zich? Wat is uw standpunt?

Als we de steun krijgen van alle leden van deze commissie, moet het parlement de kwestie van de individuele motie van wantrouwen in overweging nemen.

Dit zijn de twee denksporen die we parallel zouden kunnen volgen, in de hoop een snelle oplossing te vinden voor de huidige en toekomstige problemen.

Partager
09:51 § 119 → Vidéo
Partager

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Je suis assez mal à l'aise dans ce débat, parce que j'ai l'impression qu'à travers la présentation générale, il est en réalité question d'un cas particulier. Je ne connais pas l'échevin de Schaerbeek mis en cause, je pense même ne jamais l'avoir rencontré.

Les interventions des uns et des autres me font frémir par rapport à notre fonctionnement judiciaire. Je suis, pour ma part, attaché au principe de la présomption d'innocence qui m'a été inculqué. Il s'agit d'un principe important et d'une garantie de liberté.

L'une des intervenantes dans ce débat s'est présentée hier au journal télévisé comme avocate et parlementaire PTB. Il s'agit sans doute de la nouvelle formule de présentation quand on défend des travailleurs !

Mme Leila Lahssaini (PTB).- Je ne vois pas très bien le rapport avec ce débat.

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Je ne fais que m'étonner, et relever des faits.

M. le président.- Vous prendrez la parole par la suite, Mme Lahssaini.

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- J'entends cette même collègue dire que celui qui est accusé à trois reprises est forcément coupable et que, lorsque le parquet fait une communication, les faits sont établis. Ce n'est pas comme cela que la justice fonctionne !

Les parlementaires - et les mandataires politiques en général - n'ont ni plus ni moins de droits que les autres. Les procédures disciplinaires prévoient notamment une suspension des fonctions, comme le retrait des compétences d'un échevin, quand le service peut être mis à mal par le comportement présumé de quelqu'un.

(Remarques de M. Mouhssin)

L'intéressé peut participer aux décisions du collège des bourgmestre et échevins , mais ne peut plus intervenir autrement, ni agir au quotidien.

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Ik voel me nogal ongemakkelijk bij dit debat, omdat ik de indruk heb dat we ondanks de algemene presentatie in feite over een specifiek geval praten. Ik ken de Schaarbeekse schepen in kwestie niet en ik denk dat ik hem zelfs nooit ontmoet heb.

De betogen van de verschillende parlementsleden vind ik erg bedenkelijk, rekening houden met ons gerechtelijk systeem. Zelf ben ik gehecht aan het vermoeden van onschuld. Dat is een belangrijk beginsel en een garantie voor vrijheid.

Een van de sprekers in dit debat heeft zich gisteren op het televisiejournaal voorgesteld als advocaat en PTB-parlementslid. Blijkbaar is dat de nieuwe manier om de werknemers zogenaamd te verdedigen !

Mevrouw Leila Lahssaini (PTB).- Ik zie niet goed in wat dit met het debat te maken heeft.

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Het verbaast me gewoon.

De voorzitter.- U krijgt straks het woord, mevrouw Lahssaini.

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Ik hoor diezelfde collega zeggen dat iemand die drie keer beschuldigd wordt, per definitie schuldig is en dat, wanneer het parket een mededeling doet, de feiten vaststaan. Zo werkt justitie niet!

Politieke mandatarissen hebben niet meer of minder rechten dan anderen. Tuchtprocedures voorzien in een schorsing uit het ambt, zoals de intrekking van de bevoegdheden van een schepen, wanneer de dienst schade kan ondervinden van zijn vermeende gedrag.

(Opmerkingen van de heer Mouhssin)

De betrokken schepen kan deelnemen aan de beslissingen van het college van burgemeester en schepenen, maar kan niet meer op een andere manier tussenbeide komen, noch dagelijks optreden.

Partager
09:53 § 131 → Vidéo
Partager

Personnellement, je suis assez effrayé par les propos tenus. Aujourd'hui, nous sommes face à un système judiciaire dysfonctionnel, avec des procédures d'instruction beaucoup trop longues, un parquet, des juges d'instruction, des enquêteurs complètement débordés. Nous n'avons pas à intervenir, sur la base d'éléments dont nous n'avons pas connaissance. Car, sauf erreur de ma part, personne d'entre nous n'a eu accès à ce dossier et nous n'en sommes informés que par des articles de presse. La proposition de M. Mouhssin de révoquer cette personne me semble donc légère. Une motion de méfiance est en effet une sorte de révocation. On cite comme exemple un ancien bourgmestre de la commune de Ganshoren, décédé depuis lors. On a connu de longues absences d'un autre bourgmestre, couvertes par des certificats médicaux.

Si on s'engage dans cette voie, on favorise l'instabilité des pouvoirs au niveau communal. Pour un oui ou un non, des mandataires de l'exécutif communal pourront être révoqués ou une majorité renversée. Cela se passe en Flandre et en Wallonie et si le système présente des avantages, il a aussi de nombreux inconvénients. À Bruxelles, nous avons la chance, à mon avis, d'avoir un pouvoir communal relativement stable et, pour mener à bien des projets, les six ans sont quelquefois insuffisants. Faut-il, en raison d'un ou deux cas particuliers - et il faudrait peut-être revoir dans l'histoire de la Région combien de fois ce genre de problème s'est posé -, bouleverser l'économie même de notre système communal ?

Ik ben behoorlijk geschrokken van wat er is gezegd. We mogen geen uitspraken doen op basis van elementen waarvan we geen weet hebben. Niemand van ons heeft toegang gehad tot het dossier. Het voorstel van de heer Mouhssin om de persoon uit zijn functie te ontheffen lijkt me dan ook lichtvaardig. Een motie van wantrouwen is immers een soort ontheffing.

Als we die weg inslaan, als burgemeesters en schepenen om het minste of geringste kunnen worden ontslagen, bevorderen we de politieke instabiliteit. We hebben dergelijke situaties gezien in Vlaanderen en Wallonië. In Brussel hebben we het geluk dat we relatief stabiele gemeentebesturen hebben.

Om projecten uit te voeren is zes jaar soms al niet genoeg. Moeten wij door een of twee specifieke gevallen de structuur van ons gemeentelijk stelsel overhoophalen?

Partager
09:55 § 133 → Vidéo
Partager

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- Je rejoins les propos de M. Ghyssels. Je n'ai pas l'expérience de notre collègue ou de Mme Lahssaini, députée et avocate, mais, pour avoir été jeune stagiaire et avoir appris auprès des autres - Me De Wolf en sait quelque chose ! -, je pense que la présomption d'innocence est cardinale dans notre État de droit.

Cela ne signifie pas qu'il n'existe pas d'espace d'écoute de la parole de l'accusation, mais bien qu'il faut garder un équilibre entre ces deux impératifs.

Je me souviens avoir été écouter Me Deswaef dans un procès pénal qui concernait d'ailleurs un fonctionnaire régional accusé de faits aussi graves que ceux évoqués aujourd'hui. Cette personne se battait corps et âme, avec les moyens du bord, face aux accusations portées contre elle, en expliquant qu'elle n'avait pas commis ce qui lui était reproché et que les preuves matérielles faisaient défaut.

Elle avait face à elle des hordes de personnes qui l'accusaient, avaient témoigné sous serment et avaient été entendues par la police. Un juge d'instruction avait trouvé normal, eu égard à la parole des victimes présumées, de mener l'affaire jusqu'au tribunal.

Lors du procès, heureusement pour la personne poursuivie, tout s'est dégonflé. On a retrouvé des SMS et des messages WhatsApp qui ont permis de confronter les heures des faits présumés et le comportement des uns et des autres. Il s'agissait en réalité d'une vendetta amoureuse, ce qui peut arriver.

Je ne fais pas ici de comparaison, mais cette personne risquait plusieurs années de prison, alors qu'elle n'avait pas commis les faits dont elle était accusée et que ses accusateurs avaient témoigné sous serment, et bien que le juge présidant la chambre du tribunal ait demandé à ces personnes si elles maintenaient bien leurs témoignages, compte tenu de la gravité de ceux-ci et des faits matériels tout à fait contradictoires. Le temps du procès a permis de faire éclater la vérité judiciaire.

De heer Emmanuel De Bock (DéFI).- Ik ben het eens met wat de heer Ghyssels zei. Het vermoeden van onschuld staat centraal in onze rechtsstaat. Dat betekent niet dat er geen ruimte is om naar het openbaar ministerie te luisteren, wel dat er een evenwicht moet worden bewaard.

Ik herinner me een strafproces waarin een gewestelijke ambtenaar werd beschuldigd van even ernstige feiten als die welke vandaag zijn genoemd. Op basis van de getuigen die door de politie werden gehoord en de verklaringen van de vermeende slachtoffers achtte de onderzoeksrechter het gerechtvaardigd de zaak voor de rechter te brengen. Tijdens het proces bleek evenwel dat de getuigenissen niet overeenkwamen met de feiten en dat het om een liefdesvete ging. De waarheid is dus aan het licht gekomen.

Partager
09:58 § 135 → Vidéo
Partager

Tous les parlementaires devraient de temps en temps aller faire un tour dans les tribunaux correctionnels pour comprendre que certaines personnes sont accusées injustement et s'y défendent, et d'autres sont accusées à juste titre et méritent une sanction exemplaire.

En l'occurrence, je suis très mal à l'aise par rapport à ce qui constitue un rebond d'une accusation portée par une échevine Ecolo. Je m'interroge sur l'objectif poursuivi. Nous pourrions faire beaucoup de choses concernant les fonctions des bourgmestres et échevins, ne fût-ce que contrôler leur présence. Assistent-ils aux réunions du collège ? Nous débattons de l'écartement quasi définitif d'une personne accusée, mais qui n'a pas encore eu accès à son dossier. Dans d'autres communes, les bourgmestre et échevins n'assistent pas (ou pas souvent) aux réunions du collège. Il serait intéressant de se demander comment un élu est censé exercer son mandat et s'il n'y a pas matière à réformer la loi communale.

Telle est en effet la question posée aujourd'hui : comment assure-t-on la continuité de l'action du collège des bourgmestre et échevins dans diverses situations ? Souvenez-vous, M. Wesphael avait été accusé, emprisonné et a heureusement été blanchi. Si certains tenaient aujourd'hui le même raisonnement à l'égard des personnes citées, la justice serait très injuste par rapport à la vérité judiciaire.

Il y a un temps pour la politique et un temps pour la justice. Il faut laisser celle-ci faire son travail. La commune de Schaerbeek a pris une série de mesures.

(Remarques de M. Mouhssin)

M. le président.- Le dossier est important, mais je vais vous demander de conclure.

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- Cela vous déplaît, bien sûr ! Je trouve désolant de ne pas pouvoir mener un débat serein sur un sujet aussi essentiel. La vendetta personnelle de certains permet une instrumentalisation du Parlement.

Sommige mensen worden ten onrechte beschuldigd. Ik voel me dan ook erg ongemakkelijk bij de beschuldiging door de schepen van Ecolo. Wat wil ze daarmee bereiken? We bespreken het bijna definitieve ontslag van iemand die beschuldigd is, maar nog geen inzage in zijn dossier heeft gehad. Het zou interessant zijn zich af te vragen hoe een verkozene zijn mandaat moet uitoefenen en of de Nieuwe Gemeentewet niet moet worden hervormd.

Dat is immers de vraag die vandaag wordt gesteld: hoe kan de continuïteit van het college van burgemeester en schepenen in verschillende situaties worden gewaarborgd? De heer Wesphael werd beschuldigd en gevangengezet, maar is ondertussen gelukkig vrijgesproken.

We moeten het gerecht zijn werk laten doen. Bovendien heeft de gemeente Schaarbeek al een reeks maatregelen genomen.

(Opmerkingen van de heer Mouhssin)

De voorzitter.- Dit is een belangrijk dossier, maar ik moet u vragen af te ronden.

De heer Emmanuel De Bock (DéFI).- Het is schrijnend dat we geen rustig debat kunnen voeren over zo'n essentieel onderwerp. Sommigen gebruiken het parlement voor persoonlijke vendetta's.

Partager
10:01 § 143 → Vidéo
Partager

M. Christophe Magdalijns (DéFI).- Beaucoup de questions ont déjà été posées. L'enjeu est toutefois de replacer les points de l'indépendance de la justice et de l'autonomie communale au cœur de notre réflexion.

Malheureusement, les seuls éléments dont nous disposons proviennent de la presse. Et il semblerait que le rapport de l'analyse des risques psychosociaux effectuée par Cohezio soit assez négatif concernant le climat interne de l'administration schaerbeekoise.

À la suite de ce rapport, la commune a mis en place une structure d'accompagnement, d'analyse des problèmes et de prise en charge des recommandations, ce qui démontre bien toute l'importance de l'autonomie communale. Évidemment, le Parlement peut se livrer à toutes les réflexions qu'il souhaite, mais l'indépendance de la justice corrélée au principe de présomption d'innocence ainsi que l'autonomie communale doivent être des éléments centraux de notre débat parlementaire.

De heer Christophe Magdalijns (DéFI).- Het parlement kan zoveel debatteren als het wil, maar de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, het principe van het vermoeden van onschuld en de gemeentelijke autonomie moeten centraal staan. Helaas beschikken we enkel over informatie uit de pers.

Het rapport van Cohezio over de psychosociale risico's was vrij negatief over het klimaat in het gemeentebestuur van Schaarbeek. Naar aanleiding van dat rapport heeft de gemeente een structuur opgericht om begeleiding te bieden, problemen te analyseren en aanbevelingen over te nemen, wat het belang van de gemeentelijke autonomie aantoont.

Partager
10:03 § 145 → Vidéo
Partager

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Je suis très surpris que cette commission se transforme en sorte de tribunal et que la réflexion soit uniquement juridique, alors que le débat est éminemment politique.

Les mandataires politiques doivent pouvoir exercer leur mandat dans la sérénité, mais s'il s'avère, à un moment donné, que cette sérénité n'est plus de mise, est-il choquant que le conseil communal, qui a élu ses bourgmestre et échevins, puisse leur retirer sa confiance ? Je rappelle, par ailleurs, aux spécialistes de la présomption d'innocence jusqu'au bout, qu'un bourgmestre ayant été condamné définitivement exerce toujours. Arrêtons cette hypocrisie, s'il vous plaît !

Il est nécessaire de modifier notre nouvelle loi communale dès lors qu'elle comporte des dispositifs que nous ne pouvons pas activer parce que l'inconduite notoire et la négligence sont compliquées à prouver ou que nous ne disposons pas de jurisprudence pour pouvoir les évoquer. La Wallonie et la Flandre le font, et je ne pense pas que ce soit scandaleux.

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- De quel bourgmestre parlez-vous ?

M. Christophe Magdalijns (DéFI).- On ne donne pas de nom, mais on sait très bien de qui il s'agit.

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- Ces procès d'intention sont insupportables.

De heer Hicham Talhi (Ecolo).- Ik ben zeer verbaasd dat deze commissie wordt omgevormd tot een soort rechtbank en dat discussie alleen over de juridische aspecten gaat, terwijl het debat bij uitstek politiek is.

Politieke vertegenwoordigers moeten hun mandaat in alle rust kunnen uitoefenen, maar als die rust verdwenen is, mag dan de gemeenteraad, die de burgemeester en schepenen heeft gekozen, het vertrouwen in hen niet opzeggen? U haalt het vermoeden van onschuld aan. Moet ik u eraan herinneren dat zelfs een definitief veroordeelde burgemeester nu nog steeds zijn functie kan uitoefenen? Laten we alstublieft ophouden met die hypocrisie!

We moeten de Nieuwe Gemeentewet aanpassen als we niet kunnen ingrijpen omdat het wangedrag in kwestie moeilijk te bewijzen is of omdat er geen rechtspraak is waarop we ons kunnen beroepen.

De heer Emmanuel De Bock (DéFI).- Over welke burgemeester hebt u het?

De heer Christophe Magdalijns (DéFI).- Er wordt geen naam genoemd, maar iedereen weet heel goed over wie het gaat.

De heer Emmanuel De Bock (DéFI).- Dergelijke intentieprocessen zijn ondraaglijk.

Partager
10:04 § 149 → Vidéo
Partager

Mevrouw Lotte Stoops (Groen).- Als al die mannen hier het woord nemen, dan wil ik ook wel iets zeggen. Krijgt nu echt iedereen het woord? Er wordt hier gesproken over onrechtvaardigheid...

(Rumoer)

Mme Lotte Stoops (Groen).- Si les hommes prennent la parole, moi aussi. Tout le monde peut intervenir alors ? Certains parlent d'injustice...

(Rumeurs)

Partager
10:04 § 153 → Vidéo
Partager

M. Christophe Magdalijns (DéFI).- Madame, vous faites la justice vous-même. C'est cela le problème !

Mevrouw Lotte Stoops (Groen).- Ik heb een structurele vraag gesteld.

M. le président.- Sauf erreur de ma part, ce qu'a dit M. Talhi ne concernait pas un bourgmestre bruxellois, mais wallon.

(Assentiment de M. Talhi)

(Rumeurs)

M. le président.- Je propose que l'on en revienne à une situation où la parole se demande et se reçoit. Ce sera plus correct et permettra de se parler avec respect. J'ai laissé s'exprimer les opinions, mais il faut maintenant faire baisser la tension.

De heer Christophe Magdalijns (DéFI).- Het probleem is dat u zelf rechtspreekt.

Mme Lotte Stoops (Groen).- J'ai posé une question structurelle.

De voorzitter.- Als ik me niet vergis, had de uitspraak van de heer Talhi geen betrekking op een Brusselse, maar op een Waalse burgemeester.

(Instemming van de heer Talhi)

(Rumoer)

De voorzitter.- Ik heb toegestaan dat iedereen voor de vuist spreekt, maar ik stel voor dat iedereen opnieuw het woord vraagt. Dat zou de gemoederen moeten bedaren.

Partager
10:05 § 161 → Vidéo
Partager

Mevrouw Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- De vraag van mevrouw Stoops is zeer terecht. Alleen al uit de verhitte discussies van vandaag blijkt hoe belangrijk het is dat we procedures uitwerken voor gemeenten om in de toekomst om te gaan met dergelijke situaties.

Het staat buiten kijf dat het vermoeden van onschuld enorm belangrijk is, maar we moeten ook rekening houden met de rechten van het vermoedelijke slachtoffer. De gebeurtenissen in Schaarbeek tonen het belang aan van interne procedures voor het beschermen van zowel de slachtoffers als de daders. Vermoedelijke slachtoffers moeten ook nog in staat zijn om hun baan uit te oefenen, want zij zijn vaak ook mandatarissen.

Voor het overige sluit ik me aan bij de vragen van mevrouw Stoops.

Mme Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- La question de Mme Stoops est tout à fait pertinente. Le ton du débat de ce matin démontre bien l'intérêt d'élaborer des procédures au niveau communal afin d'éviter de telles situations à l'avenir.

Évidemment que la présomption d'innocence compte, mais n'oublions pas les droits des victimes présumées. Les événements à Schaerbeek révèlent l'importance de disposer de procédures internes, ne fût-ce que pour permettre aux victimes d'encore exercer leur mandat.

Partager
10:06 § 163 → Vidéo
Partager

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Je voudrais réagir aux propos de M. Talhi, qui cite l'exemple d'un bourgmestre en Région wallonne. Sauf erreur de ma part, en Région wallonne, il est possible de renverser une majorité ou d'émettre une motion de défiance à l'égard d'un mandataire.

C'est bien la preuve que ce que l'on veut essayer de nous vendre ici aujourd'hui ne tient pas la route par rapport au fonctionnement global du système. Personne, ici, ne conteste le droit des victimes d'obtenir une juste réparation et de porter plainte, mais le système judiciaire est conçu pour pouvoir sereinement déterminer la vérité judiciaire. Cela prend malheureusement beaucoup trop de temps aujourd'hui, mais il existe des procédures à cette fin. Il y a d'abord une information, ensuite éventuellement une instruction, puis un renvoi devant un tribunal correctionnel, sur décision de la chambre du conseil ou de la chambre des mises en accusation.

C'est alors un tribunal qui décide de l'éventuelle culpabilité de quelqu'un. Ce n'est pas le rôle d'une assemblée politique. Nous ne sommes pas en Chine, où il suffit que le grand patron du parti décide pour qu'une personne ait la tête coupée ! Aujourd'hui, heureusement, le fonctionnement judiciaire est encore indépendant. Si le pénal tient le civil en état, je trouve que le pénal doit tenir la décision politique en état également.

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- De heer Talhi haalt het voorbeeld aan van een Waalse burgemeester, maar als ik me niet vergis, is het in het Waals Gewest mogelijk om een meerderheid af te zetten of een motie van wantrouwen tegen een mandataris in te dienen.

Niemand hier betwist het recht van slachtoffers om gerechtelijke genoegdoening te krijgen, maar het rechtssysteem is ontworpen om vast te stellen of iemand al dan niet schuldig is. Dat is niet de rol van een politieke assemblee. We zijn hier niet in China, waar de partijbaas kan beslissen dat iemands hoofd moet worden afgehakt. Ons rechtssysteem is gelukkig nog altijd onafhankelijk. De burgerlijke rechter moet de uitspraak van de strafrechter afwachten. Dat geldt ook voor politici.

Partager
10:08 § 165 → Vidéo
Partager

M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Monsieur le Président, je vous remercie d'avoir décidé de donner la parole à chacun de manière équilibrée et de laisser du temps au débat. Et je reconnais que c'est notre responsabilité collective d'avoir fait le choix d'un débat large.

La motion de méfiance n'est pas une question juridique. S'il existait un problème entre les pouvoirs politique et judiciaire, ces lois ne seraient très probablement pas passées en Flandre, en Wallonie, au niveau fédéral et au niveau provincial. Aujourd'hui, dans toute la Belgique, le seul lieu où la motion de méfiance n'existe pas, c'est dans les communes bruxelloises. Dans tous les parlements, dans tous les conseils provinciaux ou communaux, les parlementaires ou les conseillers qui ont donné la confiance à un ministre ou à un échevin ont le droit de la lui retirer. Or, c'est ce que vous refusez aux conseillers communaux bruxellois.

En tant qu'écologistes, nous disons que, si la question doit être tranchée, cela ne doit pas se faire au niveau du gouvernement, mais au niveau des conseillers communaux. Nous aussi sommes pour la stabilité ! Si nous voulons inviter, de manière posée, les administrations wallonnes et flamandes, c'est pour y réfléchir. La stabilité étant effectivement nécessaire, nous pourrions, par exemple, imaginer une double majorité : une majorité au niveau du groupe et au niveau du conseil.

De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Ik erken dat wij samen de verantwoordelijkheid hebben genomen om een uitgebreid debat te voeren over deze aangelegenheid.

De motie van wantrouwen vormt geen juridisch probleem met betrekking tot de scheiding der machten, anders zou ze nooit zijn ingevoerd in Vlaanderen, in Wallonië, op federaal en op provinciaal niveau. Vandaag bestaat er alleen in de Brusselse gemeenten nog geen motie van wantrouwen. In alle andere parlementen, provincieraden en gemeenteraden hebben de leden die hun vertrouwen aan een minister of een schepen hebben gegeven, het recht om dat vertrouwen in te trekken.

Voor ons moet een eventuele beslissing over zo'n aangelegenheid niet door de gewestregering, maar door de gemeenteraadsleden worden genomen. Ook wij zijn voorstander van stabiliteit. Daarom zouden we bijvoorbeeld een dubbele meerderheid kunnen invoeren op het niveau van de fractie en van de gemeenteraad.

Partager
10:10 § 171 → Vidéo
Partager

Nous voudrions réfléchir à ces questions. Or, DéFI et le PS tentent de nous enfumer et d'empêcher le débat, en refusant toute discussion et l'organisation d'auditions.

M. Christophe Magdalijns (DéFI).- C'est faux. Nous ne sommes pas opposés à un débat.

M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Nous verrons si elles finissent par être inscrites à l'ordre des travaux. Vous refusez le débat, et vous essayez de nous enfumer.

M. le président.- Je vous invite à retrouver une certaine sérénité.

(Remarques de Mme Stoops)

M. le président.- C'est moi qui préside, Mme Stoops, et qui donne la parole aux parlementaires qui la demandent. Si vous voulez qu'on interrompe le débat, c'est une possibilité, mais ce n'est pas ma façon de faire.

Wij willen graag nadenken over die kwesties. DéFI en de PS weigeren evenwel om de zaak te bespreken of hoorzittingen te organiseren.

De heer Christophe Magdalijns (DéFI).- Wij zijn helemaal niet tegen een debat.

De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- We zullen zien of dat uiteindelijk op de agenda komt. U gaat het debat wel degelijk uit de weg.

De voorzitter.- Gelieve rustig te blijven.

(Opmerkingen van mevrouw Stoops)

De voorzitter.- Mevrouw Stoops, als u iets wilt zeggen, gelieve dan het woord te vragen.

Partager
10:11 § 183 → Vidéo
Partager

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Sans vouloir polémiquer, à ma connaissance, dans les dix-neuf communes bruxelloises, il n'existe pas de majorité absolue.

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- À Auderghem, si.

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Bien sûr, mais on n'est pas dans le cas de figure où un bourgmestre ou un échevin est condamné.

(Remarques de M. Vervoort, ministre-président)

Il faut qu'on se laisse cette faculté à Bruxelles où, aujourd'hui, le cadre législatif nous contraint. Lorsque des ministres nous expliquent en séance plénière que la loi communale nous limite, je ne comprends pas que ce qui est possible dans d'autres Régions ne le soit pas à Bruxelles.

Au sujet du cas de figure qui nous occupe, si un bourgmestre ou un échevin est condamné dans une commune gérée par une majorité absolue, ce dispositif est beaucoup plus compliqué à activer, mais c'est très peu le cas à Bruxelles. Par ailleurs, je ne pense pas que, lors des prochaines élections, il y aura encore des majorités absolues.

De heer Hicham Talhi (Ecolo).- Voor zover ik weet, is er in geen enkele Brusselse gemeente een absolute meerderheid.

De heer Emmanuel De Bock (DéFI).- Dat is wel het geval in Oudergem.

De heer Hicham Talhi (Ecolo).- Inderdaad, maar daar hebben ze niet te maken met een burgemeester of schepen die veroordeeld is.

(Opmerkingen van minister-president Vervoort)

De regeringsleden beweren dat de mogelijkheden om in te grijpen beperkt zijn door de gemeentewet. Waarom zou in Brussel niet mogelijk zijn wat in andere gewesten wel kan? We moeten die mogelijkheid ook invoeren in Brussel.

Als een burgemeester of schepen in een gemeente met een absolute meerderheid wordt veroordeeld, ligt een motie van wantrouwen veel moeilijker, maar dat is in Brussel nauwelijks het geval. Ik denk overigens niet dat er na de volgende verkiezingen nog absolute meerderheden zullen zijn.

Partager
10:12 § 191 → Vidéo
Partager

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Pas plus que les autres, mon groupe ne refuse quelque débat que ce soit. Je dis simplement que ce dernier me semble mal posé.

Ensuite, je répète que la loi communale constitue une pyramide assez fragile. Enlever une pièce risque de déstabiliser tout l'édifice. Mais c'est un choix. Cette solution aurait permis de régler d'autres problèmes pour des bourgmestres absents de longue durée.

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Mijn fractie wijst het debat niet af. Ik uit enkel mijn bedenkingen.

De gemeentewet is evenwel een kwetsbaar bouwsel. Als we een stukje wegnemen, dreigt het onstabiel te worden. Dat is een keuze. Die zou evenwel ook een oplossing kunnen bieden voor situaties waarin burgemeesters om andere redenen langdurig afwezig zijn.

Partager
10:13 § 197 → Vidéo
Partager

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Je vais vous donner lecture de la réponse rédigée par mon collègue M. Bernard Clerfayt, qui est compétent en la matière.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Ik zal het antwoord van minister Bernard Clerfayt voorlezen.

Partager
10:14 § 199 → Vidéo
Partager

(verder in het Nederlands)

Minister Clerfayt zei begin oktober 2022 al in deze commissie, naar aanleiding van een vraag van mevrouw Sabbe, dat de parlementsleden geen vragen mogen stellen over de intenties van de regering en haar ook geen suggesties mogen doen.

De regering heeft niet de intentie om een onafhankelijk orgaan voor ongepast gedrag in het leven te roepen. Ik herinner u er trouwens aan dat in de Nieuwe Gemeentewet al maatregelen tot afzetting of ontslag zijn opgenomen, en dat die ten aanzien van een schepen of burgemeester kunnen gelden. Artikel 83 van de Nieuwe Gemeentewet biedt de regering de mogelijkheid een schepen te schorsen of af te zetten wegens kennelijk wangedrag of grove nalatigheid. Een beslissing van de regering om een schepen te schorsen of af te zetten, zou dus de nodige democratische legitimiteit hebben. Een onafhankelijk orgaan daarentegen zou noch representatief, noch bevoegd zijn. Het zou afbreuk doen aan het democratische karakter van de instellingen om aan dat orgaan de bevoegdheid te geven sancties op te leggen aan verkozenen.

De regering heeft evenmin de intentie om een gedragscode op te stellen voor de plaatselijke en de gewestelijke administraties. Ik zie de toegevoegde waarde van een dergelijke code niet, als men daarin enkel aan beginselen herinnert die reeds voor iedereen gelden. Het is bovendien juridisch onmogelijk om een gemeentelijk strafwetboek op te stellen. Dat zou immers betekenen dat er nieuwe normen zouden worden opgesteld voor handelingen die in het strafrecht al als strafbare feiten beschouwd worden.

Ten slotte, en tenzij ik me vergis, is het beroep waarnaar u verwijst niet aan de regering voorgelegd.

(poursuivant en néerlandais)

M. Clerfayt a déjà répondu à une question de Mme Sabbe début octobre que les parlementaires ne peuvent interroger le gouvernement sur ses intentions ou lui faire des suggestions.

Le gouvernement n’a pas l'intention de créer un organe indépendant pour les comportements inappropriés. Je rappelle par ailleurs que l’article 83 de la nouvelle loi communale lui permet de suspendre ou de révoquer un échevin pour inconduite notoire ou négligence grave. Une telle décision du gouvernement jouirait donc de la nécessaire légitimité démocratique, tandis qu'un organe indépendant ne serait ni représentatif ni compétent.

Le gouvernement n’a pas davantage l'intention d'établir un code de bonne conduite pour les administrations communales et régionales. Je n’en perçois pas la plus-value. Il est en outre juridiquement impossible d’établir un Code pénal communal.

Sauf erreur de ma part, l'appel auquel vous faites allusion n'a pas été soumis au gouvernement.

Partager
10:16 § 201 → Vidéo
Partager

Mevrouw Lotte Stoops (Groen).- Ik ben hier eigenlijk heel stil van geworden en ook een beetje emotioneel. We merken dat de commissievoorzitter zijn regels laat primeren op het reglement. Heel deze discussie maakt me ook heel erg duidelijk hoe belangrijk de vraag is hoe we dit probleem structureel gaan aanpakken.

We zullen iedereen echt nodig hebben om van de politiek een veilige plek te maken, want het is nu niet veilig. Uit de cijfers blijkt dat vrouwen en jongeren dit gremium sneller verlaten wegens bepaalde gedragingen. De helft van de parlementsleden is vrouw, maar vrouwelijke parlementsleden krijgen veel minder vaak het woord.

Ik heb de woorden 'onrechtvaardigheid' en 'China' horen vallen. Zeg dat maar eens tegen al die vrouwelijke en mannelijke slachtoffers die niet de gelegenheid hebben gehad om hun verhaal te doen.

Natuurlijk moeten we justitie zijn werk laten doen, maar het parlement is een wetgevend orgaan. Wij kunnen onderzoeken hoe mensen zich veiliger kunnen voelen in de politiek, zodat er een democratisch debat kan gevoerd worden waarbij iedereen te gepasten tijde het woord krijgt. Mochten er nog geen vrouwen in het parlement zitten, dan zou deze discussie zelfs niet gevoerd worden.

Ik vraag niet dat er een orgaan wordt ingesteld om sancties op te leggen. We moeten nagaan hoe we de situatie kunnen verbeteren.

Mme Lotte Stoops (Groen).- Le président de la commission fait primer ses propres règles sur le règlement. Il est important de savoir comment nous allons aborder ce problème structurellement.

La politique n'est pas un lieu sûr pour tout le monde, car les femmes et les jeunes quittent souvent ce milieu en raison de certains comportements.

Bien entendu, nous devons laisser la justice faire son travail. Le Parlement est cependant un organe législatif, capable d'analyser comment les gens peuvent se sentir plus à l'aise en politique, afin qu'un débat démocratique puisse être mené dans lequel chacun peut s'exprimer en temps voulu.

Je ne demande pas la création d'un organe pour imposer des sanctions, mais nous devons examiner comment nous pouvons améliorer la situation.

Partager
10:18 § 205 → Vidéo
Partager

In Vlaanderen zijn er organen opgericht die overleggen met deskundigen en vertegenwoordigers van alle partijen en die adviezen verstrekken, onder meer aan de bevoegde instantie betreffende mogelijke sancties.

Dit is volstrekt geen onbeduidende kwestie. Ik betreur dat mijn legitieme vraag nagenoeg als een fait divers wordt afgedaan, en er wordt voorbijgegaan aan de werkelijke inhoud en de structurele aard van de problematiek.

Mijn vraag ging niet over de individuele casus waar iedereen het over heeft, maar als we het er dan toch over hebben, wil ik er ook iets over kwijt. U zegt dat er allerlei mogelijkheden zijn om in te grijpen, bijvoorbeeld de vermoedelijke dader zijn bevoegdheden ontnemen, maar die kan dan nog wel steeds komen opdagen. Ik vraag me echt af of u ooit hebt gehoord van het woord 'intimidatie'. Er zijn heel veel manieren om slachtoffers of overlevers het leven moeilijk te maken en mensen ervan te overtuigen dat ze de zaak laten varen. Er zijn talrijke mogelijkheden om mensen die iets willen doen om de wereld een beetje te verbeteren, te ontmoedigen waardoor ze uiteindelijk afzien van elke vorm van actie.

En Flandre, des organes de concertation rassemblant des experts et des représentants de chaque parti donnent des avis, notamment au sujet de sanctions éventuelles.

Ma question est traitée comme un fait divers, en ignorant son véritable contenu et la nature structurelle de la problématique.

Quant au cas individuel dont il est question, je me demande si vous avez déjà entendu le mot « intimidation ». Il existe de nombreuses manières de décourager les gens qui veulent rendre le monde meilleur d'entreprendre une quelconque forme d'action.

Partager
10:19 § 207 → Vidéo
Partager

M. le président.- Madame Stoops, je me permets de vous signaler, sans volonté de polémiquer, que nous avons violé ensemble le règlement pour une minute vingt.

Mme Lotte Stoops (Groen).- C'est polémiquer, Monsieur De Wolf.

M. le président.- J'ai encore le droit de m'exprimer en tant que parlementaire, président de commission, juriste, et en tant qu'homme attaché par-dessus tout à la fonction parlementaire et à la justice.

J'ai toujours été de ceux qui pensent que le droit doit être au service de l'humain, et pas l'inverse. Lorsqu'un règlement existe, et que la discussion s'emballe autour d'une matière difficile, comme c'est le cas aujourd'hui, si j'avais appliqué le règlement et imposé le respect des temps de parole de manière stricte, il n'y aurait pas eu de débat et tout le monde aurait été frustré.

J'assume ce choix et je crois que d'aucuns le partagent, mais je respecte votre point de vue.

De voorzitter.- Mevrouw Stoops, ik wil geen polemiek creëren, maar we hebben samen het reglement met één minuut en twintig seconden overtreden.

Mevrouw Lotte Stoops (Groen).- Dat is nu net de polemiek!

De voorzitter.- Ik heb het recht om het woord te nemen als parlementslid, als commissievoorzitter, als jurist en als een man die bijzonder gehecht is aan de parlementaire werking en het recht. Het recht moet de mens dienen en niet andersom.

Het parlement heeft een reglement, maar als een discussie over een moeilijk onderwerp hoog oploopt, zoals vandaag het geval is, zou er geen debat zijn geweest als ik de regels over de spreektijd strikt had toegepast.

Partager
10:20 § 219 → Vidéo
Partager

Mme Leila Lahssaini (PTB).- Tout d'abord, il faut se demander si un échevin qui commet un acte grave ou en est accusé doit faire un pas de côté, notamment pour la sérénité des débats au sein du conseil communal. Il est particulièrement gênant qu'un échevin qui n'a plus de compétences et n'assiste plus aux réunions « bloque » un siège. C'est une voix de perdue.

À d'autres niveaux de pouvoir, il est possible d'écarter la personne par un vote, dans certains cas, du moins. La réponse de M. Clerfayt laisse entendre que, malgré ce qui a toujours été dit à Schaerbeek, la loi communale aurait pu être invoquée pour considérer qu'il s'agit d'une inconduite notoire et écarter cet échevin.

Mevrouw Leila Lahssaini (PTB).- Het lijkt mij beter voor de sereniteit in de gemeenteraad als een schepen die van een ernstig feit wordt beschuldigd, een stap opzij zet. Als een schepen die geen bevoegdheden meer heeft een zetel 'blokkeert', dan is dat een verloren stem.

Het antwoord van de heer Clerfayt suggereert dat, ondanks wat altijd in Schaarbeek is gezegd, de Nieuwe Gemeentewet had kunnen worden ingeroepen om de schepen opzij te zetten.

Partager
10:22 § 221 → Vidéo
Partager

Je soulève un deuxième point plus global sur la présomption d'innocence. Il s'agit, bien sûr, d'un principe de base indispensable dans notre système judiciaire : cela signifie qu'un juge, avant qu'une personne ne comparaisse devant lui, ne doit pas avoir déjà décidé de son éventuelle culpabilité. Cela signifie aussi que, dans un procès pénal, il faut vérifier si l'enquête a été menée à charge et à décharge lorsqu'un juge d'instruction est désigné. Il s'agit de trouver tous les éléments du dossier, mais, souvent, le procureur ne recherche que les éléments à charge. Le rôle de l'avocat est donc d'apporter les différents éléments qui permettent de comprendre la situation. Un juge ne doit pas préjuger et il faut pouvoir apporter tous les éléments qui permettent de décider si une personne est coupable. C'est cela la justice.

La politique, c'est autre chose. Chers collègues, je vous invite à lire un ou plusieurs auteurs féministes, car ce sont des questions que l'on se pose depuis des années. Nous ne découvrons pas ici la présomption d'innocence, mais, en tant que progressistes et féministes, nous nous demandons comment cet élément essentiel peut être ménagé, tout en donnant la parole aux victimes dans la pratique.

Le cas évoqué est un bon exemple permettant de faire la distinction entre le politique et le judiciaire, entre les règles qui concernent le conseil communal et celles qui concernent l'aspect judiciaire.

Het vermoeden van onschuld is een onmisbaar basisprincipe in ons rechtsstelsel: het betekent dat een rechter geen vooroordelen over de schuld of onschuld van een persoon mag hebben en dat de beschuldigde de kans moet krijgen om elementen in zijn voordeel aan te voeren. Dat is waar justitie om draait.

Politiek is iets anders. Deze zaak is een goed voorbeeld van het onderscheid tussen de politieke regels die in de gemeenteraad gelden en de gerechtelijke procedures.

Partager
10:24 § 223 → Vidéo
Partager

Je suis étonnée par les propos de M. Ghyssels. Après avoir entendu la très bonne explication de la différence entre présomption d'innocence et politique de Martin Casier sur BX1, je m'étais dit que le PS avait un peu évolué et qu'il avait compris. Dès lors, je suis surprise d'entendre à nouveau les mêmes arguments. Nous y avons déjà répondu, et de nombreuses personnes ont déjà étudié cette distinction.

Ne vous inquiétez pas pour la présomption d'innocence, elle sera respectée pour tous les échevins.

M. le président.- Madame Lahssaini, il faut en terminer. Vous vous êtes exprimée, vous avez fait du droit et on est sortis du contexte. La présomption d'innocence, d'aucuns la connaissent aussi, indépendamment de votre exposé.

Mme Leila Lahssaini (PTB).- Merci, Monsieur De Wolf. Je sens que le sujet vous touche. Il n'y a pas de problème par rapport à la justice : tout le monde la respecte. Ce n'est pas le problème ici.

M. le président.- Ce sont des sujets qui me concernent depuis mon adolescence, mais je ne suis pas plus ou moins touché que d'autres intervenants, rassurez-vous.

Ik ben verrast door de woorden van de heer Ghyssels, gelet op de zeer goede uitleg die ik van zijn partijgenoot Casier heb gehoord op BX1 over het verschil tussen het vermoeden van onschuld en de politieke belangen. U hoeft zich geen zorgen te maken over het vermoeden van onschuld. Dat zal voor alle schepenen worden gerespecteerd.

De voorzitter.- Mevrouw Lahssaini, we moeten afronden. Bovendien zijn we afgedwaald.

Mevrouw Leila Lahssaini (PTB).- Dat de rechtsgang wordt gerespecteerd, is blijkbaar een onderwerp dat u raakt.

De voorzitter.- Het houdt mij al sinds mijn tienerjaren bezig, maar ik ben niet meer of minder geraakt dan andere sprekers.

Partager
10:25 § 231 → Vidéo
Partager

M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Concernant la présomption d'innocence, je rejoins l'exposé de Mme Lahssaini. N'oublions pas qui est concerné par la présomption d'innocence.

Ensuite, Monsieur le Ministre-Président, depuis quelque temps, nous interrogeons régulièrement le gouvernement sur l'idée de lier la rémunération d'un mandataire à son taux de présence aux réunions du collège. Je ne sais pas si c'est forcément une bonne idée, j'aurais même tendance à dire que non, mais j'ai posé néanmoins la question à M. Clerfayt, qui a partagé mon point de vue. Aujourd'hui, j'entends que DéFI veut remettre cette question sur la table. Que les députés de ce groupe discutent avec leur ministre, alors ! S'il y a du retard, c'est alors à cause d'un ministre. Je demande que les responsables soient identifiés.

J'en arrive à la stabilité des collèges et conseils communaux. Notre commission pourrait justement plaider utilement pour davantage de stabilité. En effet, ces cinq dernières années nous ont montré que certains conseils communaux et collèges étaient victimes d'instabilité. Nous devons donc mener une réflexion sur le sujet. J'ignore quelles en seront les conclusions, mais donnons-nous au moins la possibilité d'avancer sur cette question.

Je tiens à rappeler que le retrait des compétences n'est pas une sanction, Monsieur Ghyssels. Cette mesure ne figure d'ailleurs pas dans les compétences de la nouvelle loi communale. Il s'agit d'un simple usage. Les compétences sont réparties entre les membres du collège et, si à un moment, un échevin exprime le souhait de se recentrer sur le terrain et de confier certaines de ses compétences à ses collègues, c'est possible. Donnons-nous donc le temps de réfléchir à ces questions.

De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Ik ben het eens met mevrouw Lahssaini wat het vermoeden van onschuld betreft.

Wij vragen de regering al enige tijd om de bezoldiging van mandatarissen te koppelen aan hun aanwezigheid op de collegevergaderingen. Ik heb dat verzoek voorgelegd aan de heer Clerfayt, die mijn mening deelt. Vandaag wil DéFI de kwestie opnieuw op tafel leggen. De partij zou beter eerst met haar minister overleggen.

De commissie zou kunnen nadenken hoe de stabiliteit van de gemeentebesturen kan worden gewaarborgd, aangezien die de laatste vijf jaar te wensen overliet.

De intrekking van bevoegdheden is geen sanctie en staat ook niet in de Nieuwe Gemeentewet, mijnheer Ghyssels, maar is een praktijk waarover overeenstemming heerst.

Partager
10:27 § 233 → Vidéo
Partager

Enfin, Monsieur le Ministre-président, je vous repose mon unique question : où en est votre réflexion au sujet des articles 82 et 83 ? M. Clerfayt avait annoncé que vous avanceriez dans les jours qui viennent, vous parlez de semaines. Deviendront-elles des mois ou des années ? Avouez que vous n'aboutirez à rien ! Il suffit de consulter un juriste et de demander une analyse pour confirmer que vous êtes dans un cul-de-sac.

Hoever staat de reflectie over de artikelen 82 en 83? Volgens de heer Clerfayt zou u daar de komende dagen werk van maken, maar u spreekt over weken. Waarom geeft u niet gewoon toe dat u zich in een impasse bevindt?

Partager
10:28 § 237 → Vidéo
Partager

M. le président.- J'aimerais apporter mon éclairage de juriste sur une question que vous évoquez.

M. Ahmed Mouhssin (Ecolo).- Dans ce cas, il me paraît utile que vous cédiez la présidence.

(M. Ahmed Mouhssin, troisième vice-président, reprend place au fauteuil présidentiel)

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- Est-ce vraiment à M. Mouhssin de présider, si vous lui répondez ?

(Rires)

Vous n'allez pas faire la police de la séance, alors que vous êtes pris à partie. Un vote me paraît nécessaire. Je mets en cause votre présence au fauteuil présidentiel.

M. le président.- C'est moi qui préside la séance et je trouve votre comportement ridicule. Je tiens à rappeler qu'un membre de la commission s'adresse à la commission !

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- Vous offrez un spectacle affligeant, indigne du Parlement bruxellois, par votre action, et même humiliant à l'égard de M. De Wolf !

M. le président.- Il n'y a rien d'humiliant. M. De Wolf a intelligemment accepté de me céder la présidence, comme le veut l'usage. Vous pouvez poser la question aux services, cette manière de fonctionner est normale.

Si M. De Bock le permet, je demande donc à M. De Wolf de s'adresser à la commission dans son ensemble et non à un commissaire en particulier. Ainsi, le problème soulevé par M. De Bock sera résolu.

M. Vincent De Wolf (MR).- Je voulais simplement éclairer la commission sur les propos d'un membre de la commission. Lorsque l'on retire les compétences d'un échevin à la suite d'une renégociation politique, il n'y a aucune sanction. Si c'est en raison de comportements spécifiques de l'échevin, le Conseil d'État a estimé que les droits de la défense sont violés s'il n'est pas entendu et que la procédure n'est alors pas respectée. Dans ce cas, c'est une sanction. C'est tout ce que je souhaitais dire. Nous aurions pu nous épargner toutes ces gesticulations.

(M. Vincent De Wolf, deuxième vice-président, reprend place au fauteuil présidentiel)

De voorzitter.- Ik wil graag mijn standpunt als jurist geven.

De heer Ahmed Mouhssin (Ecolo).- In dat geval denk ik dat het nuttig is dat u het voorzitterschap overdraagt.

(De heer Ahmed Mouhssin, derde ondervoorzitter, treedt opnieuw als voorzitter op)

De heer Emmanuel De Bock (DéFI).- Is het wel een goede keuze om het voorzitterschap aan de heer Mouhssin over te dragen als u op zijn betoog reageert?

(Gelach)

De voorzitter.- Uw houding is belachelijk.

De heer Emmanuel De Bock (DéFI).- Het is eerder uw vertoning die een parlement onwaardig is en vernederend is voor de heer De Wolf.

De voorzitter.- Het is niet meer dan een gebruikelijke procedure.

Ik zou de heer De Wolf willen vragen zich niet tot een enkel commissielid te richten, maar de commissie als geheel toe te spreken. Op die manier is het probleem opgelost.

De heer Vincent De Wolf (MR).- Wanneer de bevoegdheden van een schepen worden ingetrokken als gevolg van nieuwe politieke onderhandelingen, is er geen sprake van een sanctie. Als ze daarentegen worden ingetrokken wegens het gedrag van de betrokken schepen, heeft de Raad van State geoordeeld dat de rechten van de verdediging worden geschonden als hij niet wordt gehoord. In dat geval gaat het wel om een sanctie.

(De heer Vincent De Wolf, tweede ondervoorzitter, treedt opnieuw als voorzitter op)

Partager
10:31 § 269 → Vidéo
Partager

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Madame Stoops, je n'avais pas perçu que le débat portait sur la place des femmes en politique. Je pensais que nous abordions un principe général, et non un cas spécifique dans une commune bruxelloise.

Une autre intervenante a donné l'exemple d'un échevin soupçonné de corruption plutôt que de harcèlement sexuel. D'autres cas auraient pu être évoqués, comme un détournement ou un accident de roulage.

Indépendamment du contexte, j'entends défendre le principe de la présomption d'innocence, qui est bien plus large à mon sens que celui qui est évoqué ici, dans le cadre de la leçon de droit qui nous est donnée sur la présomption d'innocence en droit judiciaire. Ce principe permet à un travailleur de ne pas être révoqué sans motif en cas d'instruction pénale à son encontre, et impose à l'employeur d'envisager avec beaucoup de prudence un éventuel licenciement.

Le PTB entend mettre tous ces principes à mal. Cela m'inquiète pour certains travailleurs, dont les mandataires politiques puisque, en définitive, un échevin est aussi un travailleur du conseil communal.

En cas de plainte à l'encontre d'un policier, celui-ci est éventuellement suspendu dans l'intérêt du service, mais avec maintien de son salaire. De plus, le collège de police engage la responsabilité de la zone en cas de suspension d'une partie du traitement.

La présomption d'innocence est un principe général auquel je suis très attaché, qui dépasse le cadre judiciaire. Il faut éviter de tout mélanger, et donner les moyens à notre système judiciaire d'être plus rapide et de remplir pleinement son rôle.

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Mevrouw Stoops, ik dacht dat we het over een algemeen principe hadden en niet over een specifiek geval in een Brusselse gemeente.

Ongeacht de context moet het beginsel van het vermoeden van onschuld worden nageleefd. Dat betekent dat een werknemer niet zonder reden mag worden ontslagen als er een strafrechtelijk onderzoek tegen hem loopt.

De PTB wil dat beginsel ondermijnen. Dat baart mij zorgen, want een schepen is immers ook een werknemer van de gemeente.

Het vermoeden van onschuld is een algemeen beginsel waaraan ik zeer gehecht ben en dat het gerechtelijke kader overstijgt. We moeten het gerechtelijke apparaat vooral de middelen geven om sneller op te treden.

Partager
10:33 § 271 → Vidéo
Partager

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- Je souhaite réagir à la réponse du ministre-président et à la prise à partie avec M. Mouhssin concernant notamment le taux de présence et la rémunération. Sur cette question, il m'a en effet directement cité, ainsi que le ministre de tutelle, membre de mon parti.

Je ne comprends pas ! Il y a, chez Ecolo, de bons et de mauvais débats. Lier la rémunération au taux de présence, c'est une bonne chose au Parlement et dans les conseils communaux, mais pas pour les bourgmestres et échevins ! C'est un débat. M. Clerfayt n'a pas tenu les propos que vous lui prêtez. Il a dit « je ne crois pas que... » et « je n'ai pas entendu le Parlement m'inviter à faire un travail en ce sens », mais il n'a pas porté de jugement de valeur complet sur le fait que l'on ne pouvait pas dupliquer le système qui existe pour les parlementaires.

Il me semble que, pour le commun des mortels, lier la rémunération des uns et des autres au taux de présence n'est pas un mauvais débat. Vous me faites le procès d'intention d'avoir, comme vous, envie de le mettre à l'agenda politique à cette occasion-ci. Cela permettrait d'ailleurs de rencontrer un certain nombre de préoccupations, puisqu'en l'occurrence, la personne s'est écartée ou a été écartée. Quand elle est écartée, elle ne touche pas l'entièreté de son salaire.

Le fait que, lorsque les parlementaires sont malades, ils touchent 100 % de leur indemnité, peu importe la durée de leur absence, a en effet quelque chose d'indécent. Peut-être le système qui existe dans le secteur privé, qui place les gens à partir d'un certain moment à charge de la mutualité, est-il envisageable. Cela aurait évité une situation comme celle du bourgmestre forestois qui ne siégeait pas. Monsieur Mouhssin, là aussi, c'est l'inconduite notoire. Avoir des élus qui siègent quand ils ont été élus ou qui démissionnent quand ils ne sont pas capables d'assumer leur charge relève davantage de la responsabilité personnelle que de la responsabilité politique.

De heer Emmanuel De Bock (DéFI).- Mijnheer Mouhssin, Ecolo is niet altijd even consequent. Zo vindt u de koppeling van de bezoldiging van de mandatarissen aan hun aanwezigheid op de vergaderingen een goede zaak in het parlement en de gemeenteraden, maar niet voor burgemeesters en schepenen. Het is geen slecht idee om de bezoldiging van mandatarissen te koppelen aan hun aanwezigheid. Waarom verwijt u mij dat ik dit punt net als u op de politieke agenda wil zetten?

In dit geval heeft de persoon een stap opzij gezet of werd dat voor hem beslist, waardoor hij niet langer zijn volledige salaris ontvangt.

Het feit dat parlementsleden hun volledige vergoeding krijgen wanneer ze ziek zijn, ongeacht de duur van hun afwezigheid, heeft iets onfatsoenlijks. Misschien moet het systeem worden overgenomen dat in de privésector wordt toegepast, zodat zieke mandatarissen vanaf een bepaald ten laste komen van het ziekenfonds. Op die manier zou de langdurige afwezigheid van de burgemeester van Vorst niet tot problemen hebben geleid.

Partager
10:35 § 273 → Vidéo
Partager

Monsieur Mouhssin, à travers vos propos sur la nouvelle loi communale, je pense que vous avez oublié votre engagement envers la déclaration de gouvernement. Nous n'avons pas voulu, au Parlement bruxellois, reproduire la décision de la Flandre et la Wallonie en matière de mise en méfiance collective ou individuelle des collèges des bourgmestre et échevins.

Notre Région fonctionne selon un système différent, en raison notamment de la spécificité bruxelloise et de la présence ou non d'un échevin surnuméraire néerlandophone qui soulève aussi de nombreuses questions. Nous n'avons pas voulu participer à ce que d'aucuns ont qualifié ici d'instabilité politique. Quand on voit, dans certaines communes, l'instabilité politique générée par une mise en méfiance collective ou individuelle, mieux vaut y réfléchir à deux fois. Je ne voudrais pas qu'il y ait ici, comme dans le cas de la friche Josaphat, une volonté par la bande de faire ce qui n'est pas prévu dans la déclaration gouvernementale ou de remettre en cause ce qui y figure.

(Rumeurs)

Mijnheer Mouhssin, u mag uw engagement ten aanzien van het regeerakkoord niet vergeten. Wij hebben beslist om het voorbeeld van Vlaanderen en Wallonië niet te volgen en geen collectieve of individuele motie van wantrouwen in te voeren. Door het specifieke karakter van het Brussels Gewest en de toevoeging van een extra Nederlandstalige schepen, volgen wij een ander systeem. Bovendien willen wij politieke instabiliteit voorkomen.

(Rumoer)

Partager
10:36 § 281 → Vidéo
Partager

Mevrouw Lotte Stoops (Groen).- Ik heb al veel dingen moeten horen, maar over dit dossier en dat van het Josaphatterrein begint het debat nu echt wel uit de hand te lopen. Omdat de heer Ghyssels me bij naam heeft genoemd, neem ik opnieuw het woord. Ik wil zijn angst wegnemen, of dat in elk geval proberen, en hem aansporen om mijn vragen nog eens goed na te lezen. Ik heb het namelijk echt enkel over het structurele aspect gehad. Ook onderstreepte ik dat het politieke leven instabiel zou kunnen worden als colleges niet meer naar behoren functioneren enzovoort.

Het debat leeft. Een moedige schepen heeft de bal aan het rollen gebracht, omdat zij - in feite net als de beschuldigde - niet bang hoefde te zijn om haar loon te verliezen. Nu vragen we een veilig kader voor politiek verkozenen, maar natuurlijk vragen we dat ook voor iedereen die in het politieke bedrijf werkt. Ook politieke medewerkers hebben met dergelijke problemen te maken. Volgens mij onderschat u allen, collega's, hoezeer die wonden worden opengereten door alles wat hier vandaag wordt gezegd. Velen hebben niet durven spreken.

Ik kom zelf uit de filmwereld. De MeToo-toestanden van de cinema heb ik van heel dichtbij meegemaakt. MeToo is overal, ook in het leger, in de sport, in de academische wereld enzovoort. Het debat blijft leven, en wij zullen er een antwoord op moeten bieden. De storm zal niet zomaar gaan liggen.

- Het incident is gesloten.

Mme Lotte Stoops (Groen).- Le débat commence vraiment à déraper sur ce dossier et sur celui du site Josaphat. Pour apaiser ses craintes, j’invite M. Ghyssels à relire mes questions, car je n'ai parlé que de l'aspect structurel. J'ai aussi souligné que la vie politique pouvait devenir instable si les collèges ne fonctionnaient plus correctement.

Nous demandons un cadre sûr non seulement pour les élus, mais pour toute personne travaillant dans le monde politique. Je pense que vous tous, chers collègues, sous-estimez à quel point ce qui a été dit ici aujourd'hui rouvre les blessures. Beaucoup n'ont pas osé parler.

#MeToo est partout, y compris dans l'armée, dans le sport, etc. Le débat est toujours d'actualité et nous devrons y répondre.

- L'incident est clos.

Partager
10:39 § 285 → Vidéo
Partager

Mondelinge vraag van mevrouw Bianca Debaets

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de strijd tegen criminaliteit via een voorspellende computertool.

Question orale de Mme Bianca Debaets

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant la lutte contre la criminalité au moyen d'un outil informatique prédictif.

Partager
10:39 § 287 → Vidéo
Partager

Mevrouw Bianca Debaets (cd&v).- Veel experts bevestigen dat je op het vlak van veiligheid veel beter kunt inzetten op preventie dan op repressie.

Naast alles wat er gebeurt in samenwerking met verenigingen, jeugdcentra, gemeentelijke preventiediensten, stewards enzovoort, is het zeker zinvol om in het Brussels Gewest studies en werk in verband met preventie ruimschoots te accentueren, in het bijzonder wanneer het gaat om het terugdringen van criminaliteit, agressie of straatintimidatie. Dat zijn fenomenen waarmee we in Brussel helaas vaak geconfronteerd worden.

Sommige landen of buitenlandse regio’s werken met een computertool die criminaliteit gedeeltelijk kan voorspellen op basis van algoritmen. Dat alles is gebaseerd op objectieve indicatoren, zoals de misdaadgraad of de lijst met plaatsen waar criminaliteitsproblemen zeer problematisch zijn. De software produceert een lijst met plaatsen en tijdstippen waarop incidenten verwacht kunnen worden. Ze helpt politiediensten enorm doordat die meer middelen op risicovolle locaties kunnen inzetten.

Mme Bianca Debaets (cd&v).- De nombreux experts estiment qu'en matière de sécurité, il vaut mieux miser sur la prévention que sur la répression. Dès lors, il est judicieux de mettre l'accent sur les études et les travaux liés à la prévention en Région bruxelloise.

Certains pays utilisent un outil informatique de prédiction de la criminalité sur la base d'algorithmes et d'indicateurs objectifs. Cet outil extrêmement utile permet aux forces de police de déployer davantage de ressources aux endroits à haut risque.

Partager
10:41 § 289 → Vidéo
Partager

Werken safe.brussels of bepaalde politiezones in Brussel al met dergelijke software? Kunt u daar wat meer details over geven?

Zijn er al contacten gelegd met buitenlandse preventie- of politiediensten om informatie over dat soort software te verkrijgen?

Welke methodes gebruiken safe.brussels of de politiezones om de risico's in kaart te brengen als zij niet met dergelijke software werken? Welke objectieve gegevens gebruiken zij daarvoor?

Wordt er samengewerkt met de Brusselse buurtinformatienetwerken of de LISA-contactpunten om dat soort preventie te verfijnen of te verbeteren?

Les zones de police bruxelloises utilisent-elles déjà un tel logiciel ?

Des contacts ont-ils déjà été pris avec des services de prévention ou de police étrangers pour obtenir des informations sur ce type de logiciel ?

Comment les zones de police qui n'utilisent pas ce type de logiciel procèdent-elles pour déterminer les risques ?

Partager
10:42 § 291 → Vidéo
Partager

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Het gaat hier over processen van de politie en ik kan u enkel informeren over informatie die de politiezones en de federale politie willen delen.

Zowel de federale gerechtelijke politie van Brussel als de Brusselse lokale politiezones werken strategische en operationele analyses uit. De strategische analyses gaan over de trends en de werking van de criminaliteit in het algemeen of over een bepaald type feit. De operationele analyses dienen ter ondersteuning van de onderzoekers in het kader van een bepaald gerechtelijk dossier.

In de praktijk wordt politionele informatie verrijkt door die te vergelijken met andere databronnen. Na een menselijke analyse komt men tot beeldvorming en beleid. Een voorbeeld is het Brussels Actieplan inzake drugs en druggerelateerd geweld in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat voorziet in een integrale en multidisciplinaire aanpak van geïdentificeerde daders binnen een bepaalde zone.

Momenteel wordt er bij de federale gerechtelijke politie van Brussel nog niet gewerkt met 'voorspellende' algoritmen, waarbij er verbanden worden gezocht tussen de politionele data om op basis daarvan voorspellingen te doen en beslissingen te nemen. Het gebruik van dergelijke algoritmen zal vermoedelijk wel als een module opgenomen worden in het toekomstige project i-Police ter vervanging van de algemene databank van de politie.

Ten slotte is er geen enkel lokaal veiligheidscontactpunt dat zulke instrumenten gebruikt of ontwikkelt. Zo'n contactpunt is bedoeld om zowel de informatiedoorstroming tussen de veiligheids- en preventieactoren als de begeleiding van de burgers te optimaliseren. De locatie ervan wordt telkens gekozen op basis van gekende of mogelijke buurtproblemen.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Tant la police judiciaire fédérale de Bruxelles que les zones de police locale procèdent à des analyses stratégiques et opérationnelles qui aident les enquêteurs dans le cadre de dossiers particuliers.

En pratique, l'information policière est enrichie grâce à une confrontation à d'autres sources de données, ce qui débouche ensuite sur une politique concrète.

Actuellement, la police judiciaire fédérale de Bruxelles n'utilise pas encore d'algorithmes prédictifs, mais l'utilisation de tels algorithmes sera probablement incluse dans le futur projet i-Police, qui remplacera la banque de données générale de la police.

Enfin, aucune antenne de sécurité locale n'utilise de tels outils. L'objectif de ces antennes est d'optimiser les flux d'information entre acteurs de la sécurité et de la prévention ainsi que l'accompagnement des citoyens.

Partager
10:44 § 293 → Vidéo
Partager

Mevrouw Bianca Debaets (cd&v).- Kunt u uitleggen waarom de gewestelijke diensten die software nog niet gebruiken? Uit buitenlandse voorbeelden blijkt immers dat het systeem goed werkt. U verwijst naar het project van de federale politie, maar ook safe.brussels en de lokale politiezones zouden daar baat bij hebben.

Er zijn heel wat incidenten, zoals uit de hand lopende betogingen of rellen op oudejaarsavond, die vrij voorspelbaar waren, maar waar niet op is geanticipeerd. Het gebruik van dat soort software, dat een vorm van artificiële intelligentie is, zou zeker ook nuttig kunnen zijn voor de veiligheidsdiensten. Ik kan u alleen maar aanmoedigen om dat binnen safe.brussels te bekijken. Ik zal de vraag ook stellen in de politiezone waarin ik zitting heb.

- Het incident is gesloten.

Mme Bianca Debaets (cd&v).- Pourquoi les services régionaux n'utilisent-ils pas encore ce logiciel ? Les exemples étrangers montrent en effet que le système fonctionne bien.

Ce type d'outil pourrait certainement être utile aux services de sécurité également. Je ne peux que vous encourager à consulter safe.brussels à cet égard.

- L'incident est clos.

Partager
10:45 § 299 → Vidéo
Partager

Mondelinge vraag van mevrouw Bianca Debaets

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

en aan mevrouw Elke Van den Brandt, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid,

betreffende de resultaten van de laatste nationale Veiligheidsmonitor.

Question orale de Mme Bianca Debaets

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

et à Mme Elke Van den Brandt, ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargée de la Mobilité, des Travaux publics et de la Sécurité routière,

concernant les résultats du dernier Moniteur de sécurité national.

Partager
10:45 § 301 → Vidéo
Partager

Mevrouw Bianca Debaets (cd&v).- Onlangs hebben we de resultaten van de Veiligheidsmonitor 2021, inmiddels de tiende editie, vernomen. De Veiligheidsmonitor is een grootschalige enquête van de federale politie, waarvoor die samenwerkt met de lokale politie, de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken en de lokale overheden. De enquête gaat over buurtproblemen, het onveiligheidsgevoel en de politiewerking.

De belangrijkste buurtproblemen gaan over verkeersoverlast. Opvallend is dat agressief verkeersgedrag in Brussel volgens de burgers tot meer overlast leidt dan in de andere gewesten. Aan verkeersagressie stoort 60% van de Brusselaars zich, tegenover 38% in Vlaanderen en 57% in Wallonië. Brussel steekt er dus ver bovenuit. Dat hoeft ons niet te verbazen, want we weten dat onveiligheid en agressie in het verkeer voor heel veel Brusselaars hinderlijk en gevaarlijk zijn.

Andere buurtproblemen zijn samenscholingen en drugs- en alcoholgebruik: 35% van de Brusselaars stoort zich daaraan.

Zowel verkeersproblemen als overlast door middelengebruik dragen bij tot het onveiligheidsgevoel waarover de ondervraagden rapporteren. Ook dat onveiligheidsgevoel is licht gestegen.

Hebt u, of hebben safe.brussels of Brussel Mobiliteit deelgenomen aan de totstandkoming van de Veiligheidsmonitor 2021? Op welke manier en met welke middelen?

Hebt u of hebben uw diensten de gedetailleerde resultaten van de Veiligheidsmonitor 2021 ontvangen en bestudeerd? Werden de resultaten besproken met de politiezones en Brulocalis? De Conferentie van Burgemeesters is op dat vlak ook een belangrijk orgaan.

Waarom liggen de cijfers in het Brussels Gewest veel hoger dan in de twee andere gewesten? Hoe reageert de regering op dat grote verschil? U hebt de steun van de rest van de regering nodig en in het bijzonder die van minister Van den Brandt, die bevoegd is voor verkeersveiligheid.

Werden er op basis van de laatste editie van de Veiligheidsmonitor specifieke opdrachten toebedeeld aan safe.brussels en Brussel Mobiliteit? Welke? Welke maatregelen hebben ze de afgelopen twee jaar getroffen, die een invloed hebben op de omvang van de problemen, in het bijzonder de verkeersagressie en -onveiligheid, maar ook de drugsoverlast en het onveiligheidsgevoel?

Mme Bianca Debaets (cd&v).- Nous avons récemment pris connaissance des résultats du moniteur de sécurité 2021, cette enquête qui porte sur les problèmes de voisinage, le sentiment d'insécurité et le fonctionnement de la police.

Les principaux problèmes de voisinage observés sont les nuisances dues à la circulation et à la consommation de drogues et d'alcool. Toutefois, l'élément frappant qui ressort du moniteur est le comportement agressif des automobilistes, qui entraîne davantage de nuisances à Bruxelles que dans les autres Régions.

Avez-vous participé à la rédaction du moniteur de sécurité 2021 ? Avez-vous reçu et étudié les résultats détaillés du moniteur de sécurité 2021 ?

Pourquoi les chiffres de la Région bruxelloise sont-ils beaucoup plus élevés qu'ailleurs ? Comment le gouvernement réagit-il à ce constat ?

Sur la base de la dernière édition du moniteur, des missions spécifiques ont-elles été confiées à safe.brussels et à Bruxelles Mobilité ?

Avez-vous pris des mesures influant sur l'ampleur des problèmes constatés ?

Partager
10:49 § 303 → Vidéo
Partager

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Ik zal de aspecten die onder de bevoegdheid van minister Van den Brandt vallen, in mijn antwoord opnemen.

De Veiligheidsmonitor 2021 werd opgesteld door de federale politie in samenwerking met de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en de lokale overheden. Als Brusselse gewestelijke instelling van openbaar nut werd safe.brussels niet gevraagd om mee te werken aan de realisatie van die nationale enquête, maar het ontving er wel de resultaten van. Brussel Mobiliteit werd evenmin betrokken bij het initiatief, maar heeft wel kennisgenomen van de resultaten.

Over het veiligheidsgevoel van de Brusselse bevolking voert safe.brussels jaarlijks een gewestelijke veiligheidsenquête. Daarin worden het veiligheidsgevoel en het slachtofferschap van de Brusselse bevolking onderzocht. Ze richt zich afwisselend op een van de twee volgende doelgroepen: enerzijds de inwoners, de pendelaars en de toeristen en anderzijds de bedrijven die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevestigd zijn.

De enquête voor 2020 - waarvan de resultaten in 2021 geanalyseerd en in 2022 bekendgemaakt werden - waren gewijd aan de eerste doelgroep, in de bijzondere context van het begin van de gezondheidscrisis. Tegelijk met de analyse van die resultaten is safe.brussels in 2021 gestart met het opstellen van de gewestelijke veiligheidsenquête gericht op de Brusselse bedrijven. De resultaten van die enquête werden in 2022 geanalyseerd en zullen in 2023 bekendgemaakt worden.

Tot slot ging in 2022 voor de derde keer een gewestelijke veiligheidsenquête van start die gericht is op de inwoners, de pendelaars en de toeristen. Die loopt momenteel nog. Ik heb een begeleidingscomité aangesteld om na te gaan hoe het project evolueert. De federale politiediensten die belast zijn met de Veiligheidsmonitor zijn lid van dat comité.

Gezien de grote verschillen tussen de drie gewesten op het vlak van dichtheid, verstedelijking en leeftijdsverdeling van de burgers is een vergelijking niet echt relevant. De problemen van de grote steden van ons land vertonen zonder twijfel meer onderlinge overeenkomsten dan die van de drie gewesten in hun geheel beschouwd. De bedoeling van de peiling is om een specifiek overzicht te krijgen voor elk gewest, elke type gemeente en elke politiezone, om het beleid beter op de doelgroepen te kunnen afstemmen.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- En tant qu'organisme régional d'intérêt public, safe.brussels n'a pas été invité à participer à la réalisation de cette enquête nationale, mais il en a reçu les résultats. Il en va de même pour Bruxelles Mobilité.

Safe.brussels mène chaque année une enquête régionale sur la sécurité, qui se concentre sur les habitants, les navetteurs et les touristes, d'une part, et les entreprises établies dans la Région, d'autre part. En 2021, safe.brussels a commencé à préparer l'enquête régionale sur la sécurité ciblant les entreprises bruxelloises. Les résultats de cette enquête seront publiés en 2023. Enfin, la troisième enquête régionale sur la sécurité des habitants, des navetteurs et des touristes a débuté en 2022. J'ai nommé un comité d'accompagnement chargé d'examiner l'évolution du projet.

En raison des nettes différences entre les trois Régions en matière de densité, d'urbanisation et de répartition par âge de la population, une comparaison n'est pas vraiment pertinente. L'objectif de l'enquête est d'obtenir une vue d'ensemble pour chaque Région, chaque type de commune et chaque zone de police, afin de mieux cibler les politiques.

Partager
10:51 § 305 → Vidéo
Partager

Inzake de verkeersproblematiek komen in de enquête de onderwerpen onaangepaste snelheid, hinderlijk parkeren, agressief rijgedrag, hinder door vrachtwagens, hinder veroorzaakt door steps of fietsen en verkeersongevallen aan bod. De enquête bevat geen enkele vraag over verkeershinder veroorzaakt door wagens of brom- en motorfietsen. Die hinder is nochtans een zeer reëel gegeven, vooral in een stedelijk gebied.

Het is niet verwonderlijk dat onaangepaste snelheid voor 67% van de respondenten in meerdere of mindere mate een probleem vormt. De bezorgdheid van de burgers wordt volledig gedeeld door de gewestelijke verkeersveiligheidsexperts. Snelheid is bij ongevallen immers zowel een oorzaak als een verzwarende factor.

Snelheidsverlaging vormt een centraal thema in het Gewestelijk Actieplan verkeersveiligheid 2021-2030. Het thema is opgenomen in de programma's 'safe system', 'safe street' en 'safe speed'. De stad 30 vormt op dat vlak een speerpunt. Brussel Mobiliteit is via de cel Verkeersveiligheid de belangrijkste speler op dat gebied. In totaal staat safe.brussels als partner vermeld in acht actiefiches uit het Gewestelijk Actieplan verkeersveiligheid, voor alle of een deel van de vermelde taken. Het gaat meer bepaald over de actiefiches 5, 6, 11, 12, 13, 14, 16 en 23.

Hinderlijk parkeren vormt voor 44% van de respondenten zonder meer of enigszins een probleem. De naleving van de regels van de Wegcode en een aanpassing van de voetgangersoversteekplaatsen om hinderlijk parkeren duurzaam aan te pakken, zijn ook opgenomen in het Gewestelijk Actieplan verkeersveiligheid.

Agressief rijgedrag, dat voor 46% van de respondenten zonder meer of enigszins een probleem vormt, wordt niet duidelijk omschreven. De gedragingen die de respondenten met die term in verband brengen, kunnen dus sterk uiteenlopen. Toch werd de problematiek aangekaart tijdens de laatste Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid, en ze werd dus opgenomen in het Gewestelijk Actieplan verkeersveiligheid 2021-2030. Er wordt aandacht geschonken aan controle, maar ook aan bewustmaking en verkeersopvoeding.

38% van de respondenten duidt hinder door vrachtwagens als een probleem aan. Het thema komt zowel in het Gewestelijk Actieplan verkeersveiligheid als in Good Move aan bod.

De hinder veroorzaakt door steps springt eveneens in het oog. Ook met dit thema wordt al rekening gehouden in het gewestelijke overheidsbeleid. Het thema komt momenteel trouwens vaak aan bod in het nieuws, door een nieuwe ordonnantie, nieuwe uitvoeringsbesluiten, een recente wijziging van de Wegcode, een snelheidsbeperking via geofencing van steps, regelmatige controles door de politiezones, nieuwe bewustmakingscampagnes, de aanleg van dropzones enzovoort.

Aangezien de vermelde thema's, die onder de bevoegdheid vallen van Brussel Mobiliteit, allemaal al opgenomen zijn in het Gewestelijk Actieplan verkeersveiligheid of Good Move, hoeven er geen nieuwe initiatieven te worden genomen. De resultaten van de peiling verlenen nog meer legitimiteit aan het beleid dat we reeds voeren. Het zal dan ook in die zin geëvalueerd worden.

- Het incident is gesloten.

L'enquête se penche notamment sur la vitesse inadaptée, le stationnement gênant, le comportement agressif au volant ou les nuisances causées par d'autres véhicules. Les experts régionaux de la sécurité routière partagent entièrement les préoccupations des citoyens, car la vitesse est à la fois une cause et un facteur aggravant des accidents.

La réduction de la vitesse est un thème central du plan d'action régional de sécurité routière 2021-2030. Bruxelles Mobilité est le principal acteur dans ce domaine. Par ailleurs, safe.brussels est cité comme partenaire dans huit fiches actions du plan d'action régional.

Le stationnement gênant est un problème pour 44 % des personnes interrogées et le comportement agressif au volant pour 46 % des répondants. La question a par ailleurs été soulevée lors des derniers états généraux de la sécurité routière et incluse dans le plan d'action régional de sécurité routière 2021-2030. Une attention particulière est accordée au contrôle, mais aussi à la sensibilisation et à l'éducation routière.

Environ 38 % des personnes interrogées disent subir des nuisances de la part des camions et des scooters. Cette question est également prise en considération dans la politique du gouvernement régional et fait d'ailleurs souvent l'actualité.

Les thèmes mentionnés figurant tous déjà dans le plan d'action régional de sécurité routière ou dans Good Move, il n'y a pas lieu de prendre de nouvelles initiatives.

- L'incident est clos.

Partager
10:56 § 311 → Vidéo
Partager

Question orale de M. Sadik Köksal

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

et à Mme Nawal Ben Hamou, secrétaire d'État à la Région de Bruxelles-Capitale chargée du Logement et de l'Égalité des chances,

concernant l'extension du centre de prise en charge des violences sexuelles.

Mondelinge vraag van de heer Sadik Köksal

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

en aan mevrouw Nawal Ben Hamou, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Gelijke Kansen,

betreffende de uitbreiding van het zorgcentrum na seksueel geweld.

Partager
10:56 § 313 → Vidéo
Partager

M. le président.- En l'absence de M. Sadik Köksal, sa question orale est lue par M. Christophe Magdalijns.

M. Christophe Magdalijns (DéFI).- Les violences sexuelles nous préoccupent. En 2017, trois centres de prise en charge des violences sexuelles (CPVS) ont été créés en Belgique. D’emblée, ces centres ont, malheureusement, rencontré un vif succès. Le site bruxellois, hébergé par le Centre hospitalier universitaire (CHU) Saint-Pierre, a été d’emblée très sollicité. En moyenne, 40 à 50 victimes de violences sexuelles s'y sont rendues chaque mois.

Après la réouverture de l’horeca et les événements autour du barman d'Ixelles, le nombre de signalements a doublé. Et grâce à la désignation de personnes de référence au sein de la police, les victimes des autres zones de police peuvent désormais également s'adresser au CPVS.

Ayant rapidement atteint ses limites, le centre situé au CHU Saint-Pierre s’est tout récemment agrandi pour permettre une prise en charge optimale des victimes sur l’ensemble de l’arrondissement judiciaire de Bruxelles. Son extension a été inaugurée le 18 janvier 2023. D’ici mars 2023, toutes les zones de police de l’arrondissement judiciaire de Bruxelles pourront s'adresser au centre et seront intégrées dans le système de permanence unique pour fournir aux victimes l’assistance policière nécessaire grâce à une nouvelle approche spécialisée. Cet agrandissement permettra de proposer trois salles d’examen et de consultation, un local psychologique supplémentaire, une salle de repos et plusieurs salles d’auditions adaptées pour les mineurs. Oui, 25 % des victimes sont mineures ! Il y aura également un espace polyvalent pour permettre des activités annexes aux victimes et à leurs proches.

En vue de ce renforcement, du personnel supplémentaire a-t-il été engagé ? Y favorise-t-on le personnel féminin ? En 2022, combien de formations ont été données par l’École régionale et intercommunale de police en lien avec le centre ? Quelles sont les futures formations prévues ?

Après avoir bénéficié des services d’un CPVS, un moyen d’évaluation, de suivi et/ou de contestation est-il mis à disposition des victimes ?

Quel est le budget alloué par la Région à l’extension du centre ? La Région finance-t-elle d’une quelconque manière ce centre ?

Enfin, pouvez-vous nous énumérer ou nous donner des exemples des mesures prises pour faire la juste et bonne publicité du centre ?

De voorzitter.- Bij afwezigheid van de heer Sadik Köksal zal de heer Christophe Magdalijns de mondelinge vraag voorlezen.

De heer Christophe Magdalijns (DéFI).- In 2017 werden in België drie zorgcentra na seksueel geweld (ZSG) opgericht. Zij kenden helaas veel succes. Het Brusselse centrum, ondergebracht in het Universitair Verplegingscentrum Sint-Pieter (UVC Sint-Pieter), ontvangt 40 à 50 slachtoffers per maand. Door de heropening van de horeca, het geval met de barman in Elsene die seksueel geweld pleegde en de aanduiding van aanspreekpunten binnen de politiezones, is het aantal aanmeldingen nog toegenomen.

Het huidige centrum werd recent uitgebreid, zodat er slachtoffers uit het hele gerechtelijke arrondissement Brussel optimaal kunnen worden opgevangen. De uitbreiding werd ingehuldigd op 18 januari 2023. Er zijn nu drie onderzoeks- en raadplegingszalen, een bijkomend lokaal voor psychologen, een rustzaal en meerdere aangepaste zalen voor minderjarigen. 25% van de slachtoffers is immers minderjarig. Er is ook een polyvalente ruimte.

Is er ook bijkomend personeel aangenomen? Krijgen vrouwen daarbij de voorkeur? Hoeveel opleidingen heeft de Gewestelijke en Intercommunale Politieschool in 2022 gegeven op dit terrein en welke opleidingen zijn er nog gepland?

Kunnen slachtoffers feedback geven nadat ze opgevangen zijn door een ZSG?

Welk budget heeft het gewest uitgetrokken voor de uitbreiding? Financiert het gewest mee dit centrum?

Welke maatregelen hebt u genomen om het bestaan van het centrum onder de aandacht te brengen?

Partager
10:58 § 317 → Vidéo
Partager

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Je vous réponds en mon nom, ainsi qu'au nom de la secrétaire d'État Ben Hamou.

Pour rappel, en 2017, la mise en place des trois centres belges de prise en charge des violences sexuelles (CPVS) était une initiative fédérale de la secrétaire d’État à l’Égalité des genres, à l’Égalité des chances et à la Diversité, coordonnée par l’Institut pour l’égalité des femmes et des hommes.

Pour ce qui est du centre bruxellois, situé sur le site de l’hôpital Saint-Pierre, la Région n’y contribue pas directement, mais suit et soutient son élargissement dans le cadre de ses possibilités et compétences. Dans ce contexte, equal.brussels fait partie du groupe de travail coordonné par l'Institut pour l’égalité des femmes et des hommes afin d’assurer, dans la mesure du possible, le lien avec les activités régionales.

En effet, le soutien au CPVS bruxellois est repris dans le plan bruxellois de lutte contre les violences faites aux femmes. Le centre poursuit son développement, notamment en matière de formation. Ainsi, en 2022, 70 agents ont été formés. En janvier 2023, 24 agents ont déjà suivi la formation dispensée par l’École régionale et intercommunale de police et près de 75 personnes supplémentaires la suivront d’ici à la fin de l’année.

La question du genre dans le cadre du personnel recruté n’y est pas favorisée : la compétence et la bienveillance sont les critères attendus des policiers et la pratique a confirmé que, pour les victimes, c’est également le plus important. Une première évaluation a été réalisée durant la phase pilote, à l'aide d'un questionnaire remis à toutes les victimes, dont l’analyse a été réalisée par l’Université de Gand.

Il n’y a actuellement plus d’évaluation aussi formelle, mais l’infirmier ou le psychologue interroge de manière informelle la victime sur l’accueil qui lui a été réservé par les services de police. Cet échange porte sur l’ensemble de l’accueil, mais n’est pas officiellement documenté. Si des remarques quant à la procédure policière sont formulées par les victimes, elles sont dirigées vers le coordinateur policier - actuellement le chef de corps de la zone de police Bruxelles-Capitale / Ixelles - qui les transmet à la personne de contact du service de police. Un débriefing avec le sous-inspecteur concerné est alors organisé.

Un budget régional de 150.000 euros a été débloqué pour soutenir et encourager la mise en place de structures d’accueil spécialisées des victimes de violences - les cellules EVA (pour emergency victim assistance) - dans les zones de police bruxelloises, telles qu’elles existent déjà au sein des zones de police Bruxelles-Capitale / Ixelles et Midi. La création de ces cellules a pour objectif d’ancrer la contribution des zones de police au CPVS. Leurs agents suivent également la formation sur le fonctionnement du CPVS, organisée par l’École régionale et intercommunale de police au sein de Brusafe. L’objectif à long terme, pour la Région, est de participer au renforcement du CPVS existant et d’améliorer l’afflux et la collaboration avec toutes les zones de police en Région bruxelloise.

Le centre bruxellois est de plus en plus connu, preuve en est l’évolution quasi exponentielle du nombre de victimes qui s’y présentent. La récente campagne de sensibilisation contre le harcèlement sexiste et les violences sexistes et sexuelles dans l’espace public et le monde de la nuit, « Join the fam », lancée par safe.brussels et equal.brussels, renvoie le public vers la section « Besoin d’aide » du CPVS, en mentionnant toutes les informations permettant de contacter le centre bruxellois pour le suivi médical, médico-légal, psychologique et policier auquel les victimes peuvent faire appel.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- De oprichting van de drie zorgcentra na seksueel geweld (ZSG) in 2017 was een initiatief van de federale staatssecretaris voor Gelijke Kansen. Het gewest draagt niet rechtstreeks bij aan het Brusselse centrum, maar ondersteunde de uitbreiding wel binnen het kader van zijn bevoegdheden. Zo maakte equal.brussels deel uit van de werkgroep die moet zorgen voor de afstemming op het gewestelijke beleid.

Het centrum blijft zich verder ontwikkelen, met name op het vlak van opleidingen. In 2022 kregen 70 mensen een opleiding. In januari 2023 hebben al 24 mensen de opleiding van de Gewestelijke en Intercommunale Politieschool gevolgd en daar komen er dit jaar nog ruim 75 bij.

Bij de aanwerving van personeel wordt niet in de eerste plaats naar het geslacht gekeken, wel naar bekwaamheid en vriendelijkheid. Dat geven ook de slachtoffers aan als de belangrijkste criteria.

Tijdens de proefperiode vond een evaluatie plaats aan de hand van een vragenlijst voor de slachtoffers. Er bestaat daarnaast geen formele manier om feedback te geven, maar de verpleger of psycholoog praat wel op een informele manier met de slachtoffers over hun onthaal door de politie. Eventuele opmerkingen worden bezorgd aan de politiecoördinator.

Het gewest heeft 150.000 euro uitgetrokken voor steun aan de inrichting van gespecialiseerde opvang, de zogenaamde EVA-cellen (emergency victim assistance) binnen de politiezones (momenteel bestaat zoiets alleen in de zone Brussel-Hoofdstad / Elsene en Zuid. Het personeel krijgt een opleiding over de werking van het ZSG. Op termijn moeten die cellen de samenwerking tussen de politiezones onderling en van de politiezones met het ZSG verbeteren.

Het Brusselse ZSG krijgt steeds meer bekendheid. Dat blijkt uit het sterk toenemende aantal bezoekers. De recente bewustmakingscampagne 'Join the fam', van safe.brussels en equal.brussels, verwijst ook naar het ZSG. Die campagne liep in het openbaar vervoer, in de openbare ruimte en op de sociale media en bereikte een kwart van de Brusselaars.

Partager
11:01 § 319 → Vidéo
Partager

Comme vous le savez, cette campagne a été menée dans les transports en commun et dans l’espace public, ainsi que sur les réseaux sociaux, où elle a permis de toucher 300.000 personnes, soit un Bruxellois sur quatre.

Le centre est aussi référencé dans la brochure « Relais pharmacie : parlez-en à votre pharmacien » pour orienter les victimes vers le CPVS, ainsi que dans le dépliant du projet DPO (soit détection, prise en charge, orientation) ayant mis en place un outil pratique, accessible et commun aux professionnels des secteurs social, de la santé, de la police et de la justice. Ces projets sont notamment soutenus financièrement par safe.brussels et equal.brussels.

Pour conclure, sachez que toutes les victimes de violences sexuelles qui se présentent dans d'autres hôpitaux sont également réorientées vers le CPVS.

- L'incident est clos.

Het ZSG wordt voorts vermeld in brochures en dergelijke die mee gefinancierd worden door safe.brussels en equal.brussels. Alle slachtoffers van seksueel geweld die aankloppen bij andere ziekenhuizen, worden ook doorverwezen naar het ZSG.

- Het incident is gesloten.

Partager
11:02 § 323 → Vidéo
Partager

Vraag om uitleg van de heer Mathias Vanden Borre

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de ongerustheid bij de Brusselse politie omtrent het toenemende gebruik van crack.

Demande d'explications de M. Mathias Vanden Borre

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant l'inquiétude de la police bruxelloise face à la hausse de la consommation de crack.

Partager
11:02 § 325 → Vidéo
Partager

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Brussel kampt met een crackprobleem en Antwerpen met een cocaïneprobleem. De twee grootste Belgische steden worstelen met het toenemende druggebruik, vooral op straat. In deurportieken, metrogangen en parkeergarages worden Brusselaars, pendelaars en toeristen steeds vaker geconfronteerd met mensen die openlijk harddrugs gebruiken.

Vooral de verkoop en het gebruik van crack, de rookbare vorm van cocaïne, is sterk aanwezig in het straatbeeld. Het gewestelijke drugscentrum Transit zag het aandeel bezoekers dat verslaafd is aan crack in zeven jaar tijd verdubbelen van 30% naar 60%. De vzw schat dat intussen niet minder dan drie vierde van de drugsgebruikers in Brussel crack rookt. Onlangs vernamen we bovendien dat de vzw ongeveer 14.000 crackpijpjes verdeelt. Ook dat is een onrustwekkende stijging.

Begin december verklaarde u in de pers dat safe.brussels al verschillende inspanningen heeft geleverd om dat fenomeen te bestrijden, in samenwerking met de gemeenten, de politiezones en het middenveld.

In uw antwoord op mijn schriftelijke vraag verklaarde u eveneens dat de zes politiezones deelnemen aan het drugsplan onder leiding van de federale gerechtelijke politie van het arrondissement Brussel. De politiezone Brussel-Hoofdstad / Elsene treedt daarbij op als vertegenwoordiger van de zes zones. De zones werken ook op basis van het zonaal veiligheidsplan 2020-2025 rond het thema drugs.

De Brusselse politie maakt zich echter toch bijzonder ongerust over de explosieve toename van het crackgebruik, vooral omdat de drug al voor weinig geld beschikbaar is. Het gebruik van die drug veroorzaakt onder meer paranoia, hevige hallucinaties, maar ook hart- en epilepsieaanvallen. De drug kan mensen op korte tijd ook erg agressief maken, wat het voor de politiediensten moeilijk en gevaarlijk maakt om in te grijpen.

Het politiebeleid ten aanzien van druggebruikers is niet overal hetzelfde in het Brussels Gewest. Zo worden enkel druggebruikers in de nabije omgeving van de spuitruimte van de stad Brussel naar die ruimte begeleid door agenten. Ten eerste vraag ik me of het wel de taak is van de politie om druggebruikers te begeleiden naar een ruimte waar ze drugs kunnen consumeren. Dat is volgens mij zelfs wettelijk verboden, maar de Brusselse politie wordt daartoe gedwongen door het gewest. Ik vind het hallucinant dat politieagenten op die manier in feite mee verantwoordelijk worden gesteld voor druggebruik door verslaafden. Ooit zal er iets mislopen, en dan dreigen de betrokken agenten zelfs daarvoor aansprakelijk gesteld te worden.

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Bruxelles et Anvers sont confrontées à une consommation croissante de stupéfiants, et surtout du crack en rue.

L'ASBL Transit a vu le nombre de visiteurs dépendants au crack doubler en sept ans et estime que les trois quarts des toxicomanes bruxellois fument du crack. Ces chiffres sont très inquiétants.

Début décembre, vous avez déclaré à la presse que safe.brussels avait déjà pris diverses mesures pour lutter contre le phénomène, en collaboration avec les communes, les zones de police et la société civile.

Dans votre réponse à ma question écrite, vous avez également précisé que les six zones de police participent au plan de lutte contre les drogues, sous la supervision de la police judiciaire fédérale de l'arrondissement de Bruxelles, et qu'elles travaillent aussi sur la base du plan zonal de sécurité 2020-2025, sur le thème des drogues.

La police bruxelloise est particulièrement inquiète de l'explosion de la consommation de crack, une drogue peu onéreuse qui peut rendre très agressif et donc compliquer l'intervention de la police.

La politique policière à cet égard n'est pas la même partout en Région bruxelloise. Ainsi, les policiers sont tenus d'escorter les toxicomanes se trouvant à proximité de la salle de consommation de la Ville de Bruxelles jusqu'à ce lieu, se rendant ainsi coresponsables de la consommation de drogue, ce qui est hallucinant.

Partager
11:05 § 327 → Vidéo
Partager

Is er geen nood aan een geharmoniseerde en uniforme aanpak van drugs voor heel het Brussels Gewest, om te vermijden dat de zes politiezones elk hun eigen aanpak hanteren?

Welke acties ondernemen de zes politiezones in de strijd tegen drugshandel en -bezit? In welke mate coördineert en ondersteunt het gewest die acties? In welke mate werken de politiezones formeel samen in het kader van de drugsproblematiek?

Welke concrete inspanningen heeft safe.brussels reeds geleverd om het toenemende gebruik van crack een halt toe te roepen? Hoeveel gewestelijke middelen vloeien er naar de strijd tegen crack?

Er komt een federale drugscommissaris die een structuur moet invoeren die kan inwerken op elk onderdeel van de drugsproblematiek. Het gaat dan over preventie en repressie, maar ook over opvang en behandeling. Dat zijn domeinen waarop het gewest en de GGC actief zijn. In welke mate is de Brusselse regering betrokken bij de creatie van de functie van drugscommissaris? Welke meerwaarde zal de drugscommissaris hebben voor Brussel?

Une approche régionale harmonisée ne serait-elle pas préférable ? Quelles actions sont menées par les six zones de police dans la lutte contre les drogues ? Dans quelle mesure la Région les soutient-elle ? Dans quelle mesure les zones de police coopèrent-elles formellement en la matière ?

Quels efforts concrets safe.brussels a-t-il déjà déployés pour enrayer la consommation de crack ? Quelles sont les ressources régionales mobilisées à cette fin ?

Dans quelle mesure le gouvernement bruxellois est-il associé à la création du poste de commissaire national aux drogues ? Quelle en sera la valeur ajoutée pour Bruxelles ?

Partager
11:07 § 329 → Vidéo
Partager

Mme Aurélie Czekalski (MR).- Lors du dernier Bureau élargi, j'ai déposé une question concernant la lutte contre la consommation de drogues dures en Région bruxelloise, qui rejoint les interrogations de mon collègue.

À la mi-février 2023, le Conseil national de sécurité a discuté d'une stratégie globale de lutte contre le crime organisé. Sept mesures ont été adoptées dans ce cadre, dont l'une concerne la lutte contre le narcoterrorisme. La majeure partie des actions visent l'amont de la chaîne du trafic de cocaïne, mais le plan comporte également un volet visant directement l'autre bout de la chaîne.

Le gouvernement fédéral a, pour sa part, désigné la procureure du Roi de Hal-Vilvorde commissaire nationale aux drogues. Elle sera chargée de coordonner la lutte contre le narcoterrorisme et la mafia de la drogue, en étroite collaboration avec les autorités fédérales, régionales et locales. Elle assumera, en quelque sorte, l'unité de commandement dans la lutte contre le trafic de drogues dans notre pays.

Pour rappel, fin janvier 2023, la police bruxelloise avait exprimé son extrême inquiétude face à la forte augmentation de la consommation de crack en Région bruxelloise. Le crack est l'une des drogues les moins chères et les plus dangereuses sur le marché. Selon les professionnels du secteur, pas moins de trois quarts des consommateurs de drogues à Bruxelles prennent du crack. Cette augmentation se ressent un peu partout, et notamment dans les stations de transports en commun. J'ai d'ailleurs interrogé à plusieurs reprises la ministre de la Mobilité à ce sujet.

Entre janvier et octobre 2022, la STIB a reçu 1.200 signalements de consommation de drogue dans l'espace public, soit 70 % de plus que l'année précédente.

Avez-vous pris connaissance des différentes décisions du Conseil national de sécurité ? Quels sont les impacts de ces différentes mesures en Région bruxelloise ? Safe.brussels et vous-même avez-vous été consultés dans le cadre de leur adoption ?

Mevrouw Aurélie Czekalski (MR).- Midden februari 2023 overlegde de Nationale Veiligheidsraad over een globale strategie voor de bestrijding van de georganiseerde misdaad. Zeven maatregelen werden goedgekeurd, waarvan een de drugscriminaliteit betreft.

De federale regering benoemde de procureur des Konings van Halle-Vilvoorde tot nationaal drugscommissaris. Zij moet de strijd tegen de drugsmaffia en de drugscriminaliteit coördineren, in samenwerking met de federale, gewestelijke en lokale besturen.

Eind januari 2023 drukte de Brusselse politie haar bezorgdheid uit over de sterke stijging van het crackgebruik. Crack is een van de goedkoopste en gevaarlijkste drugs op de markt. Driekwart van de Brusselse druggebruikers neemt crack.

Dat zie je vooral in het openbaar vervoer. Tussen januari en oktober 2022 kreeg de MIVB 1.200 meldingen van druggebruik in de openbare ruimte. Dat is 70% meer dan het jaar voordien.

Bent u op de hoogte van de strategie die de Nationale Veiligheidsraad heeft uitgewerkt? Welke impact heeft die voor het Brussels Gewest? Werden safe.brussels en uzelf geraadpleegd?

Partager
11:09 § 331 → Vidéo
Partager

Étant donné que la commissaire nationale aux drogues mènera sa mission en concertation avec les ministres de la Justice, de l'Intérieur, de la Santé et des Finances et travaillera étroitement avec les différentes autorités fédérales, régionales et locales du pays, avez-vous déjà eu des contacts avec elle ? Quelles mesures ont-elles été mises en place en concertation avec elle ? Quelles sont les éventuelles avancées ?

Depuis que vous avez repris le dossier de la lutte contre la consommation de drogues dures dans les stations de la STIB, combien de fois avez-vous réuni les acteurs concernés par la problématique, à savoir les associations, la STIB, safe.brussels, le directeur-coordinateur administratif et les différents cabinets ? Quels sont les premiers résultats ?

Quelles pistes sont-elles à l'étude au sein du gouvernement pour faire face à l'augmentation de la consommation de crack en Région bruxelloise ?

Où en est le projet de centre intégré sur le terrain du Port de Bruxelles ? Des réunions d'information avec les riverains sont-elles prévues ?

Hebt u contact opgenomen met de nationale drugscommissaris? Hebt u samen met haar maatregelen uitgewerkt?

Hoe vaak hebt u, sinds u maatregelen treft voor het weren van harddrugs uit de stations van de MIVB, alle betrokkenen bijeengebracht? Wat heeft dat opgeleverd?

Welke andere maatregelen overweegt de regering om het crackgebruik terug te dringen? Hoever staan de plannen voor een geïntegreerd centrum op het terrein van de Haven van Brussel? Is er overleg met de omwonenden gepland?

Partager
11:09 § 333 → Vidéo
Partager

Mevrouw Bianca Debaets (cd&v).- Het is heel zorgwekkend dat 80% van de drugsverslaafden in Brussel crack gebruikt. Dat komt onder meer omdat de drug relatief goedkoop en heel makkelijk verkrijgbaar is. Het gaat evenwel om een zeer gevaarlijke harddrug. Christopher Collin van de vzw DUNE heeft het heel goed samengevat: bij sommige heroïneverslaafden zie je uiterlijk niets, maar crack maakt van mensen zombies. Daarmee is eigenlijk alles gezegd.

Collega Vanden Borre heeft uitgelegd welke ernstige gezondheidsverschijnselen er kunnen optreden, zoals hartproblemen en epilepsie, maar crack maakt mensen ook heel agressief, wat het moeilijker maakt voor hulp- en politiediensten om in te grijpen. Crack vormt dus niet alleen een gezondheids-, maar ook een veiligheidsprobleem.

Drie maanden geleden gaf u al antwoord op een vraag die ik over dit onderwerp stelde, maar ik heb toch nog een aantal bijkomende vragen, zeker in verband met preventie en gezondheid.

Worden crackgebruikers gesensibiliseerd over het gevaar van die drug en de schade voor hun gezondheid of worden zij enkel naar een drugscentrum doorgestuurd waar ze kunnen gebruiken?

Wat weet u over de bevoorradingsbronnen? Wat wordt er samen met de andere beleidsniveaus gedaan om de drugsnetwerken aan te pakken?

Hoe verloopt de coördinatie in Brussel met de gemeenten, de politiezones en de federale overheid? Inzake coördinatie hebt u zelf heel wat middelen in handen. Is er overleg geweest met de nieuwe drugcommissaris? Uit uw lichaamstaal meen ik op te maken dat dat nog niet is gebeurd. Ik zou u ten stelligste aanraden om daar niet te lang mee te wachten, want de Brusselaars verwachten oplossingen, net als de overheidsinstellingen. Zo trok de MIVB al verschillende keren aan de alarmbel omdat ze de problemen met druggebruikers in de metrostations niet meer aankan.

Mme Bianca Debaets (cd&v).- Il est extrêmement préoccupant d'apprendre que 80 % des toxicomanes sont dépendants au crack à Bruxelles. Cela s'explique en partie par le fait que cette drogue est relativement bon marché et facile à obtenir. Il s'agit pourtant d'une drogue dure dangereuse, qui pose non seulement un problème de santé mais aussi de sécurité, car elle rend ses utilisateurs très agressifs.

Les utilisateurs de crack sont-ils sensibilisés à la dangerosité et aux risques sanitaires de cette drogue, ou se contente-t-on de les orienter vers une « salle de shoot » ?

Que savez-vous des sources d'approvisionnement ? Comment collaborez-vous avec les autres niveaux de pouvoir dans la lutte contre les réseaux de trafiquants de drogue ?

Comment s'organise la coordination avec les communes, les zones de police et les autorités fédérales ? La nouvelle commissaire nationale aux drogues a-t-elle été consultée ?

Partager
11:12 § 335 → Vidéo
Partager

Mevrouw Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Onlangs stelde ik een vraag over de ernstige crackproblematiek aan het lid van het Verenigd College bevoegd voor Gezondheid, Alain Maron. Die antwoordde toen dat er meer samenwerking zou komen tussen huisvestingsinitiatieven en organisaties met expertise inzake drugspreventie. Onder meer de vzw's DUNE en DoucheFlux zullen erkend worden als Housing First-project.

Ik stelde die vraag omdat het crackgebruik volgens mij in de eerste plaats een gezondheidsprobleem is en pas in tweede instantie een veiligheidsprobleem, dat uit het gezondheidsprobleem voortvloeit. Al is dat veiligheidsaspect zeker even belangrijk, dat wil ik niet ontkennen.

Er komt ook een nieuwe organisatie, Sublink, waarvoor 800.000 euro wordt uitgetrokken. Daarin zullen organisaties als Diogènes, de MIVB en Transit samenwerken.

In welke mate werkt u rond dit probleem samen met de heer Maron? Op welke manier stimuleert u de samenwerking tussen de politie en de organisaties op het terrein?

Mme Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- En réponse à une question que j'avais posée à M. Maron sur la problématique inquiétante du crack, celui-ci m'avait répondu que la collaboration serait renforcée entre les initiatives de logement et les organisations ayant une expertise dans la prévention de la toxicomanie.

Une nouvelle organisation, Sublink, au sein de laquelle des organisations comme Diogènes, la STIB et Transit collaboreront, sera financée à hauteur de 800.000 euros.

Dans quelle mesure travaillez-vous avec M. Maron sur ce dossier ? Comment encouragez-vous la collaboration entre la police et les organisations sur le terrain ?

Partager
11:14 § 337 → Vidéo
Partager

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Allereerst moet worden gezegd dat de wijken en hun bevolkingssamenstelling van de verschillende politiezones zeer divers zijn, wat een uniforme aanpak niet eenvoudig maakt. De begeleiding van drugsgebruikers is een thematiek die onder het toepassingsgebied van de sociale diensten of de sociale steun valt, maar het is wel de taak van de politiediensten om drugsgebruikers door te verwijzen.

Op arrondissementeel niveau is er een Drugsplan, onder leiding van de federale politie. Regelmatig worden er uitwisselingsplatformen georganiseerd op het niveau van het arrondissement, zowel met betrekking tot verdovende middelen (aangestuurd door de magistraat die met het fenomeen belast is) als met betrekking tot informatie uit menselijke bronnen (aangestuurd door de lokale beheerder van de indicatoren). Ook werd het Kanaalplan verlengd. Een van de vier pijlers daarin is de gerechtelijke aanpak, waarin wordt bepaald dat alle zones ook actief deelnemen aan het Drugsplan. De politiezone Brussel-Noord houdt zich daarbij bezig met de bestrijding van corruptie.

Naast de repressieve maatregelen in de strijd tegen drugshandel heeft het gewest zich ertoe verbonden de uitwerking en uitvoering van een passende aanpak van de verschillende verslavingsverschijnselen op Brussels grondgebied te ondersteunen. Dat doet het door aanzienlijke middelen vrij te maken voor het sociaal-preventieve aspect en de opvang van verslaafden in zeer kwetsbare situaties. De afhankelijkheid van bepaalde drugs wordt immers bepaald door een reeks negatieve gezondheidsdeterminanten zoals sociaal-economische factoren, het milieu, de levensomstandigheden of het gebrek aan huisvesting. Zo staat in de huidige algemene beleidsverklaring van de Brusselse regering en het Globaal Veiligheids- en Preventieplan al van meet af aan dat er een geïntegreerd beleid rond drugs en verslaving moet worden ontwikkeld.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- La diversité des quartiers et de la population dans les différentes zones de police ne facilite pas la mise en œuvre d'une approche uniforme. L'accompagnement des usagers de drogues est une thématique qui relève des services sociaux ou d'accompagnement, les services de police ayant pour mission de les orienter.

Au niveau de l’arrondissement, il existe un plan de lutte contre les drogues, dirigé par la police fédérale. Des plateformes d'échange sont organisées régulièrement. Le plan canal a également été prolongé.

En complément au volet répressif, la Région s’est engagée à soutenir l’élaboration et la mise en œuvre d’une réponse appropriée aux différents phénomènes d’assuétude sur le territoire régional en déployant des moyens importants pour ce qui concerne le volet sociopréventif et la prise en charge des personnes dépendantes en situation de grande vulnérabilité. La déclaration de politique générale et le plan global de sécurité et de prévention visent à développer une politique intégrée en matière de drogues et d’assuétudes.

Partager
11:16 § 339 → Vidéo
Partager

Algemeen ondersteunt safe.brussels, het bestuur waar ik toezicht op uitoefen, de Brusselse gemeenten bij de bestrijding van drugs- en verslavingsverschijnselen via de plaatselijke preventie- en buurtplannen. Daarnaast verstrekt safe.brussels ook financiële steun aan de politiezones. Hoewel de aanpak van dit fenomeen hoofdzakelijk deel uitmaakt van de reguliere werkzaamheden van de afdeling drugsbestrijding van de zones of van de federale gerechtelijke politie en dus niet systematisch door het gewest gefinancierd wordt, leiden de toegekende subsidies tot een multidisciplinaire aanpak van het fenomeen in het kader van de zonale plannen.

Safe.brussels biedt ten slotte ook ondersteuning aan de verenigingen, met name aan Transit. Die vzw vervult al meer dan 25 jaar ten dienste van het gewest en de gemeenten de rol van operator op het terrein die zich inzet voor preventie en voor de opvang en de sociale re-integratie van druggebruikers. Al van bij haar oprichting vinden er regelmatig ontmoetingen plaats tussen Transit en de ordediensten en de verschillende actoren van de Brusselse veiligheidsketen.

De bestrijding van drugsgebruik in de openbare ruimte en in het bijzonder in de metrostations is uiteraard een kwestie van therapeutische en sociale zorg, op voorwaarde dat er alternatieven voor het gebruik op straat worden geboden aan drugsgebruikers die in een zeer precaire situatie verkeren. Van die personen gebruikt 70% psychostimulantia, van wie 80% in de vorm van crack. In dat verband verwijs ik naar het antwoord van het lid van het Verenigd College Alain Maron in de commissie voor de Gezondheid en Bijstand aan Personen op 16 februari jongstleden. Hij antwoordde toen op een vraag van mevrouw Els Rochette over de oplossingen die moeten worden gevonden voor de toename van het aantal crackgebruikers in het Brussels Gewest.

Wat ten slotte de mogelijke meerwaarde voor het Brussels Gewest betreft van een federale drugscommissaris, verwijs ik naar de reeds bestaande samenwerking tussen de Brusselse politiezones en de federale politie aangaande de ontwikkeling van het gewestelijke drugsplan en met betrekking tot het Kanaalplan. De creatie van de nieuwe functie van nationale drugscommissaris zal hoogstwaarschijnlijk bijdragen aan een betere informatie-uitwisseling en beeldvorming betreffende de drugsproblematiek in het Brussels Gewest.

Safe.brussels prête un appui aux communes bruxelloises par le biais des plans locaux de prévention et de proximité, offre une aide financière aux zones de police et soutient le tissu associatif, plus précisément l'ASBL Transit.

Lutter contre l’usage de drogues dans l’espace public relève bien entendu d’une prise en charge thérapeutique et sociale, à condition de déployer des alternatives. À ce propos, je me permets de vous renvoyer vers la réponse de mon collègue Alain Maron à Mme Rochette en commission de la Santé et de l'Aide aux personnes du 16 février dernier.

Une collaboration existe déjà entre les zones de police de Bruxelles et la police fédérale dans le cadre du développement du plan régional de lutte contre les drogues et du plan canal. La désignation de la commissaire aux drogues contribuera très probablement à un meilleur échange d'informations et à une meilleure perception de la problématique des stupéfiants en Région bruxelloise.

Partager
11:19 § 341 → Vidéo
Partager

(poursuivant en français)

Des réunions d'information concernant le centre sont programmées bientôt dans les quartiers concernés, mais il reste quelques étapes à franchir avant qu'il devienne opérationnel.

Pour le reste, il est heureux qu'une approche nationale relative au trafic de stupéfiants soit mise en œuvre. Cela faisait un certain temps que d'aucuns la réclamaient. Face à un phénomène dont nous connaissons l'ampleur internationale, il va de soi qu'une coordination ne fût-ce que nationale de la lutte est nécessaire. Sur le terrain, les phénomènes sont, bien sûr, très variés, du point de vue des modes de consommation, du profil psychosocial des consommateurs, etc. Je ne vous apprends rien.

Petite précision technique sur le mode de consommation : le crack peut s'injecter, mais, en général, on l'avale ou on l'inhale.

(verder in het Frans)

Binnenkort komen er in de betrokken wijken informatievergaderingen over de komst van het geïntegreerde centrum.

Het is goed dat het drugsprobleem op federaal niveau wordt aangepakt. Het is immers erg veelzijdig en internationaal van aard.

Partager
11:20 § 343 → Vidéo
Partager

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om aan de alarmbel te trekken. Het kan zo niet verder. Brussel kreunt onder het stijgende druggebruik.

Toen ik een tiental jaar geleden in deze stad kwam wonen, waren een aantal wijken erom berucht, zoals die rond de metrohaltes IJzer en Ribaucourt. Vandaag is druggebruik echter overal in de stad zichtbaar aanwezig. Het metronetwerk wordt overspoeld door druggebruikers. Aan ongeveer elke metrohalte hangen druggebruikers of daklozen rond.

Het probleem beperkt zich niet meer tot een bepaalde buurt, maar heeft zich over de hele stad verspreid. Daardoor vermijden mensen bepaalde buurten, nemen ze de metro niet meer (of toch niet als ze alleen zijn) of nemen ze andere veiligheidsmaatregelen. Anderen trekken weg uit Brussel. Dit weekend nog zei iemand me dat hij van plan was te verhuizen, omdat zijn buurt geterroriseerd wordt door een drugsbende en hij samen met zijn peuter was aangevallen. Ik ken zo tientallen mensen.

De private beveiliging neemt toe. Mensen barricaderen hun deuren en hun garages, zodat daklozen en druggebruikers niet in hun woning kunnen binnendringen.

Jammer genoeg ontbreken er structurele oplossingen. Er is duidelijk een verband tussen druggebruik en armoede. Het Brussels Gewest is het armste gewest van het land. Het aantal daklozen zit al jarenlang in de lift en er lijkt geen rem op te staan. Er zijn er momenteel zesduizend of zelfs meer.

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- La consommation de stupéfiants a envahi l'espace public bruxellois.

Le problème ne se limite plus à certains quartiers, comme c'était le cas il y a une dizaine d'années, mais s'est répandu dans toute la ville. Cela pousse certaines personnes à éviter certains quartiers, à ne plus prendre le métro ou à quitter Bruxelles.

Nombreux sont ceux qui barricadent leurs portes et leurs garages pour empêcher l'intrusion de toxicomanes ou de sans-abri dans leur habitation.

Les solutions structurelles font malheureusement défaut. Il existe un lien indéniable entre la consommation de drogue et la pauvreté. Or le nombre de sans-abri et de sans-papiers ne cesse d'augmenter.

Partager
11:22 § 345 → Vidéo
Partager

Ook het aantal mensen zonder papieren neemt alleen maar toe. Het gaat om mensen die vaak jarenlang aan hun lot zijn overgelaten. Dat is het resultaat van een op vele vlakken falend beleid.

Het wordt een werk van bijzonder lange adem om uit deze crisis te raken. Enkel een fundamentele ommekeer kan een volwaardig antwoord bieden, maar helaas blijft uw regering de tegenovergestelde richting uit gaan. U werkt nog steeds drempelverlagend ten aanzien van harddrugs, zelfs buiten de wet om. De illegaliteit neemt toe en de overheid faciliteert dat.

In de Brusselse gedoogzone bestraft de politie drugsbezit niet. Ik heb daarvoor bewijzen, ik beschik over documenten waarin zwart-op-wit staat dat het parket niet optreedt en dat de politie de opdracht krijgt om gebruikers gewoon naar de spuitruimte te begeleiden, waar ze hun harddrugs kunnen consumeren. Dat is het huidige beleid, mijnheer de minister-president, en u en uw collega's willen nog meer spuitruimtes openen. Daar houdt u zich vandaag mee bezig: spuitruimtes inrichten met eromheen een gedoogzone van vijfhonderd meter tot een kilometer, waar harddrugs getolereerd en zelfs gefaciliteerd worden. Het is duidelijk dat de situatie door een dergelijke spuitruimte niet verbetert. Ik krijg almaar meer klachten van omwonenden dat de drugsproblemen verder toenemen.

Dat is het Brusselse beleid van vandaag, waaraan u samen met een aantal anderen die hier aanwezig zijn, meewerkt! Het is ontoelaatbaar en onbegrijpelijk, maar het is de realiteit.

Ce sont là les fruits d'une politique défaillante sur de nombreux plans.

Il faudra un travail de longue haleine et un revirement fondamental pour sortir de cette crise.

Votre gouvernement prend malheureusement la direction opposée et flirte avec l'illégalité, en menant une politique inacceptable et incompréhensible, qui consiste à ouvrir davantage de salles de consommation à moindre risque, entourées d'une zone de tolérance de 500 mètres à un kilomètre, au détriment des riverains.

Partager
11:24 § 347 → Vidéo
Partager

Mme Aurélie Czekalski (MR).- Il faut mettre en place une approche globale au sein de notre pays, au sujet de cette problématique complexe qui touche différents niveaux de compétences et de pouvoir. Le problème s'aggrave, à tel point que la police bruxelloise a tiré la sonnette d'alarme il y a quelques semaines.

Mon groupe demande une tolérance zéro envers les dealers et que l'impunité cesse. Je suis consciente que cela ne relève pas directement de vos compétences, mais n'oublions pas la nécessité d'une meilleure prise en charge des usagers et un soutien aux associations de terrain, que j'ai d'ailleurs pu rencontrer il y a quelques jours. Il n'existe en effet pas de substitut médical au crack. Rappelons en outre que l'augmentation de la consommation de drogues dures est aussi liée aux problèmes de santé mentale.

Concernant le projet de centre intégré, j'insiste sur l'importance de la communication et de l'organisation de réunions avec les acteurs concernés pour répondre aux nombreuses questions de la population, qui a besoin d'être rassurée.

- L'incident est clos.

Mevrouw Aurélie Czekalski (MR).- België heeft een globale aanpak nodig om deze complexe problematiek aan te pakken, die onder heel wat bevoegdheden valt. Nultolerantie voor de dealers, waar de MR voor pleit, valt niet onder uw bevoegdheid, maar u staat wel in voor een betere begeleiding van de gebruikers en de ondersteuning van de verenigingen. Wat het geïntegreerde centrum betreft, is het belangrijk dat u de bevolking geruststelt door hen voldoende te informeren.

- Het incident is gesloten.

Partager
11:26 § 351 → Vidéo
Partager

Question orale de M. Hicham Talhi

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant les pratiques frauduleuses de certains hôtels bruxellois en matière de transport rémunéré de personnes.

Mondelinge vraag van de heer Hicham Talhi

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de frauduleuze praktijken van sommige Brusselse hotels inzake het bezoldigd vervoer van personen.

Partager
11:26 § 353 → Vidéo
Partager

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Je voudrais vous interpeller aujourd'hui au sujet d'un phénomène très préoccupant, qui existait avant la réforme du plan taxis et qui, selon de nombreux témoignages, persiste malgré l'adoption du nouveau plan. Il concerne les pratiques mafieuses de certains hôtels bruxellois dont les principales victimes sont les touristes qui viennent visiter notre capitale.

La nouvelle ordonnance prévoit qu'un agrément doit être demandé par toutes les plateformes ou personnes souhaitant exercer l'activité d'intermédiaire dans le secteur du transport rémunéré de personnes. D’ailleurs, toute une série de conditions doivent être remplies et les tarifs sont fixés par les arrêtés d'exécution, tant pour les taxis de rue que pour les taxis de stations.

Je voudrais attirer votre attention sur une pratique frauduleuse opérée par certains hôtels bruxellois, avec comme protagonistes certains réceptionnistes fraudeurs d’un côté, et de l’autre, quelques taxis complices.

En effet, à la fin de leur séjour, les touristes qui souhaitent se rendre à l'aéroport se renseignent auprès de la réception de leur hôtel sur les modalités et les tarifs. Ils se voient proposer des tarifs forfaitaires qui varient entre 50 et 100 euros, alors que le prix de base tourne autour de 35 euros. La différence est empochée par le réceptionniste et certains chauffeurs de taxi.

Mon groupe demande que cette pratique prenne fin immédiatement, que des contrôles soient organisés et que des sanctions fortes soient prises à l'égard des protagonistes. Il pense également qu’une campagne de sensibilisation, en partenariat avec visit.brussels et à destination de tous les hôtels bruxellois, serait la bienvenue. Il y va de l'image de Bruxelles, de son attractivité, du respect des touristes, mais aussi de l'immense majorité des chauffeurs de taxi, qui font leur travail de manière digne et intègre.

Des plaintes ont-elles été déposées en 2022 concernant cette pratique, sachant qu’il est plus difficile d'en recevoir de la part de touristes quittant le pays ? Si oui, avec quel suivi ?

Avez-vous connaissance de ces pratiques frauduleuses ? Si oui, des contrôles spécifiques sont-ils prévus dans le secteur de l'hôtellerie bruxelloise ? Une campagne de sensibilisation à destination des hôtels bruxellois, en partenariat avec visit.brussels, a-t-elle déjà eu lieu ?

Quelles sont les sanctions prévues pour les chauffeurs qui pratiquent des forfaits dépassant les tarifs réglementaires ?

De heer Hicham Talhi (Ecolo).- Volgens de nieuwe ordonnantie inzake het bezoldigd vervoer van personen moet iedereen die als tussenpersoon aan de slag wil in die sector een erkenning aanvragen. Om die te krijgen, moet je aan een hele reeks voorwaarden voldoen. Daarnaast zijn de tarieven vastgelegd in uitvoeringsbesluiten.

Sommige Brusselse hotels hanteren echter een frauduleuze praktijk. Toeristen die het hotel verlaten en naar de luchthaven willen, vragen een taxi aan de balie van het hotel. Zij krijgen forfaitaire prijzen aangeboden tussen 50 en 100 euro, terwijl de basisprijs zo'n 35 euro bedraagt. De extra winst gaat naar de receptionist en de medeplichtige taxichauffeur.

Ecolo wil dat daar onmiddellijk een einde aan komt. Er moeten controles komen en strenge sancties. Daarnaast is er ook een bewustmakingscampagne nodig, in samenwerking met visit.brussels.

Partager
11:28 § 355 → Vidéo
Partager

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Je ne vais pas affirmer que ces pratiques n'existent pas, dans notre monde où tout est possible, mais, en 2022, mon administration n’a pas reçu de plainte portant sur une tarification forfaitaire proposée par les hôtels qui serait supérieure au prix affiché au taximètre.

Nous avons, en revanche, des retours sur l'habitude plutôt vertueuse d'hôtels qui proposent des forfaits inférieurs au prix de la course affiché sur le taximètre.

Depuis l’entrée en vigueur du nouveau cadre réglementaire, nous n’avons pas encore établi de campagne de sensibilisation en partenariat avec visit.brussels. Mais si l'existence de ces pratiques s'avérait, visit.brussels agirait en informant les touristes, car les hôtels, pour leur part, connaissent les règles. Le tarif défini pourrait être communiqué via un onglet sur le site web de visit.brussels, en conseillant de faire appel aux taxis qui pratiquent les tarifs légaux. Merci d'avoir posé cette question qui m'inspire d'en faire la suggestion à visit.brussels.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Ik zal niet zeggen dat dergelijke praktijken niet voorkomen, maar mijn administratie ontving in 2022 geen enkele klacht. Wij krijgen daarentegen wel regelmatig berichten over hotels die juist lagere prijzen hanteren dan de taximeter aangeeft.

Als de frauduleuze praktijken waar u het over hebt, blijken te kloppen, zal visit.brussels zich eerder tot de toeristen dan tot de hotels richten. Ik zal suggereren dat op de website van visit.brussels de correcte tarieven worden vermeld.

Partager
11:30 § 357 → Vidéo
Partager

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Il n'y a pas de plainte parce que cela se déroule dans un relatif huis clos. Les gens quittent le territoire et donc le pot aux roses n'est en général découvert que lorsque plusieurs taxis sont appelés au même endroit et qu'il y a un quiproquo sur la course et le montant de la course.

Nous pourrions envoyer un rappel au règlement à l'ensemble des hôtels bruxellois via visit.brussels. Ce rappel ne coûterait pas cher et permettrait aux touristes d'avoir une information claire.

Je profite de cette question pour dire que des contrôles sur le nouveau plan taxis s'imposent. Nous avons encore reçu récemment des captures d'écran de tarifs de courses de taxis de rue majorées de 100 % ! Je vous invite à faire effectuer des contrôles pour que notre nouvelle ordonnance soit respectée dans son ensemble.

- L'incident est clos.

De heer Hicham Talhi (Ecolo).- Uw administratie ontvangt geen klachten omdat de slachtoffers buitenlanders zijn die Brussel verlaten. Visit.brussels kan de hotels misschien toch nog eens aan de regels herinneren. De correcte uitvoering van de nieuwe ordonnantie moet trouwens sowieso gecontroleerd worden.

- Het incident is gesloten.

Partager
11:31 § 361 → Vidéo
Partager

Mondelinge vraag van de heer Mathias Vanden Borre

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de aanwezigheid van tentenkampen in het Brussels Gewest en de gevolgen daarvan op vlak van veiligheid.

Question orale de M. Mathias Vanden Borre

à M Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant la présence de campements en Région bruxelloise et leurs conséquences en matière de sécurité.

Partager
11:31 § 363 → Vidéo
Partager

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Ik heb deze vraag ingediend voor de ontruiming van het tentenkamp, maar zoals het reglement voorschrijft, zal ik ze voorlezen zoals ik ze heb ingediend.

Sinds enkele maanden verblijven er asielzoekers in tentjes op de brug over het kanaal aan de Koolmijnenkaai, ter hoogte van het Klein Kasteeltje. Opvallend is dat de tentjes langs één kant van de brug staan, op het grondgebied van Sint-Jans-Molenbeek en dus net niet op het grondgebied van Brussel-Stad. De twee kanten van de brug liggen immers in twee verschillende gemeenten en ook nog eens in twee verschillende politiezones.

De reden dat de asielzoekers langs een kant van de brug slapen, is dat het in Brussel-Stad niet meer wordt toegelaten. De Brusselse burgemeester Philippe Close heeft het kartonnen tentenkamp aan Thurn & Taxis laten weghalen omdat hij geen tentenkampen in zijn stad wil. Sint-Jans-Molenbeek voert een ander beleid en laat de situatie wel toe. De in financiële moeilijkheden verkerende gemeente kan de aanwezigheid van honderden asielzoekers op haar grondgebied echter niet aan. Beide burgemeesters kijken dan ook naar de federale en de gewestelijke regering voor een oplossing.

De verschillende tentenkampen in het gewest vormen een veiligheidsprobleem, zowel voor de kampbewoners als voor de buurtbewoners. Vooral voor de brandveiligheid vormen de vaak geïmproviseerde hutjes een gevaar, maar ook voor de volksgezondheid, want vaak circuleren er besmettelijke ziekten zoals schurft in de tentenkampen. Tot slot grijpen de bewoners van de tentenkampen vaak naar verdovende middelen om aan hun ellendige situatie te ontsnappen, maar dat gaat vaak gepaard met agressie en vormt op zijn beurt een bedreiging voor de openbare orde en de veiligheid van toevallige passanten.

Heeft de Brusselse regering er zicht op hoeveel tentenkampen er zijn op gewestelijk grondgebied? In welke gemeenten bevinden zich tentenkampen?

De gemeenten voeren elk een ander beleid tegenover de tentenkampen op hun grondgebied. In hoeverre is er sprake van een gecoördineerd gewestelijk beleid?

Welke preventie- en veiligheidsmaatregelen neemt de Brusselse regering tegenover de tentenkampen?

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Ma question a été déposée avant l'évacuation du campement. Je la lirai telle qu'elle a été déposée.

Des demandeurs d'asile campent depuis plusieurs mois sur un pont à hauteur du Petit-Château. Ils sont installés sur le territoire de la commune de Molenbeek-Saint-Jean parce que la Ville de Bruxelles ne veut plus de ce type de campements chez elle.

Les différents campements constituent un problème de sécurité dans la Région tant pour leurs occupants que pour les riverains, en matière de sécurité incendie, de santé publique ou d'ordre public.

La Région a-t-elle une idée du nombre de campements qui se trouvent sur son territoire ? Dans quelles communes sont-ils installés ?

Les communes gèrent chacune à leur façon la présence de ces campements. Dans quelle mesure existe-t-il une politique régionale coordonnée en la matière ?

Quelles mesures de prévention et de sécurité le gouvernement bruxellois prend-il vis-à-vis de ces campements ?

Partager
11:33 § 365 → Vidéo
Partager

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Ik zal het kort houden, aangezien ik in de plenaire vergaderingen van 17 februari en 10 maart al uitvoerig heb geantwoord op een hele reeks vragen over de migratiecrisis.

Het kernkabinet hield al meerdere vergaderingen over de kwestie. De federale overheid heeft beloofd haar verplichtingen na te komen en onderdak te bieden aan wie asiel aanvraagt. Daartoe zal ze onder meer extra financiële steun toekennen aan gemeenten die hun verantwoordelijkheid nemen en individuele opvangplaatsen creëren. Het is de bedoeling om 500 extra plaatsen te creëren tegen het eind van het jaar en 1.000 extra plaatsen in 2024.

Voorts zullen de procedures worden versneld, waardoor 1.500 plaatsen zouden moeten vrijkomen in de opvangcentra tegen eind 2023. Bovendien is het verbod om kinderen in gesloten centra op te sluiten, voortaan gebetonneerd in een wet. Daarnaast zullen er nieuwe plaatsen voor minstens 700 personen worden gecreëerd, waarvan een deel in een containerdorp in Vlaanderen. Tot slot wordt de overeenkomst met het Brussels Gewest uitgebreid met 300 opvangplaatsen, wat de totale bijdrage van het Brussels Gewest op 1.500 bedden brengt. Dat betekent dat de federale overheid erkent dat Brussel meer dan 1.500 mensen opvangt die Fedasil eigenlijk ten laste zou moeten nemen.

Het federale beleid zal op regelmatige basis worden geëvalueerd om ervoor te zorgen dat voor alle aanvragers het recht op opvang nog voor de winter 2023-2024 wordt nageleefd.

Ik had graag gezien dat er in elk gewest een locatie zou komen waar asielzoekers zich kunnen inschrijven, in plaats van enkel in het Klein Kasteeltje. Zo wordt een betere spreiding van de asielaanvragers over de drie gewesten mogelijk. Het lijkt mij niet meer dan normaal dat de opvanglast over het hele nationale grondgebied wordt verdeeld via spreidingsplannen, zoals ook in het verleden al is gebeurd. De federale overheid heeft evenwel niet voor die oplossing gekozen.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- J’ai déjà longuement répondu à des questions sur la crise migratoire lors des séances plénières du 17 février et du 10 mars.

L’État fédéral a promis de respecter désormais ses obligations légales. L'objectif est de créer 500 places d'accueil supplémentaires d'ici à la fin de l’année et 1.000 places de plus en 2024.

Les procédures seront également accélérées et l’interdiction d’enfermer des enfants dans des centres fermés est désormais bétonnée dans une loi. De nouvelles places seront en outre ouvertes à court terme pour au moins 700 personnes, notamment en Flandre. Enfin, la convention avec notre Région est étendue pour 300 prises en charge supplémentaires.

La politique fédérale sera évaluée régulièrement afin que tous les demandeurs puissent voir leur droit à l’accueil respecté avant l’hiver 2023-24.

J'aurais souhaité que chaque Région dispose d’un lieu d’inscription, ce qui aurait permis une meilleure répartition des demandeurs d’asile. Il me semble en effet normal que la charge de l’accueil soit répartie sur tout le territoire national. Le gouvernement fédéral n’a cependant pas retenu cette solution.

Partager
11:35 § 367 → Vidéo
Partager

Ik kan ook verwijzen naar de visie van de voormalige Duitse bondskanselier Angela Merkel. Zij zag kansen in de opvang van migranten om bepaalde vacatures te kunnen blijven invullen. Volgens haar kon zo de impact van de vergrijzing van de Europese samenleving worden opgevangen, die uiteraard ook in België speelt.

Je fais enfin référence à la vision de l’ex-chancelière allemande Angela Merkel, qui voyait des opportunités dans l'accueil des migrants, tant pour combler certains emplois vacants que compte tenu du vieillissement de nos sociétés en Europe.

Partager
11:36 § 369 → Vidéo
Partager

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- U gaat in uw antwoord vooral in op de asielproblematiek, die zeer reëel is en ontstellende gevolgen heeft voor de stad. Het is nog nooit zo erg geweest als vandaag, onder deze linkse regering. Zowel op gewestelijk als op federaal vlak zijn de gevolgen van dat beleid voelbaar. Alles zou anders worden, alles zou opgelost worden door een anti-Franckenbeleid te voeren. Vandaag moeten we echter vaststellen dat de situatie nog nooit zo erg is geweest. Nooit eerder speelden zich zulke intrieste, mensonterende toestanden af in de hoofdstad.

Schandalige situaties zoals in de Paleizenstraat of het tentenkamp aan het kanaal zijn de meest mediatieke voorbeelden, maar ze vormen slechts het topje van de ijsberg. Naar schatting zijn er in het gewest nog steeds tientallen kraakpanden waar mensen zonder papieren, asielzoekers en anderen wonen.

In uw antwoord zegt u niets over de mensen die hier verblijven - mensen zonder papieren en Roma - die tentenkampen opzetten en van wie weken- of maandenlang oogluikend gedoogd wordt dat ze kamperen. Het is een jaarlijkse traditie in Sint-Jans-Molenbeek, Anderlecht en op een aantal andere plekken. Dat zorgt voor mensonterende toestanden, met kinderen die in schrijnende omstandigheden moeten leven, zelfs zonder de meest fundamentele voorzieningen. Woordvoerders van de PS noemen dat dan "het humane beleid dat wij willen". Dat vind ik hallucinant.

Een laatste voorbeeld is de groep asielzoekers die, na de ontruiming van het tentenkamp aan het kanaal, wilde bivakkeren in een kraakpand op het grondgebied van de stad Brussel. De Brusselse burgemeester, Philippe Close, vond er niet beter op dan de opdracht te geven gaten te boren in het dak, om het pand op die manier onbewoonbaar te maken en die mensen daar zo snel mogelijk buiten te krijgen.

Dat is het beleid dat vandaag wordt gevoerd in deze stad. Ik betreur dat ten zeerste, maar in elk geval is het uw beleid. Het zijn uw beslissingen. Het is deze linkse, progressieve meerderheid die mensen in nood op deze manier behandelt.

- Het incident is gesloten.

(De heer Ahmed Mouhssin, derde ondervoorzitter, treedt opnieuw als voorzitter op)

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- La problématique de l'asile n'a jamais été aussi alarmante qu'aujourd'hui, et c'est la conséquence des politiques menées tant au niveau fédéral que régional.

Les situations telles que celles de la rue des Palais et du campement au canal en sont les exemples les plus médiatisés, mais ils ne constituent que la partie émergée de l'iceberg.

Vous ne dites pas un mot des sans-papiers et des Roms dont les campements dépourvus des équipements les plus élémentaires sont tolérés durant des mois.

À la Ville de Bruxelles ou à la Région, une majorité de gauche traite tous ces gens dans le besoin de manière inhumaine.

- L'incident est clos.

(M. Ahmed Mouhssin, troisième vice-président, reprend place au fauteuil présidentiel)

Partager
11:39 § 105 → Vidéo
Partager

Demande d'explications de M. Vincent De Wolf

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant l'utilisation des bodycams par les services de police bruxellois au regard des projets en cours et des réformes annoncées.

Vraag om uitleg van de heer Vincent De Wolf

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende het gebruik van bodycams door de Brusselse politiediensten in het licht van de lopende projecten en de aangekondigde hervormingen.

Partager
11:39 § 107 → Vidéo
Partager

M. Vincent De Wolf (MR).- L’utilisation des caméras d'intervention (bodycams) par les forces de police revient au cœur des débats, notamment en raison des incidents survenus à l’occasion des fêtes de fin d’année. Cette mesure, qui demeure controversée pour certains, a fait l’objet d’une phase test dans l’ensemble des six zones de police bruxelloises au cours de l'année écoulée. Un cadre strict avait été établi par l’Organe de contrôle de l’information policière pour permettre une utilisation optimale de ce dispositif par les polices locales, les caméras ne pouvant être activées que dans certains lieux, pour une durée définie et seulement après un avertissement oral par les membres du cadre opérationnel des services de police.

Si les expériences se poursuivent dans plusieurs zones de police, d’autres, comme la zone Bruxelles-Nord, ont d’ores et déjà décidé d’équiper leur personnel de première ligne, au vu des premiers résultats positifs enregistrés sur le terrain. En effet, ce dispositif peut être perçu comme un moyen de désescalade de la violence ou de preuve, en cas de situation conflictuelle.

Aux expériences bruxelloises vient s’ajouter le projet de réforme de la ministre de l’Intérieur visant à modifier la loi sur la fonction de police afin de réglementer, de façon pérenne, l’utilisation des caméras d'intervention. Il y est question de spécifier les modes d’activation des caméras individuelles, les modalités de conservation et de traitement des données, ainsi que la confidentialité des données personnelles. Un budget a été spécialement annoncé par la ministre pour équiper la police fédérale de plus de 3.000 caméras dans le cadre d’un projet pilote à venir.

L’ensemble de ces projets et annonces laissent ainsi penser que les caméras d'intervention feront bientôt partie, à court ou à moyen terme, du quotidien des services de police, même si des précautions restent à prendre pour éviter les zones d’ombre de pareil dispositif. La sécurité des policiers et des citoyens doit évidemment demeurer au cœur du débat, surtout à la lumière des actes tragiques récemment commis à l'égard des forces de police.

Compte tenu des éléments qui précèdent, je souhaiterais faire le point sur l’état d’avancement des expériences diverses liées à l’utilisation des bodycams et leur impact sur les zones de police.

De heer Vincent De Wolf (MR).- Zes politiezones hebben het voorbije jaar bodycams uitgetest. Het Controleorgaan op de Politionele Informatie stelde daartoe een welomlijnd kader op. Zo mogen de camera's maar op bepaalde plaatsen en voor korte tijd worden gebruikt. Ook moeten de politiediensten mondeling aankondigen dat ze bodycams gebruiken.

In sommige politiezones loopt de test nog. Andere, waaronder de politiezone Brussel-Noord, beslisten op basis van de positieve resultaten om hun eerstelijnspersoneel nu al met bodycams uit te rusten. Ze blijken immers nuttig voor de de-escalatie van geweld in conflictsituaties.

Daarnaast is federaal minister van Binnenlandse Zaken Verlinden van plan om het gebruik van bodycams te verankeren in de hervormde wet op de werking van de politie. Ze zal ook de voorwaarden uitwerken voor het bewaren en behandelen van de verzamelde gegevens.

Voor een toekomstig proefproject krijgt de federale politie een budget voor de aankoop van meer dan drieduizend camera's.

Het lijkt er dus op dat bodycams binnen afzienbare tijd tot de normale uitrusting van de politieagent zullen behoren.

Partager
11:42 § 109 → Vidéo
Partager

Que pouvez-vous nous dire à ce stade sur les expériences liées à l'utilisation des caméras d'intervention en Région bruxelloise ? Dispose-t-on, à l'échelle régionale, d'un comparatif des projets mis en œuvre dans les zones de police, ainsi que des résultats déjà enregistrés ?

Comment la Région, par le biais de safe.brussels, entend-elle accompagner les zones de police dans ce changement stratégique ? Avez-vous prévu un budget régional consacré à la bonne poursuite de ce type d'initiatives ?

D'une manière générale, quel appui logistique peut-il être fourni par safe.brussels dans ce cadre ? Lors de précédents échanges, il a notamment été question d'envisager l'acquisition de ce type de matériel par le biais de la centrale d'achats installée au sein de safe.brussels, sous certaines conditions. Il semble même qu'un groupe de travail ait été dédié à cette question. Qu'en est-il ?

Quel est l'état de la concertation entre les différents niveaux de pouvoir sur la question de l'adoption des bodycams dans les méthodes de travail de la police ? Quelle est l'implication de la Région à ce stade, en appui aux communes et aux zones de police ?

Kunt u ons meer vertellen over de resultaten van de testen? Waren die in alle politiezones gelijkaardig?

Hoe begeleidt safe.brussels de politiezones bij de invoering van bodycams? Is daar een budget voor uitgetrokken? Biedt safe.brussels logistieke ondersteuning, bijvoorbeeld via een centrale aankoop?

Hoever staat het overleg met de andere beleidsniveaus over het gebruik van bodycams door de politie? In welke mate draagt het gewest bij tot dat overleg?

Partager
11:43 § 111 → Vidéo
Partager

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Cette question est au cœur de l'actualité. Mon intention n'est pas de faire le procès de la police. Selon moi, la bodycam est un outil supplémentaire, qui peut à la fois sécuriser le policier dans son intervention et apporter quelques garanties au citoyen.

L'expérience est menée par certaines zones de police et nous avons pu constater que la mise en marche de la bodycam permettait d'apaiser certaines situations, notamment en cas de rébellion ou de conflit. Les personnes qui se sentent filmées se comportent en effet de manière plus apaisée.

Je souhaiterais tout de même savoir ce qu'il en est du stockage et du visionnage des images prises par la caméra d'intervention. Aujourd'hui, on constate de plus en plus souvent l'utilisation de gsm en matière de constats d'infraction, ce qui n'était pas le cas auparavant puisque l'assermentation du policier rendait sa constatation valable jusqu'à inscription de faux, ce qui est une procédure particulière en droit pénal. Actuellement, elle est de plus en plus souvent mise en cause et les techniques modernes sont de plus en plus utilisées pour prouver le constat du policier.

Tout cela a cependant un coût de gestion et présente une difficulté au niveau du stockage. Combien de temps et comment le stockage est-il assuré ? On sait que les greffes sont surchargés d'objets saisis et de pièces à stocker. On demande parfois même aux zones de police de jouer le rôle du greffe pénal. Ma question à ce sujet est assez technique et je ne vous demande pas d'y répondre aujourd'hui.

Pour le reste, je m'associe aux questions posées par M. De Wolf. Comment les policiers sont-ils formés à l'utilisation des bodycams ? Les zones de police bruxelloises envisagent-elles de systématiser l'utilisation de ces appareils ?

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Bodycams kunnen de veiligheid van de politieagenten verhogen en bieden ook de burger verscheidene zekerheden.

Uit testen is gebleken dat relletjes of conflicten gemakkelijker onder controle te krijgen zijn als de politie bodycams gebruikt. Een persoon die weet dat hij gefilmd wordt, gedraagt zich immers rustiger.

Ik stel mij echter vragen bij de manier waarop de beelden worden bewaard en bij de toegangsrechten.

Welke opleiding krijgen de politieagenten over het gebruik van bodycams? Zijn de politiezones van plan om ze systematisch in te zetten?

Partager
11:45 § 113 → Vidéo
Partager

Mme Leila Lahssaini (PTB).- À Bruxelles comme ailleurs, les policiers ont commencé à porter des caméras d'intervention , aussi appelées bodycams, qu'ils peuvent enclencher s'ils l'estiment nécessaire. Ces dispositifs permettent ainsi de disposer d'images relatives à une intervention policière.

Selon le PTB, le problème réside dans le choix laissé à l'agent d'allumer sa caméra, celle-ci n'étant pas allumée en permanence. Autrement dit, il n'est pas possible d'avoir une vue globale de l'intervention.

Récemment, la presse a révélé que huit inspecteurs liégeois ont été traduits en justice pour traitements inhumains et dégradants commis à l'encontre d'un jeune homme, atteint d'un léger trouble mental et détenu dans un commissariat.

Si la justice a été mise au courant de ces faits graves, c'est parce qu'un policier a déclenché par erreur sa bodycam, au sein du commissariat. Les images enregistrées montraient une scène violente, d'une durée de près de vingt minutes, d'humiliation et de coups de poing assénés à ce jeune homme.

Dès lors, la question de l'image est au cœur du débat concernant les violences policières. La caméra d'intervention permet à la fois de disposer d'éléments de preuve en cas de violences policières, mais aide aussi les agents qui accomplissent correctement leur travail - et ils sont très nombreux dans le cas.

Quelles sont les réflexions en cours pour permettre l'utilisation du début à la fin du service de ces bodycams ? Dans d'autres métiers, des caméras sont allumées en permanence - pensons aux chauffeurs de bus de la STIB - et personne ne semble brandir d'énormes problèmes sur le plan du respect de la vie privée, qui, bien sûr, reste un élément important. Que faites-vous pour que ces caméras soient allumées en permanence, ce qui éviterait les critiques formulées contre des policiers qui les allumeraient par intermittence, selon la tournure que prend la situation ?

Mevrouw Leila Lahssaini (PTB).- De Brusselse politieagenten kunnen bodycams gebruiken wanneer ze dat nodig achten. Op die manier beschikken ze over beelden van hun optreden.

De PTB vindt het echter problematisch dat agenten zelf mogen bepalen wanneer ze de camera aanzetten. Op die manier is het immers onmogelijk om een algemeen beeld van de situatie te krijgen. Als de camera altijd aan zou staan, zou het veel eenvoudiger zijn om door de politie gepleegd geweld aan te tonen. Ook zouden de beelden in dat geval ondersteunend zijn voor agenten die hun werk wel correct uitvoeren.

Overweegt u maatregelen opdat de bodycams ononderbroken zouden aan staan?

Partager
11:47 § 115 → Vidéo
Partager

Mevrouw Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- Ik verwijs graag naar de resolutie over de verbetering van de relatie tussen burgers en ordediensten, die in december 2020 door een grote meerderheid in het parlement werd goedgekeurd. Een aanbeveling daaruit was om bij de federale overheid aan te dringen op een algemeen kader voor het gebruik van bodycams, vanwege het gebrek aan uniformiteit en doordat elke politiezone zelf richtlijnen opstelt voor haar korps. Een andere aanbeveling was om safe.brussels de opdracht te geven te monitoren hoe bodycams worden gebruikt in de verschillende zones en aanbevelingen te doen over goede praktijken, in overleg met de politiezones.

Ik wijs er graag op dat die aanbevelingen in verband met het gebruik van bodycams er gekomen zijn op vraag van de jeugdorganisaties JES en Forum des Jeunes en van het platform Stop Ethnic Profiling. Uit buitenlands onderzoek was immers gebleken dat het gebruik van bodycams het politiegeweld terugdringt, maar dat het ook positief is voor de veiligheid van de agenten zelf. De veiligheid van zowel agenten als burgers is immers belangrijk.

Op 10 januari 2023 zei u in deze commissie dat de federale minister de laatste hand legde aan een wetsontwerp. Dat is goed nieuws, want ik hoor nog steeds van agenten die de bodycam gebruiken, dat veel collega's dat nog niet doen. Hoever staat dat wetsontwerp en hoe zal het uitgevoerd worden door de politiezones?

Hoe zullen de jeugdorganisaties geïnformeerd worden? Die geven vorming aan jongeren over hun plichten en rechten tegenover de politie. Het gebruik van bodycams zal daarin aan bod moeten komen.

Mme Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- L'une des recommandations de la résolution sur l'amélioration des relations entre les citoyens et les forces de l'ordre était d'exhorter le gouvernement fédéral à établir un cadre général pour l'utilisation des caméras d'intervention. Elle avait été formulée par les organisations de jeunesse. En effet, il ressort de recherches menées à l'étranger que l'utilisation de caméras d'intervention réduit la violence policière et améliore en outre la sécurité des agents eux-mêmes.

Vous avez récemment déclaré devant cette commission que le ministre fédéral finalisait actuellement un projet de loi. Où en est ce projet de loi et comment sera-t-il mis en œuvre par les zones de police ?

Comment les organisations de jeunesse seront-elles informées ?

Partager
11:50 § 117 → Vidéo
Partager

Werden de toestellen die tijdens de proefprojecten werden gebruikt, geëvalueerd?

Komt er een gewestelijke groepsaankoop om de kosten te drukken?

Le matériel utilisé lors des projets pilotes a-t-il été évalué ?

Un achat groupé au niveau de la Région est-il prévu afin de réduire les coûts ?

Partager
11:50 § 119 → Vidéo
Partager

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Elk halfjaar hebben we een debat in de commissie over de stand van zaken van het gebruik van bodycams.

Politiezone Marlow was de eerste Brusselse politiezone die bodycams aankocht en testte. Daarna namen ook de politiezones Brussel-West, Brussel-Noord en Brussel-Hoofdstad / Elsene de beslissing om bodycams aan te kopen, jammer genoeg elk afzonderlijk. Ook de politiezone Zuid ging over tot de aankoop en het testen van bodycams. Politiezone Montgomery zou vorig jaar een testproject opgestart hebben.

In 2021 antwoordde de minister-president dat het gewest de politiezones de mogelijkheid zou bieden om via het aankoopplatform van safe.brussels gezamenlijk bodycams aan te kopen. Kunt u bevestigen dat dat vandaag gebeurt? Is er een gemeenschappelijke aankoopprocedure voor de politiezones? Kunt u per politiezone meedelen hoeveel bodycams er zijn aangekocht?

U zei toen ook dat er meer ondersteuning van het gewest zou komen. De testfases en de evaluaties zouden leiden tot een reglement dat u samen met de Gewestelijke Veiligheidsraad zou uitwerken. Later verklaarde u dat een uniform reglement met betrekking tot het gebruik van bodycams er niet zou komen, tot grote teleurstelling van mevrouw Rochette en mezelf. Nochtans blijf ik van mening dat het gewest een cruciale rol kan spelen om tot een uniform beleid te komen. We weten allemaal dat dat bij de verschillende politiezones niet het geval is. Rond bodycams is een gemeenschappelijk beleid gewenst.

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- La zone de police Marlow a été la première zone de police à acheter et à tester des caméras d'intervention. En 2021, le ministre-président a indiqué que la Région offrirait aux zones de police la possibilité d'acheter conjointement ces caméras par le biais de la plateforme d'achat safe.brussels.

Existe-t-il aujourd'hui une procédure d'achat groupé pour les zones de police ? Quel est le nombre de caméras d'intervention achetées par chaque zone de police ?

Je reste d'avis que la Région peut jouer un rôle déterminant dans la mise en place d'une politique uniforme et commune en matière de caméras d'intervention.

Partager
11:53 § 121 → Vidéo
Partager

Hetzelfde geldt voor de drones die u aankocht. Daar was terecht veel media-aandacht voor en volgens mij was het een goed initiatief. U zei daarover dat het gewest daarmee zijn rol voluit kan spelen. Waarom lukt dat dan niet met de bodycams?

Ik sluit me aan bij de vragen van de heer De Wolf. Hebt u zicht op de resultaten van de verschillende testfasen? Hoe staat het nu met het uniforme gebruik van bodycams in Brussel?

Vous avez dit que la Région pouvait jouer pleinement son rôle pour ce qui est des drones. Pourquoi n'en va-t-il pas de même pas avec les caméras d'intervention ?

Quels sont les résultats des divers projets pilotes ? Qu'en est-il d'une utilisation harmonisée dans toute la Région ?

Partager
11:53 § 123 → Vidéo
Partager

Mevrouw Bianca Debaets (cd&v).- Ik merk een zekere eensgezindheid over de positieve effecten van bodycams. Ik heb het thema zelf ook al verschillende keren aangekaart in de politieraad waarin ik zitting heb, en daar hoor ik steeds wat u ook zegt, namelijk dat bodycams leiden tot de-escalatie. Situaties die anders misschien snel zouden kunnen escaleren, lopen door het gebruik van bodycams veel minder snel uit de hand. Bovendien bieden bodycams ook de mogelijkheid om de beelden achteraf nog eens te bekijken.

Daarom is het goed dat de federale minister van Binnenlandse Zaken werkt aan een voorontwerp van wet die het gebruik van bodycams breder moet toelaten. Zodra die federale wetgeving er is, is het belangrijk om in Brussel te bekijken hoe die wetgeving op een uniforme manier kan worden toegepast binnen de verschillende politiezones.

Hoe ziet de evaluatie van de proefprojecten van de Brusselse politiezones rond het gebruik van bodycams eruit? Hoe vaak werden ze per zone al gebruikt en hoeveel keer werden ze gebruikt bij bijvoorbeeld onregelmatigheden?

Hoeveel bodycams zijn er op dit moment beschikbaar? Er loopt een proefproject binnen de politiezone Brussel-Hoofdstad / Elsene, maar hoe zit het in de andere politiezones? Gebruiken de agenten daar de bodycams permanent of doen ze dat alleen bij een beperkt aantal interventies?

Welke afspraken bestaan er voor de nabije toekomst over de aankoop van nieuwe bodycams? Welk budget maakt het gewest daarvoor vrij?

Welke rol speelt safe.brussels in de coördinatie en de harmonisatie van het gebruik van bodycams?

Mme Bianca Debaets (cd&v).- Je constate une certaine unanimité quant aux effets positifs des caméras d'intervention. Une fois que la législation fédérale sera entrée en vigueur, il sera important de voir comment l'appliquer de manière harmonisée dans les différentes zones de police bruxelloises.

Quelle est l'évaluation des projets pilotes des zones de police bruxelloises sur l'utilisation des caméras d'intervention ?

Combien de caméras d'intervention sont-elles actuellement disponibles ? Un projet pilote est en cours au sein de la zone de police Bruxelles-Capitale / Ixelles, mais qu'en est-il des autres zones de police ?

Quel est le budget mis à disposition par la Région pour l'achat de caméras d'intervention ?

Quel rôle joue safe.brussels dans la coordination et l'harmonisation de l'utilisation des caméras d'intervention ?

Partager
11:56 § 125 → Vidéo
Partager

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Je suis d'accord avec M. Vanden Borre sur un point, et c'est assez rare pour que je le souligne : il n'est pas impossible que les chefs des zones de police conviennent d'un protocole unique. Je sais que ce sera difficile, car il faudra le présenter aux conseils communaux, puis aux conseils de police, mais lorsque nous avons la possibilité d'harmoniser un dispositif, nous devons le faire pour éviter de prêter le flanc à la critique.

Je rappelle un élément central, que Mme Lahssaini a évoqué dans le cas d'un incident à Liège, à savoir que, sans ces caméras d'intervention, des violences policières auraient été passées sous silence. À Evere, nous avons eu un débat sur la faculté du citoyen de demander au policier d'ouvrir sa caméra s'il se sent en insécurité. Au-delà de la question du matériel, le protocole d'utilisation des bodycams doit être au cœur de notre discussion politique pour que cet outil soit utilisé de manière efficace.

Nous ne pouvons qu'inciter les chefs de zone à se parler pour établir ce protocole unique, à défaut d'une réglementation fédérale.

De heer Hicham Talhi (Ecolo).- Ik ben het uitzonderlijk met de heer Vanden Borre eens als hij zegt dat de politiezones een gemeenschappelijk protocol zouden kunnen uitwerken. Zonder bodycams zouden bepaalde feiten, waarbij de politie geweld gebruikte, onopgemerkt zijn gebleven. Dat neemt niet weg dat er een weldoordacht protocol nodig is.

Partager
11:58 § 127 → Vidéo
Partager

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Je ne vais pas revenir sur le cadre légal, qui est une compétence fédérale, vous le savez aussi bien que moi. Il est déterminant, en l'espèce, puisque c'est le cadre légal qui va fixer la capacité et les circonstances d'utilisation de la caméra, ne fût-ce que pour que les images soient opposables et admises dans le cadre d'un procès ou d'un recours.

Il doit exister un cadre légal fixant l'usage de la bodycam et les circonstances, notamment au regard du respect de la vie privée. Une série d'éléments doivent être pris en considération si l'on veut que le système se généralise. On ne peut laisser aux zones de police le loisir de déterminer dans quelles situations la bodycam est utilisée. La police doit disposer d'un cadre précis, afin d'éviter tous les recours possibles et imaginables.

M. Ghyssels m'a interrogé sur la question du stockage des images. Dans quelles circonstances la caméra d'intervention est-elle utilisée ? Comment et combien de temps les images sont-elles stockées ? Pour quoi ? Qui les conserve ? Comment sont-elles utilisées ? Pour que ces images puissent servir, d'un point de vue judiciaire, il faut qu'un cadre définisse tous ces aspects. Je ne pense pas que les policiers voudront sortir des sentiers battus pour agir à leur guise, en fonction de la zone où ils sont affectés.

Poser ce cadre est une responsabilité du niveau fédéral, mais le processus de concertation reste complexe, au niveau policier. Il y a du pour et du contre ! D'aucuns considèrent que le policier doit déterminer le moment où il active sa bodycam, et d'autres, que c'est au citoyen de le faire. On ne peut pas laisser le choix aux uns et aux autres, et imaginer que les parties décident avant l'intervention si elle sera filmée ou pas !

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Het wettelijke kader voor het gebruik van bodycams is een federale bevoegdheid. Het is dus aan federaal minister Verlinden om het uit te werken. We kunnen het niet aan de politiezones overlaten om vrij te bepalen waar en wanneer ze bodycams gebruiken. De politie heeft daarvoor een duidelijk kader nodig. Er moeten ook regels komen voor de opslag en het gebruik van de beelden.

Ook al gaat het om een federale bevoegdheid, toch verloopt het overleg binnen de politie niet altijd gemakkelijk. Sommigen vinden immers dat een agent zelf moet kunnen bepalen wanneer hij zijn camera gebruikt, anderen vinden dat de burger daarover moet beslissen. Beide opties lijken me niet rechtvaardig.

Partager
12:00 § 129 → Vidéo
Partager

Nous nous trouvons actuellement dans une phase de test et d'expérimentation, et non de cadre légal stabilisé.

La zone de police Bruxelles-Capitale / Ixelles a décidé de mettre en place une phase de test d'une durée d'un an, au cours de laquelle près de 231 caméras d'intervention ont été utilisées par les membres opérationnels volontaires répartis dans les sept directions opérationnelles. Dans ce contexte, 840 membres opérationnels de la zone ont suivi une formation et plus de 4.000 vidéos ont été enregistrées.

Il en ressort que les utilisateurs reconnaissent un effet dissuasif immédiat en matière de violences commises à l'encontre des policiers. De plus, il a été constaté une diminution des fausses accusations et plaintes. Néanmoins, la zone estime que le recours aux caméras d'intervention n'est pas la panacée. L'impact est négligeable sur une personne en état d'ivresse ou sous l'emprise de stupéfiants, par exemple.

Les autres aspects positifs soulignés par les utilisateurs sont l'influence favorable sur le comportement policier, ainsi que la désescalade et la plus-value au niveau du sentiment de sécurité en cas d'intervention en solo. Ce point a d'ailleurs été mis en lumière par les six zones de police.

En ce qui concerne la charge de travail administratif, pour les situations où il est demandé de sauvegarder l'enregistrement, l'usage des caméras d'intervention semble entraîner une nouvelle charge de travail au niveau de la rédaction, de la conservation et du traitement de l'image. Enfin, le surcoût lié à la conservation des images est également un paramètre à prendre en compte.

La zone de police Bruxelles-Ouest dispose d'une centaine de caméras d'intervention acquises par ses soins. Elle s'est dotée des premières il y a deux ans déjà, qui ont été réparties dans différents services : trafic, intervention, etc. Elles sont utilisées de manière collective et ne sont donc pas individuelles.

Les inspecteurs de police utilisateurs sont satisfaits, y voyant un soutien dans la rédaction des procès-verbaux.

Momenteel loopt de testfase nog en er is nog geen stabiel wettelijk kader.

Uit de test van de politiezone Brussel-Hoofdstad / Elsene bleek dat agenten minder met agressie geconfronteerd worden, als ze een bodycam gebruiken. Ook het aantal valse beschuldigingen en klachten neemt in dat geval af. Toch zijn bodycams geen wondermiddel. Op dronken of gedrogeerde personen hebben ze bijvoorbeeld nauwelijks effect.

Andere positieve punten zijn de vlottere de-escalatie van conflictsituaties en een groter veiligheidsgevoel wanneer agenten alleen moeten optreden.

Voor situaties waarbij de beelden moeten worden bewaard, brengt het gebruik van de camera's extra administratie en bijkomende kosten met zich.

De politiezone Brussel-West kocht een honderdtal bodycams, die door alle personeelsleden gebruikt kunnen worden. Ze zijn niet voor individueel gebruik bestemd. De inspecteurs gebruiken de beelden als hulpmiddel bij het opmaken van processen-verbaal.

Partager
12:03 § 131 → Vidéo
Partager

Au niveau de la zone de police Midi, l’expérience est toujours en cours. Il faut savoir que pour l’analyse des données, la zone travaille en partenariat avec la VUB, sur la base d’interviews. Il ne m’a pas été communiqué d’autres informations à ce stade.

La zone Marlow a quant à elle rendu obligatoire le port de la caméra d'intervention pour tous les membres du service d'intervention. À ce jour, 214 utilisateurs sont formés. Ils décident de façon autonome de filmer ou de ne pas filmer. Le temps de sauvegarde des données est de 90 jours. Il a été constaté que les agents plus âgés ont généralement plus de mal à utiliser les caméras d'intervention, contrairement à leurs collègues plus jeunes.

Enfin, le fait de se filmer soi-même pendant toute la durée de l'intervention - par opposition à un court moment diffusé sur les réseaux sociaux en dehors de tout contexte - est accueilli positivement.

La zone Montgomery a, pour sa part, procédé en février et mars 2022 à une phase d’essai d’une durée de six semaines relative à l’utilisation de caméras d'intervention par les membres du personnel de cette zone. À l’issue de cette phase d’essai, qui s’est déroulée au sein du service d'intervention et de la brigade cycliste et a pris fin le 28 mars 2022, les retours des membres du personnel utilisateurs étaient positifs. L’usage des caméras d'intervention a donc été soutenu et encouragé par les autorités zonales. En janvier 2023, elles ont décidé de passer à la phase de déploiement de ces caméras. Cette phase, qui nécessite l’achat de 30 caméras, concerne l’ensemble du département de première ligne ainsi que les brigades canine et cycliste.

Il a été décidé que l’enregistrement d’une intervention se réalise sur une base volontaire et à l’initiative du membre du cadre opérationnel. En d’autres termes, il revient au membre du cadre opérationnel de juger de l’opportunité d'y avoir recours, selon les circonstances de l’intervention. Cependant, ces caméras devront être activées dans les circonstances suivantes :

- lorsque se produit ou est susceptible de se produire un incident, eu égard aux circonstances de l’intervention ou au comportement des personnes concernées ;

- à la demande d’un membre de l’équipe porteuse de la caméra d'intervention ;

- à la demande d’un des citoyens concernés par l’intervention.

Bij de politiezone Zuid loopt de testfase nog. De resultaten zullen in samenwerking met de VUB worden onderzocht.

De politiezone Marlow heeft het gebruik van bodycams dan weer verplicht voor alle interventieploegen. Tot nu toe kregen 214 gebruikers een opleiding. Zij kunnen zelf beslissen of ze de camera aanzetten. De beelden worden negentig dagen bewaard. Oudere agenten blijken meer moeite te hebben met het gebruik van een bodycam dan hun jongere collega's. De agenten staan positief tegenover het idee dat de camera gedurende de hele interventie aan zou staan.

De politiezone Montgomery deed in februari en maart 2022 een zes weken durende test met bodycams. De betrokken agenten beoordeelden de test positief. Daarop besliste de politiezone in januari 2023 om het gebruik van bodycams in te voeren. Ze moet daarvoor dertig camera's aankopen. Het gebruik verloopt op vrijwillige basis. Wanneer een interventie als risicovol wordt beschouwd of wanneer een bij de interventie betrokken teamlid of burger daarom vraagt, is het gebruik van de bodycam verplicht.

Partager
12:05 § 133 → Vidéo
Partager

Je termine par la zone de police Bruxelles-Nord. Les retours d’expérience y sont à ce stade également positifs. Un peu moins de 70 % du personnel cible (première ligne) ont été formés à l’utilisation de cet outil. On relève en moyenne le port de 4,5 bodycams par jour et deux enregistrements par jour, ce qui montre une faible utilisation à ce stade, malgré une perception globalement positive de l’outil. Quelque 73 % du personnel y sont favorables, d’après un sondage anonyme interne.

La bodycam a été utilisée avec fruit dans plusieurs dossiers judiciaires - notamment de rébellion - et dans des dossiers administratifs.

L'expérience se poursuit et comme je l'ai dit, un cadre plus stabilisé est désormais nécessaire. Le retour du terrain étant plutôt positif, on peut cependant imaginer que le système sera pérennisé et généralisé à l'ensemble des zones de police du pays. On ne peut que s'en réjouir.

Ook de test in de politiezone Brussel-Noord was positief. Iets minder dan 70% van de agenten kreeg een opleiding. Voorlopig worden de camera's echter relatief weinig ingeschakeld.

Bodycambeelden worden ondertussen in meerdere gerechtelijke en administratieve dossiers gebruikt.

Gezien de positieve resultaten zullen de politiezones de bodycams wellicht blijven gebruiken. Een degelijk wettelijk kader is dan ook nodig.

Partager
12:06 § 135 → Vidéo
Partager

M. Vincent De Wolf (MR).- Le ministre-président a surtout répondu à la question de savoir si l'ambiance était bonne dans les différentes zones de police. Le taux de satisfaction se situe entre 70 et 80 %. La comparaison faite, commune par commune, zone par zone, aura fortement intéressé les commissaires. Il est vrai qu'il faudrait en arriver à un système harmonisé et uniforme, mais nous en sommes encore à tâtonner.

Je me réjouis de constater que, dans l'ensemble, les policiers sont assez favorables aux caméras d'intervention, alors que, par le passé, ils exprimaient beaucoup de craintes.

Monsieur le Ministre-Président, je crois que vous n'êtes pas encore en mesure de répondre sur le budget régional, mais vous y avez fait allusion en disant que les zones de police ne manqueront pas de vous soumettre leurs demandes et que vous ne leur opposerez pas de refus.

Vous avez aussi évoqué la concertation. Je suis donc satisfait de vos réponses.

De heer Vincent De Wolf (MR).- Het verheugt mij dat het merendeel van de agenten na de testen positief staat tegenover het gebruik van bodycams, terwijl er vroeger toch enige bezorgdheid heerste.

Ik veronderstel dat u nog geen details kunt geven over het budget, maar wanneer u zegt dat u op de vragen van de politiezones zult ingaan, maakt u wel duidelijk dat er middelen zullen worden vrijgemaakt.

Ook uw antwoord over het overleg stemt mij tevreden.

Partager
12:07 § 137 → Vidéo
Partager

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Il convient d'être attentifs au cadre légal. N'oublions pas que nos policiers sont aussi des travailleurs. Il faut veiller à ce que les caméras d'intervention servent d'outil d'apaisement pour les interventions, mais à ce qu'elles ne constituent en aucun cas un moyen de contrôle supplémentaire des policiers par la hiérarchie.

Les organisations syndicales ne manqueront pas d'être attentives sur ce point, et nous les soutiendrons en ce sens.

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS).- Een degelijk wettelijk kader is belangrijk. Bodycams mogen in geen geval een bijkomend middel worden waarmee de hiërarchie de agenten kan controleren. De vakbonden zullen daarop toezien.

Partager
12:09 § 139 → Vidéo
Partager

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Ik onthoud dat de evaluatie van de testfasen nog niet overal helemaal afgerond is, maar dat de tussentijdse resultaten in de verschillende politiezones positief zijn. Dat is goed nieuws. Ik denk dat alle politieke partijen ondertussen overtuigd zijn van het nut en de meerwaarde van bodycams. Hopelijk kunnen ze nu snel algemeen ingevoerd worden.

Voorlopig kan ik enkel vaststellen dat het in Brussel bijzonder versnipperd verloopt. Als minister-president bent u de coördinator van het gewestelijke veiligheidsbeleid. U moet dus meer doen om die versnippering tegen te gaan, bijvoorbeeld via de protocollen voor het gebruik van bodycams op het terrein. Het wetgevende kader zal dat gebruik immers niet volledig regelen. Ik veronderstel dat de gebruiken van de politiezones daartoe geharmoniseerd moeten worden.

Dat geldt ook voor het aankoopbeleid. Ik begrijp niet waarom dat niet gewestelijk geregeld kan worden. Zo zouden we vermijden dat de zes politiezones mogelijk met zes verschillende soorten bodycams opgezadeld zitten.

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Tous les partis politiques semblent désormais convaincus de l'utilité et de la valeur ajoutée des caméras d'intervention. J'espère que leur utilisation pourra bientôt être généralisée.

Les choses se déroulent de manière particulièrement fragmentée à Bruxelles. Il vous appartient de remédier à cette situation, par exemple par le biais de protocoles d'utilisation des caméras d'intervention.

Il en va de même pour la politique d'achat. Je ne comprends pas pourquoi celle-ci ne peut être réglementée au niveau régional.

Partager
12:10 § 141 → Vidéo
Partager

M. Hicham Talhi (Ecolo).- Je n'ai pas entendu dans votre réponse d'objection pratique ou réglementaire qui empêcherait nos chefs de zone, avec l'aval de leurs bourgmestres respectifs, de se concerter pour imaginer un protocole unique. C'est cela le centre de la question.

Il y a de bonnes pratiques. Vous avez évoqué des éléments d'activation de bodycams dans certaines zones de police et d'autres où les bodycams ne sont pas activées. Je pense que c'est problématique et il serait intéressant que toutes ces personnes se rencontrent. Il existe un organe au sein duquel elles peuvent le faire, afin de mettre en œuvre un protocole d'utilisation unique. C'est primordial, sans quoi les bodycams ne seront qu'un gadget.

Je ne peux donc qu'inviter toutes ces personnes intelligentes à se rencontrer pour établir un protocole unique, afin que le déploiement des bodycams dans les zones bruxelloises puisse se faire en harmonie si rien n'évolue au niveau fédéral.

De heer Hicham Talhi (Ecolo).- Ik zie in uw antwoord geen enkel element dat de politiezones verhindert om overleg te plegen over een gemeenschappelijk protocol. Ik roep hen bij deze dan ook op om dat te doen.

Partager
12:12 § 143 → Vidéo
Partager

Mevrouw Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- De resultaten van al die evaluaties zijn bijzonder interessant. Er zijn nog heel wat verschillen tussen de politiezones. In sommige zones kun je als burger vragen dat de politie de bodycam aanzet, in andere niet. Het is dus enorm belangrijk dat er een protocol komt.

Op 10 januari zei u dat de federale overheid daar de laatste hand aan legde. We zijn ondertussen twee maanden verder. Weet u hoe het ermee staat? Het zal immers tijd kosten om de politiezones en de organisaties die jongeren inlichten over hun rechten en plichten, vertrouwd te maken met het protocol.

Het proces is geëvalueerd, maar heeft er ook een evaluatie plaatsgevonden van de gebruikte toestellen, zoals de prijs-kwaliteitverhouding en de gebruiksvriendelijkheid?

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- De technische kenmerken van de bodycams zullen in de wetgeving worden geregeld.

- Het incident is gesloten.

Mme Els Rochette (one.brussels-Vooruit).- En raison des nombreuses différences qui subsistent entre les zones de police, il est primordial de disposer d'un protocole.

Où en est l'élaboration du protocole par le gouvernement fédéral ? Avez-vous procédé à une évaluation du matériel outils utilisé ?

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Les caractéristiques techniques des caméras d'intervention seront consignées dans la législation.

- L'incident est clos.

Partager