Logo Parlement Buxellois

Commission de l'Environnement et de l'Énergie, réunion du 15 mars 2023

09:06 § 101 → Vidéo
Partager

Présidence : M. Tristan Roberti, président.

Voorzitterschap: de heer Tristan Roberti, voorzitter.

Partager
09:06 § 105 → Vidéo
Partager

Vraag om uitleg van mevrouw Cieltje Van Achter

aan de heer Alain Maron, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie,

betreffende de verhoging van de waterprijs.

Demande d'explications de Mme Cieltje Van Achter

à M. Alain Maron, ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé de la Transition climatique, de l'Environnement, de l'Énergie et de la Démocratie participative,

concernant la hausse du prix de l'eau.

Partager
09:06 § 107 → Vidéo
Partager

Demande d'explications jointe de Mme Françoise De Smedt,

concernant la proposition par Vivaqua d'une indexation de l'eau de 14,5 %.

Demande d'explications jointe de M. Emmanuel De Bock

concernant l'attitude du gouvernement bruxellois à la suite de la demande d'augmentation de 14,5 % du prix de l'eau de l'intercommunale Vivaqua.

Demande d'explications jointe de Mme Aurélie Czekalski

concernant l'augmentation des tarifs de Vivaqua et les préoccupations du régulateur bruxellois Brugel.

M. le président.- En l'absence de Mme Françoise De Smedt, sa demande d'explications est lue par M. Bruno Bauwens.

Toegevoegde vraag om uitleg van mevrouw Françoise De Smedt

betreffende het voorstel van Vivaqua om de waterprijs met 14,5% te indexeren.

Toegevoegde vraag om uitleg van de heer Emmanuel De Bock

betreffende de reactie van de Brusselse regering naar aanleiding van het verzoek van de intercommunale Vivaqua om de waterprijs met 14,5% te verhogen.

Toegevoegde vraag om uitleg van mevrouw Aurélie Czekalski

betreffende de verhoging van de tarieven door Vivaqua en de bezorgdheid van de Brusselse energieregulator Brugel.

De voorzitter.- Bij afwezigheid van mevrouw Françoise De Smedt wordt haar vraag om uitleg door de heer Bruno Bauwens voorgelezen.

Partager
09:07 § 113 → Vidéo
Partager

Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA).- In januari berichtten de media dat Vivaqua aan de Brusselse regulator Brugel de toelating heeft gevraagd om de tarieven voor kraantjeswater te verhogen met maar liefst 14,5%. Brugel zou tegen midden februari een antwoord aan Vivaqua bezorgen.

De kosten van de werkzaamheden aan het netwerk en de productie-infrastructuur zijn volgens de intercommunale in 2022 met gemiddeld 19% gestegen en de lonen van het personeel werden vijfmaal geïndexeerd, wat 10 miljoen euro extra kosten betekende.

U liet al weten dat de toegang tot drinkwater voor kwetsbare gezinnen gegarandeerd moet blijven en dat u daarom aan de regering zult voorstellen om het bedrag van de sociale tegemoetkoming op te trekken voor de 160.000 huishoudens die recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming.

Het is opmerkelijk dat die prijsstijgingen nu worden voorgesteld, een jaar na de goedkeuring van uw ordonnantie tot invoering van sociale maatregelen. Je zou bijna gaan denken dat er een oorzakelijk verband is tussen beide feiten. Al in 2021 was immers gebleken dat de waterprijs moest stijgen omdat Vivaqua anders de schulden ten belope van 900 miljoen euro niet meer kon betalen. Via uw ordonnantie werd er onder andere een sociale tegemoetkoming ingevoerd die vanaf 1 januari 2022 wordt toegekend aan watergebruikers van wie is vastgesteld dat ze zich in een armoedesituatie bevinden. Het zou gaan om bijna 30% van de Brusselse bevolking. Voorts wordt ook bepaald dat Vivaqua een aanvraag voor een afbetalingsplan in principe niet kan weigeren en ook de watervoorziening niet mag onderbreken.

Ik stelde bij de bespreking van die ordonnantie dan ook vragen bij het gebrek aan impactanalyses van de zogenaamde sociale maatregelen op de werking van Vivaqua. Ik heb toen al gezegd dat het, gezien de talrijke gunsttarieven en bijkomende verplichtingen en beperkingen, onbegrijpelijk is dat de impact van de regelgeving op de werking en de budgetten van zowel Vivaqua als Hydria niet bestudeerd werd.

Op welke manier heeft de invoering van het nieuwe tariefsysteem bijgedragen tot de aangekondigde prijsstijgingen? Wat was de budgettaire impact van de ordonnantie op Vivaqua? Hebt u deze situatie niet zelf mee veroorzaakt via de gunsttarieven en de bijkomende verplichtingen voor Vivaqua die de regering heeft ingevoerd?

Wijzen de prijsstijging en de problemen met de facturen er niet op dat er een grondige evaluatie nodig is van de werking van de Brusselse watersector? Een vereenvoudiging kan leiden tot minder instellingen, minder bestuurders, minder personeelskosten en een centralisering van expertise, en dus tot efficiëntiewinsten.

Welke structurele maatregelen zal de regering nemen om de schulden van Vivaqua, die intussen zijn opgelopen tot bijna 1 miljard euro, terug te dringen?

Wat is de stand van zaken van de facturatieproblemen bij Vivaqua? Zijn de computerproblemen opgelost en hebben alle gezinnen intussen hun factuur ontvangen? Mijn gezin heeft in elk geval nog steeds geen correcte factuur ontvangen en ik vrees dat wij niet de enigen in Brussel zijn. Als je contact probeert op te nemen met Vivaqua, krijg je geen antwoord. Kortom, ik vrees het ergste.

De vorige keer dat ik u daarover ondervroeg, zei u dat u daarvoor niet bevoegd bent, maar dat is te goedkoop. U bent wel gedeeltelijk bevoegd. Die 160.000 gezinnen rekenen op het gewest. Ik hoop dat u vandaag een ander antwoord hebt, want anders is er sprake van schuldig verzuim.

Mme Cieltje Van Achter (N-VA).- Selon Vivaqua, les coûts des travaux sur les infrastructures de réseau et de production ont augmenté de 19 % en 2022 et les salaires du personnel ont connu cinq indexations, soit un coût supplémentaire de 10 millions d'euros. En outre, les dettes de Vivaqua s'élèvent à environ 900 millions d'euros.

Par le biais d'une ordonnance, vous avez introduit une allocation sociale à destination des consommateurs en situation de pauvreté, soit près de 30 % de la population bruxelloise. Vous avez annoncé que vous proposeriez au gouvernement d'augmenter le montant de cette allocation pour les 160.000 ménages concernés. L'ordonnance en question interdit également à Vivaqua de refuser une demande de plan d'apurement ou d'interrompre la fourniture d'eau.

J'ai posé des questions sur l'absence d'analyses d'incidences des mesures dites sociales sur le fonctionnement de Vivaqua, car il est incompréhensible que les répercussions de la réglementation sur le fonctionnement et le budget de Vivaqua n'aient pas été étudiées.

Comment l'introduction du nouveau système tarifaire a-t-elle contribué aux augmentations de prix annoncées ? Quelle a été l'incidence budgétaire de l'ordonnance sur Vivaqua ?

La hausse des prix et les problèmes de facturation ne mettent-ils pas en évidence la nécessité de revoir en profondeur le fonctionnement du secteur bruxellois de l'eau ?

Quelles mesures structurelles le gouvernement compte-t-il prendre pour réduire les dettes de Vivaqua ?

Où en sont les problèmes de facturation de Vivaqua ?

Vous m'avez dit que vous n'étiez pas compétent en la matière, mais c'est faux, vous êtes partiellement compétent.

Partager
09:12 § 115 → Vidéo
Partager

M. Bruno Bauwens (PTB).- J'aimerais rappeler, en ce qui concerne la compétence en matière de gestion de l'eau, que le conseil d'administration de Vivaqua, présidé par Ecolo, a proposé une hausse du prix qui a été accordée par le ministre Ecolo. Nous sommes donc dans un cercle vicieux, en quelque sorte - même si cela vous embête.

Cette hausse du prix fera passer la facture d'un ménage de quatre personnes de 570 euros à 652 euros, qui s'ajoute à la hausse de 20 % du coût de la vie ainsi qu'à celle des loyers. Autrement dit, tout augmente sauf les revenus des ménages. Monsieur Maron, de nombreuses personnes me disent ne plus être en mesure de payer leurs factures, devoir contracter des emprunts et renoncer à certains loisirs pour leurs enfants. Et vous, vous décidez d'augmenter le prix de l'eau, qui est quand même un bien de première nécessité !

L'accès à l'eau est un droit fondamental, de sorte que vous créez une situation vraiment problématique. D'autant plus que le prix de l'eau n'a cessé d'augmenter ces vingt dernières années et que d'autres hausses sont encore prévues dans les trois années à venir. En fin de compte, le prix de l'eau aura quasiment doublé.

Dans les médias et en séance plénière, vous justifiez cette augmentation par une hausse des salaires du personnel. Or, selon moi, les salaires n'ont pas été augmentés mais indexés. Il y a une nette différence entre ces deux notions, et la hausse des prix entraîne une diminution du pouvoir d'achat des citoyens.

Nous avons déjà débattu de la possibilité de geler les prix. Avez-vous pris des décisions en ce sens ? Avez-vous, en votre qualité de ministre, pris contact avec Brugel pour en discuter ?

Enfin, qu'en est-il des finances et où en est l'audit de Vivaqua ?

De heer Bruno Bauwens (PTB).- De raad van bestuur van Vivaqua, die wordt voorgezeten door een lid van Ecolo, stelde een verhoging van de waterprijs voor, waarmee u als minister en lid van Ecolo ingestemd hebt.

Door die prijsstijging betaalt een gezin van vier voortaan geen 570 maar 652 euro, terwijl ook andere kosten met 20% toenemen. Velen kunnen hun facturen nu al niet meer betalen, en toch beslist u om een basisproduct als water duurder te maken.

Ter verdediging zei u dat de personeelskosten zijn gestegen. Het personeel kreeg echter geen loonsverhoging, de lonen werden alleen maar geïndexeerd. Door de prijsstijgingen neemt de koopkracht af.

Eerder bespraken we de mogelijkheid om de prijzen te bevriezen. Nam u beslissingen in die zin? Overlegde u daarover met Brugel?

Kunt u meer zeggen over de financiën en de audit bij Vivaqua?

Partager
09:15 § 117 → Vidéo
Partager

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- La presse a relayé l'information selon laquelle le conseil d’administration de Vivaqua a marqué son accord à l’unanimité sur la proposition de demander au régulateur Bruxelles Gaz électricité (Brugel) une indexation de ses tarifs de 14,5 %. J'insiste sur le terme « unanimité », car j'ai lu dans la presse, de la part de notre collègue Christophe De Beukelaer, beaucoup de critiques à l'égard de cette décision, alors que les représentants du cdH ont manifestement aussi voté en sa faveur.

Selon Vivaqua, cette augmentation trouve sa justification dans le fait que, comme beaucoup d’autres entreprises et de ménages, l'intercommunale subit de plein fouet les effets de la crise économique. L’inflation galopante, la hausse spectaculaire des prix de l’énergie et des prix des matériaux font exploser les coûts auxquels elle doit faire face. Or, à Bruxelles, le prix de l’eau n’est pas indexé automatiquement sur l’inflation réelle.

Cela signifie que les recettes de Vivaqua ne couvrent pas les coûts que celle-ci doit assumer pour mener à bien ses missions. La demande à Brugel comporte à la fois une indexation de 14,5 % pour 2023 et une autre de 4,1 % en 2024, soit 20 % au total, correspondant au niveau d’inflation prévu par l’OCDE pour la Belgique. Pour la suite de la période tarifaire (jusqu'en 2026), l’indexation devrait être fixée à 2 %.

Malgré cette indexation, le prix de l’eau en Région bruxelloise restera le plus bas du pays, souligne Vivaqua. L’entreprise publique rappelle que depuis 2022, il existe en Région bruxelloise une nouvelle protection pour les ménages les plus fragiles, en plus du Fonds social de l’eau.

Brugel devait prendre une décision vers la mi-février. J'aurais ainsi aimé vous entendre à ce sujet.

Manifestement inquiet, le gouvernement bruxellois a indiqué dans un communiqué de presse qu'il souhaitait renforcer la protection sociale, mais aussi proposer d'augmenter le montant de l'intervention sociale pour les ménages bénéficiant de l'intervention majorée. Le but est de réduire autant que possible l’augmentation des prix pour les 160.000 ménages concernés. « Il est primordial de garantir un accès à une eau de qualité à toutes et tous à Bruxelles : les particuliers, y compris les plus démunis, ainsi que les entreprises marchandes et non marchandes. Je continuerai à œuvrer en ce sens pour que l’eau soit un bien commun, protégé et accessible », expliquez-vous dans ce communiqué.

Cette mauvaise nouvelle pose d’autant plus de questions que Vivaqua connaît depuis plusieurs mois des problèmes notables de facturation, qui empêchent des décomptes dans de nombreuses copropriétés. Cela pose aussi la question de la trésorerie et du manque de recettes dû à ces difficultés de facturation. Les problèmes ont-ils été résolus et les montants non enrôlés ont-ils désormais été perçus ? Un problème de liquidités se pose aussi à cet égard : je ne voudrais pas que les Bruxellois paient, par le biais de l'indexation demandée, une partie de la note résultant des problèmes structurels de trésorerie et des difficultés de facturation rencontrées ces derniers mois.

De heer Emmanuel De Bock (DéFI).- De raad van bestuur van Vivaqua stemde unaniem in met een indexering van de tarieven met 14,5%. De heer De Beukelaer mag zich daar kritisch over uitgelaten hebben, zijn partijgenoten in de raad van bestuur hebben wel degelijk met die verhoging ingestemd.

Vivaqua verdedigt de prijsverhoging met het argument dat de intercommunale de gevolgen van de economische crisis sterk voelt, onder andere door de sterk gestegen kosten, terwijl de waterprijs in Brussel niet automatisch geïndexeerd wordt. De inkomsten dekken de kosten van Vivaqua niet, waardoor het zijn opdracht niet naar behoren kan uitvoeren. Daarom vroeg het aan Brugel om de prijzen in 2023 met 14,5% te mogen verhogen en in 2024 met 4,1%. De daaropvolgende twee jaar zou er een indexering met 2% worden doorgevoerd.

Ondanks die indexering blijft de waterprijs in het Brussels Gewest volgens Vivaqua de laagste van het land. Bovendien zijn de kwetsbaarste gezinnen sinds 2022 extra beschermd.

Brugel moest tegen midden februari een beslissing nemen.

De regering maakte zich duidelijk zorgen en deelde in een persbericht mee dat ze de verhoogde tegemoetkoming wilde optrekken om de 160.000 gezinnen die er recht op hebben, beter te beschermen.

De kwestie roept vragen op, zeker omdat Vivaqua al maanden met factureringsproblemen kampt, die een gedetailleerde afrekening in mede-eigendommen onmogelijk maakt. Is dat probleem ondertussen opgelost en zijn de facturen betaald? De gewone Brusselaar mag niet opdraaien voor die kosten, net zomin als voor de structurele financiële problemen bij de maatschappij.

Partager
09:18 § 119 → Vidéo
Partager

Je souhaite vous interroger sur l’attitude du gouvernement bruxellois quant à cette hausse préoccupante supérieure à l’inflation qui, à mon sens, aurait pu être lissée sur plusieurs années. Je trouve inconvenant de voir des pics d'inflation appliqués aussi lourdement. J'aurais préféré une solution de 5 % sur trois ans plutôt que 14,5 %, 4 % et 2 %. Personnellement, je ne comprends pas les administrateurs qui ont privilégié cette position.

Je souhaite également vous interroger sur l’absence de lissage de cette augmentation dans le temps, les mesures prises par le gouvernement pour rendre la facture plus raisonnable pour les Bruxellois et l’assurance de la pérennité de l’intercommunale et des réformes nécessaires.

Enfin, je rappelle que nous avons soutenu l'intercommunale à plusieurs reprises, à l'époque de la ministre Fremault, en lui accordant des subsides lui permettant de ne pas augmenter le prix de l'eau les années précédentes. Avez-vous conditionné ces moyens à des réformes structurelles ? Si oui, en avez-vous reçu l’évaluation ?

J'entends souvent l'argument selon lequel le prix de l'eau à Bruxelles est moins élevé que dans les deux autres Régions. Cet argument est quelque peu fallacieux, car nous avons un petit territoire avec énormément d'habitants et d'entreprises, ce qui nous permet de réaliser des économies d'échelle. À l'inverse, la Flandre et de la Wallonie doivent gérer un immense territoire nécessitant énormément de canalisations et de travaux. Cet argument, fréquemment utilisé pour justifier les augmentations et la comparaison avec les autres Régions, n'est donc pas fondé.

Hoe staat de regering tegenover die stijging, die nog hoger is dan de inflatie? Was die niet beter gespreid in de tijd?

Welke maatregelen nam de regering om de facturen betaalbaar te houden? Wat deed u om het voortbestaan van Vivaqua te garanderen en de nodige hervormingen door te voeren?

Tijdens de vorige regeerperiode kreeg Vivaqua subsidies om de waterprijs niet te verhogen. Was daar de voorwaarde van structurele hervormingen aan verbonden? Zo ja, hebt u daar een evaluatie van gekregen?

Ik hoor vaak dat de waterprijs in Brussel lager is dan in de rest van het land. Dat is echter een bedrieglijk argument, aangezien Brussel een kleiner grondgebied heeft dan Vlaanderen en Wallonië, wat maakt dat er minder leidingen moeten worden onderhouden.

Partager
09:21 § 121 → Vidéo
Partager

Mme Aurélie Czekalski (MR).- Confrontée à l’augmentation imprévue de ses coûts en raison de l’inflation actuelle, Vivaqua a introduit une demande d’augmentation de ses tarifs auprès de Bruxelles Gaz électricité (Brugel). Il ressort du rapport de Brugel que ces éléments macroéconomiques, et dans une moindre mesure les problèmes de facturation dont Vivaqua souffre actuellement, ont pour conséquence que l’opérateur n’est plus à même de financer ses investissements ni de respecter les ratios contractuels exigés par la Banque européenne d'investissement (BEI).

Pour résoudre le problème de financement de Vivaqua à court terme, on peut lire dans le rapport de Brugel que cinq pistes étaient envisageables :

- une réduction des dépenses ;

- la recapitalisation de Vivaqua par une augmentation de fonds propres ou l’entrée de nouveaux actionnaires ;

- l’attribution de nouveaux subsides ;

- la non-application des ratios de la BEI et l'intervention de la garantie de la Région ;

- l’augmentation des recettes, via les tarifs principalement.

La première piste de réduction des dépenses a été explorée par Vivaqua, mais mènerait à des diminutions de coûts largement insuffisantes pour respecter les ratios de la BEI. En effet, il est constaté une diminution significative des investissements prévus par Vivaqua en 2023. Ces sous-investissements ne pourraient être que temporaires. Les voies 2, 3 et 5 n’ont pas été suivies.

Quant à la piste 4, l'intervention de la garantie régionale déclencherait le remboursement immédiat de la totalité ou d’une partie des montants encore dus à la BEI par la Région, à savoir 338 millions d'euros d'ici à la fin de 2022, majorés des indemnités de remploi et autres frais liés à la récupération des sommes dues.

Un tel scénario aurait plusieurs conséquences dommageables pour Vivaqua et pour la Région. Brugel attire l’attention sur le fait que cette augmentation tarifaire n'élimine pas tout risque, pour Vivaqua, de ne pouvoir répondre aux ratios financiers durant le reste de la période tarifaire. Brugel alerte en outre le gouvernement sur les problèmes structurels de financement de Vivaqua.

Dès lors, le régulateur souligne la nécessité de mener au plus vite une réflexion en profondeur sur le financement et la structure de coûts de Vivaqua, sur l’étendue de ses missions de service public, sur sa recapitalisation et, de manière plus large, sur l’organisation du secteur de l’eau.

Le groupe MR a toujours plaidé dans cette enceinte pour une rationalisation dans le partage des investissements entre les opérateurs, notamment en matière de lutte contre les inondations, comme les bassins d’orage qui relèvent, dans la pratique, tant de Vivaqua que d'Hydria.

Le gouvernement précédent nous a toujours assurés qu'Hydria, Hydrobru et Vivaqua travaillaient de façon constructive à la reprise, par l’opérateur régional, de certaines infrastructures et investissements à dimension régionale, tels que les gros bassins d’orage. Ne voyant rien arriver, on peut se demander ce qu’il en est.

Mevrouw Aurélie Czekalski (MR).- Vivaqua zag door de inflatie zijn kosten onverwachts toenemen en diende bij Brugel een aanvraag in om zijn tarieven te verhogen. Uit het rapport van Brugel blijkt dat Vivaqua momenteel niet in staat is om investeringen te financieren of de door de Europese Investeringsbank (EIB) opgelegde ratio's te respecteren.

Brugel ziet vijf mogelijkheden om het financieringsprobleem van Vivaqua op te lossen: de uitgaven beperken, de intercommunale herkapitaliseren, nieuwe subsidies toekennen, de ratio's van de EIB niet toepassen en de gewestgarantie activeren en, ten vijfde, de inkomsten verhogen.

Vivaqua onderzocht of het de kosten kan beperken, maar dat zou niet volstaan om de ratio's van de EIB te halen. De tweede, derde en vijfde mogelijkheid werden niet overwogen.

Voor de vierde mogelijkheid zou het activeren van de gewestgarantie tot een onmiddellijke terugbetaling van de door het gewest aan de EIB verschuldigde bedragen met zich brengen. Het gaat om 338 miljoen euro. Dat zou voor zowel Vivaqua als het gewest schadelijke gevolgen hebben.

Brugel benadrukt dat er dringend moet worden nagedacht over de financiering en de kostenstructuur van Vivaqua, over de draagwijdte van zijn openbare opdracht, over een herkapitalisering en over de organisatie van de watersector in het algemeen.

De MR pleitte er altijd al voor om de investeringen, met name in maatregelen tegen overstromingen, rationeel te spreiden over de verschillende operatoren. De vorige regering verzekerde ons dat Hydria, Hydrobru en Vivaqua daarrond constructief samenwerkten. De resultaten laten echter op zich wachten.

Partager
09:24 § 123 → Vidéo
Partager

Monsieur le Ministre, une rationalisation des compétences en matière d’investissements et de gestion des infrastructures est-elle en cours ? Quelle en est la répartition et quelles sont les estimations du coût de ces reprises ?

Qu’en est-il de la rationalisation des coûts et comment la juste part d’intervention régionale dans le coût de l’eau et le juste prix facturé aux consommateurs finaux, tout en appliquant le principe du pollueur-payeur, sont-ils fixés ?

Qu’en est-il de la finalisation de l’outil coût-vérité et comment est-il utilisé pour déterminer les sources de financement des coûts liés à l’usage de l’eau ?

Comment le gouvernement répond-il aux préoccupations de Brugel relatives à la diminution des taux de renouvellement observée depuis 2019, aux problèmes structurels de financement de Vivaqua ainsi qu'à la nécessité de mener une réflexion en profondeur sur le financement et la structure de coûts de Vivaqua, l’étendue de ses missions de service public, sa recapitalisation et l’organisation du secteur de l’eau bruxellois ?

Werkt u aan een rationalisering van de investeringen en van het beheer van de infrastructuur? Hoeveel zou dat kosten?

Hoe worden het correcte aandeel van het gewest in de waterprijs en een correcte prijs voor de consument berekend?

Hoever staat de tool om de werkelijke prijs te berekenen? Hoe wordt die gebruikt om de financieringsbronnen voor de kosten in verband met het watergebruik te bepalen?

Hoe reageert u op de bezorgdheden van Brugel?

Partager
09:25 § 125 → Vidéo
Partager

M. Martin Casier (PS).- Comme le rappelait M. Bauwens au début de son intervention, l'eau constitue un bien de consommation vital et revêt, en ce sens, une place particulière dans les débats de ce jour.

À la différence de M. De Bock, je suis heureux et fier du travail réalisé par le gouvernement et par Vivaqua, grâce auquel la Région bruxelloise est celle où l'eau coûte le moins cher au mètre cube. Sans doute y a-t-il de bonnes raisons pour en augmenter le prix, mais l'enjeu est de taille, car ce n'est pas un bien de consommation comme un autre.

Vivaqua a demandé à Brugel de pouvoir augmenter ses tarifs de 14,5 % pour l'année 2023, puis de manière plus limitée les années suivantes. Cette situation résulte aussi de l'indexation non automatique du prix de l'eau. Concrètement, cette augmentation s'élève à quelque 40 euros pour le ménage bruxellois moyen. Ce montant n'est pas négligeable, puisqu'il s'ajoute à d'autres augmentations et indexations de prix (énergie, biens de consommation, alimentation, etc.). Le sujet doit donc mobiliser toute notre énergie. Cependant, Vivaqua doit pouvoir remplir toutes ses obligations et maintenir sa santé financière, sans quoi la distribution de l'eau potable serait mise en danger.

Au-delà de l'augmentation du prix de l'eau, son accessibilité aux ménages les plus vulnérables doit également être au cœur de nos discussions. Le gouvernement s'en est non seulement préoccupé, mais a même transformé ses propos en actes. Il a en effet proposé de renforcer la protection sociale en augmentant les montants de l'intervention sociale pour les ménages qui en bénéficient et, par là même, de limiter fortement la hausse des tarifs pour les ménages les plus vulnérables.

Dans ce contexte, quels sont les risques financiers auxquels Vivaqua pourrait être confrontée, si elle n'atteint pas les ratios contractuels exigés par la Banque européenne d'investissement ? Quel serait dès lors l'impact sur sa santé financière et, indirectement, sur sa capacité à fournir l'eau potable à l'ensemble des Bruxellois ?

Brugel vous a-t-il alerté sur les problèmes de solvabilité de Vivaqua et, dans l'affirmative, quelles propositions avez-vous faites pour les résoudre ?

De manière plus large, que pouvez-vous mettre en œuvre pour assurer l'accessibilité de l'eau aux Bruxellois ?

De heer Martin Casier (PS).- Dankzij de inspanningen van Vivaqua en het gewest heeft Brussel de laagste prijs voor een kubieke meter water van het land. Er zijn ongetwijfeld goede redenen om de prijs te verhogen, maar dat ligt niet voor de hand met een basisproduct als water.

Vivaqua vroeg aan Brugel om zijn tarieven in 2023 met 14,5% te mogen verhogen, waarna het de jaren daarop een lagere tariefverhoging wil toepassen. Dat heeft te maken met het feit dat de waterprijs niet automatisch geïndexeerd wordt. Het gaat om een verhoging met ongeveer 40 euro per gezin. Dat is veel, maar Vivaqua heeft middelen nodig om zijn verplichtingen na te komen en financieel gezond te blijven.

Water moet echter ook voor kwetsbare gezinnen betaalbaar blijven. De regering is zich daarvan bewust en ondernam al actie door de sociale tegemoetkoming te verhogen.

Welke financiële risico's loopt Vivaqua als het de door de EIB opgelegde ratio's niet haalt? Welke impact zou dat hebben op zijn financiële gezondheid en op de drinkwatervoorziening?

Waarschuwde Brugel u voor solvabiliteitsproblemen bij Vivaqua? Zo ja, welke oplossingen kwamen naar voren?

Hoe zorgt u ervoor dat alle Brusselaars toegang hebben tot drinkwater?

Partager
09:29 § 129 → Vidéo
Partager

Mevrouw Lotte Stoops (Groen).- De vorige sprekers hebben de context al geschetst. Vivaqua zal de prijs van kraantjeswater met 14,5% verhogen. De Brusselse watertarieven zijn lang niet geïndexeerd en die indexering zou vandaag nodig zijn om de stijgende kosten door inflatie op te vangen.

Brugel keurde de tariefverhoging intussen goed en berekende dat een gezin van twee personen met een gemiddeld jaarlijks verbruik van 70  m³ een prijsstijging van 43 euro mag verwachten. Veel Brusselaars zullen dat in hun portemonnee voelen, in het bijzonder de Brusselaars die het al moeilijk hebben door de prijsstijgingen van energie en levensmiddelen, zelfs al blijven de watertarieven de goedkoopste van heel België.

Toegang tot drinkwater is een basisrecht dat voor iedereen gegarandeerd moet zijn. De regering besliste daarom om de sociale tegemoetkoming voor gezinnen die daar recht op hebben, op te trekken. Dat initiatief komt boven op de sociale maatregelen die al eerder genomen zijn, zoals de invoering van een sociaal tarief en de mogelijkheid om het verbod op afsluiting van de watervoorziening te verlengen. Toch sluit ik me aan bij de vragen van mijn collega's over de financiële situatie en de facturatieproblemen bij Vivaqua.

Mme Lotte Stoops (Groen).- L'indexation évoquée serait nécessaire pour compenser la forte inflation. Cette hausse des prix va mettre de nombreux Bruxellois en difficulté, en particulier ceux qui le sont déjà en raison de la flambée des prix de l'énergie et des denrées alimentaires.

Je me réjouis de l'augmentation de l'allocation sociale mais je rejoins les interrogations de mes collègues sur la situation financière et les problèmes de facturation de Vivaqua.

Partager
09:30 § 131 → Vidéo
Partager

M. Alain Maron, ministre.- Il va sans dire que personne n’avait prévu l'inflation exceptionnelle de ces deux dernières années, une inflation que l'Europe n'avait plus connue depuis les années 1980. La demande d’indexation des tarifs de Vivaqua à Brugel est le reflet de cette inflation constatée en 2022 et prévue pour 2023.

Je tiens d’ailleurs à corriger une information dans la question de M. De Bock : l'indexation de 14,5 % demandée pour 2023 est bien l'addition, entre autres, de l'inflation constatée en 2022 (9,7 %) et de celle prévue pour 2023 (16,3 %). Notons également que, sans les efforts structurels de 2 % de réduction des dépenses au sein de Vivaqua, la demande d'augmentation de la part de cette dernière aurait été de l'ordre de 16,5 %. Vivaqua contribue donc également à la réduction des dépenses et à l'amélioration de sa « productivité ».

De heer Alain Maron, minister.- Niemand zag de inflatie van de voorbije twee jaar aankomen. Ze vormde de aanleiding voor de vraag van Vivaqua om zijn tarieven te mogen verhogen.

Mijnheer De Bock, de gevraagde verhoging bestaat wel degelijk uit de som van onder andere de inflatie in 2022 en de verwachte inflatie voor 2023. Als Vivaqua geen structurele inspanningen zou leveren om zijn kosten te beperken, zou ze nog hoger liggen.

Partager
09:32 § 133 → Vidéo
Partager

(verder in het Nederlands)

Mevrouw Van Achter, de toepassing van de sociale tegemoetkoming mag niet worden gezien als een anticipatie op de indexeringsaanvraag die Vivaqua zonet bij Brugel heeft ingediend. Het principe van het sociaal watertarief staat sinds 2019 in de algemene beleidsverklaring en bovendien heeft de sociale tegemoetkoming geen budgettaire impact op Vivaqua. Het gewest, en niet Vivaqua, draagt immers zowel de kosten van de sociale tegemoetkoming als de werkingskosten, verbonden aan de toepassing ervan.

Het is nog te vroeg om de eventuele impact van de andere maatregelen die u noemt, zoals het recht op een redelijk afbetalingsplan of het verbod op afsluiting bij niet-betaling van de factuur, op de inkomsten van Vivaqua te meten.

(poursuivant en néerlandais)

Madame Van Achter, le principe du tarif social de l'eau figure dans la déclaration de politique générale depuis 2019 et, par ailleurs, l'allocation sociale n'a aucune incidence budgétaire sur Vivaqua. Il est par ailleurs trop tôt pour mesurer l'incidence éventuelle des autres mesures que vous mentionnez sur les recettes de Vivaqua.

Partager
09:33 § 135 → Vidéo
Partager

(poursuivant en français)

Il est à noter que le suivi de ces mesures « sociales », telles que visées dans la modification de l'ordonnance approuvée par le Parlement, est bel et bien prévu et en cours. Cependant, ces mesures n'étant mises en œuvre que depuis quelques mois, Vivaqua manque encore de recul pour en mesurer l'impact.

Vous m’interrogez sur la pérennité financière de l’entreprise et son modèle de financement. On peut relever de manière évidente un sous-financement historique de l'intercommunale, y compris par les communes. La dette de Vivaqua, qui dépasse aujourd'hui le milliard d’euros, s'élevait déjà à 823 millions d'euros en 2018. Les moyens financiers ont été majoritairement affectés aux investissements dans le renouvellement des réseaux, en particulier du réseau d’égouttage, qui a fait l'objet d'un sous-investissement chronique pendant des décennies. Un prêt auprès de la Banque européenne d'investissement permet de mener à bien ces différents investissements.

Contrairement à d’autres structures publiques qui reçoivent une dotation, l'intercommunale Vivaqua doit se procurer ses recettes elle-même, principalement auprès des entreprises et ménages bruxellois. L'actionnariat public de l'intercommunale recherche un équilibre difficile entre, d'une part, l'obtention de moyens suffisants pour fournir un service de qualité et, d'autre part, la conscience de la capacité financière limitée des ménages, voire des entreprises à Bruxelles. Nous savons que nombre de ménages bruxellois sont dans une situation économique précaire. L'intervention sociale, adoptée par le Parlement sur la proposition du gouvernement, contribue à permettre à l'intercommunale de pratiquer un tarif proche du coût-vérité, sans peser sur les ménages en situation économique précaire.

Concernant un gel du prix de l’eau, je rappelle qu'en vertu de l’ordonnance-cadre « Eau », Brugel est compétent pour valider les tarifs proposés par les opérateurs de l'eau sur la base d'un principe de coût-vérité, également imposé au niveau européen. Il ne m'appartient pas de donner des instructions à Brugel, qui est indépendant. Dans le cadre de sa mission, le régulateur est amené à contrôler tous les postes de coûts et de recettes de Vivaqua. Il ne prend donc pas de décision au doigt mouillé et vérifie la légitimité des demandes d'augmentation.

(verder in het Frans)

Aangezien de sociale maatregelen nog maar enkele maanden worden toegepast, kan Vivaqua de impact ervan nog niet meten.

Het is duidelijk dat het financieringsmodel van Vivaqua niet volstaat. Het heeft meer dan een miljard euro schulden en besteedt zijn middelen hoofdzakelijk aan de vernieuwing van zijn netwerken, in het bijzonder de riolering, waarin decennialang te weinig is geïnvesteerd. Dankzij een lening bij de EIB kan het zijn investeringen tot een goed einde brengen.

In tegenstelling tot andere openbare structuren moet Vivaqua zijn eigen inkomsten genereren. Die haalt het hoofdzakelijk bij gezinnen en bedrijven. Heel wat Brusselse gezinnen hebben het echter financieel moeilijk. Dankzij de sociale tussenkomst die het parlement goedkeurde, kan Vivaqua een tarief toepassen dat dicht bij de werkelijke kostprijs ligt zonder dat kwetsbare gezinnen in de problemen komen.

Brugel staat in voor de goedkeuring van de door de operatoren voorgestelde tarieven. Ik kan Brugel niets opleggen. De regulator neemt zijn beslissingen echter altijd op basis van een grondig nazicht van de gegevens.

Partager
09:36 § 137 → Vidéo
Partager

Le gel de l'indexation du prix de l’eau qui a été appliqué entre 2014 et 2019 a effectivement nécessité un rattrapage pour la période tarifaire 2022-2026. Toutefois, je rappelle que ce dernier a été neutralisé pour les ménages bénéficiant de l'intervention majorée (jusqu'à 30 % de la population à Bruxelles), par le biais de l'intervention sociale financée à hauteur de plus de 16 millions d'euros par la Région.

Le but est de faire en sorte que les ménages les plus précaires - allant jusqu'aux limites de la classe moyenne - paient, pour l'eau, le prix le plus raisonnable possible. En ce qui les concerne, il n'y a pas eu et il n'y aura pas d'augmentation du prix de l'eau, y compris en 2023. Je tiens à souligner qu'il s'agit d'un effort budgétaire considérable de la part de la Région.

Il est à préciser que le prix de l'eau n'est pas automatiquement indexé chaque année. La méthode tarifaire adoptée pour la période 2022-2026 intègre des prévisions d'inflation. Si l'inflation réelle est supérieure de manière significative aux prévisions, comme cela a été le cas en 2022, un ajustement du tarif peut être autorisé par Brugel - ce qui vient de se passer. En fin de période tarifaire, Brugel évaluera si les recettes perçues par les opérateurs au cours de la période correspondent à des coûts dûment justifiés.

En réponse à la question de M. De Bock, je rappelle qu'il existe le Fonds social de l’eau, constitué par des cotisations de la part de Vivaqua (seulement 5 centimes/m³ en 2023), géré par les CPAS et accessible aux ménages éprouvant des difficultés à payer leur facture d’eau. Cette aide s'ajoute donc à l'intervention sociale financée par la Région, qui est automatique et ne passe pas par les CPAS. Comme je l'ai indiqué, la Région a donné les moyens à Vivaqua de mettre en œuvre cette intervention sociale dans la facture d'eau. Nous avons aussi augmenté le montant de cette dernière afin de neutraliser l’augmentation des tarifs entrant en vigueur cette année.

Madame Czekalski, vous pointez la diminution des objectifs de Vivaqua en matière de taux de renouvellement depuis 2019 et faites ainsi référence aux investissements. Il faut reconnaître que ces dernières années, Vivaqua peine à respecter les ambitions de renouvellement du réseau d'égouttage fixées au début de la période tarifaire, notamment en raison de l'augmentation des coûts des chantiers, supérieurs à l'inflation du panier de la ménagère.

Doordat de waterprijs tussen 2014 en 2019 ongewijzigd bleef, is er nu een inhaalbeweging nodig. Voor gezinnen met een verhoogde tegemoetkoming wordt die echter door de sociale tussenkomst geneutraliseerd. Het is de bedoeling dat de kwetsbaarste gezinnen een zo redelijk mogelijke prijs betalen voor water. Voor hen komt er dan ook in 2023 geen tariefverhoging.

De waterprijs wordt niet automatisch jaarlijks geïndexeerd. In de tariefbepaling voor 2022-2026 is rekening gehouden met de verwachte inflatie, maar als de werkelijke inflatie een stuk hoger ligt, zoals in 2022, kan Brugel een tariefwijziging toepassen. Aan het einde van de tariefperiode gaat Brugel na of de inkomsten van de operatoren overeenstemmen met hun kosten.

Mijnheer De Bock, ik herinner u eraan dat er een Sociaal Waterfonds bestaat, gevoed met bijdragen van Vivaqua en beheerd door de OCMW's. Gezinnen die hun waterfactuur niet kunnen betalen, kunnen daar een beroep op doen. Die steun komt boven op de sociale tussenkomst van het gewest, die automatisch wordt toegekend en onlangs werd verhoogd.

Mevrouw Czekalski, het klopt dat Vivaqua het de voorbije jaren moeilijk had om zijn doelstellingen in verband met de vernieuwing van zijn netwerken te halen, vooral omdat de kosten voor de werkzaamheden aanzienlijk zijn gestegen.

Partager
09:39 § 139 → Vidéo
Partager

À la fin du mois de mars de chaque année, le gouvernement se prononce sur la mise à jour des plans pluriannuels d’investissement proposés par Vivaqua et Hydria. En mars 2022, le gouvernement avait réaffirmé la nécessité de maintenir les ambitions de renouvellement fixées pour la fin de la période tarifaire, tout en acceptant un lissage plus progressif de l'atteinte de ces objectifs, afin de tenir compte de la conjoncture difficile à laquelle les opérateurs étaient confrontés.

Vu le contexte inflationniste très instable en 2022, Vivaqua n'a proposé qu'une adaptation de son plan pluriannuel d'investissement pour l'année suivante. Cette proposition a été analysée en profondeur par les administrations, dont Bruxelles Environnement, et a fait l'objet de discussions informelles avec Brugel. Mon cabinet a réuni les opérateurs et Bruxelles Environnement il y a quelques jours pour faire le point. Le gouvernement sera amené à se prononcer sur les mises à jour des plans pluriannuels d'investissement avant la fin du mois.

Le maintien d'ambitions élevées pour le renouvellement du réseau d'assainissement est une nécessité, tant pour la viabilité à long terme du réseau proprement dit que pour la qualité de l'environnement, afin de limiter les rejets d'eaux usées non traitées dans l'environnement. Pour que ces objectifs soient atteints, il est bien entendu nécessaire que les opérateurs disposent de moyens financiers adéquats et suffisants. Il faut donc trouver un équilibre et maintenir un maximum d'investissements tout en évitant de mettre à mal les opérateurs de l'eau.

Brugel a défini différentes pistes pour stabiliser financièrement l'opérateur. Le scénario d'une recapitalisation par les communes n'est pas de notre ressort, mais ce sont bien les communes qui sont actionnaires de Vivaqua. Si une entreprise - fût-elle intercommunale - éprouve des besoins de liquidités et de capitalisation, ce sont d'abord ses actionnaires qui en sont responsables. Il est donc logique que ce soit la première piste mise sur la table. Néanmoins, nous savons que les capacités financières des communes sont limitées. Dès lors, il est logique de ramener les communes à leurs responsabilités vis-à-vis de Vivaqua.

Par ailleurs, nous avons lancé une étude sur la rationalisation du secteur de l'eau. Elle consistera à analyser l'organisation du secteur et à explorer les possibilités de synergies et d'optimisation financière entre les acteurs de l'eau. Il sera également procédé à une comparaison des modes de financement et de couverture des charges liées aux différentes activités intervenant dans la gestion du cycle de l'eau. Nous devrions obtenir les résultats de cette étude d'ici l'automne prochain afin de pouvoir en tirer les enseignements avec les opérateurs et le gouvernement à la fin de l'année. Nous évaluerons bien évidemment les possibilités de rapprochement entre Hydria, qui est une instance régionale, et Vivaqua, qui est une intercommunale.

Enfin, en ce qui concerne les questions relatives à la facturation, je rappelle une fois de plus que je ne suis pas le ministre de tutelle de Vivaqua et que je ne dispose d'aucun droit de regard sur son fonctionnement opérationnel. C'est la direction générale de Vivaqua qui est responsable, et ensuite son conseil d'administration. Ce conseil d'administration ne comprend aucun représentant de la Région.

De regering spreekt zich elk jaar eind maart uit over de aanpassing van de meerjareninvesteringsplannen van Vivaqua en Hydria. In maart 2022 bevestigde de regering dat de vernieuwingsdoelstellingen behouden moesten blijven, maar dat ze ruimer over de periode mochten worden gespreid.

Gezien de inflatie in 2022 stelde Vivaqua slechts één aanpassing van zijn meerjarenplan voor het jaar erop voor. De regering zal zich daar voor het einde van deze maand over uitspreken.

Het is noodzakelijk dat we hoge doelstellingen aanhouden voor de vernieuwing van het netwerk. Uiteraard moeten de operatoren dan wel over voldoende middelen beschikken om die werkzaamheden uit te voeren.

Brugel zag meerdere mogelijkheden om de financiële stabiliteit van Vivaqua te herstellen. Een herkapitalisering door de gemeenten valt niet onder mijn bevoegdheid. De gemeenten moeten er, als aandeelhouders van de intercommunale, als eersten voor zorgen dat die over financiële middelen beschikt. Zij hebben echter zelf een beperkte financiële slagkracht.

Voorts laat ik een studie uitvoeren naar synergieën en financiële optimalisering tussen de verschillende wateroperatoren. De financieringswijzen en de dekking van de kosten zullen met elkaar worden vergeleken. Ik verwacht de resultaten tegen de herfst van 2023.

In verband met de vragen over de facturering wil ik zeggen dat Vivaqua niet onder mijn toezicht valt. De algemene directie en de raad van bestuur van Vivaqua zijn in dit geval verantwoordelijk. In de raad van bestuur zit overigens geen enkele vertegenwoordiger van het gewest.

Partager
09:42 § 143 → Vidéo
Partager

(verder in het Nederlands)

Momenteel factureert Vivaqua ongeveer 70% van de installaties volgens de normale regelmaat via voorschot- of regularisatiefacturen.

Vandaag zijn helaas nog niet alle problemen van de baan. Een team van interne en externe experts buigt zich over de resterende problemen. Dat is een progressief proces, waarbij de prioriteit gaat naar het oplossen van de problemen die het grootste aantal klanten treffen. Sommige oplossingen vereisen IT-ontwikkelingen die naar behoren moeten worden getest voordat ze worden toegepast. Daardoor kan ik helaas onmogelijk zeggen wanneer de overblijvende problemen definitief opgelost zullen zijn.

(poursuivant en néerlandais)

Près de 70 % des installations sont aujourd’hui facturées au rythme normal. Quant aux problèmes restant à résoudre, ils impliquent notamment des développements informatiques nécessitant une phase d'essai. Il est dès lors difficile de prévoir quand tout sera définitivement réglé.

Partager
09:43 § 145 → Vidéo
Partager

(poursuivant en français)

Je suis moi-même surpris du temps nécessaire à la résolution des problèmes informatiques au sein de Vivaqua. Mon cabinet a fait part de sa circonspection à la direction, mais nous ne pouvons rien faire de plus.

Le prix de l'eau va effectivement passer cette année à 4,42 euros/m³, hors intervention sociale. Je vous signale, Monsieur Bauwens, qu'à Zelzate, par exemple, c'est beaucoup plus cher, et même deux fois plus cher au-delà de 30 m³. L'intercommunale de l'eau y a décidé une augmentation de 10 % entre 2022 et 2023.

(verder in het Frans)

Ik verbaas me er ook over dat het zo lang duurt om de problemen op te lossen.

De waterprijs zal dit jaar tot 4,42 euro/m³ stijgen. Elders is dat veel meer.

Partager
09:44 § 147 → Vidéo
Partager

Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA).- U zegt dat het management het facturatieprobleem moet oplossen, maar het gewest betaalt een deel van de facturen van 160.000 gezinnen, of 30% van de Brusselaars, voor een totaalbedrag van 16 miljoen euro. U hebt er dus alle belang bij om er bij Vivaqua op aan te dringen dat de facturen correct zijn. Als Vivaqua die 30% kan oplossen, is wellicht de volledige 100% opgelost. U zegt dat u niet bevoegd bent, maar dat bent u wel, want u betaalt facturen.

De voorbije jaren heeft de tegemoetkoming 16 miljoen euro gekost. Ik begrijp de argumenten voor de verhoging van de waterprijs. Alles is duurder geworden. De vraag is natuurlijk hoe je dat aanpakt. Verhoog je de tarieven in een keer met 14% of spreid je die stijging wat meer? Wordt ook het sociaal tarief aangepast? Dat zijn allemaal zaken die niet ter discussie zijn gesteld. Vandaag wordt gewoon de factuur van de middenklasse verhoogd. Er zou ook gewerkt kunnen worden met een progressief tarief, waarvoor wij in het verleden al gepleit hebben, waarbij een basistarief wordt vastgesteld en grootverbruikers een hoger tarief wordt aangerekend. Dat zou veel eerlijker en efficiënter zijn.

Wat is de impact van de stijging van de waterprijs op het gewestelijke budget? Zal die 16 miljoen euro ook met 14,5% stijgen?

Mme Cieltje Van Achter (N-VA).- Vous dites que vous n'êtes pas compétent, mais vous l'êtes, car la Région paie une partie des factures de 160.000 ménages, pour un montant total de 16 millions d'euros. Vous avez donc tout intérêt à insister auprès de Vivaqua pour que les factures soient correctes.

La hausse des tarifs se fera-t-elle en une fois ou sera-t-elle étalée ? Le tarif social sera-t-il lui aussi adapté ? L'idéal serait d'appliquer un tarif progressif, qui est une solution beaucoup plus équitable et plus efficace.

Quelle est l'incidence de l'augmentation du prix de l'eau sur le budget régional ? Le montant de 16 millions d'euros augmentera-t-il également de 14,5 % ?

Partager
09:46 § 149 → Vidéo
Partager

M. Bruno Bauwens (PTB).- Avec toutes les mesures que vous prenez à Bruxelles - et surtout celles que vous ne prenez pas -, le pourcentage de ménages qui bénéficient du tarif social est en train d'augmenter. Ce pourcentage est aujourd'hui de 30 %, mais votre politique a pour effet de créer un groupe sans cesse plus large de citoyens qui doivent vivre dans la précarité et qui sont contraints de demander des primes.

Ces primes constituent bien entendu une mesure positive, mais vous ne proposez aucune solution structurelle au problème de l'appauvrissement général de la population. De nombreux citoyens me contactent pour me demander quelles solutions s'offrent à eux. Doivent-ils demander un plan de paiement étalé ou résilier l'abonnement sportif de leurs enfants ?

Le week-end dernier, j'ai rencontré un couple dont les deux conjoints travaillent. Ils m'ont expliqué que leurs frais fixes, en ce compris la nourriture, avaient augmenté de 1.000 euros par mois par rapport à ce qu'ils étaient il y a quelques années. Et il s'agit ici d'un ménage dont les deux membres travaillent ! Ces personnes ne pourront désormais plus partir en vacances. Il est bien beau de dire que ces citoyens ont droit au tarif social, mais nous allons atteindre un point tel qu'ils représenteront non pas 30 % de la population mais beaucoup plus ! Voilà le résultat de la politique que vous menez actuellement.

De heer Bruno Bauwens (PTB).- Het aantal gezinnen die recht hebben op het sociale tarief, neemt toe. Vandaag maakt die groep 30% van alle gezinnen uit, maar door uw beleid groeit gestaag het aantal armen die premies moeten aanvragen.

Uiteraard zijn die premies een goede zaak. U stelt echter geen enkele structurele oplossing voor de verarming van de bevolking voor.

Partager
09:48 § 151 → Vidéo
Partager

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- Le rapport de Brugel nous apprend que le problème de facturation s'inscrit dans l'ensemble de la problématique de l'augmentation du prix de l'eau. J'interrogerai les représentants communaux sur l'impact réel de chacun de ces éléments.

Je suis étonné d'entendre que M. Casier ne partage pas toutes mes positions en matière de formation du prix de l'eau. Je disais qu'à Bruxelles, comparaison n'est pas raison. Cela n'a guère de sens de comparer les trois Régions, dès lors que nous avons la chance de concentrer 1,2 million d'habitants sur un tout petit territoire, ce qui nous permet d'offrir cette différence de prix à l'ensemble de la population bruxelloise.

Peut-être M. Casier ignore-t-il que la sortie des communes flamandes et wallonnes a réduit le chiffre d'affaires de Vivaqua. Nous payons indirectement cette perte de 10 % du chiffre d'affaires. Or, pour des entreprises comme celle-là, le bénéficie se fait sur ces derniers 10 %. La sortie des communes flamandes et wallonnes a certainement un impact sur la situation actuelle. Il serait intéressant de nous replonger dans notre travail parlementaire à ce sujet.

Le lissage dans le temps des investissements et de l'indexation m'aurait paru plus salutaire. Je crois me souvenir qu'en 2015, c'est sous la pression de l'opposition MR et Ecolo que le gouvernement bruxellois a dû se prononcer en faveur du blocage des prix. Dire aujourd'hui que ce blocage entraîne un effet de rattrapage revient à s'interroger sur la pertinence du choix de ceux qui ont voulu le blocage intégral il y a cinq ans. Pour ma part, je préfère une indexation annualisée et correcte à des pics d'indexation.

Les plus précaires sont certes aidés, mais ceux qui sont en difficulté sans pouvoir bénéficier d'aides sont de plus en plus nombreux et les coûts deviennent problématiques. Au-delà de la réforme de l'eau, qui a fait passer le mètre cube à une facturation dégressive et forfaitaire, les citoyens paient 30 % de plus en trois ans.

Enfin, je voudrais relever un dernier motif de satisfaction, à savoir la mensualisation. Cet acquis du Parlement permet peut-être à certains de mieux faire face aux contraintes des factures.

De heer Emmanuel De Bock (DéFI).- Uit het rapport van Brugel blijkt dat het probleem met de facturen verband houdt met het probleem van de prijsverhoging. Ik vraag bij de gemeenten na wat de werkelijke impact van die elementen is.

Het verbaast mij dat de heer Casier het niet met al mijn standpunten over de prijszetting eens is. Het heeft geen zin om de gewesten, die sterk van elkaar verschillen, te vergelijken. Na de uitstap van de Vlaamse en de Waalse gemeenten daalde de omzet van Vivaqua met 10% en daar betaalt Brussel indirect voor.

Een spreiding in de tijd van de investeringen en de indexering was beter geweest. De regering heeft overigens in 2015 op aansturen van de MR en Ecolo de prijzen bevroren. Wie nu beweert dat daardoor een inhaalbeweging nodig is, stelt die keuze in vraag. Zelf verkies ik een jaarlijkse, correcte indexering boven inflatiepieken.

De allerkwetsbaarsten krijgen steun, maar er zijn steeds meer personen die hun kosten niet kunnen betalen en geen hulp krijgen. De waterprijs is voor de burger in drie jaar tijd immers met 30% gestegen.

Ik ben wel tevreden dat het parlement erin geslaagd is maandelijkse facturen af te dwingen.

Partager
09:50 § 153 → Vidéo
Partager

Mme Aurélie Czekalski (MR).- Je n'ai pas entendu votre réponse sur le coût-vérité. Qu'en est-il de la finalisation de cet outil ? Comment est-il utilisé pour déterminer les sources de financement des coûts liés à l'usage de l'eau ?

Hydralis respecte-t-elle ses engagements auprès de l'Autorité des services et marchés financiers ?

L'étude relative à la rationalisation est attendue cet automne, mais depuis le temps que vous en parlez, je m'attendais à recevoir davantage de précisions. Une étude de la reprise par l'opérateur régional de certaines infrastructures et investissements à dimension régionale, tels que les gros bassins d'orage, a été réalisée sous le précédent gouvernement. En 2016 déjà, elle était annoncée par la précédente ministre, mais il faudra encore attendre la fin de la législature. Beaucoup de temps a été perdu.

Je vous entends en ce qui concerne les investissements et la réunion prochaine du gouvernement bruxellois, qui se penchera sur le sujet, mais rappelons que plus de 200 km de tronçons d'égout devraient être rénovés d'urgence - ce dont Vivaqua faisait mention dans son plan pluriannuel d'investissement 2021-2026. Je m'attendais à votre rhétorique, s'agissant d'une intercommunale, mais je vous encourage à ne pas rester au balcon, sous peine que la situation ne s'aggrave encore plus. Votre parti compte aussi des représentants à deux fonctions importantes, à savoir le président du conseil d'administration de Vivaqua et un membre du bureau exécutif. Je suppose que vous êtes en contact étroit avec eux et qu'ils vous informent régulièrement de la situation.

Après avoir écouté vos réponses, mon groupe demande au Parlement bruxellois des auditions de Vivaqua, notamment sa directrice générale et son directeur financier et commercial, mais aussi de Brugel, voire de vous-même. Elles permettraient à l'assemblée d'avoir une vue d'ensemble de la problématique et des possibles conséquences sur le quotidien des Bruxellois. J'appelle mes collègues à soutenir cette demande et monsieur le président à prévoir un ordre des travaux la semaine prochaine.

Mevrouw Aurélie Czekalski (MR).- U hebt mijn vragen niet beantwoord over de tool om de werkelijke prijs te berekenen.

Voorts laat de studie betreffende de rationalisering wel erg lang op zich wachten. Die werd al aangekondigd in 2016 door uw voorganger. Er is al veel tijd verloren gegaan.

Het is ook al langer bekend dat meer dan 200 km rioolleiding dringend gerenoveerd moet worden. Vivaqua is weliswaar een intercommunale, maar ik moedig u aan om niet passief toe te zien hoe de situatie nog verergert. Twee belangrijke functies bij Vivaqua worden overigens bekleed door leden van uw partij.

De MR-fractie vraagt dat het parlement hoorzittingen organiseert met Vivaqua, Brugel en u. Dat zou ons allen meer inzicht verschaffen in de problematiek en de mogelijke gevolgen daarvan voor de Brusselaars.

Partager
09:53 § 155 → Vidéo
Partager

M. Martin Casier (PS).- Monsieur De Bock, veuillez m'excuser, j'ai probablement mal compris votre intervention. Je voulais simplement dire que l'on peut se réjouir du fait que le prix est le plus bas. Je pense que nous sommes d'accord sur ce point.

En revanche, j'aimerais rappeler à ma collègue Czekalski que le Parlement peut convoquer Brugel quand il le souhaite. Dès lors, si elle veut organiser une réunion, libre à elle de le faire, nous verrons si nous soutenons son initiative. Comme vous le savez, mon groupe a déjà régulièrement demandé à entendre Brugel, qui est notre interlocuteur pour toutes ces questions. L'organisation d'auditions me paraît en revanche un peu exagérée.

Pour le reste, il ressort de la réponse du ministre que le gouvernement a pris ses responsabilités, et pas uniquement à l'égard des ménages les plus précarisés. Dès lors, si nous ne pouvons pas nous réjouir de l'augmentation du prix de l'eau, nous pouvons le faire de l'action du gouvernement en la matière, afin que l'eau reste accessible à tous les Bruxellois.

De heer Martin Casier (PS).- Mijnheer De Bock, ik heb u allicht verkeerd begrepen. Ik wilde alleen zeggen dat het goed is dat de prijs lager is. Ik veronderstel dat u dat ook vindt.

Mevrouw Czekalski, het parlement kan Brugel horen wanneer het maar wil. Het staat ons dus vrij een vergadering te beleggen. Een hoorzitting lijkt me evenwel wat overdreven.

Ten slotte blijkt uit het antwoord van de minister dat de regering haar verantwoordelijkheid heeft genomen ten aanzien van een bredere groep Brusselaars dan alleen de kwetsbaarsten.

Partager
09:54 § 157 → Vidéo
Partager

Mevrouw Lotte Stoops (Groen).- Het klopt niet dat de MR en Ecolo de blokkering hebben veroorzaakt in de vorige regeerperiode.

Ik zal dit blijven volgen, want foute facturen zouden niet mogelijk mogen zijn.

Mme Lotte Stoops (Groen).- Le MR et Ecolo n'ont pas provoqué le blocage décidé sous la législature précédente.

Partager
09:55 § 159 → Vidéo
Partager

M. Alain Maron, ministre.- Monsieur De Bock, nous n'allons pas faire l'exégèse des décisions antérieures, mais il est étonnant de rejeter la responsabilité des décisions prises par le gouvernement de l'époque sur l'opposition d'alors. Vous conviendrez que c'est une façon pour le moins originale de voir les choses, sauf à imaginer que l'opposition prendrait toutes les décisions.

Ce gouvernement-ci est passé à autre chose et, comme clairement annoncé dans l'accord de majorité, nous avons voté ensemble une ordonnance-cadre « Eau » qui met le secteur structurellement sur les rails. Certes, il reste encore du travail et des réflexions devront être menées sur le rapprochement des structures, et notamment le rapprochement d'Hydria et de Vivaqua. Il conviendra aussi de déterminer si Vivaqua doit rester une structure intercommunale, dans quelle mesure et comment, tout en étant dépendante en partie d'une gestion et d'une responsabilité régionales. En effet, la compétence de l'eau revient essentiellement à la Région.

Nous continuerons donc à travailler sur ce dossier politiquement complexe. Je ne suis pas certain qu'il existe un consensus politique, or ce dernier est nécessaire. Les dix-neuf devraient parvenir à s'accorder sur la régionalisation de Vivaqua. Le dossier est également complexe du point de vue juridique et technique, car ces sociétés présentent des structures organisationnelles très différentes ; il s'agit de personnes morales tout à fait distinctes, avec des modes de fonctionnement propres. S'il est théoriquement souhaitable, un tel rapprochement n'est pas si simple à mettre en place, raison pour laquelle il faut l'étudier de la manière la plus fine possible. C'est ce que le gouvernement a décidé de faire.

Madame Van Achter, l'intervention sociale est forfaitaire et de ce fait beaucoup plus simple à calculer. Il n'y a ainsi pas de problème lié à la facturation de Vivaqua qui aurait des conséquences néfastes sur l'intervention sociale, puisque cette dernière dépend du nombre de personnes du ménage et non de la consommation.

De heer Alain Maron, minister.- Mijnheer De Bock, u kunt de oppositie van de vorige regeerperiode bezwaarlijk de beslissingen van de toenmalige regering verwijten.

De huidige regering heeft die bladzijde bij haar aantreden omgeslagen en ondertussen werd de kaderordonnantie betreffende het waterbeheer aangenomen. Dat neemt niet weg dat er nog werk aan de winkel is. Zo moeten we ons bijvoorbeeld buigen over een toenadering tussen Hydria en Vivaqua en over de geschiktste structuur voor Vivaqua.

Wij werken voort aan dit politiek ingewikkelde dossier. Als we van Vivaqua een gewestelijke instelling zouden willen maken, vereist dat immers instemming van alle Brusselse gemeenten en dat ligt niet voor de hand. Ook juridisch en technisch gezien is een toenadering tussen Hydria en Vivaqua geen sinecure omdat de ondernemingen zo van elkaar verschillen. Daarom heeft de regering besloten dat zeer grondig te onderzoeken.

Mevrouw Van Achter, de sociale tegemoetkoming is forfaitair en bijgevolg veel gemakkelijker te berekenen. De facturatieproblemen hebben dus geen negatieve gevolgen voor de sociale tegemoetkoming.

Partager
09:57 § 163 → Vidéo
Partager

Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA).- Als de sociale tegemoetkoming forfaitair is, geldt de prijsstijging dan voor iedereen, ook voor wie een sociaal tarief krijgt?

Mme Cieltje Van Achter (N-VA).- La hausse du prix s'applique-t-elle également aux bénéficiaires du tarif social ?

Partager
09:57 § 165 → Vidéo
Partager

M. Alain Maron, ministre.- Non, parce que la hausse de l'intervention sociale couvrira entièrement la hausse du prix de l'eau en 2023, pour les personnes qui répondent aux conditions. En outre, cette hausse de l'intervention sociale est suffisamment couverte par le montant voté dans le cadre du budget 2023.

De heer Alain Maron, minister.- Nee, want de verhoging van de sociale tegemoetkoming dekt de stijging van de waterprijs in 2023 volledig. Het bedrag dat werd opgenomen in de begroting 2023 volstaat om die verhoging van de tegemoetkoming te dekken.

Partager
09:58 § 167 → Vidéo
Partager

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- Je souhaitais apporter une précision par rapport à la séance parlementaire du 16 octobre 2015, largement relatée dans la presse à l'époque, au cours de laquelle l'opposition MR et Ecolo a déposé un ordre du jour pur et simple sur le blocage du prix de l'eau qui était demandé. Le quorum n'étant pas atteint, la séance a dû être suspendue. Il y a donc eu un coup de sang à ce moment-là. Il faut juste se souvenir d'où l'on vient dans ce dossier.

Je ne dis pas que j'étais favorable à une augmentation du prix de l'eau à l'époque. Simplement, il y a un historique et à l'époque, les partis de l'opposition, en bloquant le prix de l'eau, ont joué un rôle qui a eu des conséquences. Mme Fremault, ministre à l'époque, avait d'ailleurs prévenu qu'il faudrait un jour rattraper ce blocage de prix. Ce jour-là est arrivé. Je suis déçu que Les Engagés ne soient pas présents aujourd'hui pour compléter mes propos.

De heer Emmanuel De Bock (DéFI).- Tijdens de vergadering van 16 oktober 2015 dienden oppositiepartijen MR en Ecolo een eenvoudige motie in met het verzoek de waterprijs te bevriezen.

Ik zeg niet dat ik toen voorstander was van een prijsstijging, maar ik wil er gewoon op wijzen dat het oppositiewerk van destijds wel degelijk het beleid heeft beïnvloed. Voormalig minister Fremault waarschuwde er nog voor dat er op een dag een inhaalbeweging zou moeten worden gemaakt als de waterprijs werd bevroren. Die dag is nu aangebroken.

Partager
09:59 § 169 → Vidéo
Partager

Mme Aurélie Czekalski (MR).- La présence lors des débats parlementaires est toujours importante. On notera également l'absence de certains députés d'autres groupes de la majorité, notamment, mais soit !

Monsieur le Ministre, en ce qui concerne l'outil coût-vérité, je ne pense pas avoir entendu votre réponse. Je vous adresserai une question écrite à ce sujet, car j'aimerais simplement savoir si l'outil est effectif ou pas.

Enfin, en ce qui concerne les éventuelles auditions que nous aimerions inscrire à l'ordre du jour d'une prochaine commission, Monsieur Casier, il serait intéressant d'avoir un débat dans sa globalité et de réunir tous les acteurs concernés par la problématique, donc pas uniquement Brugel mais aussi Sibelga, par exemple. La transparence à ce sujet est essentielle, selon moi.

Mevrouw Aurélie Czekalski (MR).- U hebt nog steeds niet geantwoord op mijn vraag of de tool om de werkelijke prijs te berekenen er al is of niet. Ik zal die eenvoudige vraag dan maar schriftelijk stellen.

Mijnheer Casier, een hoorzitting is wel degelijk nuttig, want daaraan kunnen ook andere betrokken actoren dan Brugel deelnemen. Alleen zo kunnen we het thema in zijn geheel bespreken.

Partager
10:00 § 171 → Vidéo
Partager

M. Alain Maron, ministre.- En ce qui concerne l'outil coût-vérité, j'ai oublié de vous préciser que tous les modes de calcul et principes sont en cours de mise en œuvre chez Brugel, qui est donc de plus en plus en mesure de calculer au mieux le coût-vérité.

- Les incidents sont clos.

De heer Alain Maron, minister.- De berekenmethoden op basis van de werkelijke prijs worden geleidelijk aan ingevoerd bij Brugel.

- De incidenten zijn gesloten.

Partager
10:01 § 175 → Vidéo
Partager

Question orale de Mme Gladys Kazadi

à M. Alain Maron, ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé de la Transition climatique, de l'Environnement, de l'Énergie et de la Démocratie participative,

concernant le partenariat avec la fondation Bloomberg Philanthropies.

Mondelinge vraag van mevrouw Gladys Kazadi

aan de heer Alain Maron, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie,

betreffende het partnerschap met de stichting Bloomberg Philanthropies.

Partager
10:01 § 177 → Vidéo
Partager

Mme Gladys Kazadi (Les Engagés).- En octobre 2020, nous avons appris qu’en partenariat avec la fondation Bloomberg Philanthropies, la Région lançait un ensemble de projets mêlant administrations, milieux académiques, laboratoires, associations et citoyens afin d’en savoir davantage sur la pollution de l’air et ses incidences sur la santé. Ce partenariat pour un air pur à Bruxelles devait s’étaler sur trois ans, soutenu par un apport financier de la fondation s’élevant à 1,5 million d’euros.

À la lecture du communiqué de presse, le partenariat devait principalement soutenir les initiatives suivantes :

- une analyse de la pollution atmosphérique par l'ASBL Les chercheurs d’air, le BRAL et la mobilisation d’habitants et d’écoles ;

- une opération de mesures à distance des émissions des véhicules, afin de recenser ceux qui participent le plus à la pollution de l’air en conditions réelles ;

- une biosurveillance des effets des polluants atmosphériques sur la santé de 220 enfants à l’école et à la maison ;

- l’élaboration d’un programme scolaire dans 130 établissements portant sur la qualité de l’air.

Nous avons déjà eu l’occasion de parler de certaines de ces initiatives en commission. À l'amorce de la dernière ligne droite du partenariat, il me semblait cependant important de faire le point sur l’ensemble de ces initiatives.

Où en êtes-vous dans le processus de réalisation de chacune des initiatives précitées ?

Quelles grandes conclusions tirez-vous des initiatives achevées ? Quelles suites concrètes y apporterez-vous ?

S'agissant des initiatives qui ne seraient pas encore achevées, ont-elles toutes débuté ? Quand doivent-elles s’achever ? Quels premiers enseignements tirez-vous en cours de réalisation ?

D’autres initiatives ont-elles pu bénéficier du don de la fondation Bloomberg Philanthropies ? Si oui, lesquelles ?

Quel est le coût total de ces activités ? Quelle est la ventilation entre activités ? Quel est l’apport financier de la Région ?

Enfin, et de manière globale, le partenariat avec la fondation est-il satisfaisant pour la Région et pour la fondation ? Est-il déjà envisagé de poursuivre le partenariat au-delà des trois premières années ? Dans l’affirmative, pour quel montant de la part de la fondation ?

Mevrouw Gladys Kazadi (Les Engagés).- In 2020 werd het Brussels Clean Air Partnership tussen het Brussels Gewest en de stichting Bloomberg Philanthropies aangekondigd. Dat driejarige partnerschap betrof een aantal projecten inzake de gevolgen van luchtvervuiling voor de gezondheid, waaraan de stichting een bedrag van 1,5 miljoen euro bijdroeg.

Bij de start werd een reeks concrete initiatieven aangekondigd die voornamelijk betrekking hadden op het meten en het in kaart brengen van de luchtvervuiling en de gevolgen daarvan voor de gezondheid. Er zou ook een scholenprogramma over luchtkwaliteit uitgewerkt worden.

Hoever staat het met de uitvoering van alle aangekondigde initiatieven?

Welke conclusies trekt u hoofdzakelijk uit de initiatieven die reeds afgerond zijn? Wat zult u precies ondernemen op basis van die conclusies?

Is er een begin gemaakt met alle aangekondigde initiatieven? Wanneer zullen die allemaal voltooid zijn? Wat zijn uw voorlopige conclusies daarover?

Heeft de stichting Bloomberg Philanthropies nog andere initiatieven ondersteund?

Hoeveel heeft het hele project gekost? Hoeveel kostte elke afzonderlijke activiteit? Hoeveel heeft het gewest bijgedragen?

Zijn beide partners over het algemeen tevreden over deze samenwerking? Wordt er overwogen om die te verlengen? Zo ja, welk bedrag trekt de stichting daarvoor uit?

Partager
10:03 § 179 → Vidéo
Partager

M. Alain Maron, ministre.- La pollution de l’air est une thématique de première importance si nous voulons offrir un environnement de qualité aux Bruxellois et à ceux qui fréquentent notre ville. Elle est aujourd’hui à l’origine de plus de 9.000 décès prématurés dans notre pays et affecte en particulier les plus vulnérables d’entre nous. Il importe donc d'agir avec ambition à cet égard.

C’est la raison pour laquelle nous avons souhaité mettre en place une large coalition d’acteurs volontaires, le partenariat pour un air pur à Bruxelles, et ce, dès 2020. Cette initiative sans précédent réunit des groupes citoyens, des associations, des centres de recherche internationaux, des universités belges et des administrations. Il nous permet d’agir sur les multiples dimensions d’une politique de lutte contre la pollution de l’air cohérente, telles que mieux mesurer la pollution, tant ses sources que les concentrations respirées, mieux comprendre son impact sur la santé, mieux sensibiliser la population et les acteurs de première ligne, etc., tout cela pour mieux agir.

Vous m’interrogez sur l’avancée des différents projets mis en place dans le cadre de ce partenariat. Le projet Les chercheurs d'air consistait à installer des tubes passifs pour la mesure du NO2 dans une grosse centaine de sites très exposés de la Région bruxelloise, pendant une période d’un an. Ce projet est terminé et a connu un beau succès : 134 sites ont été étudiés, dont 67 situés dans des cours d’écoles particulièrement exposées. Il a permis de mener des mesures alliant l’énergie citoyenne à la rigueur scientifique du laboratoire de Bruxelles Environnement, et de mieux comprendre les concentrations respirées à certains points problématiques de la Région. Il démontre qu’il nous reste encore du chemin à parcourir pour offrir un air pur à nos enfants.

Ensuite, le projet Curieuzenair est une initiative de communication et de sensibilisation du grand public à la qualité de l’air, menée en 2021. Il a mobilisé plus de 3.000 ménages et organisations, dont des personnalités connues comme le Palais royal, le 16 rue de la Loi, la Commission européenne, mais aussi des maisons de quartier, des églises, des clubs de sport, des associations et des entreprises, autour d’une initiative de mesure de la qualité de l’air à Bruxelles. Ce projet a permis d’illustrer les profondes inégalités environnementales qui marquent la ville, puisque ce sont dans les quartiers où vivent les ménages les plus précaires que l'on respire l’air le plus pollué. Un constat très clairement objectivé par cette opération : en moyenne, les ménages les plus précaires subissent le plus les conséquences de la mauvaise qualité de l'air.

De heer Alain Maron, minister.- Luchtverontreiniging is de oorzaak van meer dan 9.000 vroegtijdige overlijdens in België. Daar willen we dan ook krachtdadig tegen optreden, onder meer door een ruime coalitie van bereidwillige partners te vormen. Zo ontstond in 2020 het Brussels Clean Air Partnership , waarbij onder meer burgerorganisaties, verenigingen, internationale onderzoeksgroepen, universiteiten en besturen de handen in elkaar sloegen om het beleid tegen luchtvervuiling te verbeteren aan de hand van meerdere projecten.

In het kader van Les chercheurs d'air werden de NO2-waarden een jaar lang gemeten op 134 locaties, waarvan 67 in de buurt lagen van scholen. Dankzij dat project hebben we nu een beter zicht op de NO2-concentraties die mensen inademen op bepaalde problematische locaties. De conclusie is dat er nog werk aan de winkel is om te zorgen voor schone lucht, in het bijzonder voor onze kinderen.

Het project Curieuzenair omvatte een communicatiecampagne in 2021 om het grote publiek bewust te maken van de luchtkwaliteit. Meer dan 3.000 gezinnen en een hele reeks bekende organisaties en personen hebben hun medewerking daaraan verleend. Bij dat project werd andermaal duidelijk hoe ongelijk de milieukwaliteit over de stad verdeeld is. De lucht is immers het zwaarst vervuild in de armste wijken en de bewoners van die wijken worden dan ook het hardst getroffen door de gevolgen van slechte luchtkwaliteit.

Partager
10:06 § 181 → Vidéo
Partager

Le projet de mesure de la pollution de l'air et du bruit des véhicules motorisés, mené en partenariat avec le conseil international sur les transports propres , est également terminé. Il a permis de mesurer les émissions de 130.588 véhicules en circulation à huit endroits de la Région de Bruxelles-Capitale. Il a également permis de mettre en évidence l’incidence de la fraude aux filtres à particule sur la pollution de l’air - ce qui a permis de modifier la législation et de renforcer les contrôles à Bruxelles - ainsi que la pollution engendrée par les véhicules Euro 4, 5 et 6, dont certains sont déjà interdits de circulation à Bruxelles et d'autres le seront dans les années à venir.

Le projet de biosurveillance humaine est en cours. Il vise à étudier les effets précoces sur la santé de 220 enfants exposés, sur le long terme, à la pollution de l'air dans la Région. Il nous permettra de comprendre les effets sur la santé de la pollution présente à Bruxelles, et donc de mieux protéger nos enfants à l’avenir.

Le projet Babel’air est, lui aussi, en cours depuis 2021 et s’adresse aux écoles maternelles, primaires et secondaires en Région bruxelloise. Il consiste à former les enseignants sur la thématique de l'air en fonction de l’âge des enfants. Il a pour objectifs de sensibiliser les élèves à l’importance d’un air de qualité, tant à l'intérieur qu'à l'extérieur, d'inciter les élèves à adopter des comportements adéquats pour renouveler l’air dans l’environnement scolaire et de développer chez les élèves un esprit d’analyse critique devant des situations problématiques en matière d'environnement.

Enfin, un projet de modélisation est en cours qui vise à mettre en place un outil d’évaluation de l’incidence de scénarios d’émissions sur la qualité de l’air dans la Région. Cet outil permettra notamment d’évaluer la pertinence de mesures locales ou régionales visant à redistribuer le flux de véhicules.

Ce partenariat, dont le budget est légèrement supérieur à 1,5 million d'euros, a donc permis de mettre en place de nombreux projets extrêmement utiles pour la Région et de fournir des informations sur le travail réalisé par le gouvernement pour améliorer la qualité de vie dans la capitale.

Ook de metingen van het lawaai en de luchtverontreiniging die motorvoertuigen veroorzaken, in samenwerking met de International Council on Clean Transportation , zijn afgerond. Door dat project konden ook de gevolgen van fraude met roetfilters in kaart worden gebracht. Op basis daarvan werd de wetgeving aangepast en het toezicht opgevoerd.

Het project rond humane biomonitoring loopt nog. Daarbij worden 220 kinderen gevolgd om de gevolgen voor hun gezondheid van langdurige blootstelling aan luchtvervuiling te onderzoeken. Het doel is natuurlijk om Brusselse kinderen in de toekomst beter te beschermen.

Daarnaast loopt sinds 2021 het project Babel'air. Daarbij worden leerkrachten en leerlingen van het kleuter- tot het middelbaar onderwijs opgeleid en bewust gemaakt van het belang van schone lucht.

Ten slotte wordt er een instrument ontwikkeld waarmee het effect van emissiescenario's op de luchtkwaliteit in het gewest kan worden beoordeeld. Daarmee zal ook de relevantie beoordeeld kunnen worden van lokale of gewestelijke ingrepen in de verkeersstromen.

Het budget voor het partnerschap bedroeg ruim 1,5 miljoen euro en dat heeft heel wat zeer nuttige resultaten opgeleverd voor het gewest.

Partager
10:09 § 183 → Vidéo
Partager

Mme Gladys Kazadi (Les Engagés).- Le projet de modélisation et celui de biosurveillance sont en cours. Pouvez-vous nous communiquer leur date de finalisation ? Normalement, le projet s'arrêtera dans quelques mois. Disposerons-nous alors des résultats ?

Quelle est la valeur ajoutée du projet Curieuzenair, en comparaison du projet Black Carbon, par exemple ?

Enfin, les résultats fournis ici sont objectivés, mais il s'agit de constats que l'on connaissait déjà. Que comptez-vous faire de tous ces résultats ?

Mevrouw Gladys Kazadi (Les Engagés).- Wanneer zullen de biomonitoring en het evaluatie-instrument klaar zijn?

Wat is de meerwaarde van Curieuzenair in vergelijking met vergelijkbare projecten?

U beschikt nu over objectieve resultaten, maar wat gaat u daarmee doen?

Partager
10:10 § 185 → Vidéo
Partager

M. Alain Maron, ministre.- Le projet Curieuzenair constitue une valeur ajoutée importante, dont l'organisation à l'ampleur inédite a mobilisé 3.000 sites et autant de ménages. Il a permis de conclure que les quartiers concentrant le plus de précarité étaient également les plus exposés à la pollution de l'air. Cela n'avait jamais été démontré avec une telle évidence et aussi finement. Les 3.000 lieux de captage de pollution ont fourni une vaste représentativité dans tous les quartiers. Le projet a en outre permis une grande sensibilisation grâce à la forte mobilisation qu'il a requise. L'information du grand public est un élément tout aussi important de la mission du gouvernement en matière de qualité de l'air.

Je ne dispose pas d'informations sur les derniers délais de finalisation des derniers projets. Ils devraient aboutir dans les prochains mois. Nous reparlerons certainement de leurs résultats au sein de la présente commission.

Quant à l'action du gouvernement, citons l'exemple des mesures mises en place par la ministre Elke Van den Brandt contre les fraudes sur les filtres à particules, par un contrôle à l'occasion du contrôle technique annuel des véhicules.

Ces différents projets permettent également une sorte de validation des mesures prises dans le cadre de la zone de basses émissions, et d'en évaluer l'utilité et éventuellement rectifier le tir. L'ensemble des études sur la question démontrent en effet, sans grande surprise et malheureusement, que l'air à Bruxelles est trop pollué et que cette pollution a un effet délétère sur la santé, même si les résultats de la biosurveillance n'ont pas encore été livrés. Nous verrons s'ils sont rassurants, mais, en tout état de cause, il faut objectiver la situation.

De heer Alain Maron, minister.- De meerwaarde van het project Curieuzenair was vooral de omvang ervan. Nooit eerder werd de luchtverontreiniging op 3.000 verschillende locaties gemeten. Daarmee kon die vervuiling fijnmazig in kaart gebracht worden en kon zeer duidelijk aangetoond worden dat de armste wijken het meest blootgesteld zijn aan luchtvervuiling. De massale deelname van burgers aan het project had daarnaast ook een bewustmakend effect.

Ik heb geen informatie over een precieze einddatum voor de laatste twee projecten, maar normaal gezien worden die in de loop van de komende maanden afgerond.

Voorts heeft de regering al actie ondernomen op basis van de projectresultaten. Zo heeft de minister van Mobiliteit ervoor gezorgd dat de roetfilters gecontroleerd worden bij de jaarlijkse autokeuring.

Daarnaast hebben de projecten ons ook meer inzicht verschaft in het nut van bepaalde maatregelen die in het kader van de lage-emissiezone werden genomen. Helaas wijzen alle resultaten er, weinig verrassend, op dat er te veel luchtvervuiling is in Brussel en dat dat gevolgen heeft voor de gezondheid.

Partager
10:12 § 187 → Vidéo
Partager

Mme Gladys Kazadi (Les Engagés).- Je ne manquerai pas de revenir vers vous à ce sujet, mais je pense que vous n'avez pas répondu à ma dernière question portant sur l'éventualité de poursuivre le partenariat avec la fondation.

M. Alain Maron, ministre.- Il s'agit bien évidemment d'un dialogue entre la fondation, nous-mêmes et les différentes parties prenantes sur des projets pertinents. En l'occurrence, ce projet avait vraiment du sens et présentait des avantages pour tous. Nous sommes ouverts et nous concertons dans le cadre de nouveaux projets, mais il faut bien sûr qu'il s'agisse de projets d'intérêt général. En bref, nous sommes satisfaits du partenariat tel qu'il a été mené.

- L'incident est clos.

Mevrouw Gladys Kazadi (Les Engagés).- Wordt het partnerschap met de stichting mogelijk verlengd?

De heer Alain Maron, minister.- Wij zijn tevreden over het partnerschap en willen zeker overwegen om het te verlengen, maar het moet wel gaan om projecten die het algemeen belang dienen. Dat wordt momenteel nog bekeken en besproken.

- Het incident is gesloten.

Partager
10:13 § 193 → Vidéo
Partager

Question orale de M. Gaëtan Van Goidsenhoven

à M. Alain Maron, ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé de la Transition climatique, de l'Environnement, de l'Énergie et de la Démocratie participative,

concernant l'abattage de 135 arbres au Vogelenzang dans la commune d'Anderlecht.

Mondelinge vraag van de heer Gaëtan Van Goidsenhoven

aan de heer Alain Maron, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie,

betreffende het kappen van 135 bomen in de Vogelenzangwijk in Anderlecht.

Partager
10:13 § 195 → Vidéo
Partager

M. Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- À la fin du mois de janvier, plusieurs habitants du quartier du Vogelenzang à Anderlecht ont été surpris de constater que pas moins de 135 arbres ont été abattus par Bruxelles Environnement. Selon une étude phytosanitaire réalisée dans la zone, les arbres présents étaient potentiellement dangereux. En abattant ces arbres, Bruxelles Environnement entend sécuriser les lieux en vue d'implanter un parc potager à cet endroit.

Or, plusieurs riverains soulignent le fait que, même si un nettoyage s'avérait nécessaire, il n'était pas indispensable d'abattre autant d'arbres. Pour sa part, l’ASBL CCN Vogelzang CBN déplore les effets négatifs de ces abattages sur la biodiversité locale. En effet, sans tous ces arbres, les insectes, les oiseaux et autres mammifères présents dans la zone se retrouvent subitement privés d'habitat.

Bruxelles Environnement affirme que des arbres seront replantés, mais cela ne change pas grand-chose sur le plan de la biodiversité : certaines espèces, face à la destruction de leur habitat, quitteront définitivement la zone. La perte en la matière est donc manifeste et potentiellement irréversible.

Il semble également que le processus ait été caractérisé par un manque de concertation entre Bruxelles Environnement et l'ASBL CCN Vogelzang CBN. C'est interpellant, surtout à une époque où le citoyen demande à être davantage écouté et à ce qu'une plus grande place soit accordée à la nature dans nos villes. Monsieur le Ministre, comment expliquez-vous le manque de concertation dans ce dossier ?

Quelles sont les mesures prises par Bruxelles Environnement pour communiquer aux riverains la décision d’abattre les arbres ? Cette décision a-t-elle été précédée de discussions avec l’ASBL CCN Vogelzang CBN ?

La sécurisation de la zone est l’élément qui a été avancé pour justifier l’abattage des 135 arbres. Cependant, tous ces arbres représentaient-ils réellement un danger et était-il impératif d’en abattre autant ?

En matière de biodiversité, la disparition de ces arbres est une catastrophe. La préservation de la biodiversité locale a-t-elle bien été prise en considération par Bruxelles Environnement lorsqu’il a été décidé de les supprimer ?

Quelles mesures ont été mises en œuvre afin de préserver au mieux la biodiversité du lieu ?

Les arbres qui doivent être replantés sont-ils du même type que ceux présents auparavant ? De même, la superficie d’arbres qu’il est prévu de replanter est-elle comparable à la superficie d'avant les abattages ou est-elle plus réduite ?

Des mesures favorisant l'épanouissement de la biodiversité dans les environs sont-elles à l’étude ? Dans l'affirmative, lesquelles ?

De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Eind januari werden in de Vogelenzangwijk in Anderlecht 135 bomen gekapt nadat uit een fytosanitair onderzoek bleek dat ze potentieel gevaarlijk waren. Leefmilieu Brussel wil nu op die plaats moestuinen aanleggen.

Volgens de buurtbewoners was het niet noodzakelijk om zo veel bomen te kappen. Bovendien vreest de vzw CCN Vogelzang CBN dat de kap negatieve gevolgen zal hebben voor de plaatselijke biodiversiteit. Leefmilieu Brussel beweert dat er opnieuw bomen zullen worden aangeplant, maar sommige diersoorten zullen ingevolge de vernietiging van hun habitat het gebied definitief verlaten. Dat verlies is mogelijk onomkeerbaar.

Het lijkt er ook op dat er onvoldoende overleg was tussen Leefmilieu Brussel en de vzw. Hoe verklaart u dat? Welke maatregelen heeft Leefmilieu Brussel genomen om de bewoners te informeren over de beslissing om de bomen te kappen? Is die beslissing voorafgegaan door overleg met de vzw?

Het veiliger maken van de wijk was de reden die werd opgegeven voor het kappen van de bomen, maar vormden die bomen allemaal een gevaar en was het noodzakelijk om er zo veel te kappen?

Voor de biodiversiteit is het verdwijnen van de bomen een ramp. Welke maatregelen heeft Leefmilieu Brussel genomen om de biodiversiteit zo veel mogelijk te behouden? Worden de gekapte bomen vervangen door bomen van dezelfde soort? Zullen ze dezelfde oppervlakte innemen als voor de kap? Zijn er maatregelen gepland om de biodiversiteit in de omgeving te vergroten?

Partager
10:17 § 197 → Vidéo
Partager

M. Alain Maron, ministre.- L’abattage a eu lieu dans le cadre du projet d’aménagement plus global du futur parc potager du Zuen, un projet qui répond à la mise en œuvre de la politique régionale du maillage vert et qui contribue à améliorer l’aménagement de la Promenade verte dans la vallée du Vogelzang.

Je vous rassure, l’aménagement du site du Zuen prend particulièrement en considération le développement de la biodiversité ainsi que l’amélioration de la fonction de couloir écologique du site.

Par ailleurs, le projet prévoit un renforcement du maillage bleu et s’inscrit également dans la stratégie Good Food de Bruxelles Environnement : depuis trois ans déjà, un processus de participation a été mis en place avec les occupants du site afin de les inclure dans le développement des futurs potagers.

Concernant la communication auprès du grand public, Bruxelles Environnement travaille depuis le début en toute transparence avec les acteurs du quartier : les communes, le gestionnaire flamand des cours d'eau (De Vlaamse Waterweg), l'Agence flamande de l'environnement (Vlaamse Milieumaatschappij), Bruxelles Mobilité, les usagers des potagers, Les Petits Riens, le club canin Ouragan, les habitants, les utilisateurs de la Promenade verte et autres passants.

Pour ce site fort isolé, Bruxelles Environnement a spécialement élaboré un processus de participation avec les occupants et toutes les actions entreprises sur le site sont communiquées au grand public par le biais des trois panneaux d’information : séances d’information, activités de nettoyage, études de sol, ou encore travaux d’abattage et de plantation.

Le site du Zuen présente deux zones boisées. Le projet d’aménagement prévoit la mise en zone refuge pour la biodiversité d’une des deux zones et de la prairie humide adjacente (sur une surface d’environ 1 ha) et la restauration par diversification de la saulaie dans le but d’y faire passer un chemin de promenade.

Concernant les abattages, il faut savoir que, dès le début du processus de participation, la question de la sécurisation de la saulaie a été abordée par les occupants du site eux-mêmes. Régulièrement, la commune devait intervenir pour évacuer des troncs morts tombés sur la route. Les deux dernières tempêtes de février 2022 ont compliqué la situation et il n’était plus possible d’accéder à la zone, devenue un mikado géant. Une sécurisation de l’entièreté de la zone s'est avérée nécessaire. Après avoir reçu les résultats de l’étude d’Eurosense qui indiquait que tous les arbres arrivaient en fin de vie, Bruxelles Environnement a décidé d’intervenir.

Avant l’abattage, Bruxelles Environnement a exposé la situation de la saulaie aux acteurs du quartier (habitants, occupants des potagers, Les Petits Riens, etc.) et a présenté le projet d’abattage et de replantation. Bruxelles Environnement a affiché les plans y relatifs un peu partout sur le site. Il n’y a eu aucune objection. Une fois le permis obtenu, l’avis d’abattage ainsi que la notification du début des travaux ont été affichés à plusieurs endroits dans la rue de Zuen.

Un autre point non négligeable concerne la propreté du lieu. La zone boisée était envahie de déchets, à la suite de plus de vingt ans de dépôts clandestins. Un nettoyage complet a été réalisé lors de l’abattage, ce qui n’aurait pas pu être réalisé sans sécurisation de la zone. Plus de dix conteneurs de déchets ont été évacués.

De heer Alain Maron, minister.- De kap vond plaats in het kader van de ontwikkeling van het moestuinpark Zuun, een project dat deel uitmaakt van het groene netwerk en de Groene Wandeling.

Ik kan u verzekeren dat er in het Zuunproject rekening is gehouden met de biodiversiteit en de functie van ecologische corridor. Bovendien voorziet het project in een versterking van het blauwe netwerk. Tot slot maken moestuinen deel uit van de strategie Good Food.

Leefmilieu Brussel heeft van bij het begin in alle openheid samengewerkt met de gemeenten, De Vlaamse Waterweg, de Vlaamse Milieumaatschappij, Brussel Mobiliteit, de moestuiniers, Spullenhulp, de hondenclub Ouragan, de buurtbewoners en de gebruikers van de Groene Wandeling.

Leefmilieu Brussel heeft een participatieproces voor de buurtbewoners opgezet en deelt alle acties (informatiesessies, opruimacties, bodemonderzoeken of kap- en plantwerkzaamheden) mee via drie informatieborden.

De Zuunsite omvat twee beboste zones. Het project voorziet in de aanleg van een toevluchtsoord voor de biodiversiteit in een van de twee zones en de aangrenzende natte weide. Het wilgenbos wordt diverser aangelegd en krijgt een nieuw wandelpad.

Tijdens het participatieproces hebben de bewoners zelf de beveiliging van het wilgenbos aan de orde gesteld. De gemeente moest regelmatig ingrijpen om dode stammen op de weg te verwijderen. Na de laatste twee stormen in februari 2022 was het bos een gigantisch mikadospel geworden. Het hele gebied moest worden beveiligd. Toen uit de studie van Eurosense bleek dat alle bomen het einde van hun levenscyclus hadden bereikt, besloot Leefmilieu Brussel in te grijpen.

Vóór de kap heeft Leefmilieu Brussel de situatie en het kap- en herplantproject voorgesteld. De administratie hing ook de plannen en de aankondiging van de kap in het hele gebied op.

Tot slot werd tijdens de kap het terrein volledig schoongemaakt. Het bos lag vol afval als gevolg van meer dan twintig jaar illegaal storten. Er werden meer dan tien containers afval verwijderd.

Partager
10:20 § 199 → Vidéo
Partager

Le nombre de 135 arbres indiqué dans le permis provient du recensement d’Eurosense mais en réalité, plus de la moitié d'entre eux étaient déjà morts ou tombés. Pour compenser l’abattage, et en plus des rejets des saules, Bruxelles Environnement a prévu la plantation de 250 arbres. La superficie replantée sera la même que celle d’avant l'abattage. Toutefois, pour pérenniser la zone, Bruxelles Environnement a décidé d'en finir avec la monoculture et d'opter pour une diversification, qui améliorera sensiblement la biodiversité végétale et animale.

Ainsi, cinq nouvelles espèces seront plantées, à savoir une autre espèce de saule, deux espèces de peupliers, des aulnes et des bouleaux. Un arbre chandelle mort sur pied a pu être conservé pour les pics épeiches et du bois mort sera bien entendu laissé sur place. Il est également prévu de planter une haie indigène supplémentaire le long de la voirie. Par ailleurs, la taille des gros saules le long du fossé humide est une action positive pour certaines espèces qui nichent dans la vallée, comme la chouette chevêche.

Pour finir, il est prévu que la zone humide située en contrebas du talus sera considérablement agrandie, ce qui sera bien entendu bénéfique pour de nombreuses espèces aquatiques.

J'espère ainsi vous avoir convaincu que le réaménagement global de ce site est parfaitement conforme aux objectifs de maillage vert de la Région et d'amélioration de la biodiversité. Tel est en effet le but que nous poursuivons.

Het aantal van 135 bomen in de vergunning was gebaseerd op de telling van Eurosense, maar in werkelijkheid was meer dan de helft al dood of omgevallen. Ter compensatie zal Leefmilieu Brussel 250 nieuwe bomen planten. De beplante oppervlakte zal dezelfde zijn als voor de kap. Leefmilieu Brussel heeft echter beslist om de monocultuur te stoppen en te kiezen voor diversificatie, wat de biodiversiteit aanzienlijk zal verbeteren.

Zo zullen er vijf nieuwe soorten worden aangeplant: een andere wilgensoort, twee soorten populieren, elzen en berken. Een dode rechtopstaande boomstam werd behouden voor spechten en dood hout zal op de grond blijven liggen. Er komt ook een extra inheemse haag langs de weg. Daarnaast is het snoeien van de wilgen langs de beek positief voor bepaalde soorten die in de vallei nestelen, zoals de steenuil.

Tot slot wordt het vochtige gebied uitgebreid, wat gunstig is voor vele soorten waterplanten en -dieren.

Partager
10:21 § 201 → Vidéo
Partager

M. Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Il faut dès lors convaincre l'ASBL CCN Vogelzang CBN, qui avait exprimé son émotion quant à l'abattage de ces arbres. Bruxelles Environnement avait d'ailleurs reconnu un déficit d'information que vous semblez démentir aujourd'hui.

L'absence d'enquête publique soulève également des questions. Selon le bureau d'études, la biodiversité de la saulaie était limitée, or cette observation est en contradiction avec la carte d'évaluation biologique, établie justement par Bruxelles Environnement, qui considérait la parcelle en question comme biologiquement importante. Le rapport qui a justifié l'abattage constate uniquement une abondance de spécimens de champignons lignivores et de pics épeiches profitant de troncs morts. Beaucoup d'autres espèces, y compris protégées, étaient cependant présentes sur le site sans être mentionnées dans le rapport, dont des oiseaux et chauves-souris nichés dans les nombreuses cavités des vieux arbres en fin de vie qui attirent une grande biodiversité. L'association craint ainsi que des chauves-souris qui hibernaient encore en janvier aient malheureusement été éradiquées en même temps que la saulaie. Ce n'est qu'une des nombreuses inquiétudes provoquées par cette période d'abattage.

J'espère que l'heure des malentendus entourant ce dossier est dépassée, mais il n'en reste pas moins que dans le cadre de ce type de projets aux incidences importantes, il faut renforcer le dialogue et impliquer davantage l'ASBL CCN Vogelzang CBN, comme elle en émet le souhait.

M. Alain Maron, ministre.- En effet, Bruxelles Environnement s'engage à renforcer sa communication avec cet interlocuteur.

- L'incident est clos.

(M. Martin Casier, troisième vice-président, prend place au fauteuil présidentiel)

De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- De vzw CCN Vogelzang CBN moet dus overtuigd worden. Leefmilieu Brussel erkende een gebrek aan informatie, maar vandaag lijkt u dat weer te ontkennen.

Ook het feit dat er geen openbaar onderzoek was, roept vragen op. Op de biologische waarderingskaart van Leefmilieu Brussel is de site als biologisch belangrijk geregistreerd. Volgens het rapport dat de kap rechtvaardigde, was de biodiversiteit van het wilgenbos beperkt. Het vermeldde alleen een overvloed aan houtzwammen en spechten die gebruikmaakten van dood hout. Er leefden echter ook veel andere soorten, waaronder vogels en vleermuizen.

Ik hoop dat de misverstanden nu van de baan zijn, maar het blijft een feit dat in dit soort projecten de dialoog moet worden versterkt.

De heer Alain Maron, minister.- Leefmilieu Brussel verbindt zich ertoe de communicatie met de vzw CCN Vogelzang CBN te versterken.

- Het incident is gesloten.

(De heer Martin Casier, derde ondervoorzitter, treedt als voorzitter op)

Partager
10:24 § 211 → Vidéo
Partager

Question orale de M. Tristan Roberti

à M. Alain Maron, ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé de la Transition climatique, de l'Environnement, de l'Énergie et de la Démocratie participative,

concernant la réaction du gouvernement flamand face à l'étude Envisa relative au survol de Bruxelles.

Mondelinge vraag van de heer Tristan Roberti

aan de heer Alain Maron, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie,

betreffende de reactie van de Vlaamse regering op de studie van Envisa over de vluchten boven Brussel.

Partager
10:24 § 213 → Vidéo
Partager

M. Tristan Roberti (Ecolo).- En juin 2019, une étude d'incidences relative à la problématique du survol de Bruxelles a été publiée sur le site du SPF Mobilité. Sa réalisation avait été imposée par la justice, dans le cadre des actions introduites par la Région et les communes. L'objectif de la justice était d'objectiver la situation et, surtout, de pouvoir s'appuyer sur cette étude pour dégager des pistes afin de mettre fin à la situation d'infraction que nous connaissons à Bruxelles.

En 2020, l'étude publiée quelques mois auparavant a été disqualifiée par la justice, qui a considéré qu'elle ne répondait pas aux exigences requises et a imposé à l’État fédéral de la compléter sur différents aspects. C'était là encore une nouvelle victoire pour notre Région puisque, de l'avis général des observateurs, cette première version n'était pas du tout satisfaisante, en ce qu'elle ne dégageait aucune piste sérieuse pour améliorer la situation.

En juin 2022, une nouvelle version de l'étude, cette fois conforme aux exigences du tribunal, a été rendue publique par le SPF Mobilité. Cependant, peu après sa publication, des membres du gouvernement flamand déclaraient dans la presse que la Flandre rejetait les conclusions de cette étude, pourtant réalisée par un bureau d'études français indépendant. Envisa y proposait neuf scénarios pour répartir équitablement les nuisances sur le territoire des Régions flamande et bruxelloise.

Au nom du gouvernement flamand, les ministres N-VA Zuhal Demir et Ben Weyts, respectivement chargés de l'Environnement et de la Périphérie flamande, ont protesté dans une lettre adressée au ministre fédéral de la Mobilité, Georges Gilkinet. Ils considèrent que l'étude ne peut constituer une base pour prendre une décision étayée sur le dossier de l'aéroport dans le respect de tous les intérêts, de manière proportionnée. Il faut lire en creux que les conclusions leur paraissant trop « favorables » aux thèses de la Région bruxelloise, qu'ils rejettent. À l'époque, le ministre Weyts avait déclaré que si le gouvernement fédéral ou les auteurs de l'étude « s'entêtaient à ne pas tenir compte des propositions et des préoccupations des Flamands, nous devrons effectivement engager une action en justice ».

De heer Tristan Roberti (Ecolo).- In juni 2019 verscheen op de website van de FOD Mobiliteit een effectenstudie over de vluchten boven Brussel. De studie was door de rechtbank gevraagd in het kader van de beroepen die het gewest en de gemeenten instelden en was bedoeld om de situatie te objectiveren.

In 2020 verwierp de rechtbank de studie evenwel. Ze oordeelde dat de studie niet voldeed aan de noodzakelijke vereisten en verplichtte de federale overheid om verschillende punten aan te vullen.

In juni 2022 publiceerde de FOD Mobiliteit een nieuwe versie van de studie, die werd uitgevoerd door het onafhankelijke Franse adviesbureau Envisa en waarin negen scenario's werden voorgesteld om de hinder eerlijk te spreiden over het Vlaams en het Brussels Gewest. Kort daarna verklaarde de Vlaamse regering echter dat ze het niet eens was met de conclusies en schreef ze een brief aan federaal minister Gilkinet.

Volgens de Vlaamse regering kan de studie niet gebruikt worden als basis voor een gefundeerde beslissing over het luchthavendossier, omdat de conclusies te gunstig zijn voor het Brussels Gewest. Vlaams minister Weyts kondigde aan dat het Vlaams Gewest gerechtelijke stappen zal ondernemen als de federale regering de voorstellen en bekommernissen van de Vlamingen blijft negeren.

Partager
10:27 § 217 → Vidéo
Partager

L'étude Envisa publiée par l'autorité fédérale fait-elle, à votre connaissance, l'objet de recours ? Dans l'affirmative, par quelle autorité ou quelles associations ceux-ci sont-ils formés ? Quels sont les aspects de l'étude qui sont contestés ?

Si des recours ont été formés contre l'étude Envisa, la Région bruxelloise intervient-elle ou prévoit-elle d'intervenir dans la procédure ?

De manière plus générale, où en sont les contacts avec l'autorité fédérale quant à la mise en œuvre des scénarios proposés dans l'étude ?

Zijn er beroepen ingesteld tegen de studie van Envisa? Door welke instanties of verenigingen? Tegen welke aspecten van de studie? Zal het Brussels Gewest zich aansluiten bij de procedure?

Hoe verlopen de contacten met de federale regering over de uitvoering van de voorgestelde scenario's?

Partager
10:28 § 219 → Vidéo
Partager

M. Alain Maron, ministre.- Je vous remercie de votre question qui me permet de clarifier certains éléments abordés lors d’une récente commission.

La révision de l'étude Envisa a été obtenue par la Région à la suite du retour en justice décidé par mon cabinet en 2020. Cette nouvelle version de l'étude d'incidences, même si elle n’est pas parfaite, offre des scénarios concrets et réalistes qui permettent clairement de réduire les nuisances subies pas les citoyens survolés, et en particulier les Bruxellois, mais pas uniquement.

En parallèle, la Région flamande et certaines communes flamandes ont réagi de manière assez vive contre cette étude d’incidences, car elle nuirait, selon eux, à leurs intérêts, qu'ils soient économiques ou concernent un report de nuisances sur d’autres personnes survolées.

Rien d’étonnant à cela, puisque l’étude d’incidences met à mal les volontés politiques de certains de continuer à faire voler les avions sans aucune limite ni encadrement, en dépit des impacts évidents et importants sur la santé des riverains. Elle va également à l'encontre des volontés politiques de continuer à faire survoler de manière complètement inconsciente les zones déjà les plus survolées.

À la suite de cette étude, chacune de ces parties arrive à des conclusions qui peuvent diverger. Ainsi, la Région, les communes et associations bruxelloises souhaitent évidemment la mise en œuvre rapide d'un ou de plusieurs scénarios de l’étude d’incidences, qui visent à diminuer le niveau global des nuisances et à mieux encadrer l'activité de l'aéroport. La Région flamande et les communes flamandes, quant à elles, remettent en cause les conclusions de l’étude et ses scénarios, et veulent éviter la mise en œuvre des recommandations.

Par ailleurs, pour assurer l'application des recommandations de l’étude d’incidences, la Région, les communes bruxelloises et les associations à la cause ont eu plusieurs échanges, à travers nos conseils, avec le ministre fédéral de la Mobilité sur ses intentions dans la mise en œuvre des divers scénarios proposés dans l’étude d’incidences.

Le 30 septembre 2022, les parties ont interrogé l'État sur les suites qui seraient réservées aux jugements de cessation et à l’étude Envisa, sur les actions concrètes qu’il comptait mettre en œuvre et sur le calendrier.

Le 26 octobre 2022, l’État fédéral a répondu en annonçant des mesures relatives à la clarification des normes de vent, à la mise en place d’une réelle autorité indépendante et de règles en matière de quotas de bruit, ce qui constituerait un premier pas dans la bonne direction.

Selon nous, la réponse du gouvernement fédéral n’a toutefois pas été satisfaisante puisque, d’une part, elle se limite à des intentions à ce stade et, d’autre part, ces intentions se limitent à quelques actions futures : réduction des quotas de bruit, clarification des normes de vent et mise en place d’une nouvelle autorité de contrôle.

Les intentions du gouvernement fédéral vont bien sûr dans le bon sens et sont attendues depuis des années, car elles sont indispensables. La Région les réclame depuis toujours. Il est cependant clair que cela ne va pas assez loin au vu des gains potentiels proposés par les scénarios de l’étude d’incidences pour réduire les nuisances.

De heer Alain Maron, minister.- Het gewest heeft de herziening van de Envisastudie verkregen naar aanleiding van de rechtszaak die mijn kabinet in 2020 aanspande. De nieuwe versie biedt realistische scenario's om de overlast voor de burgers, en in het bijzonder voor de inwoners van Brussel, te verminderen.

Het Vlaams Gewest en enkele Vlaamse gemeenten hebben fel op die effectenstudie gereageerd, omdat ze vinden dat die hun economische belangen schaadt en een verschuiving van de overlast inhoudt. Die reactie is niet verwonderlijk, want de effectenstudie gaat in tegen de politieke wil van sommigen om vluchten te blijven toestaan zonder enige beperking of regulering en de onwil om die vluchten te spreiden.

Het Brussels Gewest, de Brusselse gemeenten en verenigingen willen uiteraard dat een of meer van de scenario's uit de studie zo snel mogelijk worden uitgevoerd, met als doel de algemene hinder te verminderen en de activiteiten van de luchthaven beter te reguleren. Ze hebben meermaals van gedachten gewisseld met de federale minister van Mobiliteit over de uitvoering van de scenario's in de impactstudie.

Op 30 september 2022 vroegen de partijen aan de federale overheid welk gevolg ze zal geven aan de arresten en de Envisastudie en welke acties ze zal ondernemen. Op 26 oktober 2022 kondigde de federale regering maatregelen aan met betrekking tot de verduidelijking van de windnormen, de oprichting van een onafhankelijke autoriteit en regels inzake geluidsquota. Dat is een eerste stap in de goede richting, maar het gaat voorlopig alleen nog om voornemens. Bovendien gaan de acties niet ver genoeg ten opzichte van de scenario's in de impactstudie om de overlast te verminderen.

Partager
10:31 § 221 → Vidéo
Partager

Sur la base de ces constats, toutes les parties - bruxelloises comme flamandes - ont décidé de convoquer une nouvelle fois la justice dans ce dossier, chacune avec des objectifs différents. Concrètement, la Région flamande a demandé le 13 décembre dernier à la juge de refixer l’affaire relative au jugement du 9 décembre 2020 dans le cadre de l’action en cessation environnementale intentée par la Région bruxelloise contre l’État fédéral, afin que les parties puissent prendre position sur cette étude modifiée.

Du côté bruxellois, le gouvernement, accompagné par les communes et les associations, a décidé le 15 décembre 2022 de retourner devant la justice pour réclamer, d’une part, une augmentation et une prolongation des astreintes en raison du peu d’avancées dans le dossier et, d'autre part, une mise en œuvre concrète des scénarios de l’étude d’incidences. Ce retour en justice s'est concrétisé auprès de la juge le 22 décembre dernier.

C'est une décision importante dans le chef du gouvernement et je tiens à le rappeler, car j’ai le sentiment qu'elle est quelque peu passée inaperçue lors des derniers débats en commission sur le survol de Bruxelles. Comme je l’ai dit, considérant qu'aucune mesure n'a été prise, la Région bruxelloise a une nouvelle fois saisi la justice pour demander que l’État prenne, dès que possible, des mesures concrètes afin de réduire les nuisances subies par les habitants de la Région de Bruxelles-Capitale, de manière à faire respecter les normes de bruit bruxelloises ou, à tout le moins, à en réduire les violations.

Parallèlement à ces contacts, l’État belge a continué à payer les astreintes infligées en vertu du jugement, mais la mesure a été prescrite le 31 janvier dernier. La Région bruxelloise demande donc également à la juge, avant dire droit, de prolonger le mécanisme provisoire d’interdictions et d’astreintes fixé dans le jugement du 9 décembre 2020, en doublant les montants et les plafonds des astreintes, et en prévoyant que les astreintes seront dues jusqu’au prononcé de l’ordonnance devant être rendue quant au fond.

À la suite des demandes des Régions de refixer l’affaire en cessation, le calendrier a été établi comme suit : sur la mesure avant dire droit, l’affaire devait être fixée fin mars, début avril. Pour ce qui est de la demande principale, l’audience d’introduction a eu lieu le 1e février et les débats auront lieu soit en octobre 2023 soit, plus vraisemblablement, en janvier ou février 2024. Le tribunal le précisera à l’issue des débats sur la prolongation des astreintes.

Daarom hebben de Brusselse en Vlaamse partijen beslist de zaak opnieuw voor de rechter te brengen, elk met verschillende doelstellingen. Het Vlaams Gewest vroeg de rechter op 13 december 2022 om de stakingsprocedure uit te stellen, zodat de partijen een standpunt konden innemen over de gewijzigde studie.

Aan Brusselse zijde is de regering, samen met de gemeenten en verenigingen, op 22 december 2022 opnieuw naar de rechtbank gestapt om niet alleen een verhoging en verlenging van de boetes te eisen vanwege het gebrek aan vooruitgang in de zaak, maar ook de uitvoering van de scenario's in de effectenstudie. Op die manier wil de regering ervoor zorgen dat de Brusselse geluidsnormen beter worden nageleefd en dat de overlast voor de Brusselaars vermindert.

De Belgische overheid is de dwangsommen die haar werden opgelegd in het arrest van 9 december 2020 blijven betalen, maar de regeling is op 31 januari verjaard. Het Brussels Gewest verzoekt de rechter dan ook om de dwangsommen te verlengen tot er een uitspraak ten gronde is en om de bedragen van de dwangsommen te verdubbelen.

Naar aanleiding van de verzoeken van de gewesten om de zaak opnieuw te schikken, is het volgende tijdschema vastgesteld: de voorlopige regeling zou eind maart, begin april worden behandeld. De inleidende zitting over de hoofdvordering vond plaats op 1 februari. De debatten zullen in oktober 2023 of in januari of februari 2024 plaatsvinden.

Partager
10:34 § 223 → Vidéo
Partager

La Région est donc sur tous les fronts dans ce dossier : elle continue à poursuivre et à défendre en justice toutes les compagnies qui sont en infraction par rapport à l’arrêté « Bruit », et elle participe activement à toutes les plateformes de concertation organisées par l'État fédéral. Même si cette plateforme prend du temps et que certains participants tentent clairement de ralentir les débats pour éviter toute avancée dans ce dossier, elle est nécessaire pour partager les points de vue et pousser chacun à assumer ces positions. La preuve en est que, à la suite de la présentation de Bruxelles Environnement à la dernière plateforme, de nombreux riverains flamands sont venus la féliciter pour ses actions et sa vision, et il lui a même été demandé de revenir pour répondre aux questions à la plateforme qui a lieu dans les prochaines heures.

Mon cabinet participe également activement aux réunions de travail entre le gouvernement fédéral et les Régions, qui ont repris en janvier 2023. Il n'y a plus eu autant de contacts formels et informels dans ce dossier depuis de très longues années. Même si ces contacts n’aboutissent pas immédiatement à des solutions, vu les visions fondamentalement opposées - en particulier entre la Flandre et les autres acteurs -, soyez assuré que mon cabinet y met une énergie considérable.

Je suis retourné en justice pour la deuxième fois sous cette législature, afin de faire prolonger les astreintes et demander l’application des scénarios de l’étude d’incidences. Enfin, nous suivons d’extrêmement près la prolongation du permis d’environnement de l’aéroport, du côté flamand cette fois.

De nombreux fronts sont donc ouverts en parallèle par mon cabinet, Bruxelles Environnement et nos conseils sur le dossier du survol, et ce, en lien avec les communes et les associations. À ce stade, je ne peux garantir des avancées concrètes, mais nous y mettons une énergie maximale, car les forces d’inertie exercées par certains acteurs pour ralentir et bloquer les dossiers sont considérables. Pour les Bruxellois, nous nous devons de faire le maximum pour tenter de réduire les nuisances environnementales et les pollutions, qui sont de taille.

Het gewest blijft ondertussen maatschappijen vervolgen die de geluidsnormen overtreden en neemt actief deel aan alle overlegplatforms die de federale overheid organiseert. Sommige deelnemers proberen duidelijk de debatten te vertragen, maar het is noodzakelijk om standpunten uit te wisselen en iedereen op zijn verantwoordelijkheid te wijzen. Het bewijs is dat veel Vlamingen Leefmilieu Brussel feliciteerden met zijn visie en acties na afloop van zijn presentatie op het laatste platform.

Mijn kabinet is ook actief betrokken bij het werkoverleg tussen de federale regering en de gewesten, dat in januari 2023 werd hervat.

Ik ben tot slot voor de tweede keer naar de rechtbank gestapt om de boetes te laten verlengen en de toepassing van de scenario's in de impactstudie te vragen. We volgen ook de verlenging van de Vlaamse milieuvergunning voor de luchthaven op de voet.

Mijn kabinet en Leefmilieu Brussel werken op verschillende fronten tegelijk aan het dossier, samen met de gemeenten en verenigingen. In dit stadium kan ik geen concrete vooruitgang garanderen, gezien de tegengestelde standpunten, maar we stellen alles in het werk om de overlast voor de Brusselaars te verminderen.

Partager
10:36 § 225 → Vidéo
Partager

M. Tristan Roberti (Ecolo).- Malgré l'obtention d'une étude d'incidences indépendante par un bureau français, ses conclusions sont remises en cause. Or, un bureau américain ou japonais serait arrivé au même constat : le survol massif actuel de zones densément peuplées n'est évidemment défendable ni à Bruxelles, ni ailleurs dans le monde. La nécessité de réduire le survol des zones où se concentre la population est une conclusion qui s'impose partout.

Ces dernières semaines, nous avons beaucoup débattu du survol. Vous avez fait référence à la volonté d'avancer manifestée par le ministre fédéral. Les blocages sont toutefois nombreux. Il suffit, pour s'en convaincre, de voir les attaques brutales dont il a fait l'objet à la Chambre lors de la présentation de sa note de politique générale, qui incluait des mesures visant à réduire les nuisances sonores de l'aéroport.

Vous avez annoncé, il y a quelques semaines, la regrettable nouvelle que l'affaire revenait devant le tribunal. Avec les dynamiques mises en place ces dernières années, nous aurons pu espérer un climat positif. Il manque toutefois la volonté partagée de trouver des solutions équilibrées.

C'est donc une bonne chose que vous intentiez une nouvelle action en justice, et vous avez notre plein soutien. Malheureusement, cette procédure prendra du temps et vous évoquez des délais de procédure qui nous amènent éventuellement jusqu'au courant de l'année 2024. Nous vous encourageons à tenir bon pour mener à leur terme l'étude du bureau Envisa, le renouvellement du permis d'environnement, et poursuivre la concertation que vous avez entamée avec les communes et les associations.

- L'incident est clos.

(M. Tristan Roberti, président, reprend place au fauteuil présidentiel)

De heer Tristan Roberti (Ecolo).- De conclusies van het onafhankelijke bureau werden in twijfel getrokken, maar elk ander bureau zou tot dezelfde conclusie zijn gekomen: massale vluchten boven dichtbevolkte gebieden zijn nergens ter wereld verdedigbaar.

Tijdens de recente debatten zei u dat de federale minister vooruitgang wil boeken. Er zijn echter veel obstakels. Het bewijs is dat hij in de Kamer felle kritiek kreeg op zijn beleidsnota, die maatregelen bevatte om de geluidsoverlast van de luchthaven te verminderen.

Een paar weken geleden kondigde u aan dat de zaak opnieuw voor de rechter komt. Met de dynamiek die de afgelopen jaren is opgebouwd, hadden we op een positief resultaat gehoopt, maar de wil om samen evenwichtige oplossingen te vinden ontbreekt nog steeds. Het is dus goed dat u verdere juridische stappen onderneemt, ook al kost die procedure tijd. Ik moedig u aan om ondertussen het overleg voort te zetten.

- Het incident is gesloten.

(De heer Tristan Roberti, voorzitter, treedt opnieuw als voorzitter op)

Partager
10:39 § 229 → Vidéo
Partager

Mondelinge vraag van mevrouw Lotte Stoops

aan de heer Alain Maron, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie,

betreffende het Europese project Urban Greening Plans en de Brusselse afstemming en samenwerking ten aanzien van vergroening.

Question orale de Mme Lotte Stoops

à M. Alain Maron, ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé de la Transition climatique, de l'Environnement, de l'Énergie et de la Démocratie participative,

concernant le projet européen Urban Greening Plans et la coordination et la coopération bruxelloises en matière de verdissement.

Partager
10:39 § 231 → Vidéo
Partager

Mevrouw Lotte Stoops (Groen).- Leefmilieu Brussel is de projectleider van het Europese project LIFE Urban Greening Plans, dat loopt van mei 2021 tot en met april 2023. Het project past in de oproep in het kader van de Europese Biodiversiteitsstrategie aan steden van meer dan 20.000 inwoners om een ambitieus plan op te stellen om de stad te vergroenen en meer ruimte te geven aan natuur en biodiversiteit.

De bedoeling is dat zeven projectpartners - vijf grote steden en twee ngo's - samen werken aan innovatieve oplossingen om stedelijke groene ruimten beter te plannen, te beheren, te versterken en uit te werken. De resultaten en ervaringen van het project worden gebundeld in een kennishub, waaruit dan andere steden kunnen putten als ze vergroeningsplannen opstellen. Het project zal bovendien bijdragen aan het Europese Urban Greening Platform, dat steden zal helpen bij de ontwikkeling van hun vergroeningsplannen en ze zal aanmoedigen zich aan te sluiten bij het Green City Accord.

Volgens Leefmilieu Brussel zal het Brussels Gewest via het project "met name trachten de biodiversiteit te ontwikkelen, de ecologische connectiviteit en de toegankelijkheid van peri-urbane groene ruimten te verbeteren door te werken aan de wegen, en de principes van 'groene straten' of parkstraten te definiëren of te verdiepen".

Dat project lijkt mij zeer relevant. We konden onlangs nog in de pers lezen hoe uit internationaal onderzoek blijkt dat meer bomen levens kunnen redden door het verkoelende effect dat ze hebben op hete dagen. Uit het onderzoek bleek dat als 30% van de stad overdekt was door bomen, de temperatuur in de zomer van 2015 gemiddeld 0,4 graad lager zou zijn geweest, waardoor er een derde minder hittedoden zou zijn gevallen.

We moeten dus maximaal inzetten op ontharden en vergroenen, want groen zorgt niet alleen voor verkoeling en opname van overtollig water, maar draagt ook ontzettend bij aan ons fysieke en mentale welzijn: groen maakt gelukkig. We merken helaas dat de afstemming tussen verschillende administraties, zowel gewestelijk als gemeentelijk, nog niet altijd van een leien dakje loopt en dat er wellicht nog heel wat efficiëntie- en groenwinst te boeken is voor Brussel.

Het Urban Greening Plans-project loopt eind april ten einde. Wat zijn de realisaties tot nu toe in het Brussels Gewest?

Wie werd bij dit project betrokken?

Wat zijn de belangrijkste lessen die u geleerd hebt uit het project en hoe zal Leefmilieu Brussel die in de toekomst toepassen? Krijgt Brussel een eigen vergroeningsplan?

Is er binnen dit project gepraat over de mogelijke rol van de burgers en van collectieve burgeractie binnen de samenwerkingsmodellen?

Bij Brussel Mobiliteit bestaat er sinds een aantal maanden een administratieoverschrijdende functie van boommeester bij het team van de onthardingsambtenaar, die samen met Leefmilieu Brussel een inventaris zou opstellen van de gewestelijke bomen en die beheerplannen zou maken voor de bomen en planten. Hoe verloopt de samenwerking tussen die boommeester en Leefmilieu Brussel?

Een aantal gemeenten heeft een bomenplan opgesteld, maar er is vooralsnog geen gecoördineerd beleid voor vergroening door alle overheden. Toch is dat broodnodig als we in het hele gewest meer vergroening willen. Welke rol kunnen de boommeester of Leefmilieu Brussel daarin opnemen?

Mme Lotte Stoops (Groen).- Bruxelles Environnement dirige le projet européen LIFE Urban Greening Plans, qui cadre dans la stratégie biodiversité 2030 de la Commission européenne. Les villes de plus de 20.000 habitants y sont invitées à instaurer un plan de végétalisation qui favorise la biodiversité.

Les cinq villes et deux ONG partenaires du projet ont collaboré au développement de solutions innovantes pour mieux planifier, gérer et renforcer les espaces verts urbains. Le fruit de ce travail alimentera la future EU Urban Greening Platform destinée à aider les villes à élaborer leur plan de végétalisation.

Les recherches révèlent que l'effet refroidissant des arbres peut sauver des vies lors de canicules. Les arbres captent également les eaux excédentaires et contribuent à notre bien-être mental.

Le manque de connexion entre certaines administrations régionales et communales bruxelloises freine notre investissement maximal indispensable dans la verdurisation.

En Région bruxelloise, qui a participé au projet Urban Greening Plans qui se termine fin avril 2023 ? Quelles en sont les leçons et comment Bruxelles Environnement les appliquera-t-elle ? Bruxelles recevra-t-elle son plan de végétalisation ?

Le projet a-t-il inclus une réflexion sur le rôle potentiel des citoyens au sein des modèles de collaboration ?

Depuis quelques mois, le facilitateur arbres chargé de la déminéralisation au sein de Bruxelles Mobilité s'attelle, avec Bruxelles Environnement, à un inventaire des arbres sur les voiries régionales en vue de leur gestion. Comment se passe cette collaboration ?

Diverses communes ont élaboré un plan de gestion des arbres, mais il faudrait une politique coordonnée de végétalisation. Comment le facilitateur arbres ou Bruxelles Environnement peuvent-ils favoriser ce processus ?

Partager
10:43 § 233 → Vidéo
Partager

De heer Alain Maron, minister.- Het voorbereidende LIFE-project Urban Greening Plans is een participatief onderzoeksproject. Het gewest leidt het hele internationale consortium, waaraan ook Lissabon, Barcelona, Milaan en Athene deelnemen. Daarnaast waren er voor het gewest ook twee belangrijke eigen werkterreinen: de hefbomen voor de ontwikkeling van parkstraten en het beheer van groene ruimten met een erfgoedkarakter met het oog op de aanpassing aan de klimaatverandering.

Voor het eerste werkterrein werden - en worden nog steeds - verschillende ‘living labs’ opgevolgd. Het gaat om wegherstelprojecten, hoofdzakelijk uitgevoerd door Brussel Mobiliteit, zoals het herstel van de Parklaan of de Neerstalsesteenweg in Vorst, of om ruimere plannen van aanleg met perspective.brussels, voor de Defensiesite en de Europese wijk. De werkgroepen bestaan uit de betrokken gewestelijke en gemeentelijke administraties, de verschillende studiebureaus en de nutsbedrijven, met name de MIVB, Vivaqua en Sibelga.

Leefmilieu Brussel analyseert en synthetiseert nu de lessen die uit die projecten zijn getrokken, in termen van obstakels, hefbomen en bestuur. Tegelijkertijd heeft mijn administratie technisch-juridische studies opgezet. Een daarvan betreft het behoud van bomen, een tweede kijkt naar de verenigbaarheid van systemen ter bescherming van de natuur en systemen ter bescherming van het erfgoed in het licht van de klimaatverandering, en een derde gaat over hoe de nutsbedrijven nu nog regelmatig een obstakel vormen voor vergroening.

Een andere workshop, eind november 2022 georganiseerd, de staten-generaal van de vergroening, bracht de belangrijkste gewestelijke en gemeentelijke actoren op het gebied van vergroening bijeen in een poging de vele verschillende benaderingen op dat gebied te coördineren.

De belangrijkste conclusies hebben betrekking op gewestelijke richtlijnen om de natuur weer naar de stad te brengen, de noodzaak om studies en bestekken ter beschikking te stellen, om de benaderingen te coördineren, om methoden en technieken te delen enzovoort.

M. Alain Maron, ministre.- Notre Région dirige un consortium international incluant diverses villes européennes pour mener à bien le projet de recherche participatif LIFE Urban Greening Plans.

Parallèlement, elle se concentre sur le développement des rues-parcs et la gestion des espaces verts à valeur patrimoniale dans le cadre des efforts pour contrer le changement climatique.

Pour ce qui est des rues-parcs, divers living labs ont concerné des projets de réfection de voiries menés principalement par Bruxelles Mobilité ou des plans d'aménagement globaux en collaboration avec perspective.brussels. Ces groupes de travail incluaient les administrations régionales et communales concernées, des bureaux d'étude, la STIB, Vivaqua et Sibelga. Bruxelles Environnement synthétise les leçons à tirer des projets.

Mon administration a en outre commandé des études techniques et juridiques sur des sujets comme la conservation des arbres ou les freins éventuels à la végétalisation de la part des services publics.

Fin novembre 2022, des états généraux consacrés à la végétalisation réunissant les principaux acteurs régionaux et communaux bruxellois se sont penchés sur la coordination des approches.

Partager
10:46 § 235 → Vidéo
Partager

Inzake vergroening blijft boombeheer belangrijk om voor voldoende bladerdak te zorgen. Leefmilieu Brussel werkt geleidelijk aan een thematische coördinatie op dat vlak, onder meer via een handboek over bomen in de stad en de boomdatabanken van Leefmilieu Brussel en de gemeenten. De rol van boommeester van Brussel Mobiliteit houdt geen coördinatie van de andere overheidsinstanties in, zoals ik eerder al uitlegde.

Naast de subsidiëring van de gemeenten zal Leefmilieu Brussel opleidingen en bijeenkomsten tussen de gemeentelijke partners organiseren. Ik heb al de gelegenheid gehad om dat punt te vermelden.

Uiteraard werken Brussel Mobiliteit en Leefmilieu Brussel regelmatig samen. Die samenwerking is gericht op de uitwisseling van informatie, adviezen en goede praktijken. Ik zou graag zien dat de algemene visie en coördinatie van de vergroeningsstrategieën in handen komt van Leefmilieu Brussel. Uiteraard zal dat gebeuren in nauwe samenwerking met de andere gewestelijke administraties, met name Brussel Mobiliteit voor de wegen en urban.brussels voor de openbare ruimte.

Si le facilitateur arbres favorise la présence de ceux-ci en ville, c'est Bruxelles Environnement qui se charge de la coordination thématique en la matière, en élaborant un guide des arbres en ville et les inventaires des arbres de Bruxelles Environnement et des communes.

Outre les subsides aux communes, Bruxelles Environnement va organiser des formations et réunions entre partenaires communaux.

Bruxelles Mobilité et Bruxelles Environnement échangent régulièrement leurs bonnes pratiques et informations. J'aimerais confier la coordination des stratégies de verdurisation à Bruxelles Environnement, en collaboration avec Bruxelles Mobilité et urban.brussels.

Partager
10:48 § 237 → Vidéo
Partager

Mevrouw Lotte Stoops (Groen).- Ik ben blij dat er aan een betere coördinatie wordt gewerkt, want dat is volgens mij vaak het probleem. Het kan alleen maar helpen dat de administraties van elkaar weten wie wat doet.

Nutsvoorzieningen bepalen vaak waar er al dan niet groen kan komen. Het behoud van bomen is evenwel een heel belangrijk element. Jammer genoeg loopt er nog te veel fout bij kleinere bouwplaatsen, waarbij er toch nog bomen worden gekapt.

In mijn ideale wereld is er telkens eerst een fytosanitair onderzoek voordat een boom mag worden gekapt en moet die kap gecoördineerd worden met de gemeenten en het gewest. De burgers weten niet altijd of het om een gemeente- of gewestweg gaat en wie verantwoordelijk is.

Ik hoop echt dat de staten-generaal van de vergroening zal bekijken hoe dit op het hele Brusselse grondgebied kan worden aangepakt, want het is onwaarschijnlijk belangrijk dat we vooruitgang boeken.

- Het incident is gesloten.

Mme Lotte Stoops (Groen).- Je salue cet indispensable travail sur la coordination.

Les équipements d'intérêt général déterminent la plupart du temps où il est possible de végétaliser. Il arrive trop souvent, lors de petits chantiers, que l'on coupe des arbres alors que leur conservation est essentielle.

Il faudrait idéalement une enquête phytosanitaire avant chaque abattage d'arbre, qui devrait être coordonné avec la Région et les communes. J'espère que les états généraux consacrés à la végétalisation contribueront à l'instauration d'une approche coordonnée sur le territoire de la Région.

- L'incident est clos.

Partager