Logo Parlement Buxellois

Commissie voor de Territoriale Ontwikkeling: vergadering van 22 mei 2023

14:06 § 101 → Video
Share

Présidence : Mme Isabelle Emmery, présidente.

Voorzitterschap: mevrouw Isabelle Emmery, voorzitter.

Share
14:06 § 105 → Video
Share

Vraag om uitleg van de heer Mathias Vanden Borre

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de hervorming van de regelgeving betreffende het toeristische logies.

Demande d'explications de M. Mathias Vanden Borre

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant la réforme de la réglementation sur les hébergements touristiques.

Share
14:06 § 107 → Video
Share

Demande d'explications jointe de M. David Weytsman

concernant l'adoption en première lecture de l'avant-projet d'ordonnance sur l'hébergement touristique et la possibilité d'inclure des mécanismes de quotas et de compensation.

Mme la présidente.- En l'absence de M. David Weytsman, sa demande d'explications est lue par M. David Leisterh.

Toegevoegde vraag om uitleg van de heer David Weytsman

betreffende het toeristische logies en de mogelijkheid om er quota en compensatiemechanismen in op te nemen.

Mevrouw de voorzitter.- Bij afwezigheid van de heer David Weytsman wordt zijn vraag om uitleg voorgelezen door de heer David Leisterh.

Share
14:06 § 109 → Video
Share

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- De Brusselse regering heeft op 29 september 2022 het voorontwerp van ordonnantie betreffende toeristische verblijven in eerste lezing goedgekeurd. De nieuwe ordonnantie moet de ordonnantie van 8 mei 2014 volledig vervangen en is bijzonder belangrijk voor de toeristische sector in Brussel. De uitdagingen zijn immers groot, zeker na de coronacrisis.

De nieuwe ordonnantie moet een antwoord bieden op een aantal problemen en ook op een formele inbreukprocedure die de Europese Commissie heeft ingesteld omdat dezelfde zware voorwaarden die gelden voor professionele hoteluitbaters, ook van toepassing zijn op particuliere uitbaters van toerismeverblijven of logiezen bij mensen thuis.

Volgens uw antwoord van mei 2022 heeft de Europese Commissie nog informatie opgevraagd en werd er bijgevolg nog geen besluit genomen over die procedure. Ondertussen bent u al vier jaar aan het werk en ook in de vorige regeerperiode wist de regering al dat deze ordonnantie een probleem vormt. Ondertussen worden de kleinere spelers, zoals uitbaters van toerismeverblijven of logiezen bij bewoners thuis, nog altijd aan hun lot overgelaten. Die categorieën kunnen immers nog altijd niet of toch heel moeilijk erkend worden door de strenge regelgeving.

Voorafgaand aan de herziening werden er twee evaluaties uitgevoerd die elkaar op sommige vlakken tegenspreken. Eerst was er de heel kritische maar leerrijke evaluatie van Brussels Studies Institute en de ULB, en nadien een evaluatie van Innoviris en de VUB. Volgens mij is de eerste evaluatie veel beter geschikt om de huidige ordonnantie te evalueren en aan te passen. Ik heb trouwens vernomen dat de officiële bekendmaking van de eerste studie en de studiedag erover op verzoek van een bevoegd kabinet werden geannuleerd. Dat is hoogst opmerkelijk.

In mei 2022 erkende u dat er wel degelijk problemen zijn met het Brusselse registratiesysteem. Die houden enerzijds verband met de complexe procedure om een activiteit aan te geven alvorens ze te laten registreren en anderzijds met de specifieke uitbatingsvoorwaarden voor iedere categorie. Die voorwaarden zijn te talrijk, onaangepast en zelfs verouderd. Ook de sector vindt de procedure om precies die redenen veel te lang en te ingewikkeld. Zo is het niet eenvoudig om een registratienummer te verkrijgen, iets wat ik al jarenlang aanklaag.

Ik was vorig jaar blij met uw antwoord omdat ik hoopte dat de nieuwe ordonnantie snel klaar zou zijn en dat de bestaande problemen snel zouden kunnen worden opgelost. Dat is ondertussen een jaar geleden.

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- L'avant-projet d'ordonnance modifiant l'ordonnance du 8 mai 2014 relative à l'hébergement touristique approuvé par le gouvernement bruxellois en première lecture en septembre dernier est crucial pour le secteur. Il répond notamment à la procédure d'infraction formelle de la Commission européenne, qui dénonce l’application des mêmes contraintes aux exploitants privés d’hébergement touristique ou chez l’habitant que celles prévues pour les opérateurs hôteliers.

Deux évaluations ont été menées, qui se contredisent sur certains points. Celle du Brussels Studies Institute et de l’ULB, plus critique, semble davantage appropriée pour adapter l’ordonnance actuelle que l’évaluation d’Innoviris et de la VUB. Étonnamment cependant, l’annonce officielle de la première étude, ainsi que la journée d’études qui y était consacrée, ont été annulées par le cabinet compétent.

Vous reconnaissez que le système d’enregistrement bruxellois est problématique. La procédure de déclaration d’activité et les nombreuses conditions d’exercice, dépassées et spécifiques à chaque catégorie, pèsent sur le moral du secteur.

Share
14:10 § 111 → Video
Share

Uit een brief van Airbnb aan het kabinet van de minister-president blijkt dus dat de problemen niet opgelost zijn. Volgens het deelplatform is er in het voorontwerp van ordonnantie geen sprake van een vereenvoudiging voor uitbaters van toeristische verblijven. Het complexe en onevenredige vergunningsregime zou gewoon blijven bestaan. Het deelplatform hekelt met name het systeem van voorafgaande registratie.

Volgens Airbnb betalen Brusselse uitbaters een zware prijs voor het systeem, want uit de gegevens van het platform blijkt dat Brussel in vergelijking met de andere gewesten minder geprofiteerd heeft van het herstel van het toerisme na de pandemie. De inkomsten voor Vlaamse en Waalse uitbaters stegen respectievelijk met 4.500 en 3.700 euro in de eerste drie kwartalen van 2022, terwijl het mediane inkomen van Brusselse uitbaters 3.300 euro bedroeg.

Als reactie op de brief verklaarde u in de pers dat het systeem van registratie voorafgaand aan de start van de uitbatingsactiviteiten in stand wordt gehouden via een zogenaamd vereenvoudigde en aangepaste procedure.

Komt er daadwerkelijk een vereenvoudiging van de omslachtige, complexe en onaangepaste registratieprocedure voor uitbaters van toeristische verblijven? Zullen de regels voor de professionele sector niet langer toegepast worden op burgers die hun huis of appartement tijdelijk of gedeeltelijk willen verhuren?

Waarom wordt het systeem van voorafgaande registratie behouden? Waarom gaat de keuze niet naar een eenvoudiger systeem zoals in Vlaanderen en Wallonië? Waarom kan een verklaring op eer met bewijsstukken bijvoorbeeld niet volstaan?

Werd het voorontwerp met de sector en de gemeenten besproken voordat het in eerste lezing werd goedgekeurd? Hoe luidde hun advies?

Welke adviesinstanties werden geraadpleegd en hoe luidde hun advies?

Heeft de Europese Commissie intussen een besluit genomen in het kader van de inbreukprocedure? Zo ja, wat werd er beslist?

Werden de resultaten van de evaluatie die Innoviris en de VUB uitvoerden, ook daadwerkelijk gebruikt om de huidige regelgeving te evalueren en aan te passen?

Hoe staat het ten slotte met het bijbehorende uitvoeringsbesluit?

Dans sa lettre adressée au cabinet du ministre-président, Airbnb déplore le maintien du régime d’autorisation complexe et disproportionné dans l’avant-projet d’ordonnance, et tout particulièrement l’enregistrement préalable. La plateforme indique, chiffres à l’appui, que les opérateurs bruxellois ont déjà payé un lourd tribut à ce système complexe, et ont moins profité de la reprise à la suite de la pandémie que dans les deux autres Régions.

Vous avez répondu, par voie de presse, que la procédure d’enregistrement préalable sera simplifiée. Pourquoi la maintenir malgré tout ? Sera-t-elle effectivement simplifiée ? Quelles règles du secteur professionnel seront-elles épargnées aux citoyens qui souhaitent louer temporairement ou partiellement leur logement ? Pourquoi une déclaration sur l'honneur accompagnée de pièces justificatives n'est-elle pas suffisante ?

Quel était l'avis du secteur et des communes sur l’avant-projet, si toutefois ils ont été consultés ? Les résultats de l'évaluation d'Innoviris et de la VUB ont-ils été utilisés ?

La Commission européenne a-t-elle pris une décision dans le cadre de la procédure d’infraction ?

Enfin, qu'en est-il de l'arrêté d'exécution ?

Share
14:12 § 113 → Video
Share

M. David Leisterh (MR).- Le gouvernement bruxellois a récemment approuvé l'avant-projet d'ordonnance modifiant l'ordonnance du 8 mai 2014 relative à l'hébergement touristique. L'un des éléments majeurs de cet avant-projet est l'augmentation des sanctions, dont le plafond a été relevé à 80.000 euros, contre 33.000 euros auparavant.

On peut évidemment comprendre l'objectif poursuivi : rendre les amendes réellement dissuasives. Néanmoins, étant donné que l'avant-projet ne retire pas l'obligation de disposer d'une attestation de conformité urbanistique, cela aura de facto pour conséquence que la grande majorité des propriétaires professionnels soit contrainte d'abandonner définitivement ses activités.

En effet, les services communaux de l'urbanisme considèrent souvent que l'exploitation d'un appartement à des fins de logement touristique, à l'instar d'Airbnb, en fait un établissement hôtelier. Par conséquent, son propriétaire est contraint de modifier l'affectation urbanistique du bien, en passant de logement à hôtel. Or, outre le fait que la commune refuse souvent ce changement d'affectation, cela implique que ces hébergements sont soumis aux prescriptions particulièrement contraignantes relatives aux hôtels.

Si on peut comprendre la volonté de lutter contre une prolifération excessive de logements touristiques non hôteliers dans certains quartiers, en particulier dans l'hypercentre, il est permis de se demander si de telles impositions ne sont pas excessives lorsqu'elles s'appliquent sans distinction sur l'ensemble du territoire régional. Certains logements de ce type sont en effet situés dans des quartiers qui ne connaissent pas une profusion d'hébergements touristiques. Par ailleurs, cette vocation a parfois motivé la rénovation d'appartements longtemps restés inoccupés, notamment au-dessus d'implantations commerciales, contribuant de ce fait à la rénovation du bâti vétuste et à l'animation du quartier.

En outre, dans la mesure où différentes études ont montré que le public cible de ces hébergements touristiques n'était pas le même que celui de l'hôtellerie traditionnelle, il demeure intéressant, d'un point de vue socioéconomique, de rendre la Région de Bruxelles-Capitale attractive pour les courts séjours avec des retombées positives sur des secteurs de l'horeca ou de la mode.

Dès lors, la possibilité d'intégrer des quotas maximum d'hébergements touristiques par quartier, comme cela existe par exemple au Portugal ou à Saint-Malo, et d'assouplir les exigences de l'attestation de conformité urbanistique en contrepartie de l'introduction d'un système de quotas par quartier, a-t-elle déjà été envisagée ? Une étude a-t-elle déjà été réalisée sur les éventuels effets positifs de l'introduction de pareilles mesures à l'étranger ?

Des organismes tels que perspective.brussels ou visit.brussels pourraient-ils définir des seuils acceptables, en fonction des différents quartiers ?

À la lecture du plan régional d'affectation du sol, on peut d'ailleurs constater que certaines zones prévoient déjà des quotas. Je pense aux zones d'habitation à prédominance résidentielle, par exemple, qui peuvent être affectées aux établissements hôteliers si leur capacité ne dépasse pas vingt chambres. Le plan régional d'affectation du sol étant actuellement soumis à révision, est-il envisagé d'y intégrer une nouvelle catégorie comme « résidence de tourisme (non hôtelier) », telle qu'elle existe dans l'ordonnance du 8 mai 2014 ? Cette catégorie serait alors autorisée limitativement dans certaines zones d'affectation.

Je rappelle qu'une série de recommandations émises récemment par la Commission européenne vont dans le sens de la prise de réglementations locales harmonisées et proportionnées. Or, comment comprendre qu'une location touristique de courte durée soit assimilée à un hôtel à Bruxelles alors qu'elle demeurerait affectée à du logement dans une ville comme Lisbonne ?

De heer David Leisterh (MR).- De regering heeft het voorontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende het toeristische logies goedgekeurd. Een van de belangrijkste elementen is de verhoging van de boetes, waarvan het plafond is opgetrokken van 33.000 naar 80.000 euro. Het doel is om het ontradingseffect te verhogen, maar aangezien het verplichte stedenbouwkundig conformiteitsattest niet is geschrapt, zullen de meeste eigenaars hun activiteiten moeten stopzetten.

We begrijpen dat men de wildgroei van andere toeristenverblijven dan hotels wil tegengaan, vooral in het hypercentrum, maar we vragen ons af of dergelijke verplichtingen niet buitensporig zijn wanneer ze in het hele gewest worden toegepast. We mogen niet vergeten dat toeristenverblijven vaak de renovatie van gebouwen in de hand werken. Daarnaast tonen studies aan dat de doelgroep niet dezelfde is als van de traditionele hotels.

Is er nagedacht over maximale quota voor toeristenverblijven per wijk en een versoepeling van het conformiteitsattest? Is er onderzoek gedaan naar de positieve effecten van de maatregelen in het buitenland?

In het Gewestelijk Bestemmingsplan zijn al quota voor sommige gebieden ingevoerd. In woongebieden met residentieel karakter mag de hotelcapaciteit bijvoorbeeld niet meer dan twintig kamers bedragen. Zal bij de herziening van het plan een categorie 'toeristenverblijven' worden ingevoerd?

De Europese Commissie dringt aan op een geharmoniseerde en evenredige lokale regelgeving. Het valt immers niet te verantwoorden dat een toeristenverblijf in Brussel als een hotelactiviteit wordt beschouwd, terwijl datzelfde verblijf in Lissabon nog steeds als een woning wordt beschouwd.

Share
14:15 § 115 → Video
Share

En outre, dans la mesure où l'avant-projet d'ordonnance ne traite pas vraiment des mesures de compensation qui consistent à créer des logements afin de contrebalancer la perte de logements liée à la création d'un meublé touristique, qu'est-il actuellement étudié en la matière ? Avez-vous envisagé d'élaborer un cadre réglementaire pour ces mécanismes de compensation pour mettre un terme à l'insécurité juridique actuelle ?

Par ailleurs, dans un arrêt du 16 janvier 2023, la cour d'appel de Bruxelles a estimé que la seule raison d'intérêt général pouvant justifier un régime d'enregistrement, dont fait partie l'attestation de conformité urbanistique, porte sur la protection des destinataires de services et non sur la pénurie de logements.

Pour la Commission européenne, l’objectif principal est que toute réglementation relative à l'hébergement touristique assure la sécurité des touristes. Il n'est pas question d'interdire de facto aux propriétaires professionnels de louer leur bien.

Quelle lecture de cet arrêt pourrait influencer d'éventuelles modifications de l'avant-projet d'ordonnance ?

Enfin, où en est la procédure d'infraction lancée par la Commission européenne contre la Belgique pour méconnaissance, par l'ordonnance bruxelloise de 2014, du principe de proportionnalité prévu par la directive 2006/123/CE du Parlement européen et du Conseil du 12 décembre 2006 relative aux services dans le marché intérieur ?

Het is jammer dat het voorontwerp van ordonnantie niet in compensatiemaatregelen voorziet, zoals de creatie van woningen. Komt er op dat vlak een regelgevend kader?

Het hof van beroep te Brussel heeft in januari 2023 geoordeeld dat de enige reden van algemeen belang die een registratiesysteem, waarvan het conformiteitsattest een onderdeel is, kan rechtvaardigen, de bescherming van de klanten is, en niet het woningtekort. Zult u het voorontwerp van ordonnantie aanpassen naar aanleiding van dat arrest?

Ook voor de Europese Commissie is het hoofddoel van elke regelgeving inzake toeristische logies de bescherming van de toeristen. Er is geen sprake van dat eigenaars wordt verboden hun eigendom te verhuren.

In welk stadium bevindt zich de inbreukprocedure die de Europese Commissie tegen België heeft ingeleid omdat de ordonnantie van 2014 niet in overeenstemming is met het evenredigheidsbeginsel van richtlijn 2006/123/EG?

Share
14:17 § 117 → Video
Share

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Les questions sur l'avant-projet d'ordonnance devraient idéalement être posées lors des travaux parlementaires portant sur le projet lui-même. Il semble que le débat ait été quelque peu précipité par la sortie dans la presse de la lettre que m'a adressée la plateforme Airbnb.

En ce qui concerne le parcours de l'avant-projet d'ordonnance, le dossier sera prochainement soumis en deuxième lecture au gouvernement, à la suite de quoi l'avis du Conseil d'État sera sollicité. Je ne répondrai plus aux questions précises pendant ce laps de temps, car nous attendrons l'avis du Conseil d'État pour pouvoir enfin avoir une discussion sur le projet d'ordonnance lui-même.

(Inaudible)

Les représentants d'Airbnb ont été entendus à plusieurs reprises. Lors de ces rencontres, les raisons du maintien du régime d'autorisation ont été expliquées. Il a notamment été rappelé à Airbnb que le maintien du régime d'enregistrement a été demandé par les communes et accueilli comme une bonne chose par les représentants du secteur de l'hébergement touristique.

En revanche, il ne peut être déduit des informations échangées avec Airbnb qu'il n'est aucunement question de simplification. Il est certes compréhensible que cette société cherche à éviter un régime d'autorisation aux utilisateurs de son produit, mais ce n'est pas Airbnb qui est chargée de la réglementation ou d'en faire l'évaluation. En tant qu'acteur, la plateforme n'est évidemment pas neutre.

Les procédures, y compris les pièces à joindre pour satisfaire aux conditions d'enregistrement, sont logiquement traitées dans l'arrêté d'exécution, et celui-ci n'a encore été présenté à personne. Il est donc impossible d'en discuter actuellement.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Het voorontwerp van ordonnantie zal binnenkort aan de regering worden voorgelegd voor een tweede lezing, waarna het advies van de Raad van State zal worden gevraagd. Daarna kan het debat in het parlement plaatsvinden. Tot dan zal ik geen vragen over het onderwerp meer beantwoorden.

We hebben de vertegenwoordigers van Airbnb meermaals gesproken en hun uitgelegd dat het behoud van het registratiesysteem gevraagd werd door de gemeenten, en positief door de toeristische sector is onthaald. Het is begrijpelijk dat het bedrijf een registratiesysteem wil vermijden, maar als speler is het platform uiteraard niet neutraal.

De procedures en de vereiste documenten om aan de registratievoorwaarden te voldoen, zijn vastgesteld in het uitvoeringsbesluit, dat nog aan niemand is voorgelegd. Het is te vroeg om daarop in te gaan.

Share
14:19 § 119 → Video
Share

(verder in het Nederlands)

Ik kan bevestigen dat we de registratieprocedure hebben aangepast aan de uitgeoefende activiteit. We willen de maatregelen afstemmen op de doelstellingen die we ermee nastreven. Het doel van dit voorontwerp van ordonnantie is onder meer om de woonfunctie te beschermen en de veiligheid van de mensen te waarborgen.

We behouden het systeem van voorafgaande registratie om niet alleen de klanten en hun veiligheid, maar ook de uitbaters zelf te beschermen, de woonfunctie te vrijwaren en toe te zien op de ruimtelijke ordening van het gewest. Ons gewest is dichtbevolkt en sterk verstedelijkt. Elke vierkante meter telt dus. We moeten zorgen voor een evenwichtige invulling van ons grondgebied. Het Brusselse vastgoed heeft bovendien een zekere leeftijd, waardoor voldaan moet worden aan bepaalde voorwaarden om toeristen een veilig verblijf te bieden. Om al die redenen is het gerechtvaardigd om een controle uit te voeren voordat een gebouw mag worden uitgebaat als toeristenverblijf.

De regering heeft het voorontwerp van ordonnantie voor de eerste lezing voorgelegd aan de gemeenten en aan de vertegenwoordigers van de toeristische sector. Er werd ook gepeild naar hun opmerkingen en standpunten over de geplande aanpassingen. De gemeenten vinden het goed dat de vergunningsregeling behouden blijft. De meeste gemeenten sturen aan op maatregelen die dwingender zijn dan wat in het voorontwerp van ordonnantie is bepaald.

Niet alle vertegenwoordigers van de sector zijn dezelfde mening toegedaan over het behoud van de vergunningsregeling. Uitbaters van toerismeverblijven staan bijvoorbeeld iets terughoudender tegenover de vergunningsregeling, maar ze zijn niet tegen een registratiesysteem. De vertegenwoordigers van de sector hebben hun mening ook kenbaar gemaakt via Brupartners, dat in november 2022 een advies uitbracht. Brupartners is voorstander van een regulering van de activiteit en benadrukt het belang van de bescherming van de woonfunctie.

Naast het wettelijk verplichte advies van Brupartners en de Gegevensbeschermingsautoriteit hebben we het facultatieve advies van Brulocalis en urban.brussels ingewonnen. De inhoud van de adviezen van Brupartners en de Gegevensbeschermingsautoriteit is terug te vinden op hun websites.

Alleen het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit heeft aanleiding gegeven tot enkele aanpassingen aan de tekst. Zo werden er verduidelijkingen aangebracht in verband met persoonsgegevens. Zoals dat hoor zullen de adviezen van Brulocalis en urban.brussels worden bekendgemaakt tijdens de parlementaire werkzaamheden over het voorontwerp van ordonnantie.

De inbreukprocedure die de Europese Commissie heeft opgestart, is nog niet afgesloten. Uit de evaluatie die de VUB met de financiële steun van Innoviris uitvoert, is al gebleken dat we met de aanpassing van de regelgeving op de goede weg zitten.

(poursuivant en français)

Je confirme que la procédure d'enregistrement a été adaptée à l'activité exercée. L'objectif de cet avant-projet d'ordonnance est entre autres de préserver la fonction d'habitat et de garantir la sécurité des clients, mais aussi celle des exploitants.

L'enregistrement préalable permet également de veiller à l'équilibre dans l'aménagement du territoire de notre Région densément peuplée et très urbanisée. Le bâti y étant par ailleurs vétuste, une vérification de la conformité aux normes de sécurité s’impose. Toutes ces raisons justifient un contrôle préalable à l'exploitation touristique d'un bien.

L'avant-projet a été soumis en première lecture aux représentants du secteur touristique et aux communes. Si les communes sont favorables au maintien du régime d'autorisation, et plus généralement à des mesures plus contraignantes que celles définies dans l'avant-projet, cela ne fait pas l'unanimité au sein du secteur touristique. Ce dernier n'est toutefois pas opposé à un système d'enregistrement. L'avis du secteur a été émis en novembre 2022 par l'intermédiaire de Brupartners, qui est favorable à une régulation de l'activité et souligne l'importance de protéger la fonction d'habitat.

Brupartners et l'Autorité de protection des données ont publié leurs avis sur leurs sites respectifs. Les avis de Brulocalis et urban.brussels seront communiqués lors des travaux parlementaires sur l'avant-projet.

Share
14:22 § 121 → Video
Share

Het uitvoeringsbesluit werd gelijktijdig met de ordonnantie opgesteld. Het werk is al goed gevorderd, maar het besluit zit nog altijd in de ontwerpfase en kan dus nog worden aangepast op grond van eventuele opmerkingen van de Raad van State over het voorontwerp van ordonnantie dat de basis vormt van het besluit. Het goedkeuringsproces van het besluit kan echter pas van start gaan nadat het parlement de ordonnantie heeft aangenomen. Het voorontwerp van besluit zal bijgevolg aan de regering worden voorgelegd zodra de ordonnantie is goedgekeurd.

L'arrêté d'exécution a été rédigé simultanément à l'ordonnance qui, toujours au stade d'avant-projet, reste sujette à modification sur la base de remarques éventuelles du Conseil d'État. Le processus d'approbation de l'arrêté ne pourra être entamé qu'une fois l'ordonnance adoptée par le Parlement. L'avant-projet d'arrêté sera ensuite soumis au gouvernement.

Share
14:22 § 123 → Video
Share

(poursuivant en français)

Vous me pardonnerez de rappeler ce qu'est le processus élaboration d'un texte d’ordonnance, mais nous n'allons pas discuter des arrêtés d’exécution alors que l'ordonnance elle-même n'a pas encore été arrêtée, ni, a fortiori, votée.

La proposition d’établir des quotas d’établissements d’hébergement touristique a été portée par des représentants du secteur des résidences de tourisme. La définition de quotas pour l'exercice de l'activité d’hébergement touristique relève du débat sur l'organisation du territoire.

L'ordonnance relative à l'hébergement touristique porte sur l'accès à la profession en matière de tourisme. Il s'agit d’encadrer une activité économique en s’assurant que son exercice respecte les réglementations en vigueur, y compris les règles d'urbanisme.

Il faut donc être prudent et ne pas télescoper les règles urbanistiques - qui existent en la matière depuis de nombreuses années - par le bais d’une réglementation économique. Il s'agit par conséquent de laisser aux experts les discussions sur les modifications du plan régional d'affectation du sol (PRAS) .

Dès lors, selon nous, le fait d'ajouter une définition ne résoudra pas le problème. La définition d'établissement hôtelier du PRAS est suffisante, dans le sens où elle s'oppose à la notion de logement. Le bien est affecté à l’accueil de personnes, ce qui signifie que ces personnes n’y habitent pas.

Si l’activité est exercée occasionnellement ou temporairement, le bien peut demeurer en affectation « logement  ». En revanche, si l’activité est exercée à temps plein, l’affectation du bien est celle d’établissement hôtelier. Le fait de créer une catégorie « résidence de tourisme » ne change donc rien.

Vous vous interrogez sur le fait de savoir pourquoi une location touristique de courte durée est assimilée à un hôtel à Bruxelles alors qu’elle demeurerait affectée à du logement dans une autre ville. Pour Bruxelles, c’est tout simplement parce qu’elle retire du logement à des fins d’habitation pour héberger des touristes qui effectuent un séjour limité dans la capitale et que cette activité doit être encadrée pour assurer une gestion de l’organisation du territoire.

Il ne m'appartient pas de juger des règles appliquées ailleurs dans des contextes différents, où la pression urbanistique n'est sans doute pas comparable.

En outre, il s’agit aussi de concurrence par rapport aux établissements dont c’est le métier et qui respectent un ensemble de réglementations pour exercer celui-ci.

Concernant les mécanismes de compensation, comme vous le savez, l’accessibilité des logements aux Bruxellois constitue une priorité absolue du gouvernement. À l’instar des prescriptions littérales déjà existantes dans le PRAS et qui ont pour objet de préserver l’affectation « logement » existante dans le bâti bruxellois, le gouvernement sera particulièrement attentif à cette question dans le cadre de la révision du PRAS qui est en cours.

(verder in het Frans)

Het voorstel om quota voor toeristenverblijven vast te stellen werd ingediend door vertegenwoordigers van de sector. Die kwestie maakt deel uit van het debat over ruimtelijke ordening.

De ordonnantie heeft betrekking op de toegang tot het beroep. Het doel is een economische activiteit te reguleren, zodat ze voldoet aan de geldende regelgeving. Het is niet de bedoeling om al jaren geldende stedenbouwkundige voorschriften te wijzigen. De wijziging van het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP) moet aan deskundigen worden overgelaten.

Bovendien lost de toevoeging van een definitie het probleem niet op. De definitie van hotelinrichting in het GBP is voldoende, aangezien ze een onderscheid maakt met de woonfunctie. Als de activiteit sporadisch of tijdelijk wordt uitgeoefend, kan het pand zijn woonfunctie behouden. Als de activiteit daarentegen voltijds wordt uitgeoefend, wordt het pand als hotel beschouwd. De invoering van een categorie 'toeristenverblijf' verandert dus niets.

In Brussel worden toeristenverblijven als hotel behandeld, omdat ze woonruimte doen verdwijnen. Het is niet aan mij om te oordelen over de regels die elders gelden. Bovendien vormen ze een concurrentie voor de hotelinrichtingen, die een heleboel regels moeten naleven om hun beroep te mogen uitoefenen.

Betaalbare huisvesting voor de Brusselaars is een absolute prioriteit voor de regering. De voorschriften in het huidige GBP zijn erop gericht de woonfunctie te beschermen. Wij zullen daar ook bij de herziening van het GBP bijzondere aandacht voor hebben.

Share
14:25 § 125 → Video
Share

Il est prématuré de tirer des enseignements du récent arrêt de la cour d'appel de Bruxelles du 16 janvier 2023, qui auraient des répercussions sur l'avant-projet d'ordonnance. À ce stade, les avocats de la Région attendent en effet de connaître les intentions de la partie adverse quant à leur acquiescement à l’arrêt en question ou à un éventuel pourvoi en cassation, lequel ne pourra être introduit que dans les trois mois suivant la signification de l'arrêt.

Dans l'intervalle, il est difficile de répondre à des questions relatives à un arrêt qui pourrait encore être cassé. Si le gouvernement ne peut pas être interrogé sur ses intentions, cela vaut a fortiori pour les intentions d'une partie externe au gouvernement. Dans ce contexte, je ne souhaite pas m'exprimer davantage sur ce contentieux, qui n'est pas encore définitivement clos.

Par ailleurs, les questions posées visent en réalité une réforme de la politique d'aménagement du territoire plutôt qu'une réforme de la réglementation sur l’hébergement touristique. En effet, l'attestation de conformité urbanistique n'est qu'un document destiné à démontrer le respect des règles urbanistiques. Une réforme qui se limiterait à supprimer, même partiellement, l'exigence de cette attestation ne résoudra rien puisqu'elle conduirait à un enregistrement des hébergements touristiques qui seraient de toute façon en infraction touristique en raison de cette exploitation. En résumé, c'est un peu le serpent qui se mord la queue !

Het is nog te vroeg om conclusies te trekken uit het recente arrest van het hof van beroep. De advocaten van het gewest wachten af of de tegenpartij zich bij het arrest neerlegt of een beroep bij het Hof van Cassatie instelt. In dat laatste geval kan het arrest nog vernietigd worden.

Uw vragen hebben eerder betrekking op een hervorming van het beleid inzake ruimtelijke ordening dan op een hervorming van de regelgeving inzake toeristenverblijven. Het conformiteitsattest is een document dat de naleving van de stedenbouwkundige voorschriften aantoont. Alleen het attest afschaffen lost niets op, aangezien er nog altijd uitbaters zullen zijn die de regelgeving overtreden.

Share
14:26 § 127 → Video
Share

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Uw antwoord heeft mij niet echt gerustgesteld, in de eerste plaats met betrekking tot de timing. U zegt dat de eerste lezing achter de rug is en dat het nu wachten is op de tweede lezing. We wachten echter al sinds 2014. Toen werd de eerste ordonnantie aangenomen, maar die was al van bij het begin problematisch. Inmiddels zijn we negen jaar verder en lijkt er maar geen schot in de zaak te komen.

Een tweede element is de Europese inbreukprocedure. Die loopt nog, maar ook daarover krijgen we maar heel weinig informatie. Ik heb meermaals gevraagd wat de bekommernis van de Europese Commissie precies is en welke standpunten er worden ingenomen. Ik heb daar echter nog steeds geen antwoord op ontvangen.

Nochtans is het helemaal niet nodig om het warm water opnieuw uit te vinden. Vlaanderen en Wallonië hebben een quasi identiek systeem uitgewerkt. In beide gewesten is een eenvoudig registratie met bewijsstukken voldoende. Waarom wilt u het in Brussel anders aanpakken?

(Opmerkingen van minister-president Vervoort)

U maakt het nodeloos ingewikkeld in Brussel. Het lijkt mij vooral om een ideologisch verschil te gaan. Ik betreur dat er in Brussel blijkbaar een fundamenteel wantrouwen ten opzichte van privé-initiatieven is. De overheid wil tot elke prijs de sector in handen houden en haar greep zo nodig nog versterken. Dat is een ideologie die in Vlaanderen en Wallonië niet wordt gevolgd. Daar wordt de meerwaarde van de deeleconomie wel erkend.

Uiteraard ben ik het met u eens dat misbruiken moeten worden aangepakt. Er moet worden opgetreden tegen mensen die het systeem gebruiken omdat het fiscaal interessanter is om verschillende appartementen uit te baten. In Brussel wordt het kind echter met het badwater weggegooid. De vele voordelen van de deeleconomie worden hier veel te streng aangepakt.

Ik ben het er niet mee eens dat er een te grote concurrentie met de woonfunctie is. Sommige mensen willen gedurende een of meerdere weken iets tijdelijks huren in afwachting van een nieuw appartement, tijdens een stage en dergelijke meer. Het aanbod moet diverser zijn dan klassieke huurovereenkomsten. Er zijn tussenvormen nodig. Ik betreur dus dat u niet van gedachte lijkt te veranderen, dat u opnieuw voor verplichte registratie gaat en de procedures nog strenger wilt maken. Dat gaat ten koste van het privé-initiatief en van kleine uitbaters.

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Je reste préoccupé, surtout par le calendrier. La première ordonnance pose problème depuis le départ et a été adoptée il y a neuf ans, mais rien n'avance.

Je m’interroge sur l’opacité qui entoure la procédure d'infraction européenne. Nous ne connaissons toujours pas les préoccupations exactes de la Commission européenne, malgré mes demandes répétées.

Pourquoi tenez-vous à une procédure complexe, alors qu’en Flandre et en Wallonie, un simple enregistrement accompagné de pièces justificatives suffit ?

(Remarques du ministre-président Vervoort)

Je regrette cette méfiance idéologique à l’égard des initiatives privées, qui n'est pas partagée par les deux autres Régions. Bien entendu, il faut lutter contre les abus de ceux qui profitent de l’avantage fiscal en exploitant plusieurs appartements, mais à Bruxelles, on néglige par conséquent les nombreux avantages de l’économie de partage en voulant contrôler le secteur.

Je conteste l’argument de la concurrence avec la fonction résidentielle, car certains cherchent une location temporaire dans l’attente d’un nouvel appartement, durant un stage, etc. Il faut donc des solutions alternatives aux contrats de location classiques. Je regrette que vous mainteniez l’enregistrement obligatoire, au détriment des initiatives des particuliers et des petits exploitants.

Share
14:30 § 133 → Video
Share

M. David Leisterh (MR).- Il semble que la ville de Paris réfléchisse à un dispositif similaire. Si l'opposition intervient au stade de la première lecture, c'est pour vous aider le plus tôt possible dans un esprit très constructif.

Il est vrai que la Région bruxelloise n'est pas uniforme. Dans l'hypercentre, par exemple, la concentration d'hébergements touristiques est forte, et il faut probablement intervenir. Ailleurs, par contre, de tels hébergements sont utiles, car ils peuvent contribuer à la rénovation du bâti et au développement d'une certaine activité économique.

La réglementation doit donc être extrêmement équilibrée et pointilleuse, et cela demande du temps. Or la fin de la législature est proche. Notre principale crainte est que ce projet n'aboutisse pas avant le 9 juin 2024.

- Les incidents sont clos.

De heer David Leisterh (MR).- Het is waar dat de situatie niet overal in het gewest dezelfde is. In het hypercentrum moet er worden ingegrepen, omdat er te veel toeristenverblijven zijn. Elders daarentegen zijn dergelijke verblijven net nuttig, omdat ze bijdragen tot de renovatie van gebouwen en de ontwikkeling van de economische activiteit.

De regelgeving moet dus zorgvuldig worden uitgebalanceerd en dat kost tijd. Onze vrees is dat het project niet voor het einde van de regeerperiode kan worden gerealiseerd.

- De incidenten zijn gesloten.

Share
14:31 § 137 → Video
Share

Vraag om uitleg van de heer Mathias Vanden Borre

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

en aan de heer Alain Maron, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie,

betreffende de operationele voortzetting van het Josaphatproject.

Demande d'explications de M. Mathias Vanden Borre

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

et à M. Alain Maron, ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé de la Transition climatique, de l'Environnement, de l'Énergie et de la Démocratie participative,

concernant la poursuite opérationnelle du projet Josaphat.

Share
14:31 § 139 → Video
Share

Demande d'explications jointe de M. Gaëtan Van Goidsenhoven

concernant la prise en compte des remarques de Bruxelles Environnement concernant le PAD Josaphat.

Toegevoegde vraag om uitleg van de heer Gaëtan Van Goidsenhoven

betreffende het gevolg dat wordt gegeven aan de opmerkingen van Leefmilieu Brussel over het richtplan van aanleg Josaphat.

Share
14:32 § 143 → Video
Share

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- In het regeerakkoord staat dat prioritair werk moet worden gemaakt van de operationele voortzetting van het Josaphatproject. Het project is een van de prioriteiten van de huidige regering op het vlak van huisvesting, territoriale ontwikkeling en leefmilieu. Toch hebben tal van excellenties van deze regering al meermaals zeer uiteenlopende en tegenstrijdige verklaringen afgelegd over het belang van dit dossier.

Sinds de zomer van vorig jaar is er, voortgaand op de notulen van de ministerraad, geen vooruitgang geboekt. Ministerraad na ministerraad werd er in dit dossier getalmd en legden de coalitiepartners verklaringen af die vooruitgang verhinderden. Staatssecretaris Pascal Smet heeft daarbij onder meer verwezen naar koraalriffen en walvissen, de CEO van de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting heeft verklaard dat Brussel niet de Hoge Venen is en op hun beurt regeerden groene excellenties gepikeerd met dreigementen, met protestacties tijdens persvoorstellingen en met het verlaten van de ministerraad na het voorlezen van een verklaring.

Begin maart dit jaar konden we in Frans- en Nederlandstalige media lezen dat er binnen de regering een totale impasse bestaat over dit dossier. De ontwikkeling van de Josaphatsite is nochtans een noodzaak gezien de acute nood aan zowel huisvesting als aan meer groen in het gewest. De Brusselaar dreigt de dupe te worden van dit non-beleid.

De voorbije weken - de vraag is weliswaar al enkele weken geleden ingediend - heeft het dossier zijn kookpunt bereikt. De ministerraad van 17 februari, de laatste voor de krokusvakantie, verliep op een zeer bizarre manier. Zoals vermeld was de minister van Leefmilieu daarbij betrokken: hij heeft een verklaring voorgelezen en heeft dan de ministerraad verlaten.

De vraag is dus hoe het verder moet, want dit dossier dreigt de hele regering te blokkeren. Dat zou onverantwoord zijn gezien de uitdagingen die het gewest op tal van andere domeinen aan te pakken heeft, zoals veiligheid, economie en mobiliteit.

Is er ondertussen duidelijkheid over het Josaphatdossier?

Is er binnen de regering al een akkoord bereikt over hoe het verder moet? Vormt dit dossier überhaupt nog een prioriteit voor de regering? Wat is het tijdpad voor de verdere uitwerking van dit project?

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Selon l'accord de coalition, l'opérationnalisation du projet Josaphat fait partie des priorités de ce gouvernement. Pourtant, ministres et secrétaires d'État enchaînent les déclarations contradictoires et divergentes sur ce dossier.

Depuis l'été dernier, aucun progrès n'a été réalisé. Nous sommes aujourd'hui face à un blocage total au sein du gouvernement sur cette question, face à une non-politique dont les Bruxellois risquent, une fois de plus, de pâtir.

Lors du conseil des ministres du 17 février dernier, le ministre de l'Environnement a même quitté la table des négociations.

Dès lors, que faire ? Ce dossier menace de bloquer l'ensemble du gouvernement, ce qui serait totalement irresponsable compte tenu des défis que la Région est amenée à relever.

Où en est le dossier Josaphat aujourd'hui ? Constitue-t-il toujours une priorité pour le gouvernement ? Un accord a-t-il déjà été trouvé au sein du gouvernement sur la marche à suivre ?

Share
14:35 § 145 → Video
Share

Minister-president, kunt u misschien verduidelijken op welke punten het dossier vastloopt? Het blijft toch opmerkelijk dat er in de pers tegenstrijdige verklaringen worden afgelegd door verschillende coalitiepartners. Hoe moet het nu verder?

Een ander aspect is de financiële impact. Door de aanslepende ruzie is er al vertraging, waardoor ook de kosten dreigen op te lopen. Wat zijn de financiële gevolgen van het uitblijven van een beslissing binnen de regering?

Ten slotte hebben de buurtbewoners al meermaals laten blijken dat ze opnieuw willen betrokken worden bij het dossier. Op welke manier zal dat gebeuren?

Monsieur le Ministre-Président, pourriez-vous préciser les points sur lesquels le dossier s'enlise ? Comment faut-il procéder ?

Quelles sont les conséquences financières de l'absence de décision au sein du gouvernement ?

Enfin, comment impliquer à nouveau les riverains dans le dossier ?

Share
14:37 § 147 → Video
Share

M. Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Le plan d'aménagement directeur (PAD) Josaphat est sans doute le dossier qui illustre au mieux la tension qui règne au sein de notre capitale, avec, d'une part, les besoins en logements et, d'autre part, la volonté de préservation et de développement de la biodiversité. Malheureusement, lorsqu'il s'agit d'urbanisme, le « tout-béton » est souvent l'option privilégiée.

Au MR, nous ne minimisons certainement pas la crise du logement à laquelle la Région bruxelloise est confrontée, mais bétonner des espaces verts ne nous semble pas une solution pérenne. Nous avons autant besoin de logements que d'espaces verts accessibles à tous, dans les centres urbains de plus en plus denses. C'est primordial pour relever le défi climatique.

Le plan proposé pour la friche Josaphat relève de la catastrophe pour la biodiversité locale car il accorde une place centrale au béton, en dépit de la haute valeur biologique de l'endroit, confirmée par Bruxelles Environnement. L'actuelle mouture du PAD prévoit en effet une réduction de 40 % de la biodiversité locale. Le Conseil de l'environnement de la Région de Bruxelles-Capitale pense même que ce chiffre sous-estime l'impact réel du projet sur la biodiversité, tant celle-ci est complexe et regorge d'interactions entre différentes espèces.

Bruxelles Environnement avait pourtant remis un avis sur le rapport sur les incidences environnementales de la première mouture du PAD Josaphat, pointant plusieurs manquements en la matière. Par exemple, Bruxelles Environnement s'étonnait que les 10 % d'espaces verts à créer dans cet espace n'étaient pas prévus en pleine terre, ou encore, que les connexions écologiques étaient mal définies et mal agencées.

Cependant, dans la seconde version du PAD, force est de constater que de nombreux problèmes environnementaux persistent, comme le fait que la partie de la friche la plus qualitative sur le plan de la biodiversité reste urbanisée. Au niveau des connexions écologiques aussi, des manquements subsistent dans le projet.

Lors de l'élaboration de la nouvelle mouture du PAD Josaphat, et pour prendre en considération l'avis de Bruxelles Environnement, des réunions ont-elles eu lieu entre cette dernière et perspective.brussels ? Des experts de Bruxelles Environnement ont-ils pris part à la refonte du projet pour aider perspective.brussels à corriger les problèmes d'ordre environnemental ?

De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Het richtplan van aanleg Josaphat is een mooi voorbeeld van de spanning tussen de nood aan woongelegenheid en de bekommernis om de biodiversiteit. Jammer genoeg kiest men nog al te vaak voor beton.

De MR minimaliseert de woningnood zeker niet, maar groene ruimte volbouwen is geen duurzame oplossing. Door het huidige richtplan van aanleg zou de lokale biodiversiteit op de site, volgens een voorzichtige raming, met 40% afnemen.

Leefmilieu Brussel heeft meerdere kanttekeningen gemaakt bij het richtplan maar ook de tweede versie is problematisch, aangezien het meest waardevolle gebied nog altijd verstedelijkt wordt en de ecologische corridors slecht bedacht zijn.

Is er overleg geweest tussen Leefmilieu Brussel en perspective.brussels over die tekortkomingen?

Share
14:40 § 149 → Video
Share

Comment expliquez-vous que des problèmes persistent malgré l'avis rendu par Bruxelles Environnement ?

Avez-vous reçu des garanties de la part de perspective.brussels concernant la bonne prise en considération de cet avis lors de l'élaboration de la nouvelle mouture ?

Un second avis a-t-il bel et bien été rendu par Bruxelles Environnement concernant la deuxième version du PAD Josaphat ?

Les problèmes recensés dans ce second avis sont-ils de même nature que ceux relevés dans le premier avis ? Pourriez-vous nous les détailler ?

Des avancées en matière de préservation de la biodiversité ont-elles été constatées par Bruxelles Environnement entre la première et la deuxième version du PAD ?

Hoe komt het dat die tekortkomingen blijven bestaan, ondanks het advies van Leefmilieu Brussel?

Hebt u garanties van perspective.brussels dat ze er nu wel rekening mee zullen houden? Is er wel degelijk een nieuw advies van Leefmilieu Brussel? Kunt u dat toelichten?

Is er vooruitgang op het vlak van biodiversiteit tussen de eerste en tweede versie van het richtplan?

Share
14:40 § 151 → Video
Share

Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- Ma collègue Soetkin Hoessen et moi-même avons déposé des demandes d'explication le 13 avril. Celles-ci ont été jointes par le Bureau élargi à ce débat qui a été reporté. Vous pouvez être pleinement rassuré : le gouvernement n'est pas bloqué !

Le 6 avril dernier, le projet de construction sur la friche Josaphat a été dévoilé. Le marché public a été attribué au consortium de promoteurs privés Eiffage-Axa Belgium. Le projet porte sur une dizaine d'hectares qui, dans le cadre des évaluations biologiques de Bruxelles Environnement, sont considérées comme des zones de haute valeur biologique.

On a souvent répété, y compris ici, que l'attribution du marché immobilier pour l'urbanisation de la friche se ferait après l'approbation du cadre urbanistique global, à savoir le projet de plan d'aménagement directeur (PAD) destiné à organiser la valorisation de la zone. Or, vous avez décidé de laisser l'attribution de ce marché immobilier aux mains des conseils d'administration des sociétés de logements publics impliquées dans la moitié des logements de cette première phase, c'est-à-dire sans l'aval du gouvernement au sujet de la vision urbanistique globale.

C'est ainsi que la mobilisation citoyenne est ignorée. Les deux enquêtes publiques et la pétition de 20.000 signatures soutenue par le collectif Sauvons la friche Josaphat, mais aussi la demande de moratoire sur l'artificialisation des sols du Forum des jardiniers ou encore l'avis des associations et des collectifs, etc., ont été oubliés. Ce manque de cadre urbanistique et le PAD exposent le développement immobilier à une succession de recours, et le collectif susmentionné a déjà annoncé qu'il contesterait tout permis.

Bruxelles a détruit quelques perles de son patrimoine architectural dans les années 1960 à 1990. L'opinion est aujourd'hui convaincue qu'il s'agissait d'une erreur, même si, à l'époque, les démarches furent profitables à court terme. Dans le cas qui nous occupe, je déplore que la Région entende détruire une partie de son patrimoine naturel résiduel. Il s'agit d'une erreur, car ce dernier est à préserver pour les générations futures dans le contexte d'une ville qui se réchauffe. Nous ignorions très largement ce paramètre lorsque le projet a été conçu.

Je souhaite également rappeler que la 15e conférence des parties invite à conserver 30 % des sols, y compris dans les villes, afin de limiter les canicules et d'assurer l'infiltration de l'eau. Par ailleurs, le principe « stop béton » impose zéro artificialisation nette d'ici à 2050.

Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- Op 6 april is het Josaphatproject bekendgemaakt. De opdracht werd gegund aan een consortium van privéontwikkelaars, Eiffage-Axa Belgium. Het terrein beslaat een tiental hectare met grote ecologische waarde.

Er is vaak gezegd dat de gunning pas zou gebeuren na de goedkeuring van het richtplan van aanleg. Maar u hebt de toewijzing toevertrouwd aan de bestuursraden van de openbare huisvestingsmaatschappijen, die betrokken partij zijn. Dat gebeurde dus niet vanuit een ruimere stedenbouwkundige visie binnen de regering.

Elke inbreng door de burgers wordt genegeerd, zowel de openbare onderzoeken als de petitie met 20.000 handtekeningen en de acties vanuit het verenigingsleven. Door het gebrek aan een stedenbouwkundige onderbouw dreigt het project de speelbal te worden van juridische acties.

Het Brussels Gewest wil een deel van zijn ecologisch erfgoed vernietigen, zoals dat in de jaren 1960 tot 1990 gebeurde met het architecturaal erfgoed. De Josaphatsite zou moeten bewaard worden voor de toekomstige generaties. In het hele project is ook geen rekening gehouden met de klimaattransitie.

Ik breng in herinnering dat de COP15 vraagt om ook in de steden 30% van de bodem te vrijwaren in de strijd tegen hittegolven en voor een betere waterdoorsijpeling.

Share
14:43 § 153 → Video
Share

La question qui se pose aujourd'hui concerne l'état des lieux. Quand la Société d'aménagement urbain a-t-elle l'intention de déposer une demande de permis de lotir ? Pourriez-vous me communiquer la liste des dérogations envisagées pour ce projet, puisqu'il va être appréhendé dans le cadre du règlement régional d'urbanisme existant ?

Pouvez-vous nous confirmer le calendrier ? Je rappelle qu'il était question d'un délai de sept ans. Ce délai vous semble-t-il réaliste ?

Selon quelles législations et modalités la propriété du foncier est-elle concédée ?

Finalement, quelle est la capacité des contributions à influencer le principe même de l'urbanisation, quand les pouvoirs publics sont à la fois propriétaires, planificateurs, développeurs et bénéficiaires ? N'y a-t-il pas conflit d'intérêts ?

Wanneer is de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) van plan een aanvraag voor een verkavelingsvergunning in te dienen? Kunt u mij een lijst bezorgen van de uitzonderingen die worden overwogen?

Kunt u het tijdsbestek bevestigen? Is de termijn van zeven jaar een realistische inschatting?

Volgens welke wetgeving zal de grondeigendom worden toegekend?

Is er geen sprake van belangenverstrengeling, wanneer de overheid tegelijkertijd eigenaar, planner, ontwikkelaar en begunstigde is?

Share
14:44 § 155 → Video
Share

Mme Victoria Austraet (indépendante).- Les discussions autour de ce projet d'urbanisation de la friche Josaphat sont fréquentes et l'importance de ce dossier méritait que nous y revenions, a fortiori à l'occasion de la Journée mondiale de la biodiversité.

Comme l'a rappelé M. Van Goidsenhoven, notre Région a autant besoin de logements que d'espaces verts. Je pense que tout le monde a conscience de cette réalité, y compris les parlementaires, les naturalistes et les riverains qui sont opposés au projet de plan d'aménagement directeur (PAD) Josaphat, contrairement à ce que laisse entendre l'homme de paille régulièrement invoqué par les partisans du projet.

Ce qui est en revanche remis en question, c'est la pertinence d'un projet qui vise à couler du béton sur la partie ouest de la friche, soit un espace de nature à haute valeur biologique, pour espérer obtenir, d'ici peut-être dix ans, à peine une grosse centaine de logements sociaux sur les 50.000 dont la Région aurait besoin. D'autres solutions existent pourtant et ont été proposées.

Nous ne comprenons pas non plus qu'une partie du gouvernement fasse la sourde oreille face à la kyrielle de critiques émises.

(Inaudible)

Nous n'avons entendu aucune réponse appropriée de votre part aux 2.000 réclamations de l'enquête publique, aux nombreuses critiques et réserves exprimées dans l'avis de la Commission régionale de développement, aux propositions formulées par la société civile ou, tout dernièrement, au recours de la commissaire du gouvernement au sein de la Société du logement de la Région de Bruxelles-Capitale contre la désignation du consortium chargé d'exécuter la phase 1 du projet.

Rappelons aussi que ce projet va à l'encontre des engagements de la Région - et plus largement de la Belgique -, en matière de protection de la biodiversité, de conservation de la nature et des sols naturels, notamment dans le cadre de la 15e conférence des parties sur la biodiversité. Par ailleurs, l'exécution de la phase 1 en dehors du cadre réglementaire d'un PAD risque fort d'entraîner les organismes d'intérêt public dans un vaste bourbier juridique fait de demandes de permis et de recours. La manœuvre politique que vous avez opérée en attribuant le marché public sans accord du gouvernement pose donc aussi la question de la bonne gouvernance.

Monsieur le Ministre-Président, face à tous les obstacles juridiques à prévoir, pensez-vous sincèrement que s'obstiner dans l'urbanisation de la friche Josaphat est une manière politiquement responsable de répondre aux besoins en logements abordables et sociaux ? Combien de logements sociaux sont-ils prévus sur le site ? Dans quels délais réalistes ces logements seront-ils construits ? Comment conciliez-vous ce projet, et plus généralement la politique de longue date de la Région du tout-béton, avec les engagements ratifiés par la Belgique en matière de biodiversité ?

Mevrouw Victoria Austraet (onafhankelijke).- De Werelddag van de biodiversiteit is het uitgelezen moment om op het belang van het richtplan van aanleg Josaphat terug te komen.

In tegenstelling tot wat wordt gesuggereerd door de stroman van de voorstanders van het project, is iedereen zich wel degelijk bewust van de nood aan woningen en aan groenvoorzieningen. Wat echter wel in vraag wordt gesteld is het plan om een natuurgebied met een hoge biologische waarde vol te storten met beton, in de hoop om in tien jaar tijd amper honderd van de 50.000 sociale woningen te bouwen die het gewest nodig heeft, terwijl er zeker andere oplossingen bestaan.

De regering blijft ook oorverdovend stil bij de 2.000 klachten die tijdens het openbaar onderzoek zijn ingediend, bij de talrijke punten van kritiek en voorbehoud in het advies van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie (GOC) op de voorstellen van het maatschappelijk middenveld en bij het beroep van de regeringscommissaris bij de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) tegen de aanstelling van het consortium dat belast is met de uitvoering van fase 1 van het project.

Dit project druist in tegen de gewestelijke en nationale verbintenissen in het kader van de COP15, op het gebied van de bescherming van de biodiversiteit en het behoud van de natuur en de natuurlijke bodems. Bovendien zal de uitvoering van fase 1 van een richtplan van aanleg buiten het regelgevingskader de openbare instellingen in een juridisch kluwen van vergunningsaanvragen en beroepen doen verstrikken. Het politiek gemanoeuvreer bij de gunning van de overheidsopdracht, zonder goedkeuring van de regering, doet dus ook de vraag rijzen of dit blijk van goed bestuur geeft.

Gelooft u nu werkelijk dat het koppig doorzetten van de bouwplannen op de Josaphatsite, gezien de juridische obstakels die in het verschiet liggen, een politiek verantwoorde manier is om te voorzien in de behoefte aan betaalbare en sociale huisvesting? Hoeveel sociale woningen komen er en wanneer? Hoe verzoent u dit project, en meer in het algemeen het aloude betonbeleid van het gewest, met de door België bekrachtigde verbintenissen inzake biodiversiteit?

Share
14:47 § 157 → Video
Share

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Zoals u weet, heeft de regering geen akkoord bereikt over het richtplan van aanleg Josaphat. Ik vind dat zeer jammer. Niemand heeft de deur definitief gesloten, maar afgaande op sommige publieke verklaringen lijkt een consensus moeilijk haalbaar. Zelf hoop ik nog altijd dat de regering het richtplan van aanleg in tweede lezing zal goedkeuren, volgens de afspraken die ze tijdens de eerste lezing bis heeft gemaakt en bekrachtigd.

Een van die afspraken was om de eerste ontwikkelingsfase van het project in een gereduceerde vorm te behouden. Over die eerste fase hebt u via de pers al een en ander vernomen. Er heeft daarover een concurrentiegerichte dialoog plaatsgevonden.

Ik betreur de huidige impasse, want zonder de goedkeuring kan de stationswijk op het gedeelte van het terrein in Evere dat op het gewestelijk bestemmingsplan ingekleurd is als stedelijk industriegebied, voorlopig niet worden ontwikkeld. Voor de ontwikkeling van het noordoostelijke deel van het terrein is er echter geen probleem.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Comme vous le savez, le gouvernement n'est pas parvenu à un accord sur le PAD Josaphat. Je garde néanmoins l'espoir de voir le gouvernement approuver le plan en deuxième lecture, conformément aux accords conclus et entérinés lors de la première lecture bis.

L'un de ces accords consistait à maintenir la première phase de développement du projet sous une forme réduite. Un dialogue compétitif a eu lieu à ce sujet.

Je regrette l'impasse actuelle, car sans approbation, le quartier de la gare sur la partie du site située à Evere ne peut être aménagé pour le moment.

Share
14:49 § 159 → Video
Share

(poursuivant en français)

Monsieur Van Goidsenhoven, Bruxelles Environnement a toujours été associée au processus d’élaboration du projet de plan d'aménagement directeur (PAD) Josaphat, à l’instar des autres administrations régionales membres du Comité régional de développement territorial et des instances consultatives énoncées à l’article 30/5 du Code bruxellois de l'aménagement du territoire, qui sont systématiquement invitées à remettre leur avis parallèlement à l’enquête publique.

Bruxelles Environnement a été consultée par perspective.brussels dans ce dossier. Depuis la mise à l'enquête publique de la première version du PAD Josaphat, de nouvelles rencontres ont lieu entre les administrations, perspective.brussels et Bruxelles Environnement, en plus des concertations déjà engagées au sein du Comité régional de développement territorial et des discussions menées entre la Société d'aménagement urbain et Bruxelles Environnement. À chaque étape du projet de PAD, Bruxelles Environnement a été sollicitée pour fournir des éléments techniques divers et pour accompagner les équipes de perspective.brussels.

Par ailleurs, je rappelle que la refonte du PAD et du rapport sur les incidences environnementales a été exclusivement confiée à des équipes techniques compétentes mandatées par perspective.brussels et agréées par Bruxelles Environnement pour ce qui relève de l’évaluation des incidences environnementales. En outre, une ASBL constituée d’académiques a été mandatée en vue de réaliser une compilation exhaustive des données disponibles pour le recensement et l'inventaire de la faune et de la flore du site.

S'agissant de la préservation de la biodiversité, le deuxième avis de Bruxelles Environnement mentionne même une amélioration du projet de PAD : « Bruxelles Environnement se réjouit de constater que la nouvelle version du projet de PAD propose plusieurs évolutions favorables par rapport à la première. »

En conclusion, ce projet a été conçu dans l'idée de viser une qualité supérieure aux standards actuels en matière environnementale et sera - j’en suis convaincu - un véritable exemple de développement urbain.

La liste des dérogations n'est pas encore connue. Le calendrier est de sept ans, ce qui est une durée normale. Seule une petite part du foncier (10 %) sera cédée à terme au privé. On ne peut donc pas parler de privatisation massive d'un site. Le projet prévoit 263 logements publics, dont 105 logements sociaux.

(verder in het Frans)

Leefmilieu Brussel is altijd betrokken geweest bij de ontwikkeling van het richtplan van aanleg Josaphat, evenals de andere gewestelijke besturen die lid zijn van het Gewestelijk Comité voor Territoriale Ontwikkeling (GCTO) en de adviesorganen, vermeld in het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO).

Leefmilieu Brussel werd hierover geraadpleegd door perspective.brussels, naast het reeds lopende overleg in het GCTO en de besprekingen met de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI). De herwerking van het richtplan van aanleg en het milieueffectenrapport werden uitsluitend toevertrouwd aan technische teams, die in opdracht van perspective.brussels door Leefmilieu Brussel zijn erkend voor de milieueffectbeoordeling. Bovendien werd een non-profit organisatie bestaande uit academici opgedragen een inventarisatie te maken van de beschikbare gegevens over de flora en fauna van het gebied.

Met betrekking tot het behoud van de biodiversiteit vermeldt het tweede advies van Leefmilieu Brussel zelfs een verbetering van het ontwerp. Daaruit blijkt duidelijk dat we streven naar een kwaliteit die zelfs de milieunormen overtreft.

De lijst van afwijkingen is nog niet bekend. Het tijdsbestek is zeven jaar, wat normaal is. Slechts een klein deel van het terrein (10%) zal aan de privésector worden verkocht, waardoor er niet kan gesproken worden van een massale privatisering. Het project omvat 263 woningen, waaronder 105 sociale woningen.

Share
14:52 § 163 → Video
Share

De heer Mathias Vanden Borre (N-VA).- Dit dossier is een voorbeeld van een totaal gebrek aan samenhang binnen deze regering. Ik ben lid van drie commissies en in een volledige regeerperiode heb ik nagenoeg geen hervormingen gezien. Ik vraag me af wat de regering heeft gedaan in de voorbije jaren als ze er zelfs niet in slaagt om een van de prioriteiten van haar regeerakkoord uit te voeren. Er is een totale stilstand. Ik stel vast dat de regering in verkiezingsmodus gaat en duidelijk laat merken dat er tegenstellingen zijn binnen de meerderheid. De oppositie kan niet anders dan daarop te reageren.

Ik ging ervan uit dat staatssecretaris Smet het antwoord zou geven. Hij communiceerde veel aanvallender dan u over dit dossier. Vorige keer beweerde hij dat er geen richtplan van aanleg nodig is, maar u nuanceert dat en stelt dat dat voor een bepaald deel van het terrein wel degelijk nodig is. Het is belangrijk dat u dat aangeeft.

(Opmerkingen van de heer Vervoort, minister-president)

Volgens mij verschillen uw verklaringen toch van die van staatssecretaris Smet.

Een ander opvallend gegeven is dat er na de eerste lezing een afspraak was om de eerste ontwikkelingsfase te behouden. Eigenlijk beweert u dus dat coalitiepartner Ecolo terugkomt op gemaakte afspraken.

Uiteindelijk heb ik vandaag niet zoveel bijgeleerd. Het probleem is nog altijd niet opgelost en er is nog steeds geen akkoord.

M. Mathias Vanden Borre (N-VA).- Ce dossier est un exemple de l'incohérence et de l'immobilisme de ce gouvernement. Vous n'êtes même pas parvenus à mettre en œuvre une seule des priorités de votre accord de coalition ! Vous êtes déjà tous en campagne et affichez ouvertement vos dissensions.

Le secrétaire d'État Smet avait été jusqu'à dire qu'aucun PAD n'était nécessaire mais votre réponse a été plus nuancée.

(Remarques de M. Vervoort, ministre-président)

Je pense, en effet, que vos déclarations diffèrent de celles du secrétaire d'État Smet.

En outre, vous annoncez aujourd'hui qu'il y a eu, après la première lecture, un accord quant au maintien de la première phase de développement. En d'autres mots, vous dites que votre partenaire de coalition Ecolo revient sur les accords pris.

En fin de compte, il n'y a toujours pas d'accord.

Share
14:54 § 167 → Video
Share

M. Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Monsieur le Ministre-Président, vos réponses ne sont pas de nature à me rassurer pleinement. Le lotissement débute en juin.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Ensuite, les élections auront lieu en 2024.

Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- La tenue des élections en 2024 est le seul élément certain. Les permis d'urbanisme suivront. Le processus paraît long.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Comme vous gagnerez les élections, tout sera réglé !

Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Je suis ravi que cette affaire vous fasse autant sourire.

Rudi Vervoort, ministre-président.- Je ne perdrai jamais le sens de l'humour.

Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- J'espère que ce sens de l'humour sera largement partagé par les défenseurs du site.

Comme l'a dit Mme Austraet, nous risquons d'assister à une guérilla administrative et juridique. Je ne suis pas certain que quiconque ait à y gagner. J'avais préalablement déposé des questions auprès de M. Maron pour que les interactions de Bruxelles Environnement dans le cadre de ce dossier puissent nous être expliquées. Vous évoquez une consultation, mais une série de manquements ont été soulevés et ils sont passés sous silence. Des problèmes se sont-ils posés et des solutions y ont-elles été apportées ? J'émets de sérieux doutes.

Je suis également perturbé par le fait que la première phase de lotissement affecte la partie où la biodiversité est la plus riche, selon les plans. Il est question de perspectives de maintien de la biodiversité, mais un point préalable au développement de la zone qui consisterait à bétonner cette partie suscite un niveau d'inquiétude particulier.

Dans un récent article, vous avez expliqué que la Région bruxelloise ne devait pas être une réserve naturelle, mais cet endroit est justement propice à la création d'une réserve naturelle dans cette partie de Bruxelles. Les endroits où la biodiversité est riche ne sont pas très nombreux. Porter une attention particulière pour les protéger ne semble pas être une exigence farfelue ou excessive.

De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Met de verkavelingen die van start gaan in juni, stelt uw antwoord mij niet meteen gerust.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Daarna zijn er verkiezingen in 2024.

De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Dat is dan ook de enige zekerheid. De stedenbouwkundige vergunningen zullen volgen. Het lijkt een lang proces.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Aangezien de MR de verkiezingen zal winnen, komt alles in orde.

De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Ik ben blij dat u nog kan lachen.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Ik zal mijn gevoel voor humor nooit verliezen!

De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Ik hoop dat uw gevoel voor humor ook door de verdedigers van het terrein gesmaakt wordt.

Zoals mevrouw Austraet zei, riskeren we een administratieve en juridische guerrillaoorlog, waar niemand bij gebaat is. U stelt dat er overleg is met Leefmilieu Brussel, maar er zijn veel tekortkomingen aan de orde gesteld die onbesproken zijn gebleven. Werden er oplossingen gevonden? Dat betwijfel ik.

Zeer verontrustend is het feit dat de eerste fase van de verkaveling de betonnering inhoudt van net dat deel van het gebied dat de meeste rijkdom aan biodiversiteit herbergt.

In een recent artikel verklaarde u dat het Brusselse Gewest geen natuurreservaat mag zijn, maar juist deze plek is er ideaal voor. Aangezien er niet veel plaatsen zijn met een rijke biodiversiteit, is bijzondere aandacht schenken aan de bescherming ervan allerminst een buitensporige eis.

Share
14:57 § 169 → Video
Share

Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- C'est aujourd'hui la Journée mondiale de la biodiversité. Or, c'est essentiellement cet aspect qui a suscité des débats dans ce dossier.

En effet, selon l'association Sauvons la friche, 1.418 espèces ont été observées sur la friche, dont 1.140 espèces animales, soit un quart de la faune bruxelloise observée sur ces douze hectares, dont la société civile, et en particulier Sauvons la friche, demande la préservation.

La première phase risque de s'enliser dans des querelles juridiques, ce qui est dommage, car il existe d'autres solutions sur le côté est de la friche et du côté de la gare d'Evere. Pour les mettre en œuvre, il faut approuver un PAD. Or cette partie du site est déjà dessinée dans le PAD et fait l'objet d'un consensus. Aucun intervenant dans le débat public ne s'oppose à l'urbanisation du côté est de la friche Josaphat.

Pour le reste, ma question quant à l'existence éventuelle d'un conflit d'intérêts chez les organismes régionaux, qui sont juges et parties dans certains projets de PAD, reste sans réponse.

Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- Volgens de vereniging Red de Josaphatsite zijn er op het terrein van twaalf hectare 1.418 soorten waargenomen, waaronder 1.140 diersoorten. Dat is een kwart van de Brusselse fauna en flora, waarvan de burgerbeweging terecht het behoud eist.

De eerste fase dreigt echter te verzanden in juridisch getouwtrek, ondanks de oplossingen voor de oostkant van het terrein en in de buurt van het station van Evere. Over de uitvoering van dat deel van het richtplan van aanleg bestaat een consensus.

Mijn vraag over een eventuele belangenverstrengeling van de gewestelijke instanties, die bij sommige richtplannen van aanleg rechter en partij blijken te zijn, blijft onbeantwoord.

Share
14:59 § 171 → Video
Share

Mme Victoria Austraet (indépendante).- Vous rappelez donc qu’une grosse centaine de logements à vocation sociale sont prévus dans la phase 1. Au regard des 50.000 logements nécessaires à Bruxelles, cela équivaut environ à 0,3 %.

Quand ces hypothétiques logements seront-ils prêts ? Ni demain, ni après-demain, mais probablement dans une petite décennie, si les organismes d'intérêt public impliqués ne s'embourbent pas dans des procédures juridiques.

Comment ce projet respecte-t-il les engagements en matière de biodiversité, notamment ceux de la 15e conférence des parties, qui s'est tenue récemment à Montréal ? Malgré ce que vous avancez en matière de normes environnementales, il ne les respecte évidemment pas, puisque l'idée générale est de ne préserver que 1,28 hectare des 24 hectares d'espaces naturels que compte la friche, soit à peine 5 %.

Ce projet d’urbanisation est une irresponsabilité politique car il propose une réponse dérisoire aux besoins en logements sociaux, au prix d’un effondrement accentué de la biodiversité et d'un déni environnemental, comme en témoigne encore un rapport du Fonds mondial pour la nature publié pas plus tard que ce matin.

Mevrouw Victoria Austraet (onafhankelijke).- In de eerste fase is een honderdtal sociale woningen gepland. Op de 50.000 woningen die nodig zijn, komt dit neer op ongeveer 0,3%.

Wanneer zullen die woningen klaar zijn? Waarschijnlijk over een jaar of tien, als de betrokken instanties al niet verzanden in juridische procedures.

Hoe beantwoordt dit project aan de verbintenissen inzake biodiversiteit, die zijn aangegaan tijdens de COP15? Het voldoet daar duidelijk niet aan, aangezien slechts 1,28 hectare van de 24 hectare natuurgebied zou worden behouden.

Dit stadsuitbreidingsproject is politiek onverantwoord; omdat het een bespottelijk antwoord biedt op de behoefte aan sociale huisvesting en ten koste gaat van de biodiversiteit.

Share
15:00 § 173 → Video
Share

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Concernant un éventuel conflit d'intérêts, j'ajoute que les organismes d'intérêt public (OIP) sont certes parties, mais pas juges. A contrario, s'ils avaient décidé autre chose, ou s'ils n'avaient rien décidé, le même procès d'intention aurait pu leur être fait.

Les OIP ont reçu un mandat de la part du gouvernement. Ils ont ensuite désigné la Société d'aménagement urbain comme étant l'OIP porteur du dialogue compétitif, qu'ils ont mené à terme conformément au mandat qui leur a été donné. Ce mandat n'a jamais été retiré par le gouvernement. Celui-ci leur a donné le signal de départ, et puis les a laissés gérer en autonomie.

Les conseils d'administration se sont ensuite naturellement saisis du dossier, puisque nous arrivions au terme de la validité du dialogue compétitif. S'ils n'avaient pas pris cette décision, ils auraient de facto rendu le dialogue compétitif inopérant, ce qui aurait été contraire au mandat qui leur avait été confié.

Les responsables des OIP ont porté devant leurs conseils d'administration respectifs le point du dialogue compétitif et une écrasante majorité, toutes familles politiques confondues, hormis de rares abstentions ou votes contre, ont validé le processus mis en œuvre par la Société d'aménagement urbain.

- Les incidents sont clos.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Wat betreft de mogelijke belangenverstrengeling, merk ik op dat de instellingen van openbaar nut partij zijn, maar geen rechter.

Ze ontvingen een mandaat van de regering, waarna ze de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) hebben aangeduid als instelling van openbaar nut belast met de concurrentiegerichte dialoog. De regering heeft hen het project zelfstandig laten beheren.

De raden van bestuur hebben zich uiteraard over de materie gebogen, aangezien de geldigheidsduur van de concurrentiegerichte dialoog bijna was verstreken. Indien ze geen beslissing hadden genomen, zouden ze de dialoog buiten werking hebben gesteld, wat in strijd zou zijn met hun mandaat.

De verantwoordelijken van de instellingen van openbaar nut hebben de kwestie van de concurrentiegerichte dialoog voorgelegd aan hun raden van bestuur, en een overweldigende meerderheid, over het hele politieke spectrum heen, met uitzondering van enkele onthoudingen en tegenstemmen, keurde het door de MSI in gang gezette proces goed.

- De incidenten zijn gesloten.

Share
15:07 § 181 → Video
Share

Demande d'explications de Mme Françoise De Smedt

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant l'approbation de la deuxième version du PAD Mediapark.

Mme la présidente.- En l'absence de Mme Françoise De Smedt , sa demande d'explications est lue par M.  Petya Obolensky .

Vraag om uitleg van mevrouw Françoise De Smedt

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de goedkeuring van de tweede versie van het richtplan van aanleg Mediapark.

Mevrouw de voorzitter.- Bij afwezigheid van mevrouw Françoise De Smedt wordt de vraag om uitleg voorgelezen door de heer Petya Obolensky.

Share
15:07 § 185 → Video
Share

Demande d'explications jointe de M. Gaëtan Van Goidsenhoven

concernant l'adoption de la nouvelle mouture du PAD Mediapark.

Toegevoegde vraag om uitleg van de heer Gaëtan Van Goidsenhoven

betreffende de goedkeuring van de nieuwe versie van het richtplan van aanleg Mediapark.

Share
15:07 § 187 → Video
Share

M. Petya Obolensky (PTB).- Monsieur le Ministre-Président, la presse nous apprend que votre gouvernement a approuvé la nouvelle version du projet de plan d'aménagement directeur (PAD) Mediapark proposée par perspective.brussels. L’administration a en effet adapté le projet à la suite des différentes demandes des instances consultées et des préoccupations citoyennes exprimées dans le cadre de la première enquête publique.

Ainsi, la densité des logements et des équipements a été revue à la baisse, la biodiversité sera mieux protégée et dix hectares d’espaces verts seront accessibles au quartier, soit la moitié de la surface du site. En outre, une zone dédiée aux médias est en chantier. Ce dernier mobilise environ 5.000 travailleurs, répartis dans 60 entreprises du secteur.

Les objectifs poursuivis par votre gouvernement consistent à déployer le site de Reyers comme pôle des médias, à intégrer la biodiversité dans les projets urbains, à désenclaver le site pour en faire un quartier habité et à mettre en œuvre des principes d'économie circulaire. Pour le PTB, dans le cadre de ce nouveau quartier, il est primordial que ces différents objectifs soient atteints au travers d’une vision au service des citoyens, à savoir le droit à la ville pour toutes et tous.

Les crises, climatique, économique et du logement, nous rappellent au quotidien l’urgence à laquelle les Bruxellois font face. Tout nouveau projet doit répondre à ces enjeux, a fortiori lorsque la Région est propriétaire du foncier, et tous les leviers doivent être utilisés par votre gouvernement. Aussi, il est impératif que ce terrain reste à 100 % dans les mains des pouvoirs publics et ne soit pas revendu, même en partie, sur le marché privé.

Nous aimerions dès lors obtenir des précisions quant aux concertations envisagées avec les citoyens et les communes, à la finalité des 1.400 logements prévus, à la propriété du terrain, au calendrier des prochaines étapes du projet, aux marchés publics prévus, au contenu du plan directeur du projet Parkway-E40 et, plus largement, à l’accessibilité et à la mobilité.

Qu'avez-vous prévu de mettre en œuvre pour la réalisation de la seconde enquête publique, en partenariat avec les trois communes concernées, afin que l’ensemble des citoyens soient correctement informés du projet ?

Le terrain de vingt hectares restera-t-il à 100 % la propriété de la Région ? Le PAD Mediapark imposera-t-il au minimum 25 % de logements sociaux, comme le PAD Heyvaert ?

Comment les dix hectares d’espaces verts seront-ils répartis ?

Quelles sont les prochaines échéances prévues ? Qu’en est-il des marchés publics envisagés ?

S'agissant de la mobilité, que comptez-vous mettre en place pour le développement supplémentaire des transports en commun dans le quartier, sachant qu’il accueillera plus d’habitants ? Le plan directeur du projet Parkway-E40 prévoit-il un parking de dissuasion relié aux transports publics ?

De heer Petya Obolensky (PTB).- Volgens de pers heeft de regering de nieuwe versie van het richtplan van aanleg (RPA) Mediapark goedgekeurd na aanpassingen door perspective.brussels.

Er komen minder woningen en voorzieningen, de biodiversiteit wordt beter beschermd en de wijk krijgt toegang tot de groene ruimte. De site zal plaats bieden aan 5.000 werknemers verdeeld over 60 mediabedrijven.

Voor de PTB moeten de doelstellingen van de Reyerssite ten dienste staan van de burgers. Elk nieuw project moet antwoorden bieden op de klimaatcrisis, de economische crisis en de woningnood. Daarom is het belangrijk dat het gewest eigenaar van de grond is en blijft.

Wij willen graag meer duidelijkheid over de plannen. Wat staat er op stapel in het kader van het tweede openbare onderzoek? Blijft het gewest eigenaar van het terrein? Legt het RPA een minimum van 25% sociale huisvesting op? Hoe is de groene ruimte verdeeld? Hoe ziet de planning eruit? Wat met de overheidsopdrachten? Zijn er plannen voor bijkomend openbaar vervoer en voorziet het project Parkway-E40 in een pendelparking?

Share
15:10 § 189 → Video
Share

M. Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Le 30 mars 2023, le gouvernement a adopté en conseil des ministres la nouvelle version du plan d'aménagement directeur (PAD) Mediapark, dont le but est de désenclaver le quartier où se situent les actuels sièges de la VRT et de la RTBF.

Ce projet prévoit la construction de 1.400 logements, des espaces publics, des équipements sportifs et culturels, des bureaux et des commerces ainsi que des espaces dédiés aux médias.

Sur le site du projet, les chantiers des futurs sièges de la RTBF et de la VRT ainsi que du bâtiment Frame abritant les futurs locaux de BX1 et de l'Ihecs Academy sont en cours.

La première version de ce PAD n'avait pas manqué de susciter quelque opposition parmi les riverains qui s'inquiétaient de la densification trop élevée résultant du projet et de ses impacts sur la biodiversité locale. En effet, le projet empiète sur le bois Georgin, espace naturel qui comporte une faune et une flore très riches dans un quartier qui manque cruellement d'espaces verts.

Il est annoncé que, dans cette nouvelle mouture de PAD, la densité a été réduite et qu'une attention particulière a été accordée aux espaces verts dans les discussions : la version précédente du PAD Mediapark préservait 1,5 hectare de la surface du bois Georgin, contre près de 10 hectares dans sa nouvelle version. Cette nette progression démontre qu'en présence d'une réelle volonté de préserver la biodiversité en ville, il est possible de concevoir des projets urbanistiques respectueux de la nature.

Par ailleurs, nous pouvons lire sur le site dédié au PAD Mediapark que « les études menées ont permis d'aboutir à un plan qui allie le développement urbain à la préservation de la biodiversité locale grâce à une série de mesures qui accompagneront la mise en œuvre du plan ».

Pourriez-vous, Monsieur le Ministre-Président, nous expliquer ces mesures censées accompagner la mise en œuvre du plan ? Comment vont-elles se déployer tout au long du processus ?

Dans quelle mesure vont-elles participer à la préservation du bois Georgin ? Outre ces mesures, quelles garanties sont-elles apportées, dans cette nouvelle mouture du PAD, pour assurer que la biodiversité ait toute sa place dans le projet à long terme ?

Cependant, qui dit travaux, dit incidences inévitables sur la biodiversité locale. Comment la construction des logements et des divers équipements va-t-elle alors s'inscrire dans la volonté de protéger la biodiversité urbaine au sein du projet Mediapark ? Je tiens à rappeler le triste incident qui s'est produit à la fin de l'année 2022 sur le chantier du futur siège de la VRT : des arbres ont été abattus, perturbant la population locale de lérots, une espèce protégée. Ce genre d'incident ne doit pas se reproduire. Des mesures en ce sens sont-elles prises, en concertation avec Bruxelles Environnement ?

Enfin, dans quelle mesure les efforts consentis pour préserver la biodiversité - notamment par la collaboration avec l'association Natuurpunt et Bruxelles Environnement - serviront-ils dans le cadre d'autres dossiers urbanistiques en cours ou à l'étude qui mettent en jeu la préservation de la nature ?

De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- De ministerraad heeft op 30 maart 2023 het nieuwe richtplan van aanleg (RPA) Mediapark goedgekeurd.

Op de site zijn al een paar werven al aan de gang. Omdat er tegen het oorspronkelijke plan tegenstand kwam van de buurt, die vreesde voor een aantasting van de biodiversiteit, is er in de herziene versie van het RPA in meer groen voorzien. In plaats van 1,5 ha blijft 10 ha van het Georginbos behouden.

Welke maatregelen worden er genomen om het RPA op korte en lange termijn uit te voeren? Hoe zal men verhinderen dat de werkzaamheden de biodiversiteit schaden? Kunnen de maatregelen om de biodiversiteit te beschermen, die het resultaat zijn van overleg met Leefmilieu Brussel en Natuurpunt, als voorbeeld fungeren voor andere stedenbouwkundige dossiers?

Share
15:14 § 191 → Video
Share

Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- Chers collègues, il a été convenu que la version amendée du projet de PAD Mediapark serait soumise à une deuxième enquête publique. Si je ne m'abuse, celle-ci a cours jusqu'au 26 juin. D'après les informations qui me reviennent, la densité est globalement réduite et certains gabarits sont plus raisonnables. Nous avons surtout gagné une plus large préservation du bois Georgin et c'est tout à fait appréciable.

Le tracé du tram a été décidé. Or, nous n'anticipons jamais suffisamment les choses, comme en témoigne le dossier de Tour & Taxis. Le tracé du tram était déjà débattu dans le schéma directeur de 2006 et sera peut-être finalement acté vingt ans plus tard, puisque le gouvernement vient de prendre attitude à ce sujet. Il est fondamental d'anticiper les développements immobiliers.

La question de l'agenda de réalisation du projet Parkway-E40 se pose également. Je suis tout à fait convaincue que la réduction du gabarit autoroutier et la transformation en boulevard urbain à cet endroit peuvent constituer une plus-value qualitative primordiale pour changer l'image et l'agrément de ce quartier, mais aussi pour réduire cette barrière urbaine.

Reste l'enjeu de la proportion de logements sociaux parmi les logements à finalité publique. Si je me souviens bien, il était question de 38 % dans la première version du texte. Or, dorénavant, la déclaration de politique régionale prévoit, sur les terrains publics, la construction d'un minimum de 50 % de logements à finalité publique. Le pourcentage est-il toujours de 38 % de logements à finalité publique sur l'ensemble du terrain de mediapark.brussels ? Sur ces 38 %, combien de logements sont-ils exclusivement sociaux ?

Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- De gewijzigde versie van het RPA Mediapark werd onderworpen aan een openbaar onderzoek dat op 26 juni ten einde liep. Het uitgebreidere behoud van het Georginbos is een overwinning.

Dergelijke plannen moeten voldoende anticiperen op de ontwikkelingen van de mobiliteit en het vastgoed, aangezien de uitvoering vele jaren kan aanslepen. Ik ben ervan overtuigd dat in het project Parkway-E40 de autosnelweg moet krimpen en een stadsboulevard worden.

Dan blijft er nog de kwestie van de 38% sociale woningen in de geplande openbare huisvesting. Wordt dat percentage in het herziene RPA opgetrokken? In de gewestelijke beleidsverklaring staat immers dat het om 50% moet gaan.

Share
15:16 § 193 → Video
Share

Mme Marie Nagy (DéFI).- Je n'ai pas eu l'occasion d'intervenir dans le débat sur le PAD Josaphat, car je siégeais dans une autre commission. Je me permettrai d'établir un parallèle entre les deux dossiers.

En l'occurrence, le gouvernement a entendu les remarques des riverains et des comités, et le PAD Mediapark sera soumis à une deuxième enquête publique. Tous les acteurs s'accordent à saluer les modifications apportées comme des avancées. Parmi elles, citons la préservation de 10 hectares du bois Georgin. Cela montre que, dans certains dossiers de développement de nouveaux quartiers, de bons compromis peuvent être trouvés entre biodiversité et mixité, logement social et privé. Et chacun peut s'y retrouver. Dans le cas du PAD Josaphat, par contre, le compromis est refusé par certains acteurs parce qu'ils n'ont pas obtenu tout ce qu'ils demandaient.

En l'espèce, les interlocuteurs admettent le besoin de logements en ville et d'activités de type médias. La biodiversité sera améliorée, avec 10 hectares au lieu de 1,5. Je trouve paradoxal que cette conception de la démocratie ne soit pas appliquée dans le cadre d'autres débats et que des réponses ne soient pas apportées aux problèmes réels que sont l'accès au logement, la préservation de la biodiversité, le développement économique et la création d'équipements.

Quelle est la répartition des logements et quel est le calendrier fixé pour l'adoption définitive du PAD Mediapark ?

Mevrouw Marie Nagy (DéFI).- Iedereen is het erover eens dat er vooruitgang is geboekt. Dit dossier toont aan dat het mogelijk is om een balans te vinden tussen biodiversiteit en functievermenging, en tussen private en sociale woningen. Waarom is zoiets niet mogelijk voor het RPA Josaphat?

Wat wordt de exacte verdeling van de woningen en welke planning wordt er gevolgd voor de definitieve goedkeuring van het RPA Mediapark?

Share
15:20 § 195 → Video
Share

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Le plan d'aménagement directeur (PAD) Mediapark a effectivement été adopté en première lecture bis par le gouvernement, ce dont nous nous réjouissons. L’enquête publique est en cours jusqu’au 26 juin 2023.

En ce qui concerne la thématique de l’environnement et la préservation de la biodiversité, des modifications importantes ont été apportées depuis la première version du PAD, essentiellement en matière de diminution de la densité bâtie, à savoir, 90.000 m² en moins, au profit de quasiment 10 ha d’espaces verts dont 5 ha de parcs destinés à la détente et aux loisirs, 3 ha de zones boisées bénéfiques à la biodiversité et 2 ha sanctuarisés au profit exclusif de la biodiversité, et de ce fait, inaccessibles au public. Cette zone de parc occupe la partie centrale et le sud-est du périmètre. Elle inclut la majeure partie du bois Georgin.

De plus, le projet de PAD prévoit la mise en œuvre d’un « plan de gestion lérots », afin d’assurer une continuité de l’habitat et un suivi de la population de lérots pendant toute la phase de mise en œuvre du PAD. Ce plan définit les actions et mesures nécessaires au maintien des lérots au niveau local, en ce compris le phasage des chantiers, l’évaluation et le recalibrage des mesures si nécessaire.

Le PAD étant un outil de long terme, toutes les garanties ont été concertées avec Bruxelles Environnement pour préserver la biodiversité à long terme. À titre d’exemple, l’étude menée par l'association Natuurpunt a abouti à une série de recommandations d’aménagement. Le rapport sur les incidences environnementales (RIE) formule également une série de recommandations en matière de préservation de la biodiversité.

Quant à la construction de logements et d'équipements, les mesures en vue de préserver la biodiversité incluent, au stade du chantier, la mise en place du « plan de gestion lérots », l’obligation d’aménager une continuité végétale derrière le bloc F pour permettre le passage ou nichage de la petite faune locale, la végétalisation systématique des constructions et surfaces non bâties sur les sites constructibles, et, en dernier recours, la mise en place de dispositifs pour le déplacement et le nichage de la petite faune.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- De herziene versie van het RPA Mediapark werd in eerste lezing goedgekeurd en is in openbaar onderzoek tot 26 juni.

De wijzigingen betreffen een minder dichte bebouwing in het voordeel van groenbehoud. Het RPA voorziet ook in maatregelen ter bescherming van de eikelmuizenpopulatie gedurende de werken.

Aangezien het RPA een langetermijnplan is, zijn de maatregelen in overleg met Leefmilieu Brussel genomen.

Share
15:22 § 197 → Video
Share

Les résultats de l’étude de Natuurpunt et les recommandations d’aménagement qu’elle formule sont rendus publics à l’occasion du lancement de l’enquête publique du PAD . Ils pourront bien évidemment servir de base à l’élaboration de futurs projets et plans.

Et s’il est encore besoin de rassurer sur le sort du lérot, je vous invite à consulter la carte de sa répartition géographique sur le site de Bruxelles Environnement. Vous pourrez constater que ce rongeur, protégé et néanmoins répertorié comme nuisible, est largement présent sur l’ensemble du territoire bruxellois.

Concernant l’enquête publique, un « point info » réparti sur deux demi-journées et une soirée sera organisé au CPAS de Schaerbeek pour informer le public. L’information concernant l’enquête publique et la tenue du « point info » est relayée sur le site internet des trois communes et dans le journal communal schaerbeekois. Des affiches complémentaires aux affiches rouges réglementaires, aux couleurs de perspective .brussels , ont été placées à une dizaine d’endroits visités par le public autour du périmètre. Les modalités liées à l’organisation des enquêtes publiques décrites au Code bruxellois de l'aménagement du territoire sont évidemment respectées.

Dans le cadre de la mise en œuvre du PAD opérée par la Société d'aménagement urbain - ce qui assure une défense des intérêts publics -, il est prévu que le terrain sera cédé aux différents opérateurs des projets tant publics, tels que la commune de Schaerbeek pour l’école, la Société du logement de la Région de Bruxelles-Capitale pour les logements sociaux, etc., que privés pour une partie des logements notamment.

La part de logements sociaux est fixée à 50 % en tenant compte des logements existants aux abords directs du site.

Sur le plan de la mobilité, le projet de PAD prévoit, dans sa partie ouest, la desserte par une nouvelle ligne de tram en provenance de Meiser et en direction de l’avenue Marcel Thiry. Le PAD n'inclut pas de parking de dissuasion.

Cela étant, il faut à présent poursuivre le réaménagement de l'entrée autoroutière en boulevard urbain lancé lors de la précédente législature. C'est en fait l’entrée dans la ville que nous voulons complètement réaménager à partir des communes de Woluwe-Saint-Lambert et d'Evere. Cette entrée n'est d’ailleurs pas droite, mais oblique, ce qui pose parfois des problèmes de sécurité. Le projet suit son cours, nous aurons l'occasion d'en reparler.

De resultaten van de studie van Natuurpunt zijn bekendgemaakt en kunnen zeker dienen als basis voor toekomstige plannen.

De bevolking zal de informatie over het openbare onderzoek krijgen aan de hand van een infopunt en bijkomende affiches in de buurt van de Reyerssite, waarbij het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening zal worden nageleefd.

Het RPA zal door de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting worden uitgevoerd, die het terrein aan de betrokken openbare en privéactoren zal overdragen.

Het aandeel sociale woningen is vastgelegd op 50%, rekening houdend met de bestaande woningen rond de site.

Het RPA voorziet in een nieuwe tramlijn tussen Meiser en Marcel Thiry, maar niet in een pendelparking.

De plannen om de oprit van de autosnelweg om te vormen tot een stadsboulevard worden voortgezet.

Share
15:24 § 199 → Video
Share

M. Petya Obolensky (PTB).- La possession de terrains par le secteur public permet de tenir compte de la crise multifactorielle que nous évoquons souvent au sein de cette commission, qu'il s'agisse du droit au logement, puisqu'il existe une crise du logement abordable à Bruxelles, ou des enjeux climatiques ou liés à la biodiversité.

C'est pourquoi nous parlons de « droit à la ville », qui correspond à une vision large de ce dont les Bruxellois ont besoin, notamment en matière de mobilité. Ainsi, nous comptons sur vous, car il serait dommage de perdre une fois de plus un terrain public et de le vendre au rabais au secteur privé.

Pour ce qui est de la transparence de la participation, il reste un bon mois pour effectuer la deuxième enquête. Vous avez cité un certain nombre de mesures que vous allez mettre en œuvre. J'espère qu'elles seront efficaces. Le terme de « coconstruction » est fréquemment utilisé abusivement, car, dans la réalité, les choses ne sont pas si simples.

De heer Petya Obolensky (PTB).- Doordat de overheid terreinen bezit, kan ze rekening houden met de uitdagingen van de multifactoriële crisis die we vandaag doormaken. Het zou spijtig zijn om openbare gronden aan een spotprijs te verkopen.

Wat de transparante participatie betreft, hoop ik dat de door u opgesomde maatregelen doeltreffend zullen zijn.

Share
15:26 § 201 → Video
Share

M. Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Nous avons été très honnêtes dans la manière dont nous avons abordé le dossier. Autant, nous avons d'abord été sévères, autant, nous avons reconnu les avancées en matière de respect du bois Georgin.

Cependant, la ligne de tram préoccupe encore les riverains. Cette question revient régulièrement. Nous ne pouvons aboutir à un plan d'aménagement directeur sans solution claire dans le domaine de la mobilité.

Enfin, les différents entrepreneurs et responsables de chantier devront nous assurer que les travaux n'occasionneront pas, comme dans le cas du chantier de la VRT, une série de dégâts remettant partiellement en cause les bonnes intentions en matière de préservation de la biodiversité, inscrites dans la nouvelle mouture du plan d'aménagement directeur.

De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Wij erkennen de stap voorwaarts inzake het behoud van het Georginbos.

De nieuwe tramlijn is echter een bron van ongerustheid voor de buurtbewoners. Het RPA moet in een duidelijke mobiliteitsoplossing voorzien.

Tot slot moeten we erop toezien dat de ondernemers en werfverantwoordelijken garanderen dat er geen schade wordt toegebracht aan de biodiversiteit.

Share
15:27 § 203 → Video
Share

Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- J'ai toujours défendu le fait que le site de Reyers était mieux rattaché à la ville que d'autres qui, dans la situation actuelle, sont enclavés et mal desservis. Ainsi, il y a une véritable plus-value à urbaniser ce site actuellement fermé au public. Dans la situation projetée, il sera en effet ouvert au public.

C'est une très bonne chose d'avoir préservé une plus large proportion du bois Georgin, la biodiversité y étant intouchée du fait de la fermeture au public. Dans certains cas, il faut maintenir une zone non accessible. On parle en l'occurrence d'une espèce protégée.

Je suis très heureuse de vous entendre revendiquer la préservation de la biodiversité, qui devient ainsi plus centrale dans le dossier. Cette question est importante et cela deviendra un argument de vente des logements ; il est toujours mieux de vendre des logements dans de la verdure.

Je suis impatiente de lire les contributions à l'enquête publique et d'examiner l'argument que vous évoquez qui consiste à tenir compte des logements sociaux présents dans le périmètre. Je sais que cet aspect est prévu dans la procédure d'élaboration des PAD, mais on constate qu'il est appliqué à géométrie variable en fonction de la posture des autorités locales. À Molenbeek-Saint-Jean, dans le projet de PAD de la gare de l'Ouest, il y a 80 % de logements à finalité publique alors qu'il y en a déjà énormément autour. Mais c'est plus difficile à Schaerbeek, par exemple.

Nous vous aiderons, Monsieur le Ministre-Président, à convaincre d'autres membres du gouvernement de l'importance de cet aspect.

Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- De stedelijke invulling van de site, die momenteel slecht bereikbaar is met het openbaar vervoer, zal ervoor zorgen dat ze beter toegankelijk wordt voor het publiek.

Soms moet een zone ontoegankelijk blijven, zoals het Georginbos. Ik ben blij te horen dat u waarde hecht aan het behoud van de biodiversiteit. Bovendien wordt dat een verkoopargument voor de woningen.

Sociale woningbouw wordt verschillend toegepast naargelang de houding van de lokale besturen. In het RPA van het Weststation is er bijvoorbeeld in 80% sociale woningen voorzien. Wij zullen u helpen om de andere regeringsleden te overtuigen van het belang van dat aspect.

Share
15:30 § 205 → Video
Share

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- J'inclus évidemment Evere dans les communes qui comptent le plus de logements sociaux.

Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- Oui, Evere est à quasiment 15 %, derrière Watermael-Boitsfort.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Exactement. La commune était au-delà de 15 %, mais cette part s'est réduite vu le nombre de logements construits par le secteur privé. Elle essaye de rattraper le retard.

Sur la chaussée de Louvain et au-delà, un grand nombre de logements sociaux peuvent être inclus dans la zone de l'avenue Colonel Bourg. Je ne dis pas que tout va bien à Schaerbeek, mais je tiens simplement à préciser qu'on ne se limite pas aux frontières communales.

Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- Tout à fait. Cependant, le projet de plan d'aménagement directeur de la gare de l'Ouest prévoit 80 % de logements à finalité publique, alors que la zone concernée est déjà entourée de nombreux logements sociaux.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Oui, mais là, nous sommes exemplaires.

Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- Apparemment.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Ik reken Evere tot de gemeenten met de meeste sociale woningen.

Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- Ja, Evere zit aan bijna 15%.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Dat aandeel daalt omdat de privésector de laatste tijd meer is gaan bouwen.

Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- Ja, maar het RPA van het Weststation voorziet in 80% openbare huisvesting terwijl er al veel sociale woningen zijn.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Inderdaad, daar geven we echt het goede voorbeeld.

Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- Blijkbaar.

Share
15:31 § 219 → Video
Share

Mme Marie Nagy (DéFI).- Le groupe DéFI se réjouit de la préservation d’une partie du bois Georgin. Nous avons partout rappelé, y compris à la commune de Schaerbeek, que ce site était un poumon essentiel.

Cela montre qu’il est possible de sauvegarder la biodiversité tout en favorisant le développement de logements, d’équipements et d’activités économiques, pour autant que les acteurs en présence acceptent le compromis. Il est essentiel d'offrir un logement aux nouveaux arrivants et aux jeunes ménages qui désirent rester en ville - c’est l’une des missions de notre Région - tout en maintenant un cadre de vie cohérent, soucieux de la biodiversité, accessible et propice aux équipements et aux activités économiques. Voilà un exemple de plan d'aménagement directeur réussi.

J’espère que l’enquête publique corrigera les imperfections et continuera d'aller dans ce sens, montrant ainsi que, quand les parties sont de bonne volonté, une solution est toujours possible.

- Les incidents sont clos.

Mevrouw Marie Nagy (DéFI).- Het behoud van een deel van het Georginbos toont aan dat het mogelijk is om biodiversiteit te verzoenen met woningbouw en economische activiteiten, als iedereen maar water bij de wijn doet. Dit is een geslaagd richtplan van aanleg. Ik hoop dat we met het openbaar onderzoek die positieve richting blijven uitgaan.

- De incidenten zijn gesloten.

Share
15:33 § 223 → Video
Share

Demande d'explications de Mme Isabelle Pauthier

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant la répartition des structures d'accueil sur le territoire de la Région.

Vraag om uitleg van mevrouw Isabelle Pauthier

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de spreiding van de opvangvoorzieningen in het gewest.

Share
15:33 § 225 → Video
Share

Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- Le 31 mars dernier, vous avez répondu à la question de M. Kennis concernant les conteneurs en cours d'installation sur le site du Chant des Cailles en vue d’accueillir une quinzaine de familles ukrainiennes, soit une soixantaine de personnes.

Pour choisir ce site, la Région a recensé quatorze terrains publics potentiels et les a visités, avec Vivaqua, Sibelga et les pompiers. Au terme de cette analyse, cinq sites ont été sélectionnés. Dans un article publié par la RTBF, Pierre Verbeeren - nommé coordinateur pour l'Ukraine par le gouvernement bruxellois - a justifié le choix final en arguant qu'avec ce projet, le gouvernement cherchait une empreinte au sol minimale pour veiller à transformer les terrains le moins possible.

Vous avez déclaré à M. Kennis que ces installations étaient entièrement réversibles, mais que des terrassements étaient nécessaires pour aplanir le terrain. Des naturalistes vigilants craignent cependant que cette décision soit un premier pas vers une installation permanente de logements sur le site du Chant des Cailles.

Le comité d’experts sur le climat créé par la Région bruxelloise s'est penché sur ce sujet, parmi d'autres, et a publié un rapport préliminaire nuancé à cet égard. Ces experts préconisent en effet une densification intelligente, en commençant par les parcelles déjà construites, ainsi qu'une limitation des projets de construction dans les espaces ouverts et les zones vertes inutilisées.

Par ailleurs, dans la presse du 6 avril dernier, la bourgmestre de Molenbeek-Saint-Jean, Mme Moureaux, et le bourgmestre d'Anderlecht, M. Cumps, ont plaidé en faveur de mesures structurelles et d'un plan de répartition des structures d’accueil. La commune d'Anderlecht est concernée à la fois par une implantation de conteneurs dans le cadre de la protection temporaire destinée aux familles ukrainiennes, par des sites d'accueil des demandeurs d'asile délégués par Fedasil et par des structures d'accueil de sans-abri. Les CPAS sont débordés par les demandes et gèrent parfois des dossiers qui sont normalement à charge de l'État fédéral.

Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- Op 31 maart beantwoordde u een vraag van de heer Kennis over de containers die geïnstalleerd werden op het zogenaamde Kwartelveld om een tiental Oekraïense families op te vangen.

Het gewest beoordeelde veertien openbare terreinen die mogelijk geschikt waren. Na een eerste selectie bleven er nog vijf over. In de pers verscheen een bericht waarin de uiteindelijke keuze verklaard werd. De overheid wilde de ecologische voetafdruk zo klein mogelijk houden en het terrein zo min mogelijk veranderen.

De containers zouden volledig kunnen worden verwijderd zonder sporen na te laten, maar er waren wel grondwerken nodig om het terrein te effenen. Natuurliefhebbers vrezen nu dat dit een eerste stap is om woningen te bouwen op het Kwartelveld.

Een commissie van klimaatdeskundigen adviseert om de stad op een slimme manier te verdichten en het aantal bouwprojecten in de open ruimte en ongebruikte groene zones te beperken.

Op 6 april berichtte de pers dat de burgemeesters van Molenbeek en Anderlecht structurele maatregelen en een plan voor de herverdeling van de opvangcentra willen. In Anderlecht worden containers geplaatst om Oekraïense gezinnen te beschermen maar er wordt tegelijk ook in opvang voorzien voor asielzoekers door Fedasil en voor daklozen.

Share
15:35 § 227 → Video
Share

Dans cette perspective, qui s'aggrave puisque la commune de Molenbeek-Saint-Jean a décidé de fermer un centre d'accueil de Fedasil, comment la répartition territoriale des structures est-elle opérée ?

Avez-vous rencontré les bourgmestres de Molenbeek-Saint-Jean et d'Anderlecht après qu'ils ont poussé un cri de détresse dans la presse ? Comment allez-vous donner suite à leur demande ?

Quels sont les lieux et critères de réflexion afin de coordonner les différents besoins d'accueil ? Sont-ils segmentés par types de publics ou y a-t-il une approche interministérielle globale ?

Comment les services de la direction du logement qui traquent les logements vides sont-ils associés à ces réflexions ? Leurs équipes ont-elles été renforcées depuis le début de la crise ukrainienne ?

En ce qui concerne l'installation des conteneurs à destination des familles ukrainiennes, comment s'explique ce besoin plus d'un an après le début de la guerre ? S'agit-il de familles qui étaient déjà présentes sur le territoire bruxellois et logées chez l'habitant ou dans d'autres structures d'accueil, ou de familles arrivées plus récemment ?

Pourriez-vous nous faire parvenir une liste exhaustive des quatorze sites qui avaient été sélectionnés pour l'installation des conteneurs à destination des familles ukrainiennes avec, pour chacun d'entre eux, les arguments justifiant leur non-sélection ?

En vertu de quelle dérogation des raccordements d'égouts et d'électricité en surface sont-ils possibles ? Comment ces installations sont-elles chauffées ?

Est-il exact que les organismes chargés d'organiser l'accueil concentrent leurs moyens sur les communes déjà denses ? Est-il envisagé d'aménager davantage de structures d'accueil dans les communes de la seconde couronne sur des terrains déjà artificialisés, tels que ceux qu'ont repérés les collectifs citoyens ?

Hoe wordt de verdeling van opvangcentra over het Brusselse grondgebied bepaald?

Hoe zult u reageren op de vraag van de burgemeesters van Sint-Jans-Molenbeek en Anderlecht?

Waar en hoe wordt er nagedacht over een gecoördineerde aanpak van de opvang? Wordt daarbij een onderscheid gemaakt volgens het doelpubliek, of bestaat er een globale benadering?

Worden de huisvestingsdiensten die leegstaande woningen in kaart brengen hierbij betrokken? Kregen hun teams versterking sinds het begin van de oorlog in Oekraïne?

Waarom worden er pas een jaar na het begin van de oorlog in Oekraïne wooncontainers geplaatst? Verbleven de gezinnen in kwestie al langer op Brussels grondgebied of kwamen ze hier nog maar pas aan?

Om welke redenen werden de andere terreinen die in aanmerking kwamen om wooncontainers te plaatsen uiteindelijk niet gekozen?

Hoe zijn de wooncontainers aangesloten op de riolering en het elektriciteitsnet? Hoe worden ze verwarmd?

Klopt het dat de instellingen die de opvang organiseren de middelen vooral inzetten in gemeenten waar al veel mensen opgevangen worden? Zullen er nog meer wooncontainers worden geplaatst in gemeenten bij de gewestgrens op terreinen die daarvoor zijn klaargemaakt?

Share
15:38 § 229 → Video
Share

M. Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Il est troublant de voir certaines communes soumises à une double, voire à une triple peine. C'est le cas d'Anderlecht. Plusieurs centres ont été ouverts assez récemment. Le projet du Meylemeersch a, quant à lui, pour conséquence d'hypothéquer la valeur environnementale et biologique d'un site important. Deux sites viennent s'établir à quelques centaines de mètres l'un de l'autre et il ne semble plus s'agir d'une juste répartition, mais d'un effet d'aubaine : des bâtiments ou des terrains libres sont utilisés par opportunisme. Le coût de l'immobilier entre peut-être également en compte. La soutenabilité sociale et sociétale est clairement remise en question. De plus, les communes de la ceinture verte de Bruxelles ne semblent pas accueillantes, ni disposées à collaborer.

Cette situation soulève un certain nombre de questions quant au soutien, à l'accompagnement et à la coordination avec les bourgmestres. En tant que ministre-président, comment pouvez-vous veiller à ce que certains territoires ne deviennent pas le réceptacle d'une situation ingérable ? L'équité parfaite n'est évidemment pas possible, mais, dans le cas évoqué, la situation extrêmement problématique soulève des interrogations quant à la gestion d'une série de réserves foncières potentiellement disponibles, mais dont la vocation n'était pas destinée à ce genre d'usages.

De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Het is zorgwekkend dat er in sommige gemeenten, zoals Anderlecht, meerdere opvangcentra werden geopend. Deze centra vormen een bedreiging voor de ecologische en biologische waarde van belangrijke terreinen. De centra zijn niet eerlijk verdeeld over het Brusselse grondgebied. Ik vermoed dat er wel rekening wordt gehouden met de vastgoedprijzen, maar niet met de sociale leefbaarheid. Bovendien willen de gemeenten uit de groene gordel van Brussel niet meewerken om vluchtelingen op te vangen.

Hoe zult u als minister-president vermijden dat de toestand in bepaalde gemeenten uit de hand loopt? De problematische situatie roept vragen op over het beheer van de beschikbare grondreserves, die niet voor dit doel bestemd zijn.

Share
15:41 § 231 → Video
Share

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Soyez rassurés : je suis régulièrement en contact avec les bourgmestres des communes d’Anderlecht et Molenbeek-Saint-Jean. Dans ce cadre, nous discutons largement de l’état de la situation. Je partage leur appel à une meilleure répartition des structures d’accueil sur l’ensemble du territoire régional. La recherche de lieux d’hébergement se fait de manière globale.

Comme déjà expliqué dans cette commission, nous cherchons des immeubles inoccupés, tant sur le marché public que privé. Selon l’opportunité qui se présente et les besoins du moment, l’immeuble identifié est destiné à l’un ou l’autre profil : la configuration de l’immeuble et les aménagements à effectuer pourront différer selon qu’il s’agisse d’un public de mineurs étrangers non accompagnés , de familles, de femmes ou d’hommes isolés.

Les services de Bruxelles Logement ont bien été associés aux travaux du groupe de travail 1 « hébergement », notamment en promouvant et en facilitant l’accueil chez l’habitant. Cependant, Bruxelles Logement n’est pas associée à la recherche de structures d’accueil collectives. Quant à l’action des services d’identification des logements inoccupés, ils suivent une filière de réintégration dans le circuit locatif qui ne répond malheureusement pas à l’urgence de la question ukrainienne et, plus largement, migratoire.

Les structures d’accueil collectives relèvent quant à elles des travaux du groupe de travail 2 « hébergement d’urgence ». Il s’agit ici d’organiser des hébergements collectifs dans des immeubles d’une certaine taille, capables de répondre aux impératifs du Siamu et d’un rapport qualité/prix suffisant pour la durée d’occupation envisagée. Pour en juger, l’équipe se base sur des points de référence constatés au fur et à mesure de l’expérience acquise. Cela vaut également pour l’accompagnement, qui revient bien plus cher pour les petits bâtiments.

Concernant l’installation de conteneurs plus d’un an après le début de la guerre, force est de constater que le conflit n’est malheureusement pas encore terminé. Cela vaut pour les flux de réfugiés en général. Chaque semaine, on dénombre 350 personnes supplémentaires en Belgique, dont la plupart ont déjà un point de chute dans la famille ou chez des amis. Les conteneurs sont surtout utilisés pour des familles à relocaliser, dont l’hébergement chez des particuliers ou chez des proches prend fin.

Pour répondre à votre question sur les sites sélectionnés pour les conteneurs, la Société du logement de la Région de Bruxelles-Capitale (SLRB) a identifié, dans son patrimoine, onze terrains sur lesquels la pose de logements modulaires était envisageable. Les critères de base qui ont servi à la sélection des terrains étaient :

- leur disponibilité ;

- leur caractère boisé ou non, avec comme impératif de ne couper aucun arbre ;

- leur accessibilité depuis la rue ;

- l'accessibilité du Siamu ;

- le passage d'impétrants à rue et la déclivité du terrain pour y effectuer le moins de travaux de terrassement possible.

L'administration, Vivaqua, Sibelga et le Siamu ont visité chaque terrain disponible pour aboutir à la sélection retenue, la seule qui réunissait tous les critères mentionnés. Quant à la question des autorisations, les hébergements d’urgence profitent d’une dérogation de permis.

Les conteneurs sont chauffés à l’électricité. Ainsi, l’équipe chargée d’organiser l’accueil ne part pas d’idées fixes, mais de critères objectifs de faisabilité et de rigueur budgétaire.

Elle doit évidemment tenir compte des terrains et bâtiments qui sont disponibles. La pratique montre que la disponibilité d’immeubles est plus fréquente dans les communes de la première couronne. À l’inverse, les terrains capables d’accueillir des conteneurs sont plutôt localisés en seconde couronne.

L’installation de modulaires sur un parking privé mis à disposition à titre gratuit dans la commune d’Evere montre que ces solutions sont retenues et privilégiées. Les suggestions intéressantes provenant des collectifs citoyens seront toujours les bienvenues. Nous ferons parvenir leurs demandes à la SLRB.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Ik bespreek de situatie vaak met de burgemeesters van Anderlecht en Sint-Jans-Molenbeek. Ik sta achter hun vraag voor een betere verdeling van de opvangcentra over het gewestelijke grondgebied.

We zoeken zowel op de openbare als op de particuliere markt naar leegstaande gebouwen. De invulling van die gebouwen wordt aangepast aan de behoeften. Het doelpubliek kan bestaan uit onbegeleide minderjarige vreemdelingen, gezinnen enzovoort.

Brussel Huisvesting werkt samen met een werkgroep voor huisvesting die inzet op opvang bij mensen thuis, maar zoekt geen collectieve opvangcentra. Brussel Huisvesting helpt mensen te re-integreren op de huurmarkt, maar kan dringende aanvragen van Oekraïners en andere migranten dus niet behandelen.

De collectieve opvangcentra werken samen met de werkgroep voor noodhuisvesting. Deze werkgroep organiseert collectieve huisvesting in gebouwen van uiteenlopende omvang die voldoen aan de eisen van de DBDMH en de behoeften van de bewoners.

De wooncontainers worden nu pas geïnstalleerd omdat de oorlog in Oekraïne helaas nog niet voorbij is. Elke week vluchten nog 350 Oekraïners naar België. De meerderheid daarvan kan terecht bij familie. De containers dienen vooral om gezinnen onder te brengen die niet langer bij familie of particulieren kunnen blijven.

De terreinen werden eerst geselecteerd volgens enkele basiscriteria, zoals hun beschikbaarheid, de bereikbaarheid vanaf de straat, de toegankelijkheid voor de brandweerdiensten, de hellingsgraad, de begroeiing en de beschikbaarheid van nutsvoorzieningen.

Elk terrein werd bezocht. Terreinen die aan de voorwaarden voldeden, werden geselecteerd.

Om noodhuisvesting te bouwen, heb je geen vergunning nodig. De containers worden elektrisch verwarmd.

In de praktijk zijn er in centraal gelegen gemeenten vaker leegstaande gebouwen beschikbaar, terwijl er in gemeenten bij de gewestgrens vaker terreinen beschikbaar zijn waarop containers geplaatst kunnen worden.

Suggesties van burgercollectieven zijn altijd welkom en worden doorgegeven aan de BGHM.

Share
15:44 § 233 → Video
Share

Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- Merci, Monsieur le Ministre-Président, pour vos réponses très complètes en ce qui concerne l'accueil des familles ukrainiennes.

Les développements récents de l'actualité nous emmènent sur un autre terrain, à savoir les problèmes avec Fedasil. Nous savons tous que l'État fédéral n'assume pas ses responsabilités. Fedasil est débordée à la suite de la suppression de places par le gouvernement précédent. Au bout de la chaîne, les communes sont en première ligne et les bourgmestres nous disent que ce sont toujours les mêmes qui écopent la barque fédérale. Enfin, nous déplorons la discrétion d'autres communes en la matière.

Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- Er zijn ook problemen met Fedasil en de federale overheid neemt haar verantwoordelijkheid niet. Fedasil heeft plaatstekort omdat de vorige regering de opvang terugschroefde. Het zijn steeds dezelfde gemeenten die de door de federale regering gecreëerde problemen moeten oplossen.

Share
15:45 § 235 → Video
Share

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- M. Van Goidsenhoven a incriminé la seconde couronne, mais il y a au moins deux communes qui, dans la même zone de proximité, y sont ouvertes : les communes d'Evere et de Woluwe-Saint-Lambert. On a parfois tendance à l'oublier, mais cette dernière accueille de très nombreux réfugiés.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- De heer Van Goidsenhoven wijst de gemeenten bij de gewestgrens met de vinger, maar de gemeenten Evere en Sint-Lambrechts-Woluwe leveren wel degelijk inspanningen om vluchtelingen op te vangen.

Share
15:45 § 237 → Video
Share

Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- Il est parfois plus facile de trouver des bâtiments de grande taille en première couronne. Par exemple, l’ancien siège de l’Institut bruxellois pour la gestion de l'environnement, près du Cora de Woluwe-Saint-Lambert, était un bâtiment vide appartenant aux pouvoirs publics.

Le ministre a cité Molenbeek-Saint-Jean en exemple de bonne gestion. C’était peut-être une boutade, mais cette commune, déjà très compacte, continue à se densifier. L’attitude adoptée actuellement dans le dossier du home Sebrechts est étonnante : l’opinion publique est prise à témoin d’une atteinte à la dignité humaine, les demandeurs d’asile étant privés d’abri.

Je déplore cette situation et j’espère que les différents groupes de travail nous permettront de contribuer activement à trouver des solutions pour les quelque 3.000 personnes restées sur le carreau dans la Région.

Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- Het is vaak gemakkelijker om grote gebouwen te vinden in centraal gelegen gemeenten.

De minister haalde Sint-Jans-Molenbeek aan als voorbeeld van goed beheer, maar deze gemeente is al zeer dichtbevolkt. Wat betreft de weigering om het rusthuis Sebrechts te gebruiken voor de opvang van asielzoekers, kunnen we spreken van een aanslag op de menselijke waardigheid. Ik betreur de situatie en hoop dat de werkgroepen hier snel een oplossing voor vinden.

Share
15:47 § 239 → Video
Share

M. Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- L'essentiel a déjà été dit. En dépit des efforts que les communes bruxelloises sont amenées à faire, je constate toutefois qu'un certain nombre de communes d'autres Régions, en Flandre singulièrement, ne coopèrent pas de la même manière. Nous sommes encore une fois confrontés à cet éternel problème.

L'absence de solutions équilibrées amène les citoyens à s'interroger sur le manque d'équité qu'ils constatent. Les pouvoirs publics ont bien du mal à expliquer aux citoyens la logique motivant l’implantation de deux centres à 300 m à vol d'oiseau l'un de l'autre. L'effet d'aubaine et de concentration systématique de projets présentant des difficultés multiples dans certains endroits semble l'emporter sur toute forme de logique. Nous avons eu l'occasion d'entendre également les appels à l'aide du CPAS de la commune d'Anderlecht, qui déclare ne plus être à même de remplir ses fonctions de base. Si l'on n'y prend garde, la situation peut devenir tout à fait ingérable, avec des conséquences néfastes, directes ou indirectes, sur un nombre croissant de personnes.

- L'incident est clos.

De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Ik stel opnieuw vast dat sommige gemeenten, en vooral in het Vlaams Gewest, niet even goed meewerken aan een oplossing als bepaalde Brusselse gemeenten.

Burgers beginnen zich vragen te stellen bij de oneerlijke verdeling van de opvangcentra. De overheid kan ook niet uitleggen waarom ze twee centra vlak bij elkaar opende. Het getuigt bovendien van opportunisme en een gebrek aan logica dat deze centra, die talrijke problemen met zich meebrengen, steeds weer in dezelfde gemeenten worden geopend. Het OCMW van Anderlecht kan haar basistaken zelfs niet meer uitvoeren. Dit zal steeds meer mensen nadelig beïnvloeden.

- Het incident is gesloten.

Share
15:49 § 243 → Video
Share

Demande d'explications de Mme Isabelle Pauthier

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant la procédure de révision du plan régional d'affectation du sol (PRAS).

Vraag om uitleg van mevrouw Isabelle Pauthier

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de procedure voor de herziening van het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP).

Share
15:49 § 245 → Video
Share

Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- Le gouvernement bruxellois a confié à perspective.brussels la mission de procéder à une révision globale du plan régional d'affectation du sol (PRAS).

Une première consultation a été organisée à destination du grand public et de l'ensemble des acteurs de la Région du 26 août au 15 octobre 2021. Le 23 décembre 2021, le gouvernement bruxellois a approuvé l'arrêté ouvrant la procédure de modification du PRAS. Une réunion d'information s'est tenue le 1er juin 2022 en vue d'organiser le travail des parties prenantes. L'étape suivante consiste à établir une nouvelle carte de la situation existante de fait (Sitex 2.0), c'est-à-dire une identification de l'occupation réelle de chacune des parcelles régionales afin d'obtenir une image globale du territoire. Des recherches cartographiques devront être complétées par des visites de terrain. Il est prévu que les principaux enjeux et les orientations stratégiques soient présentés au gouvernement au printemps 2024.

Dans un article du journal L'Écho du 12 mars dernier, Tom Sanders, directeur de la stratégie territoriale au sein de perspective.brussels, s'est exprimé au sujet de cette révision : « Même si l'on va arriver à la conclusion qu'il faut plus de zones vertes sanctuarisées, peindre dix zones en vert ne suffit pas. Il s'agit de déterminer comment on va habiter, travailler, vivre de manière sociale et performante écologiquement dans cinquante ans. »

Tom Sanders mentionne plusieurs enjeux majeurs liés à la révision du PRAS. Il s'agit notamment de déterminer si les zones réservées aux équipements et au logement social seront spatialisées. Il faudra également établir comment le PRAS pourra contribuer à atteindre l'objectif visant à renforcer les maillages vert et bleu. Enfin, le PRAS sera aussi l'occasion de progresser en ce qui concerne la mixité des fonctions.

Ecolo a proposé l'élaboration d'un PRAS climatique afin de prendre en considération les enjeux d'adaptation dans une ville qui connaît le réchauffement climatique. La révision du PRAS est en effet un enjeu majeur dans cette perspective. Au lieu de répondre à des opportunités immobilières ou d'entériner une situation de fait, il convient de mener des réflexions ouvertes, interdisciplinaires et orientées vers les générations futures.

Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- De regering heeft perspective.brussels de opdracht gegeven het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP) grondig te herzien. Het is de bedoeling dat de belangrijkste uitdagingen en strategische krachtlijnen in het voorjaar van 2024 aan de regering worden voorgelegd.

In een recent artikel in L'Écho zegt Tom Sanders, directeur Territoriale Strategie bij perspective.brussels, dat het niet volstaat om meer gebieden als groengebieden in te kleuren als we er meer nodig hebben. We moeten bepalen hoe we over vijftig jaar zullen leven en werken. Waar moeten we ruimte voorbehouden voor voorzieningen en sociale woningbouw? Hoe kan het GBP het groene en blauwe netwerk versterken? Hoe kunnen we de functiemix verbeteren?

Ecolo heeft voorgesteld een klimaatgerelateerd Gewestelijk Bestemmingsplan (klimaat-GBP) op te stellen om de stad bestendig te maken tegen de klimaatopwarming. In plaats van vastgoedmogelijkheden te benutten of een feitelijke situatie te bekrachtigen, moeten we een open, interdisciplinair onderzoek voeren met het oog op de toekomstige generaties.

Share
15:51 § 247 → Video
Share

Le marché pour l'établissement de la Sitex a-t-il bien été attribué ?

Existe-t-il une évaluation intégrée des effets du PRAS de 2002 au-delà des observatoires et autres outils de suivi par segment de marché ?

Des groupes de travail ont-ils été constitués et, si oui, autour de quelles thématiques ?

Dans l'article de L'Écho du 12 mars dernier, Tom Sanders déclare que perspective.brussels a lancé une invitation à une centaine d'organisations de la société civile pour échanger sur le diagnostic dans les deux prochains mois. Pouvez-vous nous communiquer la liste ainsi que la méthode de sélection des organisations invitées ? Combien d'entre-elles ont répondu positivement à l'invitation ? Comment les réunions s’organisent-elles avec ces organisations ? Quels sont notamment les documents transmis en amont et les prestataires externes mobilisés pour animer les réunions ?

Comment la participation citoyenne sera-t-elle concrètement associée à ces processus ?

Comment d'autres administrations seront-elles associées à la réflexion afin, par exemple, d'intégrer au travail une consolidation de la carte d'évaluation biologique de Bruxelles Environnement ?

Quels outils structurels sont envisagés afin de diminuer la densité des quartiers denses au-delà des contrats d'axe et des contrats d'îlot, qui sont ponctuels ? Par exemple, des superficies minimales d'espaces verts plus importantes que ce qui est prévu actuellement sont-elles envisagées pour tous les projets ?

Enfin, dans votre réponse du 6 février dernier, vous mentionniez que la répartition spatiale des bureaux serait analysée dans le cadre de la révision du PRAS. Vous indiquiez qu'il y avait lieu d’évaluer si la carte des soldes de superficie de bureaux admissibles (Casba) devait évoluer et, si oui, de quelle manière. Pourtant, la Casba a protégé de nombreux quartiers de la prolifération des bureaux, dont le quartier Louise. La Casba sera-t-elle maintenue ? Dans l'affirmative, pourriez-vous préciser la direction dans laquelle elle serait amenée à évoluer ?

Is de opdracht voor het opstellen van de nieuwe kaart van de bestaande feitelijke toestand al toegekend?

Heeft er een geïntegreerde evaluatie van de effecten van het GBP van 2002 plaatsgehad?

Zijn er werkgroepen opgericht? Voor welke thema's?

Tom Sanders meldt dat perspective.brussels een honderdtal organisaties heeft uitgenodigd om de komende twee maanden de diagnose te bespreken. Kunt u ons de lijst van de organisaties en de selectiemethode meedelen? Hoeveel organisaties hebben positief op de uitnodiging gereageerd? Hoe worden de bijeenkomsten georganiseerd? Welke documenten worden vooraf toegezonden? Welke externe dienstverleners worden ingeschakeld om de bijeenkomsten te leiden?

Hoe worden de bevolking en de andere overheidsdiensten bij het proces betrokken?

Welke structurele instrumenten worden er naast het as- en huizenblokcontract overwogen om wijken minder dicht te maken? Moet er bijvoorbeeld in projecten meer groen worden gepland dan vandaag?

In februari vermeldde u dat de ruimtelijke spreiding van kantoren zou worden geanalyseerd in het kader van de herziening van het GBP. De kaart van toelaatbare kantooroppervlakte heeft veel wijken beschermd tegen een wildgroei van kantoren. In welke richting zal ze evolueren?

Share
15:53 § 249 → Video
Share

Mme Marie Nagy (DéFI).- Je profite de l'interpellation de Mme Pauthier pour vous interroger sur l'état d'avancement de la révision du PRAS, sur la manière dont les différentes fonctions s'intègrent dans cette révision et sur la question de la densité.

Le débat sur la densité est assez difficile, parce qu'en dépit des déclarations, il manque de propositions concrètes permettant de dédensifier certains quartiers. Les opérations allant dans ce sens sont peu nombreuses, à la rare exception, peut-être, du quartier Heyvaert. Nous assistons plutôt à une densification, y compris des quartiers déjà denses, et à une difficulté de densifier les autres. La question de la densité se pose aussi lorsque l'option d'immeubles hauts est avancée, laquelle est refusée tant par la population bruxelloise que par les communes.

S'agissant de la préservation de la biodiversité et des espaces verts, mon approche diffère de celle de Mme Pauthier. En effet, dans le plan présenté par Ecolo, seuls les terrains publics sont proposés à la non-construction, ce qui ne tient compte ni de la capacité d'action de la Région ni des investissements consentis par les contribuables bruxellois pour acheter lesdits terrains. Ainsi, ces terrains ne pourront pas être utilisés pour offrir des logements accessibles publics aux Bruxellois. Un tel choix m'étonne.

Le choix de DéFI est plutôt de créer un maillage de biodiversité dans tous les quartiers. Certaines communes se plaignent de ne pas disposer des budgets suffisants pour acheter de petits terrains et former des couloirs de biodiversité. Cette approche relativement moderne et totalement valable sur le plan de la préservation de la biodiversité est d'ailleurs défendue par les associations.

Mevrouw Marie Nagy (DéFI).- De dichtheidskwestie is een moeilijk debat, want ondanks de vele verklaringen ontbreekt het aan voorstellen om de dichtheid van bepaalde wijken te verminderen. In plaats daarvan wordt er vooral verdicht, ook in wijken die al dichtbebouwd zijn. De kwestie lokt ook altijd veel reactie uit wanneer hoogbouw wordt geopperd. Die wordt zowel door de Brusselaars als door de gemeenten verworpen.

Met betrekking tot het behoud van de biodiversiteit en de groene ruimten hebben wij niet dezelfde benadering als mevrouw Pauthier. Ecolo stelt voor om enkel openbare gronden tot groenzones om te vormen. Dat betekent dat die gronden niet meer kunnen worden gebruikt voor andere nuttige functies, zoals huisvesting of voorzieningen. Ik ben verbaasd over die keuze.

Niet alle gemeenten hebben immers een budget om terreinen aan te kopen en met elkaar te verbinden om de biodiversiteit te beschermen.

Share
15:56 § 251 → Video
Share

Et donc, nous préférons voir créer ces couloirs de biodiversité par un maillage de l'ensemble du territoire bruxellois, plutôt que dépouiller la capacité d'action publique en figeant dans un PRAS dit climatique la non-affectation de ces terrains à d'autres fonctions utiles (logements ou équipements). Cela correspondrait à une vision un peu manichéenne de l’évolution de la ville.

Je souhaiterais dès lors vous entendre sur les questions de calendrier, de densité et de maillage vert.

DéFI wil veeleer dat er in alle wijken groene corridors worden aangelegd, zodat er een groot biodiversiteitsnetwerk op schaal van het hele gewest ontstaat. Die moderne aanpak wordt ook door de verenigingen verdedigd.

Wat is uw visie over het groene netwerk en het verdichtingsvraagstuk?

Share
15:57 § 253 → Video
Share

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Concernant la situation existante de fait (Sitex), malgré trois appels à candidatures successifs entre juillet 2021 et septembre 2022, aucune offre n’a été reçue. Une autre stratégie doit donc être mise en place. Celle-ci comprend l’internalisation au sein de perspective.brussels d’une équipe chargée de gérer des bases de données évolutives qui permettront de disposer d’une situation existante de fait régulièrement mise à jour.

Quant à l’évaluation du plan régional d'affectation du sol (PRAS) existant, elle a bien eu lieu à travers :

- des travaux préparatoires pour les plans d'aménagement directeur et notamment les études de définition et les rapports d’incidences environnementales ;

- la poursuite des observatoires et monitorings divers ;

- une des études complémentaires opérées pour la réforme du PRAS consistant précisément à évaluer les effets des PRAS précédents.

Pour ce qui est des collaborations et concertations, le processus de modification du PRAS « Share the City » a conduit à identifier quatre thématiques de travail : mixité, maillages, mobilité et densité. Elles forment le socle des groupes de travail mis en place, dont la liste vous sera transmise. Ces groupes de travail accompagneront toutes les phases de la modification du PRAS (propositions littérales, puis cartographiques, projet, etc.).

Pour l’ensemble de la modification du PRAS, perspective.brussels se fait accompagner par un consortium d’assistance à maîtrise d’ouvrage constitué des bureaux BUUR, ERU, l'Institut de gestion de l'environnement et d'aménagement du territoire, IDEA Consult et Createlli.

Dans le cadre de ce processus, les administrations régionales et communales sont amenées à coconstruire le nouveau PRAS.

Un travail de collaboration plus approfondi portant sur leurs compétences respectives se déroule parallèlement en réunions bilatérales avec certaines administrations telles qu'urban.brussels, Bruxelles Environnement ou Bruxelles Mobilité. Des bilatérales avec les administrations qui n’ont pas été contactées lors des groupes de travail (par exemple, la SNCB ou Sibelga) seront également envisagées.

La société civile et les associations sont directement impliquées en vue de confronter la connaissance, la vision et les objectifs institutionnels avec la connaissance et les besoins de terrain.

En collaboration avec le service de la participation de perspective.brussels, les associations dont l’objet a un lien avec l’aménagement du territoire de l’ensemble de la Région sont choisies parmi celles ayant été contactées via l’assistance à maîtrise d’ouvrage pour la révision du PRAS (AMO PRAS). Les associations plus locales, telles que des comités de quartier ou des groupes de défense d’un noyau commercial, n’ont pas été ciblées pour ces groupes de travail et seront invitées à participer au dispositif qui sera mis en place pour le grand public. La liste demandée sera transmise au secrétariat de la commission. Vingt-six associations ont répondu à l’invitation.

Par ailleurs, nous avons tenu à impliquer directement le secteur universitaire pour compléter le dispositif d’intelligence collective et enrichir la réflexion.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Voor de kaart van de bestaande feitelijke toestand is er ondanks drie aanbestedingen geen enkele offerte ontvangen. Daarom zal een team binnen perspective.brussels de databanken beheren, zodat we regelmatig de kaart van de feitelijke situatie kunnen bijwerken.

Het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP) wordt geëvalueerd door de voorbereidende werkzaamheden voor de richtplannen, de observatoria en monitoringactiviteiten en een aanvullende studie.

De samenwerking en het overleg over het wijzigingsproces hebben geleid tot de volgende vier werkthema's: gemengdheid, netwerken, mobiliteit en dichtheid, waarvoor werkgroepen zijn opgericht die bij alle fasen van het proces worden betrokken.

Voor de wijziging van het GBP wordt perspective.brussels bijgestaan door een consortium van consultants voor projectbeheer bestaande uit BUUR, ERU, Igeat, IDEA Consult en Createlli.

Ook de gewest- en gemeentebesturen zullen het nieuwe GBP mee vorm geven.

Voorts heeft de participatiedienst van perspective.brussels een aantal verenigingen uitgenodigd die gericht zijn op ruimtelijke ordening om de institutionele kennis, visie en doelstellingen te vergelijken met de lokale kennis en behoeften. Zesentwintig verenigingen hebben gereageerd. De lijst zal aan het commissiesecretariaat worden bezorgd. Lokale verenigingen, zoals wijkcomités of handelaarsverenigingen, zijn niet uitgenodigd voor de werkgroepen, maar zullen hun mening kunnen geven tijdens de raadpleging van het grote publiek.

Daarnaast zullen we de academische sector betrekken bij het collectieve proces.

Share
16:00 § 255 → Video
Share

Enfin, les Bruxellois seront partenaires de cette réforme.

Il s’agira :

- d’informer, de sensibiliser et d’assurer la bonne compréhension de l’outil PRAS, de ses enjeux, de l’impact qu’il peut avoir sur la ville et la manière dont on la vit, notamment en préparation de l’enquête publique ;

- de mettre à contribution les habitantes et les habitants pour recueillir des données de terrain nécessaires à la Sitex et aux études complémentaires.

Le grand public sera convié à des moments d’information et de participation dans des lieux décentralisés.

En ce qui concerne la « dédensification » des quartiers denses, les travaux menés à ce stade et le processus d’intelligence collective ont surtout visé à poser des constats, ainsi qu'à définir des enjeux et des objectifs.

Si des pistes de solution ont incidemment déjà été évoquées, celles-ci feront l’objet de la phase suivante. Lors de cette phase qui démarrera à la mi-2023, la méthodologie consistera à proposer plusieurs scénarios de modification pour répondre aux différents enjeux et objectifs. Ces scénarios seront discutés lors de groupes de travail et seront évalués du point de vue des incidences environnementales. Il est donc trop tôt pour évoquer des solutions et outils.

Il est prématuré de répondre à votre question sur la répartition spatiale des bureaux avant toute évaluation et discussion en groupes de travail. En outre, l’évaluation du PRAS de 2001 et de ses modifications successives fera l’objet d’une étude et viendra compléter l’expertise accumulée par perspective.brussels et ses partenaires sur ce sujet. Celle-ci nourrira les réflexions en groupes de travail. Je vous transmettrai pour le reste l'ensemble des annexes que nous allons recevoir.

Je partage votre analyse, Madame Nagy ; l'équilibre est à trouver de manière globale. Nous ne pouvons évidemment pas affecter l'ensemble du foncier public à une seule fonction. Notre responsabilité politique est d'assurer un équilibre entre celles-ci. Autrement, nous devrions acquérir du foncier privé pour pouvoir faire du foncier public, ce qui aurait un coût difficilement supportable.

Je suis conscient des difficultés budgétaires. Je pense que le ministre Gatz ne dirait pas autre chose que moi concernant ces enjeux. C'était d'ailleurs le sens de l'acquisition d'un foncier public important. Nous sommes dans un entre-deux : M. Obolensky, qui est parti, dirait qu'il faut 100 % de logements publics ; d'autres diraient le contraire. J'essaie de trouver une solution à mi-chemin. C'est la seule voie possible si l'on veut assurer un équilibre entre les fonctions de cette ville.

Tot slot zullen natuurlijk ook de Brusselaars partners in deze hervorming zijn. We zullen hen goed informeren en betrekken bij de verzameling van de gegevens die nodig zijn voor de kaart van de bestaande feitelijke toestand en de aanvullende studies. Het grote publiek zal worden uitgenodigd voor informatie- en participatiemomenten op gedecentraliseerde locaties.

Met betrekking tot de ontdichting waren de werkzaamheden tot dusver toegespitst op het vaststellen van de feiten en het definiëren van de problemen en doelstellingen. Hoewel er al oplossingen zijn voorgesteld, zullen ze pas in de volgende fase aan bod komen, die midden 2023 begint en waarin verschillende wijzigingsscenario's in de werkgroepen zullen worden besproken en op hun milieueffecten worden beoordeeld.

Het is te vroeg om uw vraag over de ruimtelijke verdeling van kantoren te beantwoorden. Er moet nog een evaluatie en bespreking in de werkgroepen plaatsvinden. Bovendien komt er nog een evaluatie van het GBP van 2001 en de opeenvolgende wijzigingen die als input zal dienen voor de besprekingen in de werkgroepen. Ik zal u alle bijlagen toesturen die we ontvangen.

Ik ben het eens met mevrouw Nagy dat we niet alle openbare gronden voor een enkele functie mogen gebruiken. Het is onze politieke verantwoordelijkheid om een goed evenwicht tussen de verschillende functies van de stad te garanderen.

Share
16:02 § 257 → Video
Share

Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- Je suis pleinement rassurée quant à la solidité de la méthode et l'ouverture à la concertation. Je vous remercie pour les documents à venir. Il n'existe pas de motifs à soulever des controverses là où elles n'existent pas.

(Remarques de M. Vervoort, ministre-président)

L'arrêté d'ouverture de la modification du PRAS est clair quant aux intentions de la Région. Le principe même des maillages verts et bleus est de préserver et de redévelopper des corridors de biodiversité.

Pour ce qui concerne le foncier public, le problème vient du fait que tendanciellement, le prix du logement ne baisse pas, malheureusement. Même si nous augmentons la part des logements publics, nous devrons élaborer d'autres outils pour maîtriser l'évolution des prix des logements dans le secteur privé. Mme Ben Hamou en est bien consciente et l'a déclaré à plusieurs reprises. Cette décision s'impose aujourd'hui.

Le concept de PRAS climatique est une proposition de sortie de crise, mais il nous faudra trouver un équilibre global. L'important est de prendre en considération, sur l'ensemble du territoire régional et dans l'art de bâtir, les enjeux liés à la résilience de la ville et à sa capacité à encaisser les chocs. Le nombre de canicules et d'inondations ne cessera probablement d'augmenter. Dans son excellent rapport, le comité scientifique du logement propose des outils qui pourraient être utiles à cet égard.

Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- Ik ben volledig gerustgesteld over de methode en het overleg. Er is geen reden om een controverse te creëren.

(Opmerkingen van minister-president Vervoort)

Het besluit tot wijziging van het GBP is duidelijk over de bedoelingen van het gewest. Het principe van de groene en blauwe netwerken is het behoud en de aanleg van biodiversiteitscorridors.

Wat de openbare gronden betreft, is het probleem dat de woningprijzen helaas niet dalen. Zelfs als we het aandeel openbare woningen verhogen, zullen we andere methodes moeten vinden om de prijzen in de privésector te beteugelen.

Het klimaat-GBP is een uitweg uit de crisis, maar we moeten een algemeen evenwicht vinden en tegelijkertijd de veerkracht van de stad vergroten. Het aantal hittegolven en overstromingen zal waarschijnlijk toenemen. In zijn uitstekende rapport stelt het Wetenschappelijk Comité Huisvesting een aantal nuttige instrumenten voor.

Share
16:05 § 261 → Video
Share

Mme Marie Nagy (DéFI).- Je serai attentive aux documents qui nous seront transmis. Le débat est intéressant.

(Inaudible)

Malheureusement, tous les choix ne sont pas possibles. Il faut composer avec le principe de réalité. En expliquant que les communes se plaignent de ne pas pouvoir acheter de petits terrains pour réaliser des corridors de biodiversité, je donne un exemple de ce qui apparaît comme une solution. Les communes sont incapables de réaliser ces corridors par manque de moyens.

Le PRAS offre aussi l'occasion de réfléchir aux moyens que la Région veut se donner pour créer du logement et sauvegarder la biodiversité, l'environnement ainsi que les équipements et les activités économiques qui font la richesse de la ville.

- L'incident est clos.

Mevrouw Marie Nagy (DéFI).- Dit een interessant debat. Helaas zijn niet alle keuzes realistisch. Zo hebben veel gemeenten niet het budget om biodiversiteitscorridors aan te leggen.

Het GBP biedt het gewest de gelegenheid om na te denken over de middelen die het zichzelf wil geven om woningen te bouwen en de biodiversiteit, het milieu, de voorzieningen en de economische activiteiten te beschermen.

- Het incident is gesloten.

Share
16:06 § 265 → Video
Share

Question orale de M. Gaëtan Van Goidsenhoven

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant l'adoption définitive du contrat de rénovation urbaine « Autour de la gare du Midi » (CRU 7).

Mondelinge vraag van de heer Gaëtan Van Goidsenhoven

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de definitieve goedkeuring van het stadsvernieuwingscontract Rondom het Zuidstation.

Share
16:06 § 267 → Video
Share

M. Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Lors du conseil des ministres du 30 mars dernier, le contrat de rénovation urbaine concernant le réaménagement du quartier de la gare du Midi (CRU 7) a été définitivement approuvé par le gouvernement. Ce quartier a grandement besoin d’être repensé et remis à neuf, que ce soit pour les riverains ou pour l’image de Bruxelles. La gare du Midi est en effet un point de passage quasi obligé pour nombre de voyageurs internationaux et l’on ne peut pas dire que les alentours de la gare donnent vraiment envie de revenir dans notre capitale.

Ainsi, ce CRU récemment adopté prévoit les points suivants :

- la requalification des espaces publics autour de la gare du Midi permettant d’offrir des espaces qualitatifs aux modes actifs et de relier les quartiers de la rue Couverte, l’esplanade de l’Europe, la place Victor Horta, la rue de France, des carrefours Bara et des Vétérinaires ;

- la création d’un nouvel espace vert public sur l’îlot des Deux Gares, le long de la Senne à ciel ouvert, et dont l’entrée principale sera installée rue des Vétérinaires ;

- l’implantation d’équipements de proximité : un pôle de sport urbain, un skatepark et un pôle soins proposant des douches et toilettes publiques ainsi qu’une laverie dans le petit quadrilatère ;

- un hébergement pour les mineurs étrangers non accompagné s boulevard du Midi et

- un équipement lié au futur parc dans la station-service rue des Vétérinaires.

Une enveloppe de 22 millions d’euros, dont 14 dédiés à la verdurisation du quartier, est allouée à ce projet qui devrait aboutir, au mieux, vers 2028-2030. D’ici là, le CRU financera une occupation temporaire du petit quadrilatère par une halte maraude. L’enquête publique relative doit bientôt débuter.

Il est à noter que ce CRU, comme vous l’avez dit vous-même, s’inscrit dans la vision stratégique du projet de plan d'aménagement directeur (PAD) dédié au quartier Midi. Or, ce PAD est bloqué depuis des mois. Le réaménagement du quartier semble donc avoir du plomb dans l’aile, malgré ce CRU, et l’on risque de devoir attendre encore longtemps avant que les alentours de la gare du Midi retrouvent de leur superbe. Les riverains font, en outre, part de beaucoup de craintes quant à certains points de ce réaménagement, notamment concernant la densification et les gabarits des bâtiments.

De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Op 30 maart 2023 keurde de regering het stadsvernieuwingscontract voor de wijk rond het Zuidstation definitief goed. De wijk is dan ook dringend aan vernieuwing toe.

In het stadsvernieuwingscontract staat dat er in de omgeving van het Zuidstation kwalitatieve ruimte voor actieve vervoersmodi moet komen, naast nieuwe groene zones, buurtvoorzieningen, een opvangcentrum voor niet-begeleide minderjarigen en infrastructuur in verband met het toekomstige park.

Voor het project is er een budget van 22 miljoen euro beschikbaar, waarvan 14 miljoen euro naar vergroening gaat. Het project zal ten vroegste in 2028 klaar zijn. Ondertussen komt er een tijdelijk opvangproject voor daklozen. Het openbaar onderzoek start binnenkort.

Het stadvernieuwingscontract past in de strategische visie voor het richtplan van aanleg voor de Zuidwijk, dat echter al een aantal maanden muurvast zit. Daardoor kan het nog lang duren voordat de wijk weer opleeft. Bovendien maken de omwonenden zich over bepaalde punten in de plannen voor de heraanleg ernstige zorgen, in het bijzonder met betrekking tot de verdichting en de hoogte van de gebouwen.

Share
16:10 § 269 → Video
Share

Monsieur le Ministre-Président, j’aimerais tout d’abord vous demander si, en l’absence d’avancées pour le PAD Midi, des risques concernant la mise en œuvre de ce CRU sont à craindre, et si oui, dans quelle mesure ? Qu’est-il mis en œuvre afin d’éviter ces risques ?

Sans l’adoption définitive du PAD, ne risque-t-on pas également de faire face à un manque de cohérence globale dans le réaménagement du quartier Midi ?

Pouvez-vous nous indiquer la superficie du nouvel espace vert prévu dans ce CRU ? Pourquoi se cantonner à la création d’un seul espace vert alors que la verdurisation du quartier est un enjeu d’importance, et l'un des points qui focalise le plus l'attention des riverains ? D’autres pistes pour créer d'autres espaces verts plus proches de la gare sont-elles examinées ? Si oui, pourriez-vous nous les détailler ?

Concernant le nouveau siège d’Infrabel, une demande de permis a été introduite pour la construction d’un bâtiment de plus ou moins 35.000 m². Dans quelle mesure ce nouveau bâtiment vient-il s’insérer dans le projet de réaménagement du quartier Midi ?

Une attention particulière a-t-elle été portée à la qualité architecturale des bâtiments qui devraient voir le jour, élément primordial si l'on veut créer un quartier agréable ? Dans le cas contraire, le quartier risque de ne pas être attractif et de se retrouver à nouveau dévalorisé et délaissé.

Komt de uitvoering van het stadsvernieuwingscontract in het gedrang? Zo ja, in welke mate? Wat onderneemt u om dat te voorkomen?

Bestaat er zonder definitieve goedkeuring van het richtplan van aanleg geen risico op een gebrek aan algemene samenhang bij de herinrichting van de Zuidwijk?

Hoe groot wordt de geplande groene ruimte? Waarom komt er maar één nieuwe groene ruimte, terwijl de hele wijk naar meer groen snakt? Overweegt u andere mogelijke groene zones dichter bij het Zuidstation?

Infrabel vroeg een vergunning aan voor de bouw van een gebouw met een oppervlakte van ongeveer 35.000 m². Hoe past dat in de herinrichtingsplannen voor de Zuidwijk?

Wordt er aandacht besteed aan de architecturale waarde van de nog op te trekken gebouwen? Zo niet, dan bestaat het risico dat de wijk helemaal niet aantrekkelijk wordt en er na korte tijd weer verwaarloosd bij ligt.

Share
16:12 § 271 → Video
Share

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Le plan d’aménagement directeur (PAD) et le contrat de rénovation urbaine (CRU) 7 sont deux outils distincts et indépendants. La mise en œuvre du CRU 7 n’est pas liée à l’avancement du PAD. De plus, il s’inscrit dans le cadre existant du règlement régional d'urbanisme.

Le PAD Midi a été approuvé en première lecture et soumis à enquête publique en septembre-octobre 2021. Après avoir pris la mesure des différentes réclamations formulées par les administrations, les riverains et le secteur associatif, le gouvernement a, le 15 septembre 2022, chargé perspective.brussels d’actualiser la vision territoriale et, le cas échéant, le cadre planologique répondant aux évolutions structurelles et contextuelles du quartier.

Une série de recommandations ont été compilées en mars 2023 dans une note directrice présentant les principes d’aménagement pour une gare habitante. Cette note présente les recommandations qui baliseront le bon aménagement des lieux, dans le cadre réglementaire en vigueur, pour les demandes de permis d’urbanisme en cours ou à venir. Elle permet dès lors d’assurer la cohérence du développement du quartier sans attendre qu’un PAD soit finalisé.

Le futur parc des Deux Gares, situé le long de la Senne et dont l’entrée principale est prévue rue des Vétérinaires, aura une superficie d'environ 3,2 ha. D’autres opérations de verdurisation sont également au programme, comme le réaménagement de la rue de France suivant le modèle de la rue-jardin, ainsi que la déminéralisation et la verdurisation ponctuelle de la rue de l’Instruction, de la place Victor Horta et de l’esplanade de l’Europe. Tout en assurant le maintien des activités du marché du Midi, une végétalisation et une perméabilisation d'un quart - soit environ 2.500 m² - de la surface totale de l’esplanade de l'Europe sont préconisées.

Le projet de nouveau siège d’Infrabel est en cours d’instruction. La demande de permis d'urbanisme a été déposée en décembre. Point important, ce projet se réalise en parallèle de la programmation du CRU 7 et participe pleinement au réaménagement du quartier.

Un grand soin est accordé à la qualité architecturale des autres grands projets du quartier Midi. Citons le projet du nouveau siège de la SNCB, qui a fait l’objet d’un concours rassemblant de grands architectes internationaux et locaux et auquel le maître-architecte de la Région de Bruxelles-Capitale a été invité à participer. Le projet lauréat fait la part belle à la rénovation de bâtiments existants, dont l’ancien Tri postal, tout en développant une extension contemporaine de qualité mettant ce patrimoine en valeur. Le développement des trois sites libérés par la SNCB - l'Atrium, les îlots France-Bara et Delta-Zennewater - dans le cadre de son projet de nouveau siège implique également une réflexion sur la qualité de l'architecture.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Het richtplan van aanleg en het stadsvernieuwingscontract zijn twee verschillende instrumenten. De uitvoering van het stadsvernieuwingscontract is niet afhankelijk van de vorderingen inzake het richtplan van aanleg.

Het richtplan van aanleg Zuid werd in eerste lezing goedgekeurd en in het najaar van 2021 aan een openbaar onderzoek onderworpen. Op 15 september 2022 gaf de regering perspective.brussels de opdracht om op grond van de feedback de territoriale visie en desgevallend ook het planologische kader bij te werken.

In maart 2023 werd in een nota een reeks aanbevelingen uitgewerkt. Ze dienen als basis voor een behoorlijke inrichting van de omgeving en voor de lopende en toekomstige vergunningsaanvragen. Zo wordt de nodige samenhang bij de ontwikkeling van de Zuidwijk gegarandeerd zonder dat we de definitieve goedkeuring van het richtplan van aanleg moeten afwachten.

Het toekomstige park zal een oppervlakte van ongeveer 3,2 ha hebben. Daarnaast staan er nog andere vergroeningsacties gepland en wordt in meerdere straten en pleinen gewerkt aan een beter doorlaatbare bodem.

Het plan voor het nieuwe hoofdkantoor van Infrabel wordt momenteel onderzocht. De vergunning werd in december 2022 aangevraagd. Belangrijk is dat het project tegelijkertijd met het stadsvernieuwingscontract loopt en aansluit bij de herinrichting van de wijk.

Er is veel zorg besteed aan de architecturale kwaliteit van de andere grote projecten in de wijk, waaronder het nieuwe NMBS-gebouw.

Share
16:14 § 273 → Video
Share

M. Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Votre réponse nous permet d'actualiser nos informations. Ces rues font l'objet d'initiatives diverses alors que ce quartier a besoin de qualité et de cohérence. Nous resterons donc particulièrement attentifs à ce dossier. La qualité des espaces publics et des espaces verts constitue en effet une réponse adéquate pour compenser la hausse de la densité de population dans le quartier.

Si nous voulons que nos discours sur la qualité de la vie en ville, la dédensification et le soin à apporter aux espaces publics verts dans les quartiers densément peuplés deviennent réalité et prennent un certain sens, c'est dans un quartier comme celui de la gare du Midi que nous devons les matérialiser. Ce quartier a beaucoup souffert, mais a aussi un rôle important à jouer dans l'avenir de notre ville-région, en tant qu'interface avec l'extérieur. Nous espérons que les écueils rencontrés n'entraîneront pas un allongement des délais, et que les nombreux habitants pourront encore, de leur vivant, voir leur quartier évoluer.

- L'incident est clos.

De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).- Er vinden allerlei uiteenlopende initiatieven plaats in de Zuidwijk, terwijl daar behoefte is aan kwaliteit en samenhang. Ik zal dit dossier nauwlettend volgen.

Kwaliteitsvolle groene ruimten bieden een antwoord op de toenemende bevolkingsdichtheid in de stad. Als één buurt op dat gebied als voorbeeld kan dienen, dan is het wel de Zuidwijk. Hopelijk leiden de huidige problemen niet tot vertragingen en kunnen de bewoners hun wijk nog zien opleven.

- Het incident is gesloten.

Share
16:17 § 277 → Video
Share

Question orale de Mme Aurélie Czekalski

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

et à M. Alain Maron, ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé de la Transition climatique, de l'Environnement, de l'Énergie et de la Démocratie participative,

concernant la modification du PRAS relatif au site de l'hippodrome d'Uccle-Boitsfort et son avenir.

Mondelinge vraag van mevrouw Aurélie Czekalski

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

en aan de heer Alain Maron, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie,

betreffende de toekomst van de hippodroom van Ukkel-Bosvoorde en de wijziging van het GBP in dat verband.

Share
16:17 § 279 → Video
Share

Mme Aurélie Czekalski (MR).- Le 4 octobre 2019, le Conseil d’État a annulé le permis d’urbanisme délivré à la société VO Group pour son projet de réaménagement de l’hippodrome d’Uccle-Boitsfort en centre récréatif. Le Conseil d’État s’appuyait sur le fait que le parking prévu pour Drohme était situé dans une zone inscrite comme zone forestière au plan régional d’affectation du sol (PRAS) et non dans une zone d’équipement collectif.

Depuis lors, le projet d’arrêté de modification partielle de la carte des affectations du PRAS relatif au site de l'hippodrome d'Uccle-Boitsfort a été approuvé par le gouvernement en troisième lecture en date du 16 février dernier. Le rapport sur les incidences environnementales a également été approuvé lors de cette séance. Enfin, oserait-on dire ! Mais que contient exactement cette décision très attendue par les opérateurs du site ?

Pour rappel, Drohme a été sélectionné en 2012 pour réhabiliter l’ancien hippodrome en un parc de loisirs actifs, comprenant notamment la construction d’une zone sportive - minigolf, terrains multisports, terrain en herbe, cadre d’escalade, etc. -, d’une brasserie et d’un restaurant. Le projet comprend en outre la reconstruction d’un parking existant. Ce site magnifique est une porte d’entrée vers la forêt de Soignes et accueille de nombreux visiteurs - promeneurs et autres sportifs - qui, en l'absence de ce parking, devraient se garer dans les rues avoisinantes. D’une certaine manière, les habitants du quartier subiraient donc un report du stationnement dans leurs rues.

Actuellement, des travaux sont en cours au village des paris, de même qu’au niveau du parking. Par ailleurs, Bruxelles Environnement a marqué sur le site de l’hippodrome les parties qui doivent lui revenir. Enfin, Bruxelles Environnement avait obtenu un permis pour l’aménagement d’une grande plaine de jeux.

Où en est l’aménagement du site ? Pourriez-vous faire un état des lieux quant aux chantiers et aux rétrocessions de parcelles accordées à Bruxelles Environnement ?

Quel est le calendrier d’action pour la transformation et la modification de l’affectation du parking ?

Quels sont les contacts avec les différents opérateurs privés sur le site ? Comment est organisée la coordination entre les différents gestionnaires, afin de veiller à un entretien optimal ?

Mevrouw Aurélie Czekalski (MR).- Op 4 oktober 2019 heeft de Raad van State de stedenbouwkundige vergunning voor de plannen inzake de heraanleg van de paardenrenbaan van Bosvoorde vernietigd omdat het geplande parkeerterrein zich in een bosgebied bevindt volgens het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP), en dus niet in een zone voor collectieve voorzieningen.

Op 16 februari werd de gedeeltelijke wijziging van het GBP voor dit terrein goedgekeurd, evenals het milieueffectenrapport. Wat houdt dit langverwachte besluit precies in?

Ter herinnering, het Drohme-project is bedoeld om de voormalige paardenrenbaan om te vormen tot een recreatiegebied bij het Zoniënwoud. Zonder parkeerterrein zouden de talrijke bezoekers moeten parkeren in de omgeving, wat overlast zou veroorzaken voor buurtbewoners.

De werken zijn al van start gegaan. Leefmilieu Brussel heeft een vergunning voor de aanleg van een grote speeltuin.

Hoe ver staat het met het project? Wat is de stand van zaken van de werven en de overdracht van percelen aan Leefmilieu Brussel?

Wat is de planning voor de wijziging van de bestemming van het terrein dat als parking zal moeten dienen?

Hoe verlopen de contacten met de privébedrijven? Hoe verloopt de coördinatie?

Share
16:19 § 281 → Video
Share

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Concernant les chantiers, la Société d'aménagement urbain (SAU), qui est le propriétaire par le biais d’une emphytéose de la Région, a terminé une deuxième phase de travaux de restauration l’année dernière.

Après la grande tribune, la tour des arbitres, le bâtiment du pesage et la petite tribune dans la première phase, a ainsi été menée la restauration patrimoniale des deux entrées, des halls des parieurs, de l’ancienne maison forestière et du tunnel passant sous l’ancienne piste hippique.

À l’heure actuelle, la SAU effectue aussi des travaux de réfection complète des impétrants (eaux, gaz et électricité). Elle finalise également son cahier des charges visant à réaliser, conjointement avec Bruxelles Environnement, les travaux de restauration de la grande écurie et de l’ancienne grange.

Concernant les rétrocessions, M. Maron vous répondra.

Mme Aurélie Czekalski (MR).- Ma question s'adressait à vous deux.

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Je peux d’ores et déjà vous confirmer que la répartition des parcelles est bien établie entre les deux gestionnaires du site, Bruxelles Environnement et le concessionnaire Drohme. Ce dernier réalise actuellement des travaux de reconfiguration du parcours du golf, afin que Bruxelles Environnement puisse prendre possession de ses parcelles pour y développer les projets régionaux.

Comme le prévoyaient les conventions, Bruxelles Environnement a récemment récupéré les espaces de l’ancienne maison forestière pour y accueillir son équipe de gestion.

L’arrêté adoptant la modification partielle du PRAS pour le site de l’hippodrome a été publié au Moniteur belge le 31 mars 2023.

Le porteur du projet et les administrations régionales compétentes se concertent pour définir les modalités d’obtention d’un nouveau permis d’urbanisme. Cette demande de permis fera ensuite l’objet d’une enquête publique et d’une réunion de la commission de concertation. Les travaux de réaménagement du parking ne pourront débuter qu’une fois le permis obtenu.

Les différentes conventions signées fin 2020 permettant un redéploiement du projet de développement de l’ancien hippodrome prévoient effectivement un partage de la gestion des 32 hectares entre le concessionnaire Drohme et Bruxelles Environnement.

Je laisserai M. Maron vous répondre au sujet de la coordination précise entre ces deux gestionnaires.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- De Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) heeft vorig jaar een tweede reeks renovatiewerken voltooid. Na de grote tribune, de scheidsrechterstoren, het weeggebouw en de kleine tribune, werden nu ook de twee ingangen, de gokhallen, het oude boswachtersgebouw en de tunnel onder de renbaan aangepakt. Daarnaast worden de water-, gas- en elektriciteitsleidingen heraangelegd en is het bestek voor de derde reeks werken bijna klaar.

Over de overdrachten van terreinen aan Leefmilieu Brussel moet minister Maron antwoorden.

Mevrouw Aurélie Czekalski (MR).- Mijn vraag was aan u beiden gericht.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- Er bestaan duidelijke afspraken over de verdeling van de percelen tussen de twee beheerders van het terrein, namelijk Leefmilieu Brussel en Drohme. Drohme werkt nu aan de heraanleg van het golfterrein, zodat Leefmilieu Brussel daar gewestelijke projecten kan ontwikkelen.

Het besluit inzake de gedeeltelijke wijziging van het GBP verscheen in het Staatsblad op 31 maart 2023. Nu worden de randvoorwaarden voor een nieuwe stedenbouwkundige vergunning vastgelegd. Daarna volgt nog een openbaar onderzoek en een vergadering van de overlegcommissie. Pas als de vergunning is afgegeven, kan de parking ingericht worden.

Het beheer zal gezamenlijk worden uitgevoerd door Leefmilieu Brussel en Drohme. Voor de precieze coördinatie verwijs ik naar minister Maron.

Share
16:22 § 287 → Video
Share

Mme Aurélie Czekalski (MR).- Je continuerai à suivre ce dossier sans relâche et interrogerai votre collègue Alain Maron. Le Bureau a décidé de ne faire parvenir ma question qu'à vous, alors qu'elle était initialement destinée à M. Maron également. Quoi qu'il en soit, j'aimerais en savoir davantage au sujet de la rétrocession de terrains et avoir des précisions quant au calendrier. Où sera installée la plaine de jeux ? De nombreuses rumeurs et « fake news » circulent et il serait positif pour tous les opérateurs, ainsi que pour les promeneurs, sportifs ou familles avec enfants de savoir ce qu'il en est.

Des travaux d'aménagement ont été réalisés, comme on peut le constater en se rendant sur place. En ce qui concerne le parking, la situation doit être clarifiée et je sais que des procédures sont en cours, que des concertations sont organisées. Pour rappel, tous les Bruxellois n'ont pas accès aux transports en commun à proximité, car étant situé au milieu de différentes communes, le site n'est pas toujours facile d'accès, notamment depuis la commune d'Uccle.

Enfin, n'oublions pas que la concession faite à Drohme s'achèvera en 2034. Face à toutes les incertitudes, tergiversations et procédures, les opérateurs ont besoin d'être rassurés. Ils aimeraient investir et faire du site un véritable espace de délassement et de divertissement. Nous devons préserver ces lieux de loisirs positifs au sein de notre Région.

- L'incident est clos.

Mevrouw Aurélie Czekalski (MR).- Mijn vraag was ook voor minister Maron bestemd, maar het Uitgebreid Bureau heeft daar anders over beslist. Ik zou toch meer willen weten over de overdrachten van terreinen. Waar komt de speeltuin? Wat is het tijdschema?

Ik begrijp dat de stedenbouwkundige procedures moeten worden gevolgd voor de parking. Die is belangrijk, want het terrein is niet voor iedereen vlot bereikbaar met het openbaar vervoer.

De concessie voor Drohme loopt af in 2034. De betrokken bedrijven moeten zekerheid krijgen over wat er daarna zal gebeuren met hun investeringen.

- Het incident is gesloten.

Share
16:24 § 291 → Video
Share

Question orale de M. Pierre-Yves Lux

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant les relations entre la Société d'aménagement urbain et la Fondation Kanal.

Mme la présidente.- En l'absence de M. Pierre-Yves Lux , sa question orale est lue par Mme Isabelle Pauthier .

Mondelinge vraag van de heer Pierre-Yves Lux

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de relaties tussen de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting en de Stichting Kanal.

Mevrouw de voorzitter.- Bij afwezigheid van de heer Pierre-Yves Lux wordt de mondelinge vraag voorgelezen door mevrouw Isabelle Pauthier.

Share
16:24 § 293 → Video
Share

Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- Au mois d'octobre 2015, l’usine Citroën, située au bord du canal depuis 1933, a été rachetée pour 20,5 millions d’euros par la Région, via la Société d'aménagement urbain (SAU).

Le garage est resté en activité jusqu'en 2017, le temps pour Citroën de construire un nouveau bâtiment, inauguré à la fin de l'année 2017. Cette relocalisation des activités de Citroën a été facilitée par la SAU, qui a octroyé une emphytéose sur un terrain situé sur la rive opposée du canal, avenue du Port.

Après l'acquisition du site en 2015, la SAU a lancé un appel d’offres international pour commander une analyse des potentialités du site. L'équipe ayant remporté l'appel d'offres était composée de l’architecte néerlandais Wessel de Jonge et de deux bureaux d’experts belges. Les conclusions de leur mission ont été rendues publiques durant l'été 2016. En septembre de la même année, un protocole d’accord entre la Région bruxelloise et le Centre Pompidou a été signé en vue de collaborer pour transformer l’ancien garage en un pôle culturel comprenant, d’une part, un musée d’art moderne et contemporain et, d’autre part, le Centre international pour la ville, l'architecture et le paysage .

Afin que ce projet puisse aboutir, un concours d'architecture a été lancé par la SAU au mois d'avril 2017. En juillet de la même année, sept candidatures ont été retenues. Le lauréat du concours a été désigné au mois de mars 2018 par la Fondation Kanal, qui avait été fondée entre-temps et à qui la SAU avait cédé la gestion de l'appel d'offres. Dès sa création, c’est la Fondation Kanal qui a été chargée de mener à bien le projet de pôle culturel Citroën en concrétisant la reconversion du garage Citroën. Aujourd'hui, la SAU est donc le propriétaire du site.

Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- In oktober 2015 kocht de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) voor een bedrag van 20,5 miljoen euro de vroegere Citroëngarage.

Na de aankoop deed de MSI een internationale offerteoproep voor een onderzoek naar de mogelijkheden op de site. De opdracht werd toegewezen aan een Nederlandse architect en twee Belgische expertisebureaus. Ze maakten hun conclusies tijdens de zomer van 2016 bekend. In september van dat jaar tekenden het gewest en het Centre Pompidou een ontwerpovereenkomst voor een samenwerking om het gebouw om te bouwen tot een cultuurcluster.

Voor dat project schreef de MSI in april 2017 een architectuurwedstrijd uit. In maart 2018 werd de winnaar gekozen door Stichting Kanal. De stichting staat sinds haar oprichting in voor de uitvoering van de plannen rond het cultuurcluster, terwijl de MSI eigenaar blijft van de site.

Share
16:26 § 295 → Video
Share

Mais ce ne sont pas les seuls liens qui existent entre Kanal et la SAU. Cette dernière est également l'employeur du chargé de mission mandaté pour mettre en œuvre le projet Kanal. La SAU « détache » donc, depuis début 2017 et pour une durée déterminée se terminant à l'ouverture de Kanal prévue en octobre 2025, un des membres de son équipe pour le développement du projet Kanal et le rémunère à cet effet.

À cet égard, vous précisiez dans une réponse à une question parlementaire de 2018 que le barème appliqué pour la rémunération de ce chargé de mission était celui d'un agent de niveau A6 justifiant de la même ancienneté que l'intéressé au sein du service public régional de Bruxelles. Depuis lors, ce chargé de mission est devenu administrateur-délégué de la Fondation Kanal et est aujourd'hui considéré comme le directeur général de Kanal.

Afin de clarifier les relations entre Kanal et la SAU, et leurs perspectives, confirmez-vous les éléments factuels repris ci-dessus ? Si non, pouvez-vous apporter les précisions nécessaires à une compréhension précise et exhaustive de la situation passée et actuelle de leurs relations ?

Concernant la relation entre propriétaire et occupant du site des anciens garages, existe-t-il des clauses spécifiques, notamment relatives à la valorisation de l'investissement de la SAU via une contribution de Kanal ? Si oui, quelles sont-elles ? Si non, pourquoi ?

Confirmez-vous que le poste de chargé de mission existe toujours bel et bien, que sa durée d'existence est bien limitée à l'ouverture du musée Kanal et que cette fonction est toujours assortie d'un barème A6 ? Quelle est la place de ce chargé de mission dans l'organigramme de la SAU et à qui rend-il des comptes par rapport à sa mission ? Confirmez-vous que le chargé de mission de la SAU est également administrateur-délégué de la Fondation Kanal et directeur général du projet Kanal ? Le cas échéant, sur quelle base réglementaire ou décisionnelle est-ce établi ?

Concernant l'avenir, le fait que cette fonction de chargé de mission au sein de la SAU est censée se terminer à l'ouverture du site signifie-t-il que les relations entre la SAU et Kanal se termineront ou prendront-elles d'autres formes ? Parallèlement, qu'en sera-t-il du titre de directeur général attribué aujourd'hui au chargé de mission ? Sera-t-il conservé et attribué à quelqu'un d'autre et, si oui, selon quel processus de désignation ?

Enfin, ces éléments se trouveront-ils dans le contrat de gestion de Kanal en cours de rédaction ?

Daarnaast detacheert en betaalt de MSI de opdrachthouder voor het Kanalproject tot Kanal in oktober 2025 de deuren opent.

In 2018 zei u dat de opdrachthouder onder het baremaniveau A6 valt omdat de betrokkene een vergelijkbare anciënniteit bij de Brusselse overheidsinstellingen heeft. Sindsdien is de opdrachthouder afgevaardigd bestuurder van de Stichting Kanal geworden en wordt hij bovendien als de algemeen directeur van Kanal gezien.

Klopt die informatie? Zo niet, kunt u dan de vroegere en de huidige relatie tussen de MSI en de Stichting Kanal toelichten?

Bestaan er bijzondere clausules over de waardering van de investering van de MSI via een bijdrage van Kanal? Zo ja, welke? Zo niet, waarom niet?

Bestaat de functie van opdrachthouder nog? Loopt ze tot de opening van het museum en krijgt de betrokkene een salaris van niveau A6? Welke plaats neemt de opdrachthouder in het organogram van de MSI in? Aan wie rapporteert hij? Is hij tegelijkertijd afgevaardigd bestuurder bij de Stichting Kanal en algemeen directeur bij Kanal? Zo ja, op basis waarvan is dat beslist?

Als de functie verdwijnt bij de opening van het cultuurcluster, houdt de relatie tussen de MSI en Kanal dan op te bestaan, of neemt ze een andere vorm aan? Wat gebeurt er met de titel van algemeen directeur die de opdrachthouder momenteel draagt? Gaat die naar iemand anders? Zo ja, hoe zal dat in zijn werk gaan?

Worden die elementen in het beheerscontract van Kanal opgenomen?

Share
16:29 § 297 → Video
Share

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- Je vous confirme qu’en 2017, la Société d'aménagement urbain (SAU) a fait l’acquisition du complexe Citroën, qu’une étude a été menée pour définir le potentiel de reconversion du site en pôle muséal et que le gouvernement a choisi l’option de transformer le site avec le maximum de superficie dédiée à l’activité muséale, à savoir 40.000 m².

La SAU a donc lancé un concours international d’architecture pour la réhabilitation du site. Je vous confirme également que, dans la foulée, le gouvernement a décidé de créer la Fondation Kanal pour développer le projet muséal sur le site acquis. La SAU a conclu un bail emphytéotique avec la Fondation Kanal et cette dernière a repris le suivi du concours d’architecture, qui a désigné l’auteur de projet et lancé les marchés de travaux relatifs à la transformation du site.

La Région octroie un subside à la Fondation Kanal afin de lui permettre de payer le canon emphytéotique lié au bail entre la Fondation et la SAU. J’espère que ceci clarifie l’état des relations entre la Fondation Kanal et la SAU, en ce qui concerne le lien entre le propriétaire et l’occupant du bâtiment.

Je vous confirme que le gouvernement a désigné un chargé de mission pour le développement du pôle muséal Kanal, que la Région subsidie la SAU pour cette mission et que ce chargé de mission a été engagé par la SAU. En outre, lorsque le gouvernement a décidé de créer la Fondation Kanal, il a effectivement désigné les membres de son conseil d’administration. Parmi ceux-ci, le gouvernement a nommé le chargé de mission en tant qu’administrateur délégué de la Fondation Kanal. À ce jour, celui-ci a rendu compte de l’évolution du projet à plusieurs reprises auprès du gouvernement.

En janvier 2023, un dernier rapport a été fait devant le gouvernement, qui en a pris acte et a évalué favorablement l’évolution de la mission. Celle-ci court jusqu’à l’ouverture du pôle muséal au public. Le gouvernement a également acté la prolongation de la mission au vu de la fixation de l’ouverture du musée prévue à l’automne 2025.

Le contrat de gestion 2019-2023 dispose d’une annexe fixant l’organigramme de la Fondation Kanal. La direction générale y est prise en charge, hors paie, par l’administrateur délégué. La question de la direction générale après l’ouverture du musée est un enjeu du fonctionnement de la Fondation Kanal qui revient au conseil d’administration. Le contrat de gestion 2024-2028 en négociation pourrait aborder la question.

Concernant le coût pour la Région, l’impact budgétaire est le même, que ce poste soit pris en charge par la Fondation Kanal ou par la SAU, puisqu’il est repris soit dans un subside à la SAU, soit dans un subside à la Fondation Kanal. Dans mon esprit, il est évident qu’au plus tard à la fin de la mission, la direction générale de la Fondation Kanal devra être assumée par la fondation elle-même, dans le cadre de sa dotation de fonctionnement liée au contrat de gestion 2024-2028.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- De Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) kocht in 2017 het Citroëncomplex en liet een studie uitvoeren naar het reconversiepotentieel. Daarop besliste de regering om 40.000 m² van de site als museum in te richten.

De MSI schreef een internationale architectuurwedstrijd uit voor de renovatie van de site. Ondertussen richtte de regering de Stichting Kanal op voor de ontwikkeling van het museumproject. De MSI sloot een erfpachtovereenkomst met de Stichting Kanal en die laatste nam de follow-up van de architectuurwedstrijd voor haar rekening. De Stichting Kanal krijgt van het gewest een subsidie voor de erfpacht.

Het gewest stelde een opdrachthouder aan voor de ontwikkeling van het museumcluster en subsidieert daarvoor de MSI, die hem rekruteerde. De regering duidde bovendien de leden van de raad van bestuur van de Stichting Kanal aan en benoemde de opdrachthouder tot afgevaardigd bestuurder. Hij bracht meermaals verslag uit aan de regering over de evolutie van het project. Zijn opdracht werd verlengd tot de opening van het museum in de herfst van 2025.

In een bijlage bij de beheersovereenkomst 2019-2023 is het organogram van de Stichting Kanal opgenomen. De afgevaardigd bestuurder neemt onbezoldigd de algemene directie voor zijn rekening. Over de algemene directie na de opening van het museum beslist de raad van bestuur van de stichting. Dat kan worden opgenomen in de beheersovereenkomst 2024-2028.

De kosten voor het gewest blijven gelijk, ongeacht of de Stichting Kanal of de MSI de functie voor haar rekening neemt. Voor mij ligt het voor de hand dat Stichting Kanal zelf de algemene leiding op zich neemt zodra de opdracht afloopt.

Share
16:32 § 299 → Video
Share

Mme Isabelle Pauthier (Ecolo).- Mon collègue examinera cette réponse, comme il se doit. En effet, là où vous voyez un enjeu de fonctionnement, Monsieur le Ministre-Président, mon collègue verra plutôt un enjeu de gouvernance. Cela me semble être le sens de sa question, étant donné que, naturellement, il souhaite rappeler la nécessité d’autonomie et d’indépendance de la Fondation Kanal par rapport aux pouvoirs publics. Cette indépendance est mise en avant dans le cadre du contrat de gestion, et cela doit certainement passer par la suppression du détachement du chef de mission, ce que vous confirmez.

J’espère surtout que ce détachement ne donnera pas lieu à une forme de monopole décisionnel par une seule personne employée par la SAU et je crois, sans vouloir polémiquer, qu’il est courant que des questions se posent quant à la transparence et à la gouvernance de la Fondation Kanal. Je vous remercie donc de contribuer, par votre réponse, à une plus grande transparence.

- L'incident est clos.

(Mme Véronique Jamoulle, première vice-présidente, prend place au fauteuil présidentiel)

Mevrouw Isabelle Pauthier (Ecolo).- De heer Lux wilde er met zijn vraag vooral op wijzen dat de Stichting Kanal onafhankelijk van de overheid moet kunnen werken. Daartoe moet de functie van opdrachthouder verdwijnen, wat volgens u zal gebeuren.

Hopelijk leidt de detachering niet tot een monopolie over de besluitvorming door één persoon in dienst van de MSI. Het is in elk geval niet de eerste keer dat er vragen rijzen over de transparantie bij de Stichting Kanal.

- Het incident is gesloten.

(Mevrouw Véronique Jamoulle, eerste ondervoorzitter, treedt als voorzitter op)

Share
16:34 § 305 → Video
Share

Question orale de Mme Isabelle Emmery

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé du Développement territorial et de la Rénovation urbaine, du Tourisme, de la Promotion de l'image de Bruxelles et du Biculturel d'intérêt régional,

concernant la pérennisation du projet Molenwest.

Mondelinge vraag van mevrouw Isabelle Emmery

aan de heer Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang,

betreffende de voortzetting van het Molenwestproject.

Share
16:34 § 307 → Video
Share

Mme Isabelle Emmery (PS).- Cet été, le gouvernement bruxellois a approuvé l’emplacement de la future cité des sciences, à savoir un espace de près de 5.000 mètres carrés appartenant à la Régie foncière de la Région de Bruxelles-Capitale et situé à Molenbeek-Saint-Jean, à proximité de la gare de l’Ouest. Ce site n’est toutefois pas inoccupé, puisqu’il accueille à titre temporaire le projet Molenwest Square.

Inauguré en septembre 2020, Molenwest Square accueille plusieurs associations et activités financées par deux programmes de rénovation urbaine, à savoir le contrat de rénovation urbaine « Gare de l’Ouest » et le contrat de quartier durable « Autour du parc de l’Ouest ».

Le site accueille aujourd’hui un laboratoire de fabrication ouvert aux habitants et aux écoles du quartier, un projet de potager, des jeux pour enfants, des permanences sociales, des cours de vélo pour femmes, une école de devoirs, un service d’accompagnement en matière énergétique et d'autres activités. Des stages, des ateliers de bricolage et des cours de cuisine, entre autres, y sont organisés, ainsi que de nombreux événements : festival des lumières, fête de la musique, cirque, théâtre, concerts, brocantes, expositions, etc.

Ce site vit et est véritablement devenu un lieu de rencontres et de convivialité pour le quartier, tant pour les enfants et les adolescents que pour les adultes. En 2021, il a par ailleurs remporté le prix bruxellois de l'architecture, dans la catégorie espace public.

Il est majoritairement financé par les budgets des contrats de rénovation urbaine et de quartier durable, qui prennent fin au second semestre 2023. Certaines dépenses sont prises en charge par la commune, mais tous les frais ne peuvent incomber aux finances communales. Il me revient que faire vivre ce lieu coûte environ 275.000 euros par an et que les subsides régionaux couvrent 75 % de ce montant.

Mevrouw Isabelle Emmery (PS).- Vorige zomer besloot de regering dat het toekomstige centrum voor wetenschappen op een terrein bij het Weststation wordt gebouwd.

Sinds september 2020 biedt Molenwest Square op het terrein echter onderdak aan organisaties en activiteiten die gefinancierd worden door het stadsvernieuwingscontract Weststation en het duurzaam wijkcontract Rondom Westpark.

Momenteel zijn er een productielab waar omwonenden en scholen uit de buurt terechtkunnen, een moestuin, speeltuigen, sociale assistentie enzovoort. Molenwest Square is uitgegroeid tot een levendige plek.

De subsidiërende contracten lopen in de tweede helft van 2023 af. De gemeente betaalt een deel van de kosten, maar kan niet alles financieren. Jaarlijks is 275.000 euro nodig om alles draaiend te houden en het gewest heeft daar tot nu toe 75% van gefinancierd.

Share
16:36 § 309 → Video
Share

Bien entendu, je me réjouis de l’avancée de la future cité des sciences, dont j’attends avec impatience la création, mais que va-t-il advenir du projet Molenwest ? Celui-ci crée du lien et le quartier semble demandeur. Au vu des investissements en temps, en énergie et en moyens financiers déployés par tous les intervenants, il serait regrettable que Molenwest s’arrête là et que le site redevienne une friche dans l’attente de la future cité des sciences, dont la création prendra plusieurs années. C’est pourtant ce qu'il risque d’arriver, les subsides prenant fin très prochainement. La Région a-t-elle prévu de pérenniser le projet Molenwest ?

Grâce à Fabwest, le laboratoire de fabrication établi sur le site, et à d’autres acteurs, des centaines de jeunes ont déjà pu aborder les questions d’innovation et de création. Il serait bénéfique pour tout le monde de conserver la dynamique actuelle. On pourrait ainsi constituer les prémices de l’établissement de la cité des sciences et préparer son succès dans le quartier.

Les responsables de Molenwest souhaitent également que ce projet soit intégré comme partenaire du dossier relatif à la cité des sciences présenté en vue d'obtenir un financement du Fonds européen de développement économique et régional. Ils espèrent qu’un budget sera prévu pour poursuivre les activités et la vie citoyenne qui s’y est développée.

Quel regard portez-vous sur cette demande ? A-t-elle déjà été analysée et, dans l'affirmative, quelle suite lui donnerez-vous ? Soutenez-vous cette proposition avec Mme Trachte ?

Enfin, est-il envisageable qu'à terme, le projet Molenwest coexiste avec la cité des sciences ?

Ik verheug me natuurlijk op de komst van het centrum voor wetenschappen, maar het zou jammer zijn dat Molenwest verloren gaat en dat het opnieuw een braakliggend terrein wordt in afwachting van de bouw van het centrum. Dat dreigt nochtans te gebeuren, nu de subsidiëring ten einde loopt.

Dankzij Fabwest, het productielab, en andere initiatiefnemers hebben honderden jongeren kennisgemaakt met innovatie en creatie. Het behoud van het lab zou een ideale voorbereiding op de komst van het centrum voor wetenschappen zijn.

De verantwoordelijken van Molenwest willen het project ook als partner van het centrum laten opnemen in de financieringsaanvraag bij het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling . Ze hopen dat er geld komt om de activiteiten voort te zetten. Steunen u en staatssecretaris Trachte hun verzoek? Kan Molenwest op termijn naast het centrum voor wetenschappen blijven bestaan?

Share
16:38 § 311 → Video
Share

M. Rudi Vervoort, ministre-président.- La convention d'occupation temporaire Molenwest a été reconduite pour une durée indéterminée en janvier dernier, dans le cadre d'une convention entre la commune de Molenbeek-Saint-Jean, la Régie foncière de la Région de Bruxelles-Capitale et citydev.brussels, en tant que coordinateur du développement du site de la gare de l'Ouest. Cette reconduction témoigne de la volonté de chacun des partenaires de maintenir l'occupation temporaire actuelle tant que le projet de cité des sciences n'est pas développé.

Des solutions financières pour pérenniser le projet d’occupation temporaire sont en cours de recherche par la commune et la Région pour maintenir le fonctionnement des activités existantes.

Concrètement, le budget annuel pour faire tourner Molenwest Square avoisine les 260.000 euros. Les budgets pour les contrats de rénovation urbaine arrivent effectivement à échéance cette année. La commune intervient dans les charges du site et dans la conciergerie pour un montant équivalent à 45.000 euros. Nous recherchons des solutions de subsidiation, tant à la Région qu’auprès d’autres institutions.

Concernant le financement de l’occupation temporaire Molenwest, l’appel à projets du Fonds européen de développement régional (Feder) ne couvre pas les projets d’occupation temporaire, mais exclusivement de l’investissement et les frais de fonctionnement liés à la mise en œuvre du projet d’investissement à terme, et il ne concerne que la part de l’activité économique et d’entreprise.

Les frais de fonctionnement de l’occupation temporaire ne sont donc pas éligibles au financement Feder ciblé pour la cité des sciences. Un autre type de financement doit être recherché pour pérenniser les actions de l’occupation temporaire qui, effectivement, peuvent contribuer à créer une dynamique autour de la future cité des sciences.

À terme, la pérennisation des activités de Molenwest dans le projet de cité des sciences reste une option pour Innoviris, qui prévoit un laboratoire technologique dans son dossier de candidature au Feder. Innoviris imagine pouvoir associer Molenwest au mieux à partir de 2029-2030 au fonctionnement de ce laboratoire, un projet à préciser à mesure de l’avancement de la programmation.

De heer Rudi Vervoort, minister-president.- De overeenkomst voor tijdelijk gebruik is in januari voor onbepaalde tijd verlengd. Daaruit blijkt dat alle partijen gewonnen zijn voor het behoud van Molenwest zolang het centrum van wetenschappen er niet is.

De jaarbegroting van Molenwest Square bedraagt 260.000 euro. De budgetten uit de stadsvernieuwingscontracten worden na dit jaar niet meer verlengd. De gemeente betaalt 45.000 euro en voor het resterende bedrag zoeken we nog een oplossing. De werkingskosten van het tijdelijk gebruik komen niet in aanmerking voor de projectoproep van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.

Innoviris denkt dat het Molenwest vanaf 2029-2030 kan opnemen in de werking van een technolab dat deel uitmaakt van het project dat het bij het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling indient.

Share
16:40 § 313 → Video
Share

Mme Isabelle Emmery (PS).- J'entends que le lien avec Molenwest et son éventuelle intégration dans la cité des sciences ne coulent pas de source. Il faut dès lors s'atteler à chercher de nouvelles sources de financement.

Je me réjouis de vous voir aussi bienveillant et attentif afin que le projet puisse aboutir. Je reviendrai peut-être vers vous pour savoir si un lien entre les deux situations peut finalement persister. Dans cette période transitoire, ce rapprochement pourrait être intéressant non seulement pour le quartier, mais également pour la cité des sciences, afin de lancer cette future institution dans de bonnes conditions.

- L'incident est clos.

Mevrouw Isabelle Emmery (PS).- Het is blijkbaar niet vanzelfsprekend om Molenwest in het centrum voor wetenschappen te integreren. Het stemt me tevreden dat u aandacht aan het project besteedt.

- Het incident is gesloten.

Share
Vertaling
Sync
Agenda
Sprekers