Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de begrotingsmiddelen voor het meerjarenplan 2017-2023 betreffende investeringen in infrastructuur voor het beleid inzake bijstand aan personen

Indiener(s)
Marie Nagy
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 32)

 
Datum ontvangst: 19/12/2019 Datum publicatie: 13/02/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 13/02/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
09/01/2020 Ontvankelijk p.m.
13/02/2020 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    In de initiële uitgavenbegroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voor het jaar 2020 bevat opdracht 04 “Bijstand aan Personen” met name een programma 007 “Investeringen” dat bestaat uit twee basisallocaties bestemd voor het financieren van de uitvoering van het meerjarenplan 2017-2023 betreffende investeringen in infrastructuur voor het beleid inzake bijstand aan personen. De initiële begroting van de GGC voor het jaar 2020 legt de vastleggingskredieten van dit programma 007 vast op 7,3 miljoen euro en de vereffeningskredieten op 4,5 miljoen euro. In zijn verslag inzake de ontwerpen van ordonnantie houdende de begroting van de GGC voor het jaar 2020, merkt het Rekenhof op dat het bedrag van de vereffeningskredieten voor programma 007 van opdracht 04 (4,5 miljoen euro) overeenstemt met het bedrag dat voor 2020 is voorzien in het meerjareninvesteringsplan 2017-2023, goedgekeurd door het Verenigd College op 8 juni 2017. Aan de andere kant, merkt het Hof op dat het bedrag van de vastleggingskredieten voor programma 007 (7,3 miljoen euro) niet overeenstemt met het bedrag dat voor 2020 werd vastgelegd in het meerjareninvesteringsplan (d.w.z. een bedrag van 21,4 miljoen euro).
Bijgevolg wil ik u de volgende vragen stellen:
Om welke redenen bedragen de vastleggingskredieten voor programma 007 “Investeringen” van opdracht 04 “Bijstand aan personen” slechts 7,3 miljoen euro in de initiële begroting van de GGC voor het jaar 2020, terwijl het meerjarenplan 2017-2023 betreffende investeringen in infrastructuur voor het beleid inzake bijstand aan personen een bedrag van 21,4 miljoen euro vermeldt voor het jaar 2020? Zou de vermindering van de vastleggingskredieten voor dit programma de uitvoering van het meerjareninvesteringsplan kunnen vertragen?
Kunt u de balans opmaken van de voortgang van de uitvoering van het meerjareninvesteringsplan 2017-2023? Hoeveel plaatsen werden reeds gecreëerd binnen de nieuwe structuren?
 
 
Antwoord    Op 8 juni 2017 heeft het Verenigd College het meerjarenplan 2017-2023 voor investeringen in infrastructuur in het kader van het beleid inzake de bijstand aan personenh goedgekeurd.

Bij de goedkeuring van het plan in 2017 is een eerste raming van de benodigde kredieten gemaakt. Specifiek voor het jaar 2020 werden de vastleggings- en vereffeningskredieten geraamd op respectievelijk 21 441 481 EUR en 6 551 113 EUR.

Elk jaar, bij de opstelling van de initiële begroting, maakt de administratie een nieuwe raming van de benodigde kredieten op basis van de feitelijke voortgang van de projecten. Bij de opstelling van de initiële begroting voor 2020 werden de benodigde vastleggings- en vereffeningskredieten voor 2020 geraamd op respectievelijk 6 795 074 EUR en 4 424 757 EUR.

Daarna voorziet de administratie altijd in een marge voor de vastleggingskredieten en rondt zij de bedragen van de te voorzien kredieten naar boven af. Bijgevolg bedragen de vastleggings- en vereffeningskredieten in de initiële begroting voor 2020 respectievelijk 7 300 000 EUR en 4 500 000 EUR.

Een overzicht van deze elementen vindt u in de tabel in bijlage 1.

Het verschil tussen de raming van 2017 en die van 2019 is vooral te wijten aan het feit dat sommige projecten die in het meerjarenplan zijn opgenomen, vertraging hebben opgelopen (door vertragingen in de stedenbouwkundige vergunning, een verandering van directie, wijzigingen in het oorspronkelijke project, enz.) Een minderheid van de projecten vordert helemaal niet of is door de begunstigde zelf geannuleerd.
In bijlage 2 vindt u een tabel met de voortgang van alle projecten die in het meerjarenplan zijn opgenomen.

Sinds de goedkeuring van het plan werden alle plaatsen gecreërd in de “gehandicapten”-sector:


- Timber/Artos: nieuw dagcentrum met 25 plaatsen (project reeds opgenomen in het vorige meerjarenplan 2008-2015);
- La Maison Bleue: nieuw residentieel verblijfscentrum met 20 plaatsen en dagcentrum met 10 plaatsen (project reeds opgenomen in het vorige meerjarenplan 2008-2015);
- Hermelien/Cap4Andy: 24 plaatsen in het kader van een goedkeuring als dienst om te helpen met de handelingen van het dagelijks leven;
- La Lune pour rêver: 5 plaatsen in het kader van een erkenning als begeleide woondienst (de plaatsen werden vroeger door de COCOF als initiatiefproject gesubsidieerd).



Er dient te worden opgemerkt dat voor de bejaardensector het doel van het meerjarenplan niet was om de capaciteit van bestaande rusthuizen uit te breiden, maar om de rusthuizen te moderniseren en het creëren van alternatieven voor het rusthuis te ondersteunen. Wat nu lopende is ...