Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de harmonisering van de OCMW's inzake terugbetalingen medische kosten.

Indiener(s)
Els Rochette
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 72)

 
Datum ontvangst: 17/02/2020 Datum publicatie: 04/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 29/04/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/03/2020 Verwijzing commissie Gezondheid en Bijstand aan personen p.m.
13/03/2020 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van de Verenigde vergadering
 
Vraag    Said kwam 's ochtends toe in de organisatie waar ik werkte, mankend en kermend van de pijn. Hij was al maanden actief bij een plaatselijke voetbalploegcafŽ en de avond ervoor blesseerde hij er zijn knie. Aangezien hij nog in een regularisatieprocedure zat, was hij genoodzaakt om zich in het systeem van de Dringende Medische Hulp in te schrijven. Een echt kafkaiaans proces startte op dat moment. Van 'Dokters van de Wereld', naar het OCMW en terug, van het OCMW naar het ziekenhuis voor ršntgenfoto's en terug, met attesten en paparassen, al dan niet met de juiste handtekening op de juiste plaats. Maanden later had Said nog steeds niet de juiste behandeling en had hij zelf reeds veel te veel geld uitgeven aan pijnstillers.

Vandaag, vier jaar later, is Said geregulariseerd, maar is zijn knieprobleem nog steeds niet van de baan.

Dergelijke verhalen zijn schering en inslag op het terrein. Een makkelijk te behandelen bronchitis, wordt na weken aanslepen een zware longontsteking. De voorbeelden zijn onuitputtelijk.

In januari van dit jaar werd een zeer interessant onderzoek gepubliceerd op de website van Brulocalis, over "de werkwijzen en het beleid van de Brusselse OCMW’s op het vlak van gezondheidszorg: naar een harmonisering?" CŽcile Daron, die het onderzoek uitvoerde, lichtte op 10 februari de onderzoeksresultaten toe op een publiek evenement van one.brussels. Ook 'Dokters van de Wereld' gaven er een uiteenzetting, die focuste op de noden die zij dagelijks vaststellen op het terrein.

Het onderzoek kwam er op vraag van verschillende partners waaronder de GGC, De Federatie van de OCMW's en andere partners, zoals 'Dokters Van De Wereld'.

Uit het onderzoek blijkt dat een goede harmonisatie naar boven toe, de enige oplossing is voor de vele problemen die hulpbehoevenden en hulpverleners vandaag op het terrein ondervinden.

Om tot harmonisatie te komen, moet er een strategie worden uitgewerkt. Gezien de structurele omstandigheden van de OCMW's, die mettertijd gegroeid zijn, is het noodzakelijk overeenstemming te bereiken over de modaliteiten van de toegang tot zorg (zoals de invoering van een gemeenschappelijke medische kaart voor de 19 OCMW's), in plaats van tijd te verliezen met werk dat bepaalt of het recht al dan niet geopend wordt. Een andere oplossing zou erin bestaan te focussen op het type begunstigden, om de toegang tot de zorg voor sommigen onder hen te vergemakkelijken (we kunnen denken aan begunstigden van een leefloon, daklozen, enz.), zonder dat dit ten koste gaat van mensen die net niet aan deze voorwaarden voldoen. OCMW’s kunnen ook gestimuleerd worden om op deze manier te werken.

Ik citeer uit de conclusie van het onderzoek
1 :

"Het is nu aan ons om het eens te worden over de essenti‘le oplossingen om te komen tot een harmonisatie van de praktijken. Als prioriteit kunnen we de volgende maatregelen opgeven:

- een uniform attest van Dringende Medische Hulp invoeren voor alle Brusselse OCMW's;

- gemeenschappelijke conventies afsluiten tussen OCMW's en huisartsen en tussen OCMW's en apothekers;

- identieke documenten (medische kaarten, gezondheidskaarten, betalingsverbintenissen of farmaceutische bonnen) voor alle OCMW's, die beschikbaar zijn op een website.

- de begunstigde toestaan om naar een erkende arts (RIZIV) in Brussel te gaan;

- het standaardiseren van de te betalen prijs per verpakking in de apotheek (idealiter is dit gratis).

- een conventie met privŽziekenhuizen opmaken met daarin de essenti‘le clausules die nodig zijn voor de tenlasteneming door het OCMW;

- het openstellen van MediPrima voor alle zorgaanbieders en -gebruikers."

Dit zijn heel duidelijke aanbevelingen, gebaseerd op een belangrijk kwalitatief, kwantitatief en onafhankelijk onderzoek.

Veel van de aanbevelingen komen ten goede van andere problemen die hier in de commissie Sociaal Beleid en Gezondheid regelmatig aan bod komen, zoals het al dan niet opnemen van rechten, de moeilijke toegang tot OCMW steun van daklozen, enz.

Ik heb voor u volgende vragen:

- Hebt u de onderzoeksresultaten reeds kunnen analyseren en wat zijn uw eerste indrukken?

- Hoe ziet u het verdere verloop van de implementatie van deze harmonisering?

- Welke acties plant u nog dit eerste jaar van de legislatuur, aangezien het probleem erg acuut is?

- Hoe ziet u de samenwerking hierin met de Federatie van de OCMW's? Momenteel zijn er op een team van 8 medewerkers, 4 openstaande posten. Het lijkt cruciaal om dat team zo snel mogelijk operationeel te krijgen, want de uitdagingen die de OCMW's te wachten staan, zijn zeer omvangrijk en tegelijk nodig om de kwaliteit van de hulpverlening en de werkomstandigheden van de sociaal assistenten te verbeteren.

- Wanneer zullen de openstaande functies ingevuld zijn? Loopt er reeds een selectieprocedure?

- Hoe ziet u de timing om de harmonisatie op gebied van medische kosten te realiseren?

- Wordt er naast de harmonisatie van de medische kosten ook werk gemaakt van andere harmonisaties? Ik denk bijvoorbeeld aan de inschakelingsbetrekkingen.

- Zijn er momenteel nog onderzoeken lopende die bijkomende informatie zullen verschaffen, die nuttig zijn om de harmonisering te realiseren?


1 “
Harmonisering van de praktijken en beleidsmaatregelen inzake gezondheidszorg van de 19 OCMW’s van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest” Cécile Daron. Sept 2019, via www.brulocalis.be
 
 
Antwoord    Om uw vragen over de harmonisatie van de praktijken van de OCMW’s inzake gezondheidszorg te beantwoorden, verwijs ik u naar het antwoord dat ik in januari 2020 in de Commissie Gezondheid en Bijstand aan Personen heb gegeven naar aanleiding van de interpellatie van mevrouw JAMOULLE:

"Het meerderheidsakkoord is van plan om verder te gaan in de richting van harmonisatie van de praktijken. We zijn vastbesloten om verder te gaan in deze richting. Sinds de vorige zittingsperiode stond het onderwerp zelfs op de agenda. Zoals u zich herinnert, werd door de vorige regering een studie aangevraagd en gefinancierd door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC).

[…] Voordat we de aandachtspunten uiteenzetten die we in mijn kabinet naar aanleiding van het onderzoek hebben vastgesteld, is het nuttig om de doelstellingen ervan even op te frissen. In de eerste plaats werd de balans opgemaakt van de praktijken en het beleid van de Brusselse OCMW's op het vlak van gezondheidszorg. De tweede was het benadrukken van de moeilijkheden die zich voordoen in concrete situaties, door middel van een participatieve aanpak op basis van de ervaring van de medewerkers van de OCMW's, gericht op het terrein en op de praktijk. Dit laatste om aan te tonen dat de autonomie van de OCMW's soms een belasting vormt voor de zogenaamde mobiele gebruikers, die van de ene naar de andere gemeente verhuizen, gezien de diversiteit aan zorgondersteuningssystemen van de ene gemeente tot de andere, in dit geval van het ene OCMW tot het andere.

Naar aanleiding van de resultaten van de enquête werden een aantal belangrijke elementen geïdentificeerd. De eerste is de unanieme wens van de spelers om de praktijken te harmoniseren, of het nu gaat om de OCMW's zelf, de artsen, de apothekers of de verenigingen. Dan is er nog het dringende verzoek om van bovenaf te harmoniseren, d.w.z. om zich aan te passen aan de praktijken die voor de gebruiker het voordeligst zijn en om deze te harmoniseren, en eventuele nadelige praktijken af te schaffen door gebrek aan coherentie, te hoge kost voor de gebruiker of afbraak van de huidige praktijken in bepaalde gemeenten.

Een ander element dat moet worden benadrukt, is het feit dat de harmonisatie van de praktijken niet het enige probleem is waar de OCMW's mee te maken hebben en dat dit gepaard gaat met twee andere belangrijke kwesties: administratieve vereenvoudiging, met name in de betrekkingen met de federale overheid, en meer in het algemeen de financiële middelen die de OCMW's ter beschikking staan. Uiteraard voorzien de Brusselse gemeenten de OCMW's van een aanzienlijke financiering. De gemeenten met de meest precaire bevolking zijn echter de gemeenten die de hoogste overheidsbudgetten moeten gebruiken. We zien dus een duidelijke vorm van solidariteit in omgekeerde richting.

We hebben ook interessante voorstellen opgemerkt zoals:

- de invoering van een uniform certificaat voor dringende medische bijstand voor alle Brusselse OCMW's;
- de uitwerking van gemeenschappelijke overeenkomsten tussen de OCMW's en de huisartsen enerzijds en tussen de OCMW's en de apothekers anderzijds, om voor alle OCMW's van het Gewest hetzelfde type overeenkomst te hebben;
- het opstellen van documenten die identiek zijn aan alle OCMW's: medische kaarten, gezondheidskaarten, vorderingsformulieren en farmaceutische cheques. Deze documenten zouden op het internet beschikbaar worden gesteld. Momenteel verschillen de praktijken en documenten van het ene OCMW tot het andere;
- de begunstigde in staat stellen zich te wenden tot elke door het Nationaal Instituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering in Brussel (Inami) geconventioneerde arts en niet alleen, zoals nu vaak het geval is, tot een arts die op een lijst staat die beperkt is tot de gemeente zelf;
- het opstellen van een overeenkomst met privé-ziekenhuizen waarin de clausules zijn opgenomen die essentieel zijn voor de zorgverlening door het OCMW. Dit zou het publiek toegang geven tot het hele gamma van ziekenhuizen in Brussel en niet alleen tot een "selectie";”

(Parl. doc. VVGC, Commissie Gezondheid en Bijstand aan Personen, vergadering van donderdag 9 januari 2020, pp. 17 en volgende (VERTALING)).


Sinds deze interpellatie hebben we gewerkt aan het afronden van een project rond acties op dit gebied. Dit project moest begin maart besproken worden met de Federatie van OCMW’s. De huidige crisis heeft onze agenda's enigszins verstoord. We zijn van plan dit werk zo snel mogelijk voort te zetten.