Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de situatie ingevolge de COVID-19-crisis in de Brusselse ziekenhuizen.

Indiener(s)
Gladys Kazadi
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 95)

 
Datum ontvangst: 02/04/2020 Datum publicatie: 19/05/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 14/05/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
10/04/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Het is duidelijk dat de huidige situatie uiterst ernstig is wat de gezondheid betreft, temeer omdat ze ernstige menselijke en sociale gevolgen heeft voor alle inwoners van Brussel.

De situatie is uiteraard bijzonder moeilijk in de verschillende ziekenhuizen van het Gewest. Ze beginnen verzadigd te raken, en bedden op de intensive care worden zeldzaam.

Verschillende ziekenhuizen hebben een oproep gedaan voor donaties om medische apparatuur aan te schaffen. Zo werd meer dan vier miljoen euro ingezameld in het kader van de campagne die het UMC Sint-Pieter op 18 maart lanceerde voor de financiering van 10 beademingsapparaten die elk bijna 50.000 euro kosten.

Uiteraard moet alles in het werk worden gesteld om het verplegend personeel en de patiënten te ondersteunen.

Op vrijdag 3 april 2020 telde België 1.143 sterfgevallen ingevolge een infectie met het coronavirus en was 55% van de bedden op de intensive care bezet.

Daarom wens ik u op 6 april 2020 de volgende vragen te stellen:

- Wat zijn de laatste cijfers die u ons tot nu toe kunt geven over mensen met COVID-19 in de Brusselse ziekenhuizen, mensen die vermoedelijk besmet zijn met COVID-19, mensen in de ICU's en mensen op beademingsapparatuur?

- Hoeveel bedden met beademingsapparatuur zijn nog beschikbaar? Hoe staat het met de bedden in de ICU?

- Verloopt de organisatie van de transfer van patiënten via een WhatsApp groep tussen de verschillende instellingen optimaal?

- Wat is de situatie in de psychiatrische ziekenhuizen in het Gewest? Heeft u een toename geconstateerd van het aantal opnames als gevolg van de epidemie? Hoe kan een potentiële toename van het aantal patiënten worden beheerd zonder het virus in deze verschillende psychiatrische ziekenhuizen binnen te brengen?

- Wat betreft de veiligheidsuitrusting: welk type uitrusting werd verdeeld, in welke hoeveelheid, door wie (federaal en/of Gewest) en volgens welke procedure? Welke tekorten moeten nog zo snel mogelijk worden verholpen? Hebt u nog andere bestellingen in gang gezet? Zo ja, wanneer worden ze dan geleverd?

- Hoe worden de contacten en uitwisseling van informatie tussen de Brusselse ziekenhuizen en uw kabinet/administratie georganiseerd?

- Hoeveel leden van het verplegend personeel zijn besmet met COVID-19 in het Brussels Gewest? Hoeveel zijn vermoedelijk besmet? Hoeveel zijn er in quarantaine geplaatst naar aanleiding van een vermoeden van COVID-19?

- Wat is het ziekteverzuimpercentage van het verplegend personeel in elk van deze ziekenhuizen? Hoeveel vrijwilligers werken er momenteel in de Brusselse ziekenhuizen?

- Wat wordt gedaan om het personeel in de gezondheidszorg te begeleiden en passende psychologische steun te bieden?

- Hoe zit het met een mogelijk dreigend tekort aan medicijnen (spierverslappers, kalmeringsmiddelen of pijnstillers)?

- Tot slot, hoeveel dove en slechthorende mensen werden in de Brusselse ziekenhuizen opgenomen? Met welke steun? Heeft u transparante maskers besteld voor deze mensen?
 
 
Antwoord    Wanneer u dit antwoord leest, moet u zich ervan bewust zijn dat tussen het moment dat u uw vragen heeft gesteld en wij de nodige informatie bij de betrokken administraties hebben opgevraagd, en het moment dat de door ons ontvangen informatie werd omgezet in dit schriftelijk antwoord, veel elementen van deze momentopname waarschijnlijk al aanzienlijk zullen zijn veranderd.


1.
Op 26/04, waren er in de Brusselse ziekenhuizen: 669 patiënten die werden opgenomen met een COVID-besmetting (en 272 vermoedelijke gevallen) en 156 patiënten die werden opgenomen op de intensive care met een COVID-besmetting (en 26 vermoedelijke gevallen) waaronder 108 patiënten die moesten worden behandeld via een beademingstoestel (en 12 vermoedelijke gevallen).

Op 26/04 waren er nog 83 ICU-bedden en 160 beademingstoestellen beschikbaar.

We zijn niet op de hoogte van het bestaan van een systeem voor de regulatie of overbrenging van patiënten via WhatsApp.

De regulatie van patiënten in crisistijden wordt verzekerd door de 112-dienst die onder toezicht staat van de FOD Volksgezondheid.


2.
In crisistijden valt de organisatie van alle ziekenhuizen onder de bevoegdheid van de federale overheid, en wij hebben dan ook niet veel gedetailleerde informatie over wat er daar precies gebeurt, behalve dan dat er geen COVID-units in deze ziekenhuizen aanwezig zijn.

We hebben geen exact en gedetailleerd zicht op het materiaal dat door de federale overheid wordt geleverd aan de ziekenhuizen in Brussel, dus niet aan de psychiatrische ziekenhuizen.

We werden echter wel op de hoogte gebracht van bepaalde situaties waarin gewag werd gemaakt van een gebrek aan materiaal - en met name aan maskers - in deze sector, en we hebben deze bezorgdheid regelmatig gemeld aan de RMG.

Daarnaast, hebben we eind maart een psychiatrisch ziekenhuis uit de nood geholpen door chirurgische maskers te leveren in afwachting van een levering door de federale overheid.

Al deze ziekenhuizen hebben een ziekenhuishygiëneteam of een samenwerking met een ziekenhuishygiëneteam in een algemeen ziekenhuis, en deze hebben aanbevelingen gedaan aan hun personeel over het beheer van de mogelijke overdracht van besmettingen, het isolement, de cohortering, enz.

Tot nu toe lijken de genomen maatregelen correct en de situatie onder controle te zijn.


3.
We hebben geen exact en gedetailleerd zicht op het materiaal dat door de federale overheid aan de ziekenhuizen in Brussel wordt geleverd omdat dit volledig onder de controle van de federale overheid staat. En we houden ons niet bezig met de bestellingen voor ziekenhuizen.

We onderhouden regelmatige contacten met de vertegenwoordigers van de ziekenhuisfederaties en we maken melding van hun bezorgdheid tijdens de vergaderingen met de federale overheid waar materiaalgerelateerde aangelegenheden worden besproken (RMG en andere).


4.
Ik benadruk nogmaals dat we de ziekenhuissector, die onder de bevoegdheid van de federale overheid valt en waarover we geen informatie hebben, moeten onderscheiden van de ROB-RVT-sector, die volledig onder onze bevoegdheid valt.
Op 26/04, waren er in de ROB-RVT’s sinds het begin van de crisis 1666 zorgverleners met een (vermoedelijke) COVID-besmetting (aangezien de federale overheid er niet mee heeft ingestemd om vanaf het begin iedereen te laten testen, zijn wij verplicht om het personeel met een bewezen COVID-besmetting en het personeel met een vermoedelijke COVID-besmetting bij elkaar op te tellen), waarbij er op 26/04 nog 800 van deze zorgverleners met symptomen kampten.

Bij gebrek aan testen, werden al deze personeelsleden in "quarantaine" geplaatst (gedurende 2 weken) zodra de eerste symptomen werden aangegeven.

Er is ook niet-verzorgend personeel dat afwezig is wegens ziekte (zonder te weten of dit te wijten is aan COVID of aan andere redenen) waardoor er in het totaal op 26/04 1169 personeelsleden afwezig waren, wat overeenkomt met een ziekteverzuim van 12,7%.


5.
Deze informatie evolueert sterk.

Zo waren er in de week van 06/04 tot 16/04 bijvoorbeeld problemen met de levering van Propofol® en was het in de week van 24/04 eerder de levering van Midazolam® die voor problemen heeft gezorgd (minder dan 3 dagen reserve).

De federale overheid groepeert systematisch de voorraden, verdeelt ze van ambtswege in functie van de behoeften en doet een beroep op actoren, leveranciers en de farmaceutische sector om de levering te verzekeren.

Dit betreft dus ook een onderdeel van de crisis dat onder de bevoegdheid van de federale overheid valt, ook al kan dit gevolgen hebben voor onze instellingen. Om bepaalde problemen te vermijden, heeft de federale overheid opdracht gegeven tot wijziging van de FAGG-wetgeving die huisartsen, die instaan voor de coördinatie van de ROB-RVT’s, in staat stelt hun voorraad van dit soort geneesmiddelen te verdubbelen.


6.
Het feit dat een persoon doof of slechthorend is, wordt – net als vele andere parameters - uiteraard niet opgenomen in de gebruikelijke of COVID-gerelateerde statistieken.

We hebben de ziekenhuizen ondervraagd en zeer onvolledige antwoorden ontvangen: 15 personen met deze handicap lijken te zijn opgenomen, maar voor slechts één persoon toonde deze informatie een duidelijk verband met COVID aan - en juist voor deze persoon wist de instelling ons te melden dat zij transparante chirurgische maskers had besteld.