Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het taalrappot 2019 van de vice-gouverneur.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 147)

 
Datum ontvangst: 19/06/2020 Datum publicatie: 02/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 22/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
22/06/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Naar jaarlijkse gewoonte stuurt de vice-gouverneur het taalrapport in juni naar de regering. Uit het rapport van de vicegouverneur zal blijken dat er helaas nog steeds benoemingen gebeuren in de lokale besturen en OCMW’s die tegen de taalwetgeving indruisen. 

Het blijft voor Nederlandstaligen niet altijd gemakkelijk om zich in zijn of haar moedertaal te kunnen uitdrukken bij het gemeentebestuur. Hoewel ik uiteraard de bevoegdheid en de plannen rond "Meertaligheid" van deze regering lovenswaardig vind en volledig steun, moet eerst en vooral gewoon de wetgeving nageleefd te moeten worden door het openbaar bestuur en dat lijkt me nog altijd even goed te lukken.
Daarom wil ik de huidige College blijven aanmoedigen om initiatieven te nemen die de OCMW’s aansporen om hun personeel taalopleidingen te laten volgen. 

Daarom heb ik de volgende vragen:

Kunt u de voornaamste conclusies en bevindingen overlopen en vergelijken met het vorige taalrapport? Hoe evalueert u het taalrapport voor 2019? 

Hoe neemt u deze bevindingen mee in uw beleid naar de OCMW’s om hen te wijzen op hun verplichtingen inzake de taalwetgeving? Welke maatregelen hebt u sedert de nieuwe legislatuur genomen om de taalwetgeving op dat niveau te respecteren?

Hebt u reeds een overleg gehad met de OCMW-voorzitters over deze problematiek, bijvoorbeeld in het kader van jullie periodieke ontmoetingen?

Hebt u concrete maatregelen of stappen genomen naar bepaalde OCMW’s om hen terecht te wijzen dat ze hun benoemingen niet volgens de wetgeving is verlopen? Hebt u ook contact genomen met de OCMW’s die geen cijfers doorgeven om hen aan te sporen het nodige te doen? Hoeveel keer hebt u een sanctie opgelegd terzake?

In hoeverre betrekt u hierbij Brulocalis om OCMW’s aan te moedigen om de taalwetgeving scrupuleus na te leven?

Beschikt u over cijfers van het aantal OCMW-ambtenaren een taalexamen hebben afgelegd? Hoeveel hiervan zijn geslaagd in hun taalproef? Hoe evolueren deze beide gegevens?

Bevestigt u dat het College de OCMW-besturen op dit vlak blijvend zal aanmoedigen en bijstaan om taalopleidingen aan te bieden en het personeel aan te sporen taalexamens af te leggen? Welke acties wilt u daartoe in het leven roepen? 
 
 
Antwoord    Het behoort tot de opdracht van de vicegouverneur om, in het kader van het specifiek administratief toezicht, de beslissingen die de lokale besturen nemen met betrekking tot hun personeel, te toetsen aan de taalwetgeving. Dit specifiek administratief toezicht is dus strikt beperkt tot de controle van de taalwetgeving.

In het algemeen worden de lokale besturen, en dus ook de OCMW’s, geconfronteerd met een sociologische werkelijkheid waarbij er op de arbeidsmarkt onvoldoende kandidaten voorhanden zijn die over de nodige taalbrevetten beschikken.


Ondanks deze realiteit spreekt het voor zich dat alle middelen moeten worden ingezet om de naleving van de taalwetgeving te waarborgen. We sluiten ons dus aan bij de conclusie van de Vice-Gouverneur: het naleven van de taalwet blijft een uitdaging Daarom zullen we erop toezien dat deze kwestie wordt opgenomen in de besprekingen die we met Brussels Plaatselijke Besturen hebben aangeknoopt met het oog op de evaluatie van onze samenwerkingsovereenkomst en de verduidelijking van de respectieve opdrachten van de Diensten van het Verenigd College en Brussel Plaatselijke Besturen.