Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de manier waarop nieuwe (lokale) uitbraken van het coronavirus aangepakt worden.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 157)

 
Datum ontvangst: 07/07/2020 Datum publicatie: 02/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 17/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
08/07/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Nu de eerste coronagolf achter ons ligt en we stilaan opnieuw de draad oppikken, is het van essentieel belang om voldoende voorbereid te zijn wanneer het virus opnieuw dreigt toe te slaan. Het is voorlopig nog niet duidelijk of het tot een tweede grote golf zal komen, of eerder om lokale uitbraken zal gaan.

Dezer dagen wordt daartoe vooral de situatie in China nauwlettend in het oog gehouden, aangezien de laatste weken opnieuw enkele besmettingshaarden werden gedetecteerd in en rond Peking. De nieuwste ontwikkelingen in China laten nog eens goed zien dat corona zich gedraagt als een pop-upvirus dat zonder inzet van de brandblusser snel een uitslaand vuur wordt.

Om het virus aan de ketting te kunnen houden, neemt Sciensano het beheer van een knipperlichtsysteem op zich. Het licht springt op oranje als er in de voorbije zeven dagen meer dan 20 besmettingen per 100.000 inwoners zijn in een gemeente. Als daarna blijkt dat het aantal besmettingen zeven dagen op rij gestegen is, wordt dat code rood. De exacte maatregelen die vervolgens ondernomen moeten worden – het sluiten van publieke plekken of het overgaan tot een volledige lockdown – zullen vooral lokale materie worden, waarbij afhankelijk van de situatie op maat gewerkt kan worden, samen met de burgemeesters, politiediensten en gezondheidswerkers.

Daarover werd in de media onder meer het volgende bericht: “De cockpit van het coronamanagement komt te liggen bij een nieuwe regionale structuur. Vlaanderen en Brussel bestaan vanaf 1 juli uit 60 clusters, met daarin telkens de belangrijkste lokale zorgspelers. Het gaat om een hervorming die lang voor corona is doorgevoerd, maar die nieuwe lokale draaischijven krijgen wel extra middelen en mensen voor de strijd tegen corona. En er komen 15 mobiele teams van telkens drie man die snelle respons doen bij een event van superverspreiding, snelle brandweer dus om besmette personen en hun contacten op te sporen en in quarantaine te zetten. De bedoeling is dat er ook uitbraakplannen komen voor elke gesloten instelling - van rusthuis tot psychiatrische kliniek. Vanaf het najaar is de bedoeling een traceerapp als extra wapen aan het arsenaal toe te voegen.”

Dat de verschillende Gewesten maximaal zullen samenwerken wat betreft die traceerapp, werd ook al eerder bevestigd. Een samenwerkingsakkoord tussen de regio’s staat in de steigers, net als een juridisch kader op federaal niveau. Nadat bekend raakte dat de Vlaamse administratie aan een bestek werkt waarop bedrijven kunnen intekenen voor de uitbouw van een dergelijke app, reageerde het kabinet van Vlaams Minister van Welzijn al dat ‘Wallonië en Brussel zeker dezelfde technologie zullen kiezen als de Vlaamse.’

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Heeft u reeds contact gehad met Sciensano omtrent de samenwerking die bij dit knipperlichtsysteem gehanteerd zal worden? Welk structureel overleg vindt hieromtrent plaats?

- Kan u in het bijzonder de opmaak en structuur van de Brusselse clusters duiden? Op welke manier zijn deze georganiseerd?

- Kan u nader toelichten hoe de vernoemde mobiele teams in Brussel zullen opereren? Zullen deze ressorteren onder de diensten van de GGC?

- In hoeverre zijn er reeds uitbraakplannen voor de gesloten instellingen opgemaakt? Wanneer voorziet u deze oefening te kunnen afronden?

- Kan u duiden hoe de GGC betrokken is bij de ontwikkeling van een traceerapp, die een belangrijke rol zal vervullen bij het opvolgen van nieuwe opflakkeringen van het coronavirus?

- Bevestigt u dat er overeenstemming is tussen de deelstaten om dezelfde technologieën te gebruiken om zo tot een uniforme aanpak te komen? Kan u duiden in hoeverre het genoemde samenwerkingsakkoord reeds vorm heeft gekregen en wat de volgende te nemen stappen daaromtrent zijn?
 
 
Antwoord    1.
We hebben 1 à 2 maal per week hierover overleg, en hebben ook meegewerkt aan het uitwerken van het knipperlichtsysteem. De bedoeling is onder andere om samen na te denken over hoe we omgaan wanneer er zo een alert binnen komt naar de verschillende niveaus toe. De werkgroep gaat de komende maanden de afgesproken procedures verder uittesten en verfijnen.
2.
Het Brussels Gewest is theoretisch gesproken opgedeeld in 4 geografische clusters die verdeeld zijn over het noorden, het zuiden, het westen en het oosten.
Bij uitbraken, treden de Outbreak Support Teams (OST) bij voorkeur op in hun geografisch gebied. In de praktijk zal het centraal OST van de DVC als eerste tussenkomen. Extra OST's worden op pad gestuurd wanneer het aantal uitbraken de capaciteit van het belangrijkste OST overschrijdt. Dit is momenteel niet het geval. De lokale OST's worden nog verder opgericht.
3.
Mobiele teams zijn bedoeld om ontbrekend personeel in het veld te vervangen. Zij vallen dus onder de verantwoordelijkheid van elke sector, en dus van de Iriscare voor ouderenzorg.


Hun rol verschilt van die van de OST's (uitbraakondersteunende teams) waarmee zij in nauwe samenwerking zullen werken.

De regio Brussel zal werken met 4 outbreak support teams (OST), die al dan niet binnen de GCC vallen, maar zeker door de gezondheidsinspectiedienst gecoördineerd worden.

We zien een 3-trapsrakket als systeem:

Een eerste OST binnen de gezondheidsinspectiedienst, die de eerste gevallen opvolgt. Het gaat hier vnl om het detecteren van clusters, actie ondernemen, en de actoren op het terrein bijstaan in de coördinatie van de uitvoering ervan. Voor de fysieke ondersteuning op het terrein rekenen we eerst op de collectiviteiten (die versterkt worden) / gemeentes en vervolgens hun bevoegde sectoren, vooraleer we zelf op het terrein gaan. De personen van deze OST worden zo snel mogelijk gerekruteerd; een OST bestaat uit een parttime arts, 1 paramedisch en 1 ondersteunend persoon.


Bij meerdere gevallen worden 3 supplementaire OSTs geactiveerd via partnership. Deze worden in gecoördineerd door de gezondheidsinspectiedienst. In afwachting van definitieve partnerships proberen we op korte termijn een aantal afspraken te maken voor noodsituaties
Bij grote uitbraken wensen we lokale medici en paramedici te activeren, waarvoor we passieve partnerships zullen opzetten naar de toekomst toe.
Er is een goede operationele samenwerking met Vlaanderen, waarbij de idee is om de teams aan elkaar ter beschikking te stellen.

4.
Voor de WZC is er op 10/7 een aanpak voor de 2e fase opgestuurd; hierbij wordt in 2 fases gewerkt: 31/7 en 15/9, om de uitbraakplannen op te maken. Nu komen de andere sectoren aan de beurt, waar een update van de plannen nodig is.


Afronding wordt hier tegen begin september verwacht op sectorniveau.

Het kwalitatief uitrollen per instelling zal afhangen van collectiviteit tot collectiviteit. Een opleidingsprogramma voor de WZC wordt voorzien, maar zal ook tijd in beslag nemen.


5.
De GGC is lid van het Interfederaal Comité Testing & Tracing, dat via SMALS een overheidsopdracht heeft uitgewerkt voor de ontwikkeling van de APP.
De GGC neemt deel aan de verschillende werkgroepen die de ontwikkeling van de applicatie opvolgen.

6.
Ja, de app en de onderliggende technologie zal dezelfde zijn voor alle deelstaten.
7.
Het voorontwerp van ordonnantie houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde regionale overheden of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die (vermoedelijk) met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano werd op 2 juli in eerste lezing door het Verenigd College goedgekeurd. Het werd vervolgens voor advies aan de afdeling wetgeving van de Raad van State en voor dringend advies aan de Gegevensbeschermingsautoriteit voorgelegd. Het ontwerp van ordonnantie zal vervolgens aan de Verenigde Vergadering voorgesteld worden.