Schriftelijke vraag betreffende de financiële situatie van de rusthuizen en woonzorgcentra in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
- Indiener(s)
- Bianca Debaets
- aan
- Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 158)
| Datum ontvangst: 07/07/2020 | Datum publicatie: 10/09/2020 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 19/20 | Datum antwoord: 08/09/2020 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 09/07/2020 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | De coronacrisis heeft reeds diepe sporen nagelaten in alle lagen en domeinen van onze samenleving. Vooral in rusthuizen en woonzorgcentra was de impact enorm, gezien de vele sterfgevallen die er te betreuren waren en het feit dat bewoners maandenlang noodgedwongen afgesneden werden van fysiek sociaal contact. Hoewel het gezondheidsaspect van deze crisis zich inmiddels gelukkig gestabiliseerd heeft, blijven de rusthuizen en woonzorgcentra zelf achter met een financiële kater. Gezien de vele sterfgevallen zijn er immers erg veel inkomsten weggevallen, terwijl nieuwe bewoners aantrekken moeilijker geworden is. Femarbel, de Belgische federatie van private rusthuizen, uitte daaromtrent reeds haar bezorgdheid omtrent de financiële situatie van deze instellingen en vreest dat er verschillende faillissementen zouden kunnen vallen in de sector. Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel: - Hebt u reeds zicht op de impact van de coronacrisis op de financiële situatie van de rusthuizen en woonzorgcentra in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Waren er rusthuizen of woonzorgcentra die reeds voor de uitbraak van deze crisis aangaven in financiële moeilijkheden te verkeren? Zo ja, welke instellingen waren dit en welke maatregelen werden er vanuit de GGC ondernomen om hen te ondersteunen? Hoeveel rusthuizen of woonzorgcentra geven momenteel aan in financiële moeilijkheden te verkeren? - Op welke manier heeft u reeds onderzocht of en hoe er steunmaatregelen uitgewerkt kunnen worden voor rusthuizen en woonzorgcentra teneinde mogelijke faillissementen te kunnen vermijden? Welke middelen voorziet u hiertoe? - Op welke manier pleegt u sinds de uitbraak van de coronacrisis structureel overleg met de sector om hen te ondersteunen tijdens en na deze uitzonderlijke tijden? Welke bezorgdheden werden daarbij opgemerkt en op welke manier werd het beleid daaraan aangepast? - Hebt u zicht op de huidige bezettingsgraad van de rusthuizen en woonzorgcentra in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (zowel algemeen als opgesplitst per instelling)? Hoe is deze bezettingsgraad de afgelopen maanden geëvolueerd? Zijn er instellingen die reeds hebben laten weten dat de huidige bezettingsgraad niet houdbaar is op lange termijn? Zo ja, over welke instellingen gaat het en welke maatregelen worden daaromtrent ondernomen? |
| Antwoord | Begin juni hebben we aan de voorzieningen gevraagd om mee te delen of ze cashflowproblemen hadden, samen met een concrete numerieke inschatting van de problemen. Uit de antwoorden op die mail bleek dat vier voorzieningen dergelijke problemen hadden. Het Verenigd College heeft op 26 maart beslist enerzijds de financiering van de rusthuizen en woonzorgcentra op het niveau van het laatste trimester 2019 te houden. Daartoe wordt dus voor het tweede trimester 2020, het verschil aan financiering berekend tussen het tweede trimester 2020 en het laatste trimester. Dit verschil wordt hen uitgekeerd via een facultatieve subsidie in de loop van de maand september. Eenzelfde vergelijking zal gebeuren voor het derde trimester 2020. Verder werd op 26 maart beslist om aan de rusthuizen en woonzorgcentra een facultatieve subsidie van 250 euro per bezet bed in het laatste trimester 2019 toe te kennen voor de dekking van extra kosten aan materiaal en personeel etc. Hiervoor werd een budget van 3.250.000 euro voorzien. Daarnaast werd op 23 april door het Verenigd College door te gaan met de wekelijkse leveringen aan beschermingsmateriaal aan de rusthuizen en woonzorgcentra en ook de andere zorginstellingen van de Iriscare, de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie. Eind juni hadden ze beschermingsmateriaal ontvangen voor een totaal budget van 3,3 miljoen euro. Op 9 juli heeft het Verenigd College beslist hen een facultatieve subsidie tot te kennen voor de compensatie van het verlies aan betaalde dagprijzen door de bewoners. Het verschil aan gefactureerde dagen tussen het laatste trimester 2019 e het tweede trimester 2020 wordt bepaald en vermenigvuldigd met 60 euro en dit op voorwaarde dat het personeelsbestand gelijk blijft tot eind 2020 in vergelijking tot het eerste trimester 2020. Tijdens het hoogtepunt van de crisis werden er wekelijks vergaderingen belegd met de federaties van rusthuizen (Femarbel, Brulocalis en GIBBIS), enerzijds, en met de vertegenwoordigers van de vakbonden, anderzijds. Tijdens deze vergaderingen, hebben we de inhoud van de verschillende circulaires verfijnd, de toestand van de epidemie geanalyseerd en samen nagedacht over de versterking of versoepeling van de maatregelen. Er werden minder vergaderingen georganiseerd naarmate de crisis minder intens werd. Het aantal vergaderingen zou de komende weken en maanden opnieuw kunnen worden uitgebreid als dat nodig blijkt. Momenteel hebben 81 van de 136 rusthuizen en woonzorgcentra hun facturatiegegevens tot en met juni ingediend. De anderen hebben nog tot en met 17 juli de tijd om de gegevens aan te leveren. Indien de voorzieningen hun gegevens tijdig aanleveren, zullen we in de week van 20 juni de evolutie van de bezettingsgraden kunnen berekenen. We merken op dat we die gegevens nog niet hebben kunnen controleren met de documenten N. Naast de CDV (bezetting 0%) zijn er bij mijn weten geen instellingen die hebben laten weten dat hun bezettingsgraad onhoudbaar is op lange termijn. Ik heb ook geen weet van maatregelen die daaromtrent genomen werden. Sinds 15 mei zijn opnieuw nieuwe bewoners toegelaten in de rusthuizen en woonzorgcentra. |