Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de ondersteuning en opvolging van ex-gedetineerden vanuit de GGC.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 165)

 
Datum ontvangst: 07/07/2020 Datum publicatie: 10/09/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 02/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
15/07/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Recent mocht ik Mevr. Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris bevoegd voor Huisvesting, reeds ondervragen omtrent de maatschappelijke re-integratie van gevangenen middels huisvesting (cf. SV nr. 186).

Ondanks het uitgebreide antwoord dat ik mocht ontvangen, werd voor enkele punten echter specifiek verwezen naar Minister Maron in ‘zijn’ bevoegdheid omtrent Bijstand aan Personen. Ik stel deze uiteraard aan de beide bevoegde Collegeleden.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel, uiteraard aan beide Collegeleden:

- Kunt u een overzicht overmaken van de maatregelen sinds a) het begin van de legislatuur en b) sinds de coronacrisis wat betreft de maatschappelijke re-integratie van gevangenen in het kader van uw bevoegdheden? In hoeverre zijn deze maatregelen terug te brengen tot het regeerakkoord? Welk budget vertegenwoordigen deze maatregelen?

- Kunt u een overzicht maken van projecten van middenveldorganisaties om dakloosheid onder deze personen aan het einde van hun detentie te voorkomen, nu reeds ondersteund worden door de GGC en voor welk bedrag? Op welke manier volgt u de werking van betrokken organisaties zoals La Source, Ilot en vzw Rizome verder op met betrekking tot dit onderwerp? Op welke manier worden zij mee betrokken in het bredere beleid hieromtrent?

- Op welke manier is er al rond deze problematiek overleg en afstemming gepleegd met de Brusselse en de federale Regering en de gemeenschapsregeringen? Zijn daaruit gemeenschappelijke initiatieven voortgekomen?

- Op welke manier voert u overleg met het federale niveau en het gevangeniswezen teneinde zo hieromtrent een coherent beleid en breed gedragen initiatieven te kunnen ontwikkelen?

- Op welke manier voert u overleg met de verschillende andere betrokken actoren, zowel institutioneel als middenveldorganisaties (armoedeverenigingen, BBROW, SVK’s, OVM’s, OCMW’s …)?

- Hebt u cijfers omtrent het aantal (ex-)gedetineerden die momenteel op een huisvestingswachtlijst staan bij de SVK’s, OVM’s en OCMW’s? Hoeveel gedetineerden werden via deze kanalen voorzien van een huisvestingsoplossing tijdens 2019? Welke evolutie kan u duiden in deze cijfers ten opzichte van het jaar voordien? In hoeverre worden zij begeleid door deze organisaties voor een aanvraag, zelfs in de periode voor hun vrijlating?
 
 
Antwoord    Wat betreft uw eerste vraag over de maatregelen die sinds het begin van de legislatuur en sinds de Corona-crisis werden genomen met betrekking tot de sociale re-integratie van gedetineerden, kan ik u het volgende meedelen.

Tot op heden, worden alle structureel ondersteunde projecten nog steeds door GGC gesubsidieerd.

Dit zijn, enerzijds, de diensten voor justitieel welzijnswerk, die organiek worden gesubsidieerd door de GGC, en, anderzijds, specifieke projecten die op facultatieve basis worden gefinancierd.

De algemene uitgavenbegroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voorziet in 2020 in 943 000 EUR om deze diensten en aanverwante projecten te ondersteunen.

De Covid-crisis heeft natuurlijk ook gevolgen gehad voor de werking van deze diensten.

Zo hebben de diensten die actief zijn binnen de Brusselse gevangenissen gezamenlijk besloten om tijdens het begin van de crisis niet naar de gevangenis te gaan, voornamelijk om gezondheidsredenen.

Sinds 4 mei, staan de diensten opnieuw in voor de individuele begeleiding van de gedetineerden en sinds 20 mei werden ook de collectieve activiteiten hervat.

Wat betreft uw tweede vraag over de projecten die door VZW’s worden uitgevoerd om te voorkomen dat deze personen op het einde van hun detentie dakloos worden, kan ik u het volgende meedelen.

De VZW Rizome is momenteel de enige organisatie die door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie wordt gesubsidieerd en die zich specifiek bezighoudt met de huisvesting van personen die de gevangenis verlaten.

Het project heeft tot doel passende oplossingen te vinden voor de huisvestingsproblemen van personen die de gevangenis verlaten.

In eerste instantie worden deze personen bij hun vrijlating gehuisvest in twee transithuizen om hen het nodige kader te bieden voor hun sociaal-administratieve en socio-professionele re-integratie.

De begeleiding van de dienst evolueert dan naar het zoeken naar permanente huisvesting die beantwoordt aan de behoeften van de persoon om hem of haar de nodige stabiliteit te bieden.

De VZW begeleidt de persoon op sociaal, juridisch en administratief vlak om de verhuizing naar de nieuwe woonst zoveel mogelijk te vergemakkelijken.

Voor dit specifieke project ontvangt de VZW, naast de organieke subsidie van deze dienst voor justitieel welzijnswerk, een subsidie van 165.000 euro.

De facultatieve subsidie van Rizome in het kader van haar huisvestingsproject voor ex-gedetineerden werd in 2019 met 45.000 euro verhoogd zodat zij haar activiteiten kan uitbreiden naar ex-gedetineerden.

De VZW "la Source" richtte zich bij haar oprichting vooral op jonge ex-gedetineerden.

Sindsdien heeft zij haar activiteiten uitgebreid naar een breder publiek.

In 2020 krijgt de VZW een subsidie van 225.804 euro voor haar dagcentrum voor daklozen.

Hoewel de activiteiten van de VZW "L'Ilot" gericht zijn op een breder publiek dan ex-gedetineerden in het kader van huisvestingskwesties, biedt L'Ilot tijdelijk onderdak aan personen die uit de gevangenis werden vrijgelaten, met penitentiair verlof zijn of onder elektronisch toezicht staan.

In het kader van haar thuisbegeleidingsdienst "S.A.C.A.D.O." richt de VZW zich onder meer op de integratie van personen door middel van huisvesting.

In 2019, ontving l'Ilot een facultatieve subsidie van 125.000 euro voor haar "Capteur et créateur de logement"-project.

De subsidie voor dit project in 2020 wordt nog gevalideerd.

In 2020 ontving de VZW een subsidie van 212.810,23 euro voor de thuisbegeleidingsdienst.

Wat betreft uw derde en vierde vraag in verband met de coördinatie tussen het Gewest, de federale overheid en de gemeenschappen ter zake, is er geen specifieke coördinatie over het thema van de post-detentie-huisvesting, maar de administraties en de kabinetten van de gefedereerde entiteiten en de federale overheid komen elke maand samen in het kader van het overlegcomité en kunnen in dit kader de problematiek van de huisvesting na vrijlating uit de gevangenis aan de orde stellen.

Wat uw laatste vraag betreft, zijn de sociale huisvestingsmaatschappijen of sociale woningbureaus diensten die onder de bevoegdheid “huisvesting” van mevrouw Nawal Ben Amou vallen.

Als u cijfers over dit onderwerp wilt krijgen, stel ik voor dat u contact met haar opneemt.

Met betrekking tot de cijfers over het aantal ex-gedetineerden op de wachtlijst voor het verkrijgen van een sociale woning die toebehoort aan de OCMW's of afhankelijk is van gemeenten of sociale woningbureaus, moet worden opgemerkt dat deze informatie niet kan worden verstrekt: alle OCMW's hebben niet sociale woningen en maken ze niet altijd gebruik van sociale woningbureaus.

Deze opmerking geldt ook voor de sociale huisvestingsmaatschappijen waarmee de OCMW's samenwerken.

Het OCMW is verplicht om elke aanvraag te behandelen, maar de achtergrond van de persoon wordt niet vermeld.