Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende criteria voor de Covid-19-tests.

Indiener(s)
Céline Fremault
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 175)

 
Datum ontvangst: 07/08/2020 Datum publicatie: 07/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 18/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
11/08/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op donderdag 6 augustus hebben we in de regionale kranten gelezen dat een vrouw uit Brussel die in contact was geweest met een persoon die enkele dagen later positief (maar zonder symptomen) werd getest op Covid-19, geen Covid-19-test kreeg van de dienstdoende arts van haar gemeente in Sint‑Gillis, omdat ze niet beschouwd werd als een risicocontact.

Volgens het bestuur, namelijk de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie, wordt een persoon als een risicocontact beschouwd wanneer hij de persoon zonder symptomen minder dan 48 uur vóór diens positieve test heeft gezien of binnen 7 dagen na de positieve test. In dit geval werd de vrouw niet als een risicocontact beschouwd. Tegelijkertijd was ze zwanger, maar volgens het bestuur behoorde ze niet tot een risicogroep.

In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:

- Welke precieze en bijgewerkte criteria worden gehanteerd om een systematische opsporing van Covid-19 te eisen? Kunt u de redenen voor die criteria concreet uitleggen? Zijn ze geëvolueerd naarmate de epidemie evolueert? Zo ja, kunt u die evoluties en de redenen daarvoor vermelden?

- Kunt u tegelijkertijd de typologie van de risicogroepen en van de niet-risicogroepen specificeren? Kunt u de redenen voor die typologieën concreet uitleggen? Zijn de typologieën geëvolueerd naarmate de epidemie evolueert? Zo ja, kunt u die evoluties en de redenen daarvoor vermelden?
 
 
Antwoord    1.
De screeningscriteria worden gevalideerd door de Risk Management Group en gepubliceerd op de website van Sciensano. Vanaf 1 september moeten door middel van een moleculaire test in volgorde van prioriteit en volgens het schema de volgende personen worden getest:
1. Ieder persoon die voldoet aan de definitie van een mogelijk geval van COVID-19 (d.w.z. iemand met tekenen en/of symptomen van de ziekte);
2. Hoog-risico contacten van een geval van COVID-19, waartoe ook reizigers die terugkeren uit een rode of oranje zone behoren;
3. Patiënten die een ziekenhuisopname vereisen;
4. Elke nieuwe bewoner van een residentiële collectiviteit.
De criteria zijn geëvolueerd rekening houdend met nieuwe bevindingen uit de wetenschappelijke literatuur, naar aanleiding van de discussies van de experten in de Risk Assessment Group, beslissingen van de Risk Assessment Group en de behoeften en de testcapaciteit van het land. Aanvankelijk was deze capaciteit beperkt maar deze kon geleidelijk aan uitgebreid worden naarmate de laboratoria voor klinische biologie erin slaagden zich aan te passen. Privé-laboratoria, die sinds het einde van de lockdown ook elke persoon met symptomen mogen testen, hebben ook tot de verhoging van de testcapaciteit bijgedragen. Op deze manier werden de criteria geleidelijk aan uitgebreid van een screening voor elk ernstig geval dat in het ziekenhuis moest worden opgenomen in maart naar een screening voor milde gevallen in mei, tot tests voor asymptomatische contacten in juni.

2.
De risicofactoren voor het ontwikkelen van ernstige vormen van de ziekte zijn in wezen:

1. Gevorderde leeftijd, waarbij mensen boven de 80 jaar het meeste risico lopen;
2. Onderliggende comorbiditeiten, zoals hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten, suikerziekte, chronische obstructieve longziekte (COPD), kanker, chronische nieraandoeningen;
3. Roken;
4. Deel uitmaken van het verzorgend personeel;
5. Potentieel bepaalde genetische factoren (wordt onderzocht).

Deze typologie was in eerste instantie gebaseerd op het advies van experten en de ervaring in China. Ze werd verder verfijnd op basis van de wetenschappelijke literatuur maar is in de loop van de epidemie weinig veranderd. De gegevens die we tot nu toe hebben over zwangere vrouwen zijn geruststellend en het risico in vergelijking met de algemene bevolking lijkt niet te zijn toegenomen.