Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de tenuitvoerlegging van de ordonnantie van 14 juni 2018 betreffende de noodhulp aan en de inschakeling van daklozen.

Indiener(s)
Céline Fremault
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 181)

 
Datum ontvangst: 19/08/2020 Datum publicatie: 09/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 01/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
20/08/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De Covid-19-crisis heeft de moeilijkheden in de daklozensector en de cruciale rol van de opvanghuizen benadrukt.

In de algemene beleidsverklaring staat echter het volgende: “Daartoe verbindt de Regering zich ertoe geleidelijk de nodige menselijke en budgettaire middelen te voorzien voor de uitvoering van de ordonnantie betreffende de dak- en thuisloosheid. De Regering zal met de federale staat de financiële tussenkomst heronderhandelen zodat ook rekening gehouden wordt met asielzoekers en transmigranten.”.

Ik sluit me aan bij de bezorgdheid van degenen die in het veld werkzaam zijn, dat de tenuitvoerlegging van de ordonnantie van 14 juni 2018 inzake noodhulp en de integratie van daklozen niet doeltreffend is. Deze sector stond vooral onder druk tijdens de Covid-19-crisis. Hij werd goed ondersteund, maar maakt zich nu zorgen over de toekomst en de duurzaamheid van zijn structuren. Hij moet snel gerustgesteld worden over de subsidies en de erkenningen.

Graag een antwoord op volgende vragen:

- Kan u mij zeggen hoe het staat met de discussie rond de besluiten en de tenuitvoerlegging van deze ordonnantie? Kan u ons een termijn geven?

- Hebben de besprekingen met de federale Staat over een financiële bijdrage plaatsgevonden? Zo ja, kan u ons als bijlage bij het antwoord op deze vraag de details geven van de genomen beslissingen en de budgettering?
 
 
Antwoord    Zoals u weet, moeten de ordonnantie van 14 juni 2018 en het besluit van 9 mei 2019 nog worden aangevuld met de goedkeuring van een reeks wetgevingsteksten.

Zo voorziet de ordonnantie van 14 juni 2018 in een reeks delegaties aan het Verenigd College voor het verzamelen of uitwisselen van gegevens en het netwerk van sociale dossiers.

Het besluit voorziet ook in de goedkeuring door de ministers van een reeks besluiten die met name betrekking hebben op de prijs van de diensten voor hulp bij het dagelijkse leven die door de dagcentra worden toegepast, de procedures voor de controle van de kwantitatieve norm met betrekking tot het minimumaantal gebruikers dat het centrum voor thuisbegeleiding of het Housing First-centrum moet huisvesten, maar ook en vooral de procedures voor de subsidiëring van de centra (gemiddelde anciënniteit, vermenigvuldigingscoëfficiënt, maximumaantal uren van de diensten die voor subsidie in aanmerking komen, enz.).

De goedkeuring van deze teksten is essentieel voor de toepassing van de ordonnantie en het besluit, of het nu gaat om de controle op de naleving van de normen door de centra of om de vaststelling van het bedrag van hun subsidie.

Vanwege de COVID-19-gezondheidscrisis en de overbelasting die deze heeft veroorzaakt en tot op de dag van vandaag nog steeds veroorzaakt voor alle actoren in het veld en voor de overheden, is het niet mogelijk om al deze teksten voor het einde van dit jaar 2020 af te ronden.

Uit de ontmoetingen met de federaties en de operatoren is bovendien gebleken dat in het besluit van 9 mei 2019 een aantal wijzigingen wenselijk zijn.

Daarom zal ik het Verenigd College voorstellen de inwerkingtreding van het besluit uit te stellen tot 1 januari 2022. Het jaar 2021 zal worden gebruikt om het wetgevingsarsenaal aan te vullen en de instrumenten aan te nemen die nodig zijn voor de correcte toepassing van de ordonnantie en het besluit, alsook om de gewenste wijzigingen in het besluit aan te brengen. Dit jaar 2021 zal ook alle centra de mogelijkheid bieden om hun aanvraag voor erkenning in te dienen op basis van de nieuwe regelgeving, met voldoende tijd om dit te doen.

In de tussentijd, en voor zover de financiële gevolgen van de goedkeuring van het besluit van 9 mei 2019 in de initiële begroting voor 2021 zijn voorzien, zullen alle centra die op basis van de nieuwe normen kunnen worden erkend, en niet alleen de centra waarvan de erkenning zou aflopen, voor het hele jaar 2021 facultatieve subsidies ontvangen. Met deze subsidies kan worden geanticipeerd op de inwerkingtreding van het besluit van 9 mei 2019 op 1 januari 2022. De operatoren zullen dus niet in moeilijkheden worden gebracht.

Op dit niveau zal de ambitie van het regeerakkoord om de personele en financiële middelen te verschaffen die nodig zijn voor de uitvoering van de ordonnantie dus volledig worden gerealiseerd vanaf 1 januari 2021.

Wat het tweede deel van uw vraag betreft, over de asielzoekers en transitmigranten en de onderhandelingen met de federale staat over dit onderwerp, nodig ik u uit om de minister-president te interpelleren. Hij is immers bevoegd voor deze kwestie.