Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de impact van de coronacrisis op de Brusselse OCMW's.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 186)

 
Datum ontvangst: 27/08/2020 Datum publicatie: 02/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 01/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/08/2020 Ontvankelijk p.m.
01/10/2020 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Enige tijd geleden mocht ik u reeds ondervragen omtrent de impact van de coronacrisis op de Brusselse OCMW’s en de toename van het aantal aanvragen tot het bekomen van een leefloon en sociale bijstand (cf. schriftelijke vraag nr. 134).

In uw antwoord stelde u het volgende: “We zijn nog niet in staat om u te informeren over de totale steun die door de OCMW's tijdens de periode van de gezondheidscrisis werd verleend. De POD Maatschappelijke Integratie voert momenteel immers een onderzoek uit bij alle OCMW's in België. Dit onderzoek heeft tot doel het aantal aanvragen bij de OCMW's tijdens de crisis te achterhalen, evenals het profiel van het betrokken publiek, en zal het mogelijk maken om binnenkort over betrouwbare cijfers te beschikken. De POD MI heeft aangekondigd dat dit onderzoek tegen eind juni zal worden afgerond.”

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Kan u bevestigen dat dit onderzoek inmiddels effectief werd afgerond door de POD MI en geanalyseerd werd door de administratie? Zo ja, kan u de krachtlijnen van dit onderzoek en de conclusies ervan toelichten?

- Kan u duiden hoeveel extra verzoeken – die rechtstreeks verband houden met het coronavirus – sinds het begin van de crisis werden geregistreerd, zowel voor een leefloon als voor bijkomende hulp (water, gas, elektriciteit)?

- Wat is het profiel van de nieuwe aanvragers die verband houden met het coronavirus? Welke leeftijdsgroepen en welke verdeling man/vrouw kunnen daarbij vastgesteld worden? Hoe zijn deze personen verdeeld over de verschillende Brusselse gemeenten?

- Hoe groot is deze stijging op procentueel niveau? Welke vergelijking kan er gemaakt worden met de stijging die ‘buiten crisistijd’ te zien is?

- Kan u aangeven per gemeente hoeveel middelen elk van de OCMW’s heeft ontvangen (zowel van het federale niveau als van de GGC) om de coronacrisis in te dijken?

- Werkt de GGC richtlijnen uit ten behoeve van de OCMW’s voor de bijkomende middelen die de Brusselse OCMW’s hebben ontvangen? Hoe en wanneer zal gecontroleerd worden of het extra coronageld wel nuttig wordt besteed?
 
 
Antwoord    De POD Maatschappelijke Integratie heeft de uitgebreide monitoring die in mei 2020 werd aangekondigd, wel degelijk uitgevoerd. De eerste resultaten zijn op 22/07/2020 gepubliceerd. Zoals u zult zien, heeft de POD MI een korte nota voor België opgemaakt (zie bijlage 1). Deze gegevens, van januari tot mei, zijn te voorbarig om betekenisvolle effecten voort te brengen (dit met uitzondering van de aanvragen van voedselhulp, waar we een beduidende toename van het aantal aanvragen zien van maart tot mei).

De enquête loopt tot december 2020 (de OCMW’s worden verzocht hun gegevens maandelijks in te voeren). Binnenkort zal er normaalgezien op Belgisch niveau een nieuwe nota van de POD MI worden uitgebracht over de situatie in juli en augustus.

Zoals in de nota wordt opgemerkt, heeft de POD MI de taak op zich genomen om de resultaten op Belgisch niveau te analyseren. De federaties van de OCMW’s van elk gewest zijn verantwoordelijk voor de analyse van de gewestelijke cijfers en de federatie van de Brusselse OCMW's heeft het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn gemachtigd om de resultaten voor het Brussels Gewest te ontvangen en te verwerken. Deze laatste beschikt over cijfers.

Op heden kunnen de eerste resultaten van de enquête geïnterpreteerd worden voor de eerste maanden van de lockdown, tot mei of juni - afhankelijk van de indicator en de responsgraad (men zal echter zeer voorzichtig moeten omspringen met de interpretatie van de cijfers voor mei en juni aangezien de OCMW's vrij weinig tijd hadden om ze te verzamelen en ze in de meeste gevallen onderschat werden). Deze maandelijkse enquête wordt tot december elke maand herhaald.

Het is te voorbarig om conclusies te trekken en duidelijke trends te schetsen aangezien enerzijds veel gegevens onvolledig zijn en anderzijds de effecten van de crisis op de OCMW’s pas later voelbaar zullen zijn. Dankzij de werkgelegenheidsmaatregelen tijdens de gezondheidscrisis kon de impact op korte termijn van het aantal mensen dat een beroep doet op bijstand van het OCMW inderdaad afgezwakt worden maar veel van deze maatregelen zijn beperkt in de tijd. De evolutie van het cijfer betreffende de leeflonen zal in de komende maanden ook sterk beïnvloed worden door de manier waarop de economie opnieuw aantrekt.

De resultaten wijzen op een relatief gelijkaardige trend in het Brussels Gewest en op Belgisch niveau:

1) Het is belangrijk te weten dat het aantal personen dat een leefloon aanvraagt over het algemeen seizoensgebonden is, met een piek in maart/april en een dieptepunt in juli/augustus. Tussen februari en april is in het Brussels Gewest het aantal personen met een leefloon toegenomen met 2,5% (d.w.z. een toename van ongeveer 1.000 personen) tegenover een gemiddelde groei van 0,9% (over de laatste 10 jaar) voor dezelfde periode van het jaar (tussen februari en april). Dit is met andere woorden een grotere toename dan gebruikelijk. In mei lag dit aantal volgens het onderzoek in de buurt (alleen al voor het LL ongeveer 42.400 personen) maar deze cijfers moeten nog worden gecontroleerd.

2) Tegelijkertijd lijken andere soorten steun tussen mei en juni een sterke stijging te vertonen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de dringende medische hulp (+11%). Het ziet ernaar uit dat andere soorten hulp, zoals (niet-spoedeisende) medische hulp, hulp in het kader van kinderarmoede, psychologische hulp of hulp in het kader van schuldbemiddeling ook zijn toegenomen ook al is het responspercentage te laag om betrouwbare cijfers te kunnen aanreiken.

3) Een andere opmerkelijke evolutie die uit de enquête naar voren komt, heeft betrekking op het aantal aanvragen voor voedselhulp, dat tussen maart en mei aanzienlijk is toegenomen (+30%).

Met betrekking tot de bijkomende aanvragen die rechtstreeks verband houden met het coronavirus, beschikken we nog niet over cijfers en de resultaten van de enquête zijn in dit stadium te onvolledig om precieze statistieken te kunnen leveren.

Hetzelfde geldt voor de profielen van de aanvragers: het is nog te vroeg om cijfergegevens te leveren. Uit de enquête bij de OCMW's blijkt echter dat het aandeel van de personen die voorheen een arbeidsovereenkomst hadden en die een steunaanvraag bij het OCMW indienen, sinds maart aanzienlijk is toegenomen.

Op basis van de feedback uit het veld kunnen twee fenomenen worden waargenomen: enerzijds een verslechtering van de reeds precaire situaties van voor de crisis en een accentuering van de problemen waaraan dit publiek (werklozen, precaire werknemers, zwartwerkers, daklozen, illegalen, ...) het hoofd moet bieden en anderzijds een nieuw publiek dat naar aanleiding van de lockdown in een verzwakte positie belandt (kunstenaars, tijdelijke werklozen, ...).

Wat de aan de OCMW's toegekende subsidies betreft, zoals besproken in de Commissie gezondheidszorg en bijstand aan personen, heeft het College op 4 juni 2020 zijn goedkeuring gehecht aan de toekenning van een uitzonderlijke subsidie van 30 miljoen euro ten gunste van de 19 Brusselse OCMW's. Deze subsidie heeft als doel de OCMW's in staat te stellen om de uiteenlopende gevolgen van de COVID-19-crisis voor het welzijn en de gezondheid aan te pakken, zowel op korte als op middellange termijn. Deze enveloppe zal over de 19 OCMW's worden verdeeld volgens de verdeelsleutel van het Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn (zie
bijlage 2). De enveloppe zal daarenboven worden onderverdeeld in twee delen: een deel A van 18 miljoen om de algemene uitgaven te dekken en een deel B van 12 miljoen dat de uitgaven in verband met specifieke thema's/projecten (bestrijding van de non take-up van de sociale rechten, eenoudergezinnen, schuldbemiddeling, energiebegeleiding, gezondheid, huisvesting, enz.) dekt.

Wat de richtsnoeren en het correcte gebruik van deze financiering betreft, gaat het om een facultatieve subsidie die moet worden gerechtvaardigd op basis van een dossier met bewijsstukken dat uiterlijk op 31 maart 2022 moet worden ingediend. Dit dossier moet voldoen aan de modaliteiten uit het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot toekenning van uitzonderlijke subsidies aan de 19 Brusselse OCMW's in het kader van de strijd tegen de sociale en sanitaire gevolgen van de coronaviruscrisis.

Ten slotte, verzoek ik u voor de federale steun
bijlage 3 te raadplegen. Deze bevat een overzicht van alle federale maatregelen voor de OCMW's en de daarmee verband houdende besluiten.