Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de strijd tegen HIV.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 199)

 
Datum ontvangst: 31/08/2020 Datum publicatie: 14/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 14/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
01/09/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Hoewel er de laatste decennia reeds grote stappen gezet werden in de strijd tegen het humaan immunodeficiëntievirus (HIV), blijft het nog steeds een ongeneeslijke ziekte die jaarlijks nog enkele honderden Belgen treft. Het aantal personen dat in België met HIV leefde in 2017, wordt door Sciensano geschat op 18.908. In 2010 bleek nog uit het jaarrapport HIV/aids van het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid dat meer van een derde van alle Belgische HIV-patiënten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest woonde, al lijkt het aantal nieuwe besmettingen zich de afgelopen jaren eerder te stabiliseren.

Uit onderzoek van het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen, de Universiteit Antwerpen, Sensoa en çavaria bleek bovendien dat homo- en biseksuele mannen sinds de start van de coronamaatregelen op 18 maart hun seksueel gedrag zeer sterk hebben aangepast. Slechts 9% van de 692 bevraagde bi- en homomannen gaf aan in april nog losse, nieuwe of anonieme sekspartners te hebben, terwijl dit voor de lockdown nog ongeveer 59% was. Daarom lanceerde Sensoa eveneens een nieuwe campagne die bi- en homomannen opriep om zich te laten testen op HIV voor het einde van de lockdown, aangezien men door het uitblijven van nieuwe seksuele contacten meteen 100% zeker kan zijn van het testresultaat.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Zijn er cijfers beschikbaar omtrent het totale aantal HIV-patiënten die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vandaag telt? Zo ja, kan u deze cijfers afzetten tegen de vorige jaren en opsplitsen naargelang geslacht en leeftijdscohorte? Welke evolutie kan u duiden in deze cijfers? Hoe verschilt dit met andere hoofdsteden in Europa?

- Hebt u meer specifiek zicht op het aantal HIV-patiënten opgesplitst naargelang seksuele geaardheid, nationaliteit en de manier waarop zij besmet raken (onveilige seks, bloedtransfusies etc.)? Op welke manier wordt bepaalde risicogroepen gescreend op en behandeld voor HIV? Op welke manier wordt hiertoe samengewerkt en overlegd met de Brusselse ziekenhuizen en gespecialiseerde centra?

- Beschikt u over cijfers wat betreft het totale aantal HIV-testen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dat dit jaar reeds werd afgenomen? Is er effectief een stijging in het aantal tests merkbaar sinds het begin van de lockdownperiode, al dan niet naar aanleiding van de oproep van Sensoa? Hoe verhoudt dit aantal zich tegenover de statistieken uit de vorige jaren? Kan u hierbij ook telkens de positiviteitsgraad duiden?

- Op welke manier wordt er binnen de GGC ingezet op preventie en sensibilisering omtrent HIV? Welke specifieke doelstellingen werden hieromtrent gesteld? Welk budget wordt hiertoe voorzien? Werden hieromtrent ook specifieke acties opgezet in het kader van de coronacrisis en de lockdownperiode?

- In hoeverre wordt hiervoor samengewerkt en overleg gepleegd met de federale overheid en de andere Gemeenschappen? Heeft dit geleid tot bepaalde gemeenschappelijke initiatieven, maatregelen of afspraken?
 
 
Antwoord    1.

De gegevens HIV zijn beschikbaar in het Sciensanorapport van 2019: (https://www.sciensano.be/nl/biblio/epidemiologie-van-aids-en-hiv-infectie-belgie-toestand-31-december-2018).
In de tabel hieronder vindt u het jaarlijks aantal nieuwe gevallen van HIV bij Brusselaars van 2009 tot 2018, opgedeeld naar leeftijd en geslacht en de manier waarop de overdracht van het virus zou kunnen gebeurd zijn. (MSM= mannen die seks hebben met mannen; PWID=people who inject drugs)
Het aantal nieuwe gevallen in Brussel is dus al een aantal jaren vrijwel stabiel, waarbij ongeveer dubbel zoveel mannen als vrouwen HIV oplopen en de nieuwe gevallen zich het meest (maar niet uitsluitend) voordoen in de leeftijdscategorie van 25 tot 39 jaar. Wat de overdracht betreft is er niet zo veel verschil tussen het aantal nieuwe gevallen bij MSM en Hetero, maar aangezien de heteropopulatie veel groter is is het risico om HIV op te lopen bij MSM wel groter.


Het rapport van Sciensano van 2019 bevat geen vergelijkingen met de andere Europese hoofdsteden.

2.
Voor de verdeling van mensen die besmet zijn met HIV op basis van hun seksuele geaardheid en de manier van overdracht, zie de tabel hierboven.
Tests op HIV-besmetting worden uitgevoerd in de aidsreferentiecentra, in de gespecialiseerde testcentra, in de centra voor gezinsplanning en door elke huisarts. De verenigingen voor HIV-preventie bieden ook in samenspraak met de referentiecentra een screening ter plaatse aan, die soms gedemedicaliseerd is (“screening buiten medische settings” of "gedelocaliseerde" of "community test" of "HIV-sneltest" genaamd). Sommige van deze voorzieningen komen in aanmerking voor een subsidie van de Franse Gemeenschapscommissie of van een instelling van een andere gemeenschap in het kader van de gezondheidsbevordering.

De operatoren die subsidies ontvangen van een monocommunautaire instelling treden in overleg met de gespecialiseerde ziekenhuiscentra en geven via het HIV-monitoringcomité nuttige informatie door aan de ministers van Gezondheid (federaal niveau en deelstaten).


3.
Deze gegevens worden door Sciensano verzameld en in hun jaarrapport gepubliceerd. De meest recente gegevens die beschikbaar zijn, hebben betrekking op het jaar 2019. Het is daarom vooralsnog niet mogelijk om het effect van de Covid-19-epidemie op de evolutie van het aantal tests te beoordelen.


4.
De preventie- en sensibiliseringsacties inzake HIV en andere seksueel overdraagbare aandoeningen worden momenteel in het kader van de gezondheidsbevordering gevoerd met de steun van de monocommunautaire overheden, zoals de Franse Gemeenschapscommissie in Brussel. De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie speelt geen actieve rol op dit gebied maar wordt via het overleg met de andere overheden die bevoegd zijn op vlak van gezondheid op de hoogte gebracht van de bestaande acties. Deze overheden hebben alle specifieke initiatieven op het gebied van HIV-preventie in het kader van de COVID-19-epidemie en de lockdown in Brussel gesteund.


5.
Zie vraag 4.