Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de stand van zaken wat betreft de extra middelen voor de Brusselse OCMW's in het kader van de coronacrisis.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 219)

 
Datum ontvangst: 15/09/2020 Datum publicatie: 12/11/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 04/11/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
29/09/2020 Ontvankelijk p.m.
04/11/2020 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    In mei kondigde de Brusselse Regering aan dat het haar goedkeuring had verleend aan een toekenning van 30 miljoen euro steun aan de 19 Brusselse OCMW’s om de sociale en gezondheidsgevolgen van de coronacrisis op te vangen. De coronacrisis zorgde immers voor een toename van de aanvragen voor sociale bijstand die met name betrekking hebben op de betaling van de huur, facturen of zelfs op het gebied van de voedselhulp. Deze extra middelen moesten bijgevolg dan ook de nodige ademruimte geven aan de OCMW’s en de gemeentelijke financiën, die door de coronacrisis eveneens onder druk stonden.

Een maand later, op woensdag 10 juni, werd bekend dat ook de modaliteiten hieromtrent werden vastgelegd. Na overleg met de OCMW’s werd besloten om 18 miljoen euro te voorzien voor het opvangen van de stijgende vragen die verbonden zijn met de crisis. Het precieze bedrag varieerde van gemeente tot gemeente, op basis van onder meer de bevolkingsdichtheid, het aantal werklozen en het armoederisico. De overige 12 miljoen euro moest ervoor zorgen dat de situatie voor kwetsbare gezinnen niet verergerde door extra ondersteuning te bieden op het vlak van bijvoorbeeld energie, huisvesting, schuldbemiddeling, voedselhulp. Die subsidies werden per OCMW vastgelegd.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Kan u een stand van zaken meegeven wat betreft de uitbetaling van deze extra middelen aan de Brusselse OCMW’s? Wanneer werden deze extra middelen effectief overgemaakt? Hebben de OCMW’s inmiddels reeds alle toegekende bedragen mogen ontvangen? Kan u per OCMW duiden welke som reeds werd uitbetaald en welk deel nog uit te betalen is?

- Kan u de concrete modaliteiten omtrent deze extra steun toelichten? Welke voorwaarden werden er verbonden aan de toekenning van deze middelen? Welke afspraken werden er vastgelegd wat betreft de termijn waarbinnen deze extra middelen dienen te worden uitgegeven? Worden er hieromtrent nog tussentijdse evaluaties of overlegmomenten met de OCMW’s georganiseerd?
 
 
Antwoord    Ter informatie: de volledige dotatie van 30 miljoen euro voor de 19 Brusselse OCMW's is vastgelegd door de Diensten van het Verenigd College.

De eerste schijf (de zogenaamde schijf A) van 18 miljoen euro is op 1 oktober 2020 aan de OCMW’s uitbetaald.

De tweede schijf (de zogenaamde schijf B) van 12 miljoen euro zal aan de OCMW's worden uitbetaald bij de ondertekening van het contract tussen het OCMW en het Verenigd College in december 2020.

Het totaalbedrag van de subsidie van 30 miljoen euro wordt dus verdeeld in twee delen van respectievelijk:
- 18 miljoen euro (eerste deel (3/5): Schijf A);
- 12 miljoen euro (tweede deel (2/5): Schijf B).

Elk van die delen wordt verdeeld conform de verdeelsleutel van het Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn, conform de gezamenlijke ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 27 juli 2017 tot vaststelling van de regels voor de verdeling van de algemene dotatie aan de gemeenten en de OCMW's van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vanaf het jaar 2017.

De toegekende bedragen kunnen worden gebruikt voor uitgaven gedaan tussen 1 maart 2020 en 31 december 2021.

Het betreft facultatieve subsidies die moeten worden gerechtvaardigd met een verantwoordingsdossier dat ten laatste op 31 maart 2022 moet worden bezorgd.

Verdeling van de middelen en de eraan verbonden toekennings- en rechtvaardigingsvoorwaarden

18 miljoen voor algemene bestemming op de bijkomende lopende uitgaven verbonden aan de COVID-19-crisis

Deze middelen moeten een algemene bestemming krijgen op de bijkomende lopende uitgaven verbonden aan de COVID-19-crisis, voor zover die niet kunnen worden gedekt door andere financieringen.

Planning eerste deel (3/5): Schijf A: 18 miljoen : zie bijlage 1
Per middelencategorie (1, 2, 3 of 4) is er een tolerantiemarge van 5% (meer of minder).

12 miljoen voor een specifieke bestemming voor energiebegeleiding, ondersteuning bij woonst, schuldbemiddeling, voedselhulp, sociale coördinatie (in verband met de lokale welzijns- en gezondheidscontracten), hulp aan eenoudergezinnen

Het deel van het bedrag dat elk OCMW toekomt, kan pas worden toegekend na aanvaarding, door de leden van het Verenigd College belast met het welzijns- en gezondheidsbeleid, van een project met betrekking tot dit tweede bedrag, dat elk OCMW zal opstellen. Daarna kunnen de uiteindelijke voorwaarden worden vastgelegd in een overeenkomst tussen elk OCMW en de leden van het Verenigd College.

Planning tweede deel (2/5): Schijf B: 12 miljoen euro: zie bijlage 2

Deze verdeling van de middelen is door de Federatie van OCMW's gevalideerd en de omzendbrief is op 9 oktober 2020 aan het beheerscomité van deze Federatie voorgelegd.