Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de ketenaanpak omtrent intrafamiliaal geweld en de rol van Family Justice Centers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 225)

 
Datum ontvangst: 18/09/2020 Datum publicatie: 04/11/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 04/11/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
06/10/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In de beleidsverklaring staat te lezen dat de Brusselse Regering de strijd wil aanbinden met alle vormen van geweld en discriminatie. In een van de daaropvolgende passages stelt men het volgende: “[De Regering wil] de opvang van slachtoffers van partnergeweld verbeteren en het beleid inzake geheime vluchthuizen voor vrouwen versterken in samenwerking met de andere gewesten.”

De strijd tegen partnergeweld en alle andere vormen van intrafamiliaal geweld verdient inderdaad een kordate aanpak binnen ons Gewest. Bovendien waarschuwt men tevens sinds het begin van de coronacrisis al voor een toename van het aantal gevallen, onder meer omdat tijdens de afgelopen lockdownperiode verschillende uitlaatkleppen wegvielen.

In Vlaanderen bestaan hieromtrent reeds de zogeheten ‘Family Justice Centers’ van Veilig Thuis, de koepelterm voor initiatieven in verschillende Vlaamse regio’s die zich richten op gezinnen waar meermaals geweld voorkomt, sprake is van een meervoudige problematiek of onveiligheid is voor directe en indirecte slachtoffers (zoals kinderen). Veilig Thuis is een samenwerkingsvorm tussen diensten die werken met gezinnen waar er geweld is. Vaste partners zijn politie, parket, Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW), jeugdbescherming, OCMW… Eén van de mogelijke oplossingen daarbij bestaat uit het voorzien van een zogeheten ‘Family Justice Center’, waar verschillende diensten op één plek gevestigd worden. De kern van het concept is om slachtoffers een beter, gecoördineerde dienstverlening aan te bieden. Het doel is om geweld te stoppen en verdere escalatie te voorkomen.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Kan u duiden welk beleid u voert wat betreft de intensivering van een ketenaanpak omtrent de problematiek van huiselijk en intrafamiliaal geweld? Welke krachtlijnen werden daaromtrent vastgelegd? Welke acties en middelen voorziet u in
het kader van deze problematiek? Welke taakverdeling wordt daarbij gehanteerd tussen de bevoegdheden rond Preventie en Veiligheid enerzijds en Gezondheid anderzijds?

- Hebt u reeds opdracht gegeven om te onderzoeken of er ook in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een Family Justice Center kan worden opgericht? Zo ja, welke organisaties werden hierbij betrokken (zowel qua medewerking aan het onderzoek als naar medewerking rond een eventuele oprichting van een dergelijk centrum) en welke bevindingen of conclusies kwamen hieruit voort? Indien deze positief waren: welke stappen werden er reeds genomen richting de oprichting van een Family Justice Center? Welke locaties komen hiervoor in aanmerking? Welke middelen zal de GGC hiertoe vrijmaken? Zal er hieromtrent een convenant worden gesloten tussen de verschillende betrokken actoren?

- Beschikt u over cijfers die inderdaad bevestigen dat deze problematiek effectief gegroeid is sinds de start van de coronacrisis en in het bijzonder tijdens de lockdownperiode? Zo ja, hoe verhouden deze cijfers zich tegenover de statistieken van de voorgaande jaren? Hoe duidt u deze evolutie?

- Welk structureel overleg bestaat er omtrent deze problematiek tussen de GGC en de intra-Brusselse taskforce omtrent huiselijk en familiaal geweld dat onder de bevoegdheid Gelijke Kansen van Staatssecretaris Nawal Ben Hamou werd opgericht? Welke andere actoren of organisaties worden hier eveneens bij betrokken? Welke vaststellingen of bezorgdheden komen hieruit voort?

- Welk structureel overleg bestaat er omtrent deze problematiek tussen de GGC (en bij uitbreiding het gewestelijk niveau) en het federale niveau en de andere Gemeenschappen? Kan u duiden wat er daarbij op de agenda staat bij deze besprekingen?
 
 
Antwoord    Na onderzoek blijkt dat de vraag geen betrekking heeft op een door de GGC uitgeoefende bevoegdheid, noch op een door haar gesteunde actie.

Wij zijn dan ook zo vrij u een doorverwijzing naar de monocommunautaire entiteiten te suggereren.