Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de situatie in de Brusselse voedselbanken in het licht van de coronacrisis.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 236)

 
Datum ontvangst: 14/10/2020 Datum publicatie: 10/12/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 09/12/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
26/10/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op maandag 14 september laatstleden bevestigde de Belgische Federatie van Voedselbanken (BFV) dat de coronacrisis voor ‘een buitensporige toename van nieuwe armen’ heeft gezorgd. Die trend verkeert overigens al langer in stijgende lijn: in 2000 deden 92.000 Belgen een beroep op de voedselbanken, in 2010 waren er dat 115.000, vandaag zitten ze aan 195.000 hulpbehoevenden. Het gaat daarbij niet om marginalen, wordt benadrukt, maar bijvoorbeeld om alleenstaande moeders met kinderen of ouderen met een ontoereikend pensioen.

Jef Mottar, voorzitter van de BFV, duidde dat de coronacrisis voor 15 tot 20% meer vraag naar gratis voeding heeft gezorgd. Dankzij giften kon die toename nog opgevangen worden, maar men vreest wel dat de extra budgetten tegen oktober op zouden zijn.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Hebt u zicht op het aantal Brusselaars die in het jaar 2019 en tijdens het eerste semester van 2019 beroep deden op de voedselbanken en hoeveel kilo voedsel daarbij wordt uitgedeeld? Zo ja, kan u deze cijfers opsplitsen naargelang de gemeente waarin de aanvrager woont en de leeftijdscohorte waartoe deze behoort?

- Welke evolutie kan u duiden in deze cijfers in vergelijking met de voorgaande jaren (zowel in absolute als in relatieve cijfers)? Hoe evalueert u deze cijfers? Kan u in het bijzonder toelichten welke impact de coronacrisis heeft gehad op het aantal aanvragen bij de Brusselse voedselbanken? Kan u in het bijzonder toelichten hoeveel kilo extra voedselhulp er reeds werd uitgedeeld en wat het profiel van de nieuwe aanvragers is?

- Kan u toelichten welke recurrente middelen de GGC jaarlijks ter beschikking stelt van de voedselbanken? Welke projectmiddelen worden er jaarlijks toegekend? Welke extra middelen werden er vrijgemaakt in het kader van de coronacrisis?

- Hebt u zicht op het totale aantal giften die de Brusselse voedselbanken sinds de start van de coronacrisis hebben mogen ontvangen? Kan u duiden welke impact deze giften hebben gehad op het beschikbare aanbod?

- Hebt u reeds overleg gepleegd met de Brusselse voedselbanken omtrent hun situatie en de impact van het coronavirus op hun werkzaamheden? Zo ja, wanneer heeft dit overleg plaatsgevonden en welke bevindingen, bezorgdheden en conclusies zijn hieruit voortgekomen?

- Hebt u reeds besloten extra middelen te voorzien voor de Brusselse voedselbanken en/of bijkomende communicatie- of sensibiliseringsacties te lanceren hieromtrent? Zo ja, kan u dit toelichten?
 
 
Antwoord    In eerste instantie dient opgemerkt te worden dat de voedselbanken een federaal initiatief betreft. De administratie beschikt aldus niet over de gevraagde specifieke cijfers voor Brussel.

Volgende elementen in het kader van de voedselhulp kunnen wel meegegeven worden:

De voedselhulp kadert op haar beurt binnen de welzijnsacties waar de gemeenschappen voor instaan. Dit maakt dat de aangeboden voedselhulp binnen het Brussels Gewest deels door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) ondersteund wordt door middel van de financiering van sociale kruidenierszaken, deels door de ondersteuning van de Federatie van de Bicommunautaire Maatschappelijke Diensten (FBMD) in het kader van het Voedselhulpoverleg dat ook omkaderd wordt door de FGC.

Op basis van een schatting van de federatie doen ongeveer 55.000 personen een beroep op de voedselhulp binnen het Brussels Gewest. Een stijging van de vraag is merkbaar sinds het begin van de coronacrisis. De stijgende vraag is voornamelijk, volgens de terreinactoren, afkomstig uit de volgende groepen: studenten, personen die actief waren binnen de zogenaamde informele economie, personen die een sociale uitkering ontvangen, artiesten en zelfstandigen.

Exacte cijfers omtrent het aantal begunstigden of de profielen van de aanvragers is zeer moeilijk weer te geven. De voornaamste reden hiervoor is dat de aangeboden hulp georganiseerd/ondersteund wordt door erkende of gekende operatoren actief binnen het Brusselse Gewest, maar ook door burgerinitiatieven. Deze verdwijnen vaak even snel als ze ontstaan zijn.


Aangaande de recurrente middelen die de GGC jaarlijks ter beschikking stelt aan de voedselbanken, zoals reeds aangehaald zijn de voedselbanken een federaal initiatief en worden deze niet als dusdanig ondersteund door de GGC.

De GGC ondersteunt jaarlijks zes sociale kruidenierszaken (Episol, Les Capucines, Epicerie St. Gilles, Amphora, Rode Kruis van België- sectie Oudergem, Jetse Voedselhulp) ten bedrage van 60.000 euro en ook de FBMD krijgt een subsidie van 60.000 euro in het kader van het Voedselhulpoverleg. Deze kredieten worden jaarlijks ingeschreven in de algemene uitgavenbegroting van de GGC.

Zoals reeds aangehaald was een stijgende vraag naar voedselhulp sterk voelbaar tijdens de coronacrisis. Er werd in totaal 401.950 euro bijkomend toegekend aan vijf verschillende lokale initiatieven die geselecteerd werden op basis van een analyse van de FBMD. Het doel van deze analyse en bijkomende financiering was om een aanbod te versterken binnen de wijken waar het bestaande aanbod onvoldoende bleek. Het betrof de gemeentelijke preventiedienst van Sint-Joost-ten-Node en de vzw’s Cultureghem, Episol, Porte Verte-Snijboontje en Samenlevingsopbouw Brussel.

Tevens werd het project DREAM van het OCMW van Brussel extra ondersteund en werd een subsidie van 220.000 euro toegekend.

Tenslotte dient vermeld te worden dat de facultatieve subsidie toegekend aan de 19 Brusselse OCMW’s in het kader van de Covid-19-crisis, tevens bedoeld is om hun acties in het kader van de voedselhulp te valoriseren.


Betreffende het totale aantal giften die de Brusselse voedselbanken sinds de start van de coronacrisis hebben mogen ontvangen, gezien de voedselbanken een federaal initiatief is, beschikt de administratie aldus niet over de gevraagde informatie.


Aangaande het overleg met de Brusselse voedselbanken, gezien het om een federale bevoegdheid gaat, werd geen overleg georganiseerd.


Tot slot, betreffende extra middelen te voorzien voor de Brusselse voedselbanken en/of bijkomende communicatie- of sensibiliseringsacties, ook hier verwijs ik u door naar onze federale collega’s die hen bijkomende financiering hebben toegekend.