Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de uitvoering van het verplichte inburgeringstraject voor de nieuwkomers in het Brussels Gewest.

Indiener(s)
Marie Nagy
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 258)

 
Datum ontvangst: 30/10/2020 Datum publicatie: 12/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 20/11/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
30/10/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In april 2019 hebben jullie voorgangers, mevrouw Céline Fremault en de heer Pascal Smet, bevestigd dat ze alle nodige maatregelen hebben getroffen om het verplichte inburgeringstraject voor de nieuwkomers van start te laten gaan op 1 januari 2020. Jullie hebben in oktober 2019 meegedeeld dat de deadline van 1 januari 2020 totaal onrealistisch was en het verstandiger leek om de inwerkingtreding van het verplichte inburgeringstraject te verschuiven naar een latere datum om de verschillende besturen in staat te stellen de uitvoering van de hervorming onder goede omstandigheden te kunnen voorbereiden. Het bij artikel 8 van het samenwerkingsakkoord opgerichte stuurcomité (bestaande uit vertegenwoordigers van de GGC, de Franse Gemeenschapscommissie en de Vlaamse Gemeenschap) was tijdens zijn vergadering van 2 juni laatstleden van oordeel dat het verplichte inburgeringstraject in principe op 1 januari 2021 van kracht zou kunnen worden in het Brussels Gewest. Toen jullie daarover vragen kregen in de commissie, hebben jullie bevestigd dat het Verenigd College van de GGC alle noodzakelijke maatregelen zou treffen om dat doel te bereiken. Jullie hebben echter duidelijk laten verstaan dat jullie niet konden garanderen dat de deadline van 1 januari 2021 zou worden gehaald.

Zoals jullie er meermaals hebben op gewezen tijdens eerdere parlementaire debatten, heeft het Verenigd College van de GGC de uitvoering van het verplichte inburgeringstraject, die eerst gepland was in januari 2020, uitgesteld om drie belangrijke redenen. In de eerste plaats waren jullie van oordeel dat het Verenigd College nog belangrijke verduidelijkingen moest aanbrengen in het reglement met betrekking tot de gevallen waarin de verplichting om het inburgeringstraject te volgen wordt geschorst, alsook in de definitie van de categorieën personen die krachtens artikel 5 van de ordonnantie van 11 mei 2017 van de verplichting zouden worden ontheven op grond van het voorlopige karakter van hun verblijf.

Ten tweede heeft het Verenigd College er duidelijk op gewezen dat het de ordonnantie van 11 mei 2017 pas zou toepassen wanneer het er zeker van zou zijn dat er voldoende plaatsen beschikbaar zijn in de Brusselse BAPA's, zowel aan Franstalige als Nederlandstalige kant. Eind 2019 heeft het Verenigd College het Centre Régional d'Appui en Cohésion Sociale (CRACS) verzocht een onderzoek uit te voeren om snel te kunnen beschikken over een raming van het aantal personen die onder de verplichting vallen. Verrassend genoeg hebben jullie in juni jongstleden laten weten dat het team van het CRACS nog steeds niet over betrouwbare cijfers beschikte, omdat het enorme problemen ondervond bij het verzamelen van de primaire gegevens bij de verschillende betrokken instellingen (Rijksregister, MYRIA, enz.).

Tot slot hebben jullie tijdens vergaderingen met de Conferentie van de Burgemeesters en met vertegenwoordigers van de lokale besturen vastgesteld dat de Brusselse gemeenten onvoldoende voorbereid waren om de vele opdrachten uit te voeren die ze krachtens de ordonnantie van 11 mei 2017 en het samenwerkingsakkoord van 20 december 2018 hebben gekregen. Bovendien leek het noodzakelijk om een gecentraliseerde databank met gegevens over de nieuwkomers op te zetten en een efficiënt IT-instrument te ontwikkelen om die gegevens tussen de BAPA’s, de administratieve diensten van de GGC en de negentien gemeentebesturen te kunnen uitwisselen. Het Verenigd College heeft uiteindelijk gekozen voor software die al gebruikt wordt door de Vlaamse Kruispuntbank Inburgering.

In dat verband had ik u graag de volgende vragen gesteld:

­ Welke initiatieven heeft het Verenigd College van de GGC de afgelopen maanden genomen om de uitvoering van het verplichte inburgeringstraject in Brussel vanaf januari 2021 voor te bereiden?

­ Heeft het Verenigd College het besluit tot uitvoering van de ordonnantie van 11 mei 2017 aangenomen, dat de definitie moest verduidelijken van de categorieën van personen die vrijgesteld zijn van de verplichting om het inburgeringstraject te volgen? Aan welke voorwaarden moet een nieuwkomer voldoen om ontheven te worden van de verplichting om het inburgeringstraject te volgen?

­ Kan het CRACS inmiddels een nauwkeurige raming geven van het aantal nieuwkomers die het verplichte inburgeringstraject zullen moeten volgen? Zo ja, kunnen jullie garanderen dat de door de Franse Gemeenschapscommissie en de Vlaamse Gemeenschap erkende BAPA's van Brussel thans over voldoende capaciteit beschikken voor alle personen die het inburgeringstraject zullen moeten volgen? Is dat niet het geval, heeft dan het stuurcomité, samengesteld uit vertegenwoordigers van de verschillende betrokken federale entiteiten, oplossingen voorgesteld om het plaatsgebrek in de Brusselse BAPA’s op te vangen? Onderzoeken de GGC, de Franse Gemeenschapscommissie en de Vlaamse Gemeenschap thans de mogelijkheid om het aantal door de Brusselse BAPA’s georganiseerde inburgeringstrajecten te verhogen? Kunnen jullie voorts bevestigen dat de BAPA's er ook op zullen toezien dat ze voldoende plaatsen aanbieden aan verblijfhouders van een andere nationaliteit die het inburgeringstraject niet zullen moeten volgen, maar dat op vrijwillige basis willen doen?

­ Hebben jullie de behoeften en verwachtingen van de Brusselse gemeenten in het kader van de uitvoering van het verplichte inburgeringstraject kunnen bepalen? Welke verzoeken heeft de Conferentie van de Burgemeesters geformuleerd? Welke maatregelen heeft het Verenigd College van de GGC al getroffen of is het van plan te treffen om de gemeenten te helpen bij het uitvoeren van de verschillende opdrachten die ze krachtens de ordonnantie van 11 mei 2017 en het samenwerkingsakkoord van 20 december 2018 hebben gekregen? Kunnen jullie een raming geven van de begrotingsmiddelen die de GGC voor de gemeenten moet uittrekken, opdat ze de verschillende opdrachten kunnen uitvoeren? Zou het Verenigd College die financiële middelen kunnen vrijmaken bij de aanpassing van de begroting in het najaar 2020 of bij de opmaak van de initiële begroting 2021 van de GGC?

­ Hoe staat het met de ontwikkeling van de IT-tools? Heeft de GGC de software die thans door de Vlaamse Kruispuntbank Inburgering wordt gebruikt, aangeschaft en heeft ze de licenties voor het gebruik van de software kunnen krijgen?

­ Welke stappen zal het Verenigd College nog moeten doen voordat de ordonnantie van 11 mei 2017 in werking kan treden? Kunnen jullie bevestigen dat het Verenigd College van de GGC nog steeds van oordeel is dat het verplichte inburgeringstraject van start kan gaan op 1 januari 2021? Is een nieuw uitstel van de datum van inwerkingtreding van de verplichting dan uitgesloten?
 
 
Antwoord    Zoals ik al zeer vaak naar aanleiding van interpellaties in deze vergadering heb gezegd, zien we erop toe dat de uitvoering van het verplicht traject onder optimale omstandigheden plaatsvindt.

Ik heb al eerder uitgelegd dat het dossier “niet rijp was” en dit in verschillende opzichten:
­ de regelgeving, meer bepaald met betrekking tot de definitie van het publiek waarvoor deze verplichting geldt, was onvolmaakt (ik kom hier later op terug)
­ De regelgeving voor de operatoren die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering (
de BAPA, de Brusselse Franstalige Onthaalbureaus voor Nieuwkomers) moest aangepast worden
­ Er waren nog geen gesprekken geweest met de gemeenten en de IT-tool die ze nodig hadden om hun rol te vervullen was niet voorzien.

U vindt hieronder alle stappen die de voorbije weken en maanden gezet zijn:
­ Een besluit tot wijziging van het uitvoeringsbesluit van 19 juli 2018 werd opgesteld om een reeks problemen (bijvoorbeeld met betrekking tot de vrijstellingen) die tijdens de voorbereidende werkzaamheden voor de implementatie van de regelgeving werden geïdentificeerd, op te lossen. Het Verenigd College heeft dit wijzigingsbesluit in eerste lezing aangenomen op 9/7/2020, het advies van de Raad van State werd op 4/8/2020 ontvangen en het besluit wordt nu voorbereid zodat het in tweede en laatste lezing door het Verenigd College aangenomen wordt.
­ Het gewijzigd besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 24 april 2014 houdende uitvoering van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 5 juli 2013 betreffende het onthaaltraject voor nieuwkomers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt afgewerkt en zal binnenkort aan het College van de Franse Gemeenschapscommissie voorgelegd worden.

De Diensten van het Verenigd College hebben de volgende opdrachten vervuld:

Sinds eind juni/begin juli werd een “fit-gap-analyse” gevoerd om te bepalen of de verschillende Brusselse actoren de Vlaamse IT-tool KBI (Kruispuntbank Inburgering) ook zouden kunnen gebruiken voor het Brussels integratie-traject en hoe dit zou gebeuren.

Voor deze “fit-gap-analyse” zijn drie werkgroepen gevormd. Elke groep was samengesteld uit verschillende actoren van het Brussels integratieproces, namelijk de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Brusselse gemeenten, de Vlaamse Gemeenschap en BON (
het Brussels Onthaalbureau voor Nieuwkomers) en de Franse Gemeenschapscommissie en de BAPA:
­
Een proceswerkgroep: Deze werkgroep is al 12 maal samengekomen (ongeveer één keer per week) en heeft het proces verduidelijkt (de gemeenten detecteren de doelgroep door het rijksregister te raadplegen, model-documenten, enzovoort.
­
Een technische werkgroep: Deze werkgroep komt ook 1X/week samen en buigt zich over alle kwesties betreffende de IT-tool
­
Een organisatorische werkgroep: Deze werkgroep staat in voor alle organisatorische aspecten van het proces en de IT-tool en komt elke maand samen.

Er wordt bovendien ook gewerkt aan de inhoud van de informatiebrochure die bestemd is voor de nieuwkomers.

Ik wil uw aandacht vestigen op het feit dat dit substantiële werk bovenop een reeds zeer zware werklast van de administraties (COCOF en GGC) komt naar aanleiding van de gezondheidscrisis.


Met betrekking tot de raming van het aantal nieuwkomers dat een verplicht integratietraject zal moeten volgen, blijkt uit de gegevens die momenteel door het CBAI (Brussels centrum voor interculturele actie) worden verstrekt dat met de huidige capaciteit van de BAPA en het BON de uitvoering van de verplichting mogelijk is.

Ter herinnering, de samenwerkingsovereenkomst voorziet dat de Franse Gemeenschapscommissie en de Vlaamse Gemeenschap minstens 4.000 integratietrajecten per jaar zullen financieren.

Wat de Franse Gemeenschapscommissie betreft, zijn nu 3 Brusselse Franstalige Onthaalbureaus voor Nieuwkomers operationeel die 5.000 personen langs Franstalige kant kunnen begeleiden. Bij de Vlaamse Gemeenschap kan het BON 4.000 opvangtrajecten per jaar begeleiden.

Uw bezorgdheid lijkt mij echter cruciaal en de stuurgroep die via de samenwerkingsovereenkomst werd opgericht zou de toereikendheid van het aanbod nauwkeurig moeten onderzoeken, met name zodat mensen vrij kunnen kiezen om zich tot Frans- of Nederlandstalige structuren te wenden.

Op basis van de bevindingen van de stuurgroep en indien blijkt dat de beschikbare capaciteit onvoldoende is, zullen de BAPA en/of BON moeten worden versterkt. Ik wil ook bevestigen dat ik wil dat niet-Belgische inwoners die niet verplicht zijn het opvangtraject te volgen maar die op vrijwillige basis wensen deel te nemen, hiertoe de mogelijkheid moeten krijgen.


Wat de gemeenten betreft, worden zij, zoals gezegd, nauw betrokken bij de lopende werkgroepen zodat zij over alle nodige informatie en instrumenten beschikken en rekening kan gehouden worden met hun knelpunten.

Het is ook de bedoeling een circulaire over te maken aan de gemeenten met concrete uitleg over de regelgeving en dat de GGC bijstand verleent om de vragen van de gemeenten te beantwoorden.


Wat de volgende stappen betreft, kan ik bevestigen dat we alles in het werk stellen om snel vooruitgang te boeken EN te zorgen voor een vlotte uitvoering.

De stuurgroep die bij het Samenwerkingsakkoord van 20 december 2018 (samengesteld uit vertegenwoordigers van de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie) werd opgericht, is op 27 oktober samengekomen om de planning van alle punten die nog moeten afgewerkt worden, te actualiseren.


Een eventuele overheveling van de BAPA van de FGC naar de GGC, wordt nog steeds in beschouwing genomen.


Met betrekking tot de middelen voor de uitvoering van het onthaaltraject in Brussel, en voor de punten die onder mijn bevoegdheden vallen:

Wat de begroting van de GGC betreft, zal voor het jaar 2020 een totaal bedrag van € 7.752.604 worden uitgetrokken voor de financiering van de 3 BAPA, de taalpartners en het CBAI. Voor 2021 zijn extra middelen (560 miljoen euro) beschikbaar gesteld om de 3 Brusselse Franstalige Onthaalbureaus voor Nieuwkomers te versterken in het kader van de uitvoering van het verplicht traject.