Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de verplichte inburgering in Brussel.

Indiener(s)
Gilles Verstraeten
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 267)

 
Datum ontvangst: 12/11/2020 Datum publicatie: 24/11/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 20/11/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/11/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Tijdens het vorige debat op 11 juni heeft minister Maron duidelijk gemaakt dat de Brusselse regering geen specifieke deadline vooropstelt voor de verplichte inburgering in de hoofdstad. De nieuwe streefdatum is 1 januari 2021, maar dit is volgens de minister slechts een doelstelling en geen belofte. Dat belooft niet veel goeds en het zou een enorme ontgoocheling zijn mocht die deadline opnieuw uitgesteld worden. Dat is niet alleen mijn mening, maar ook die van uw collega’s binnen de meerderheid.

Wij achten de kans klein dat de verplichte inburgering in Brussel op 1 januari 2021 een feit is. Uit verklaringen van u en Vlaams minister Somers in juni blijkt toen dat er nog veel werk op de plank lag: een wijziging aan het uitvoeringsbesluit, de opmaak van een omzendbrief aan de gemeenten, het schrijven van een infobrochure, de ontwikkeling van een IT-tool, een infosessie aan de gemeenten en de ontwikkeling van een sanctioneringssysteem. Vooral de ontwikkeling van het IT-tool baart ons veel zorgen omdat dit nog in een heel vroeg stadium zit. Verschillende werkgroepen zouden in de voorbije maanden samengezeten hebben om de technische en organisatorische moeilijkheden betreffende het gebruik van de Kruispuntbank Inburgering te onderzoeken. Hopelijk kan de minister ons vandaag vertellen dat er in het kader van de ontwikkeling van het IT-tool en de andere aspecten serieuze vooruitgang is geboekt.

Op 11 juni verklaarde u dat de studie van Cracs, om de totale noodzaak aan verplichte inburgeringstrajecten in Brussel in kaart te brengen, bijna afgerond was. Momenteel zijn er 9.000 inburgeringstrajecten voorzien per jaar, waardoor de kans op tekorten reëel is. Bijkomende inspanningen vanuit de verschillende partners in het samenwerkingsakkoord zijn enkel mogelijk indien er een globaal beeld bestaat van de noden. Hierin speelt de stuurgroep, die voor een eerste keer samenkwam op 2 juni, een essentiële rol.

Daarom had ik graag volgende vragen gesteld:

- Acht u de kans reëel dat de verplichte inburgering in Brussel op 1 januari 2021 een feit is? Zo niet, zal u dan samenzitten met Vlaams minister Somers om een nieuwe tijdslijn samen te stellen?

- Hoeveel middelen trekt de regering dit jaar uit om de inburgering te organiseren?

- Is de stuurgroep sinds 2 juni nogmaals samengekomen?

o Zo ja, zijn er nieuwe beslissingen genomen?
o Zo niet, wanneer komt de stuurgroep de volgende keer samen?

- Wat zijn de resultaten van de studie van Cracs?

- Heeft er in navolging van 14 en 27 mei nog een overleg plaatsgevonden tussen uw kabinet, vertegenwoordigers van de GGC, de Vlaamse inburgeringsdiensten en het IT-bedrijf Real Dolmen?

o Zo ja, zijn er nieuwe beslissingen genomen?
o Zo niet, zal er binnenkort een nieuw overleg plaatsvinden?
 
 
Antwoord    Zoals ik al zeer vaak naar aanleiding van interpellaties in deze vergadering heb gezegd, zien we erop toe dat de uitvoering van het verplicht traject onder optimale omstandigheden plaatsvindt.

Ik heb al eerder uitgelegd dat het dossier “niet rijp was” en dit in verschillende opzichten:
­ de regelgeving, meer bepaald met betrekking tot de definitie van het publiek waarvoor deze verplichting geldt, was onvolmaakt (ik kom hier later op terug)
­ De regelgeving voor de operatoren die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering (
de BAPA, de Brusselse Franstalige Onthaalbureaus voor Nieuwkomers) moest aangepast worden
­ Er waren nog geen gesprekken geweest met de gemeenten en de IT-tool die ze nodig hadden om hun rol te vervullen was niet voorzien.

U vindt hieronder alle stappen die de voorbije weken en maanden gezet zijn:
­ Een besluit tot wijziging van het uitvoeringsbesluit van 19 juli 2018 werd opgesteld om een reeks problemen (bijvoorbeeld met betrekking tot de vrijstellingen) die tijdens de voorbereidende werkzaamheden voor de implementatie van de regelgeving werden geïdentificeerd, op te lossen. Het Verenigd College heeft dit wijzigingsbesluit in eerste lezing aangenomen op 9/7/2020, het advies van de Raad van State werd op 4/8/2020 ontvangen en het besluit wordt nu voorbereid zodat het in tweede en laatste lezing door het Verenigd College aangenomen wordt.
­ Het gewijzigd besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 24 april 2014 houdende uitvoering van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 5 juli 2013 betreffende het onthaaltraject voor nieuwkomers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt afgewerkt en zal binnenkort aan het College van de Franse Gemeenschapscommissie voorgelegd worden.

De Diensten van het Verenigd College hebben de volgende opdrachten vervuld:

Sinds eind juni/begin juli werd een “fit-gap-analyse” gevoerd om te bepalen of de verschillende Brusselse actoren de Vlaamse IT-tool KBI (Kruispuntbank Inburgering) ook zouden kunnen gebruiken voor het Brussels integratie-traject en hoe dit zou gebeuren.

Voor deze “fit-gap-analyse” zijn drie werkgroepen gevormd. Elke groep was samengesteld uit verschillende actoren van het Brussels integratieproces, namelijk de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Brusselse gemeenten, de Vlaamse Gemeenschap en BON (
het Brussels Onthaalbureau voor Nieuwkomers) en de Franse Gemeenschapscommissie en de BAPA:
­
Een proceswerkgroep: Deze werkgroep is al 12 maal samengekomen (ongeveer één keer per week) en heeft het proces verduidelijkt (de gemeenten detecteren de doelgroep door het rijksregister te raadplegen, model-documenten, enzovoort.
­
Een technische werkgroep: Deze werkgroep komt ook 1X/week samen en buigt zich over alle kwesties betreffende de IT-tool
­
Een organisatorische werkgroep: Deze werkgroep staat in voor alle organisatorische aspecten van het proces en de IT-tool en komt elke maand samen.

Er wordt bovendien ook gewerkt aan de inhoud van de informatiebrochure die bestemd is voor de nieuwkomers.

Ik wil uw aandacht vestigen op het feit dat dit substantiële werk bovenop een reeds zeer zware werklast van de administraties (COCOF en GGC) komt naar aanleiding van de gezondheidscrisis.


Met betrekking tot de raming van het aantal nieuwkomers dat een verplicht integratietraject zal moeten volgen, blijkt uit de gegevens die momenteel door het CBAI (Brussels centrum voor interculturele actie) worden verstrekt dat met de huidige capaciteit van de BAPA en het BON de uitvoering van de verplichting mogelijk is.

Ter herinnering, de samenwerkingsovereenkomst voorziet dat de Franse Gemeenschapscommissie en de Vlaamse Gemeenschap minstens 4.000 integratietrajecten per jaar zullen financieren.

Wat de Franse Gemeenschapscommissie betreft, zijn nu 3 Brusselse Franstalige Onthaalbureaus voor Nieuwkomers operationeel die 5.000 personen langs Franstalige kant kunnen begeleiden. Bij de Vlaamse Gemeenschap kan het BON 4.000 opvangtrajecten per jaar begeleiden.

Uw bezorgdheid lijkt mij echter cruciaal en de stuurgroep die via de samenwerkingsovereenkomst werd opgericht zou de toereikendheid van het aanbod nauwkeurig moeten onderzoeken, met name zodat mensen vrij kunnen kiezen om zich tot Frans- of Nederlandstalige structuren te wenden.

Op basis van de bevindingen van de stuurgroep en indien blijkt dat de beschikbare capaciteit onvoldoende is, zullen de BAPA en/of BON moeten worden versterkt. Ik wil ook bevestigen dat ik wil dat niet-Belgische inwoners die niet verplicht zijn het opvangtraject te volgen maar die op vrijwillige basis wensen deel te nemen, hiertoe de mogelijkheid moeten krijgen.


Wat de gemeenten betreft, worden zij, zoals gezegd, nauw betrokken bij de lopende werkgroepen zodat zij over alle nodige informatie en instrumenten beschikken en rekening kan gehouden worden met hun knelpunten.

Het is ook de bedoeling een circulaire over te maken aan de gemeenten met concrete uitleg over de regelgeving en dat de GGC bijstand verleent om de vragen van de gemeenten te beantwoorden.


Wat de volgende stappen betreft, kan ik bevestigen dat we alles in het werk stellen om snel vooruitgang te boeken EN te zorgen voor een vlotte uitvoering.

De stuurgroep die bij het Samenwerkingsakkoord van 20 december 2018 (samengesteld uit vertegenwoordigers van de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie) werd opgericht, is op 27 oktober samengekomen om de planning van alle punten die nog moeten afgewerkt worden, te actualiseren.


Een eventuele overheveling van de BAPA van de FGC naar de GGC, wordt nog steeds in beschouwing genomen.


Met betrekking tot de middelen voor de uitvoering van het onthaaltraject in Brussel, en voor de punten die onder mijn bevoegdheden vallen:

Wat de begroting van de GGC betreft, zal voor het jaar 2020 een totaal bedrag van € 7.752.604 worden uitgetrokken voor de financiering van de 3 BAPA, de taalpartners en het CBAI. Voor 2021 zijn extra middelen (560 miljoen euro) beschikbaar gesteld om de 3 Brusselse Franstalige Onthaalbureaus voor Nieuwkomers te versterken in het kader van de uitvoering van het verplicht traject.