Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de aanwending van de 30 miljoen euro van het Gewest bestemd voor de OCMW's in het kader van de Covid-19-pandemie.

Indiener(s)
Farida Tahar
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 296)

 
Datum ontvangst: 07/12/2020 Datum publicatie: 25/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 14/01/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
11/12/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In juni laatstleden werden de voorwaarden bepaald voor de toekenning van de 30 miljoen euro bestemd voor de OCMW’s van het Gewest, die verdeeld werd tussen een schijf A van 18 miljoen en een schijf B van 12 miljoen. Deze laatste schijf is bestemd voor de financiering van projecten die beantwoorden aan 8 prioriteiten en waarover een overeenkomst met elke OCMW wordt gesloten.

- Welke aanvragen voor een overeenkomst hebt u al ontvangen (van welke OCMW’s; voor welk type project; voor welke prioriteit(en))?

- Voor welke doelgroepen zijn de ingediende projecten bestemd?
 
 
Antwoord    Ter informatie: de volledige toelage van 30 miljoen euro voor de 19 Brusselse OCMW's is vastgelegd door de Diensten van het Verenigd College.

De eerste schijf (de zogenaamde schijf A) van 18 miljoen euro is op 1 oktober 2020 uitbetaald aan de OCMW’s.

De tweede schijf (de zogenaamde schijf B) van 12 miljoen euro is begin januari 2021 uitbetaald aan de OCMW's, bij de contractualisering tussen het OCMW en het Verenigd College in december 2020.

Het totaalbedrag van de subsidie van 30 miljoen euro is dus verdeeld in twee delen van respectievelijk:
- 18 miljoen euro (eerste deel (3/5): Schijf A);
- 12 miljoen euro (tweede deel (2/5): Schijf B).

Elk van die delen is verdeeld overeenkomstig de verdeelsleutel van het Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn, overeenkomstig de gezamenlijke ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 27 juli 2017 tot vaststelling van de regels voor de verdeling van de algemene dotatie aan de gemeenten en de OCMW's van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vanaf het jaar 2017.

De toegekende bedragen kunnen worden gebruikt voor uitgaven gedaan tussen 1 maart 2020 en 31 december 2021.

Het betreft facultatieve subsidies die moeten worden gerechtvaardigd met een verantwoordingsdossier dat ten laatste op 31 maart 2022 moet worden bezorgd.

Verdeling van de middelen voor het tweede deel (2/5): Schijf B: 12 miljoen euro

Het deel van het bedrag dat elk OCMW toekomt, heeft deel uitgemaakt van een COVID-19-overeenkomst, met de volgende verdeling:

Verdeling van de middelen van het deel dat elk OCMW toekomt van schijf B

1

Minstens 35%

Projecten ter bestrijding van sociale onderbescherming en het gebrek aan toegang tot rechten

2

Hoogstens 65%

COVID-19-projecten met de volgende thema's:

a. Voedselhulp (voedselcheques, restaurants en sociale kruideniers)

b. Sociale energie- en waterverbruikbegeleiding

c. Schuldbemiddeling

d. Begeleiding bij huisvesting (preventie en begeleiding)

e. Sociale coördinaties

f. Gezondheid (in verband met de lokale welzijns- en gezondheidscontracten) en geestelijke gezondheid

g. Specifieke hulp aan eenoudergezinnen of de strijd tegen kinder- en jeugdarmoede

h. Digitale kloof



Deze verdeling van de middelen is gevalideerd door de Federatie van OCMW's en de omzendbrief is op 9 oktober 2020 voorgelegd aan het beheercomité van deze Federatie.

Alle ingediende projecten ontwikkelen, zoals voorzien in de overeenkomst, projecten ter bestrijding van sociale onderbescherming en het gebrek aan toegang tot rechten en ten minste twee van de bovengenoemde thema's.

Al deze projecten zijn grotendeels gericht op een publiek dat zijn rechten niet uitoefent, d.w.z. een publiek dat vandaag nog niet of slechts gedeeltelijk een beroep doet op deze rechten, zoals eenoudergezinnen, jonge kinderen en adolescenten in precaire situaties, geïsoleerde personen, bejaarde personen, zelfstandigen, kunstenaars, daklozen of elke persoon in nood wiens menselijke waardigheid in gevaar wordt gebracht door de COVID-19-situatie.