Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het aantal gevallen van uitgestelde zorg in de ziekenhuizen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 321)

 
Datum ontvangst: 18/01/2021 Datum publicatie: 23/03/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 18/03/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/01/2021 Ontvankelijk p.m.
18/03/2021 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Enkele maanden terug mocht ik u reeds ondervragen omtrent het aantal ziekenhuisbezoeken, -consultaties en -operaties tijdens de coronacrisis (cf. schriftelijke vraag nr. 218).

In uw antwoord kon u toen cijfers voorleggen van vijf synthetische activiteitsindicatoren op niveau van de vijf Brusselse openbare ziekenhuizen van het IRIS-netwerk, waaruit bleek dat er effectief sprake was van een significante terugval (gemiddeld -30%) van onder meer het aantal bezoeken aan de spoedgevallen, het aantal operaties, het aantal consultaties en het aantal gevallen van medische beeldvorming.

U stelde daarbij tevens dat sinds het begin van de gezondheidscrisis reeds aan alle ziekenhuizen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest duidelijk werd gemaakt dat alle dringende en noodzakelijke consultaties, onderzoeken en ingrepen moeten kunnen blijven plaatsvinden. Recente geluiden uit de medische wereld duiden er echter op dat uitgestelde zorg wel degelijk reeds verschillende problemen met zich meegebracht heeft. Zo stelde Marc Noppen, hoofd van het UZ Brussel, bijvoorbeeld nog recent dat zijn dokters ‘amputaties moeten uitvoeren die ze in twintig jaar tijd niet meer gezien hebben’. Ook de Stichting Kankerregister gaf reeds aan veel minder kankerdiagnoses te hebben gesteld in 2020, waardoor verdere onderzoeken en therapieën in het gedrang kunnen komen.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Kan u een stand van zaken geven omtrent het aantal ziekenhuisbezoeken, -consultaties en operaties in de ziekenhuizen van het IRIS-netwerk sinds uw laatste antwoord? Heeft deze trend zich verder doorgezet tijdens de tweede jaarhelft van 2020, of is men erin geslaagd deze achterstand enigszins te compenseren?

- Welke ondersteuning werd er geboden aan de Brusselse ziekenhuizen om de problematiek van de uitgestelde zorg te helpen ondervangen? Welke acties en middelen werden hiertoe voorzien? Welk overleg heeft hieromtrent plaatsgevonden met de ziekenhuizen? Welke problemen stelden zij vast en welke oplossingen werden hierbij op tafel gelegd?

- Beschikt u over indicatoren die kunnen duiden tot welke gevolgen de problematiek van de uitgestelde zorg reeds geleid heeft in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Werden er in de IRIS-ziekenhuizen bijvoorbeeld ook significant meer amputaties uitgevoerd die een gevolg waren van uitgestelde zorg? Beschikt u over cijfers die het aantal kankerdiagnoses in ons Gewest kunnen duiden voor 2020? Liggen deze eveneens significant lager dan het aantal diagnoses uit de voorgaande jaren?
 
 
Antwoord    Om de uitgestelde zorg en interventies wegens de COVID-crisis objectief te beoordelen, beschikken we momenteel, specifiek in Brussel, nog niet over details over elk type zorg en activiteiten, maar wel al over de evolutie van de activiteiten op een globale manier. U kunt deze ontwikkelingen zien in de tabel in bijlage 1.

Op basis van de informatie die ons door de koepelorganisatie IRIS wordt verstrekt, kan de administratie de volgende elementen meegeven:
In de onderstaande tabel vindt u de evolutie van
5 synthetische activiteitsindicatoren, die geconsolideerd zijn op het niveau van de 5 Brusselse openbare ziekenhuizen van het IRIS-netwerk: UMC Sint-Pieter, UVC Brugmann, Iris Ziekenhuizen Zuid, Jules Bordet Instituut, Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola.

De betrokken periode bestrijkt de totale activiteit van
maart tot december 2020, vergeleken met dezelfde periode van zes maanden in 2019. Wanneer de indicator nog niet beschikbaar is voor december 2020, loopt de bestreken periode van maart tot november.
Het verschil in waarde is het verschil tussen het totaal van 2020 en het totaal van 2019. Het verschil in % is het verschil in waarde ten opzichte van het totaal van 2019.
De tabel omvat de volgende activiteitsindicatoren:
·
Bezoeken aan de spoedgevallen: aantal bezoeken aan de spoedgevallen voor alle patiënten (niet-COVID, vermoedelijke of bevestigde COVID-gevallen), met uitzondering van de triagecentra, van maart tot augustus.
·
Opnames in de operatiekwartieren: aantal opnames in de operatiekwartieren voor ingrepen in het kader van klassieke, chirurgische en medische dagopnames of ambulante ingrepen in de periode van maart tot augustus.
·
Klassieke ziekenhuisopnames en opnames dagchirurgie: het aantal "grote poort"-opnames in het kader van klassieke opnames en dagchirurgie (exclusief medische dagbehandeling, zoals chemotherapie) in de periode maart tot december.


·
Dagen klassieke ziekenhuisopnames en opnames dagchirurgie: aantal dagen opnames in het kader van klassieke opnames en dagchirurgie (exclusief dagen in medische dagkliniek) van maart tot december.

·
Medische en tandheelkundige consulten en consulten voor kinesitherapie: aantal consulten in de polikliniek bij de medische diensten, inclusief bezoeken aan de diensten tandheelkunde en kinesitherapie in de periode van maart tot november.
·
Beeldvorming (Radiologie, MRI, Echografie): aantal handelingen in de medische beeldvorming, met betrekking tot de radiologie, MRI en Echografie (met uitzondering van scanners, PET-SCAN, Radio-isotopen...) over de periode van maart tot november.


Uit deze cijfers kan worden geconcludeerd dat, in vergelijking met de gegevens van oktober 2020 in antwoord op de parlementaire vraag 218, alle percentages van het aangegeven verschil in waarde aanzienlijk zijn gedaald. Dit betekent dat de uitgestelde zorg afneemt en dat de ziekenhuizen trachten de achterstand goed te maken.
De indicator van de bezettingsgraad van de bedden per bedindex is niet beschikbaar en wij beschikken niet over statistische informatie over de verdeling van deze indicatoren naar geslacht, taal of leeftijdsgroep.
Wat de ondersteuning aan de Brusselse ziekenhuizen betreft om het probleem van de uitgestelde zorg te helpen oplossen, is er momenteel geen steun die specifiek voor Brussel bestemd is of afhankelijk is van Brusselse bevoegdheden.
De communicatie om de burgers aan te moedigen hun gezondheidszorgen niet uit te stellen, hangt immers niet af van de Diensten van het Verenigd College maar van het federale niveau, aangezien dat niveau belast is met de ziekenhuizen tijdens de gezondheidscrisis.

Wat de oplossingen betreft, hebben de Diensten van het Verenigd College via de richtlijnen van het comité HTSC (
Hospital & Transport Surge Capacity) op federaal niveau de ziekenhuizen (Iris en andere) verzocht de uitgestelde zorg actief te analyseren en actief contact op te nemen met de patiënten, en daarbij een prioritaire volgorde te hanteren, zodat de patiënten die het meest behoefte hebben aan ziekenhuiszorg, daadwerkelijk als eerste toegang tot die zorg krijgen. De administratie heeft ook aan alle ziekenhuizen (Iris en andere) duidelijk gemaakt dat het absoluut prioritair is alle dringende en noodzakelijke consultaties, onderzoeken en ingrepen te blijven uitvoeren.

Zodra de consultaties hervat konden worden, heeft de administratie de Brusselse ziekenhuizen aangemoedigd om zo ruim mogelijke openingsuren te voorzien. Bovendien namen deze ziekenhuizen individueel contact op met patiënten van wie de ziekenhuisopname was uitgesteld om deze opnieuw in te plannen zodra de situatie dat toeliet en naar gelang van de beschikbaarheid van operatiekwartieren, het verplegend personeel, enz.

Volgens de cijfers die de federale regering in het comité HTSC heeft uiteengezet sinds de 2e COVID-golf (oktober-november 2020), zijn de ziekenhuizen op een algemene activiteitsgraad van ongeveer 110% gebleven, ondanks het feit dat ze niet meer in fase 2 zitten (dit is nog steeds het geval op het moment dat ik dit antwoord begin maart schrijf)... wat erop wijst dat de ziekenhuizen trachten de zorg niet uit te stellen en de vertraging (uitstel van zorg) die zich eventueel in de 2e golf heeft opgestapeld, in te halen.


De indicatoren met betrekking tot de gevolgen van de uitgestelde zorg in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals de toename van het aantal amputaties of de afname van het aantal kankerdiagnoses, maken deel uit van wetenschappelijke studies die met voldoende afstand en door specialisten moeten worden vastgesteld om een wetenschappelijk onderbouwd antwoord op deze vragen te kunnen geven. Het is zeer waarschijnlijk dat het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg met een dergelijke analyse zal worden belast of dat wij dit zullen vragen aan het Brussels Observatorium voor Gezondheid, maar om werkelijk een volledige en exhaustieve visie te hebben (dus niet voor een bepaalde pathologie of ingreep) moeten wij wachten tot alle gegevens zijn verzameld en met elkaar vergeleken, met name door het RIZIV en de ziekenfondsen. De ervaring leert dat een dergelijke analyse pas na 1 à 2 jaar mogelijk is, afhankelijk van de periode die moet worden geanalyseerd.