Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de organisatie van de inspectie van de rust- en verzorgingstehuizen

Indiener(s)
Ibrahim Dönmez
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 330)

 
Datum ontvangst: 20/01/2021 Datum publicatie: 23/03/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 18/03/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
05/02/2021 Ontvankelijk p.m.
18/03/2021 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Tijdens de besprekingen met de deskundigen van de Bijzondere Commissie COVID-19 is de kwestie van de doeltreffendheid van de inspectie van de bejaardenverblijven in de rust- en de verzorgingstehuizen aan de orde gesteld.
Ook vóór de crisis waren er al tekortkomingen aan het licht gekomen.
Men kan zich afvragen welke aandacht werd besteed en welke follow-up is gegeven om deze tekortkomingen te verhelpen en te zorgen voor echte verandering, zo nodig via sancties of de intrekking van de erkenning.
De crisis heeft aan het licht gebracht dat sommige rusthuizen geen gekwalificeerd personeel van niveau C hebben, en ook geen sleutelfuncties.
Daarom zouden wij u willen vragen naar de organisatie van de inspectie van de werking van de rusthuizen, naar de naleving van de wetgeving maar ook naar de praktische toepassing ervan: de werking, de omkaderingsnormen, de kwaliteitsnormen en de infrastructuurnormen.
- Hoeveel personen werden er voor deze controlefunctie aangesteld?
- Hoeveel controles werden er de afgelopen twee jaar uitgevoerd?
- Op grond van welke elementen worden de controles uitgevoerd? kwaliteitsnormen omkadering, kwalificaties van het zorgpersoneel, infrastructuurnormen, respect van de degelijkheid van de verzorging, het voedingsbord, de gespecialiseerde functie (logopedist, diëtist, hoofdverpleegkundige, hoofdarts, apotheker), controle op het gebruik van kalmerende middelen, uurroosters, activiteiten, openingsuren, huishoudelijk reglement, levensproject
- Hoe is de verdeling tussen IRISCARE en de DVC over deze controles?
- Concreet, hoe werkt het?
- Wat zijn de voorwaarden om een erkenning te behouden?
- Hoe worden de tekortkomingen betekend?
- Binnen welke termijn moet er gevolg aan worden gegeven?
- Bestaan er sancties?
- Hoe wordt een erkenning zo nodig ingetrokken?
- Wordt er toezicht gehouden op de instellingen die betrokken zijn bij klachten van families of bewoners?
- Bestaat er een procedure voor het inlichten van de gemeentelijke autoriteiten?
- Zijn er contacten met de gemeenten en de OCMW's over de hygiëne en de veiligheid van deze instellingen?
- Hoe wordt de verantwoordelijkheid voor de eventuele sluiting van een instelling die niet aan de normen voldoet, verdeeld?
- Moeten de OCMW's en de gemeenten bij de procedure worden betrokken?
- Bestaat er een wettelijk kader voor dit proces?
- Bestaat er een verplichting om de bewoners en hun families te informeren?
- Is er in elk rusthuis een inspectiedocument beschikbaar voor de bewoners en hun familie?
- Bestaat er een klachtenregister bij de GGC?
- Hoe zit het met de realiteit van de overeenkomsten met de ziekenhuizen die nodig zijn voor de erkenning van een RVT vóór de crisis en sinds de laatste omzendbrieven van Iriscare?
- Hoe zit het met de verplichting van het al dan niet aanwezig zijn van een coördinerend arts?
 
 
Antwoord    Ter inleiding brengen we in herinnering dat de functie van het beheer van de erkenningen een van de essentiële functies is waarop in het kader van de crisis een beroep werd gedaan.

Deze functie omvat de levenscyclus van een erkenning, vanaf de ontvangst van de aanvraag via de begeleiding van de erkende instelling tijdens de duur van de erkenning tot het einde van de erkenning (sluiting van de instelling, verstrijken van de erkenningsperiode ...). Dit houdt bijvoorbeeld in dat er wordt nagegaan of de erkenningsvoorwaarden nog steeds zijn vervuld of dat er actie wordt ondernomen naar aanleiding van klachten.

De functie van het beheer van de erkenningen wordt uitgevoerd door het 'beheer van het beroep'. Voor de bejaardensector komt deze bevoegdheid toe aan Iriscare.

De dienst Iriscare is tevens bevoegd voor het volgende:
- omzendbrieven sturen naar de sectoren waarop hij toezicht houdt;
- zorgen voor regelmatige contacten met de instellingen of federaties van 'zijn' sectoren, om inzicht te krijgen in hun problemen en behoeften (op operationeel en materieel vlak, qua personeel ...), alsook om toe te zien op de juiste uitvoering van de richtlijnen.

Binnen de directie Controle van de DVC is de dienst Administratieve Controle belast met de uitvoering van een administratieve controle (d.w.z. een conformiteitscontrole) op de naleving van de erkenningsnormen door de te erkennen instellingen of de erkende instellingen die onder het gezag van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie vallen - ongeacht of de beheersadministratie van de erkenningen Iriscare is (overeenkomstig het Controleprotocol) of de Diensten van het Verenigd College.

Het doel van de interventie is zich ervan te vergewissen dat de verschillende instellingen in overeenstemming met de normen werken en hun algemene situatie te beoordelen door een verslag van de bevindingen op te stellen. De dienst Administratieve Controle van de directie Controle kan ook aanbevelingen doen aan de diensten voor het beheer van de erkenningen met betrekking tot de instellingen.

De administratieve controles worden uitgevoerd in het kader van de volgende procedures:
• de nieuwe erkenning of vergunning;
• de vernieuwing van de erkenning of vergunning;
• de wijziging (indien nodig) van de erkenning of vergunning;
• het einde van een instelling: sluiting, intrekking van de erkenning enz.

Eveneens: in geval van klachten (procedures beheerd door de erkenningsbeheerders).

Herhaaldelijke en gefundeerde klachten zijn voor de administratie een waarschuwing dat een voorziening niet goed functioneert en van nabij moet gevolgd worden.
Na iedere klacht wordt onderzocht of een administratieve afhandeling kan volstaan of er een inspectie ter plaatse noodzakelijk is. Ook niet-anonieme klachten worden onderzocht.
Na een inspectie in de voorziening wordt er door de dienst controle een controleverslag opgesteld dat wordt overgemaakt aan de voorziening.

Om de kwaliteit van de dienstverlening aan de burgers te optimaliseren, heeft Iriscare een specifieke procedure voor het klachtenbeheer opgezet (ontvangst van klachten, behandeling, analyse van de klachten en rapportage) binnen de dienst Geschillen en Bemiddeling.

Momenteel zijn binnen de dienst Administratieve Controle (DAC) 7 personen belast met de controle van de erkenningsnormen van instellingen voor bejaarden: 1 attachee, 3 maatschappelijk werksters, 3 verpleegsters.

De erkenningsnormen zijn die van het Besluit van het Verenigd College van 3 december 2009 tot vaststelling van de erkenningsnormen waaraan de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen moeten voldoen alsmede tot nadere omschrijving van de groepering en de fusie en de bijzondere normen waaraan deze moeten voldoen. Bovendien stelt het koninklijk besluit van 21 september 2004 de normen vast voor de bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis, als centrum voor dagverzorging of als centrum voor niet aangeboren hersenletsels.

De normen en de controle op deze normen hebben betrekking op de volgende punten: prijzen, facturering, boekhouding, personeelsnormen, administratieve organisatie, voeding, bijstand en verzorging, hygiëne en onderhoud, animatie, participatie van de bejaarden, het levensproject, veiligheidsnormen en bouwkundige normen. Voor de speciale erkenning worden specifieke bouwkundige normen gecontroleerd, evenals functionele normen, organisatorische normen (op vlak van verzorging en medische zorg), kwaliteitsnormen en de participatie en behandeling van de suggesties en klachten van de bewoners.

In het kader van een voorlopige werkingsvergunning, een erkenning, een hernieuwing van een erkenning of ingevolge een klacht wordt een controle ter plaatse uitgevoerd (zie supra).
De controleverslagen worden overgemaakt aan de instelling en aan de aangepaste Technische Commissie van Iriscare.

Aan de voorziening die één of meerdere erkenningsnormen niet naleven wordt gevraagd binnen een bepaalde termijn een actieplan in te dienen. De termijn bedraagt meestal 3 maanden, maar kan ook korter of langer zijn. Dit wordt geval per geval bekeken.
De actieplannen worden nauw opgevolgd door Iriscare. Vaak worden er ook vergaderingen met deze instellingen en Iriscare georganiseerd en, indien noodzakelijk, worden er bijkomende inspectiebezoeken uitgevoerd.

De maximale erkenningstermijn van een rusthuis bedraagt zes jaar. Indien een voorziening een aantal normen niet naleeft kan er een erkenning van een kortere duur gegeven worden waarbinnen de voorziening dan aan de normen moet voldoen.


Indien een voorziening echter herhaaldelijk en zonder perspectief op mogelijke verbeteringen niet meer aan één of meerdere normen voldoet, kan de erkenning van de voorziening ingetrokken of geweigerd worden, hetgeen de sluiting tot gevolg heeft (zie infra vraag 14 en volgende).
Er dient opgemerkt dat de toepasselijke wetgeving ons op dit ogenblik niet toelaat om alternatieve sancties aan de rusthuizen op te leggen.
Iriscare is dus gestart met de procedure tot wijziging van de ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten om de mogelijkheid te scheppen om alternatieve sancties op te leggen, die onder meer kunnen bestaan in de tijdelijke schorsing van de erkenning.

Bovendien zijn wij begonnen met de herziening van de erkenningsnormen voor rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen. Deze herziening omvat onder meer de herziening van de omkaderingsnormen, de opleiding van het personeel en de directeur, en de ontwikkeling van een kwaliteitsprogramma ter bevordering van het proces van voortdurende verbetering. In het algemeen wordt met deze hervorming beoogd het welzijn van de bejaarden te verbeteren door hun levenskwaliteit en de kwaliteit van de verzorging te verbeteren.

Tussen 1 januari 2019 en 31 december 2020 zijn 145 dossiers door de dienst Administratieve Controle verwerkt en zijn de controleverslagen naar Iriscare gestuurd.

Onder 'verwerkt dossier' verstaan wij de voorbereiding, de uitvoering van de controles en de verzending van de controleverslagen naar de erkenningsbeheerder van Iriscare. Daarnaast is er de tijd die nodig is om de medewerkers van Iriscare te begeleiden in de kennis en beheersing van de inhoud van de controleverslagen.

In 2020 zijn de controles en verslagen als gevolg van de gezondheidscrisis meer dan vier maanden opgeschort. Daardoor kan de behandeling van de dossiers van 2020 vertraging oplopen en vertraagt het proces van het opschonen van oude dossiers. Tijdens de crisis was de dienst Administratieve Controle (DAC) voltijds betrokken bij de cel Contacten (DVC-Iriscare) en bij het beheer van de coronaprioriteiten.

Vanaf 5 maart 2020 heeft de DAC namelijk de 'cel Hygiëne' van de directie Gezondheid en Bijstand aan Personen versterkt door 4 verpleegsters beschikbaar te stellen voor telefoongesprekken met de instellingen in het kader van de contactopvolging, en vervolgens heeft het hele team van april tot juli de tweedelijnsstrategie 'OST' (outbreak support teams) mogelijk gemaakt (afwerking van de vragenlijst, telefoongesprekken met instellingen, vergaderingen). Het team fungeerde ook als eerstelijnscontactpersoon van medio november tot medio december (bijwerken van de vragenlijst, telefoongesprekken, vergaderingen).

Hoewel de dienst de controlebezoeken tijdens de eerste coronagolf heeft opgeschort in overeenstemming met de omzendbrieven over externe bezoeken, heeft hij zijn taken waarvoor geen bezoeken ter plaatse vereist zijn, voortgezet.

Ook moet worden vermeld dat er van april tot juni 2020 controlebezoeken in het kader van corona, klachten of andere problemen zijn afgelegd door de dienst Administratieve Controle.

De verdeling van de bevoegdheden tussen de Diensten van het Verenigd College en Iriscare in de erkenningsprocedure wordt nader omschreven in het protocol van akkoord inzake de administratieve en financiële controle tussen Iriscare en de DVC.

De tabel in bijlage 1 geeft een overzicht van de verdeling van de verantwoordelijkheden tussen Iriscare en de Diensten van het Verenigd College (directie Controle, dienst Administratieve Controle).

Elke actor in het erkenningsproces heeft taken en verantwoordelijkheden: DVC, Iriscare, de aangepaste technische commissies, de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen, de ministers.

Voor de directie Controle is het doel de procedure voor de verlenging van de erkenningen af te ronden vóór de vervaldatum van de ministeriële beslissing, dus om niet te laat te zijn of geen nieuwe vertraging te creëren. We moeten er hier op wijzen dat wat soms wordt voorgesteld als een vertraging in de controle, in feite een vertraging is in de behandeling van de vernieuwing van de erkenning. De planning gebeurt als volgt.


Voor dossiers waarvan de einddatum van de erkenning in het jaar N ligt: bij ontstentenis van de door Iriscare doorgegeven lijst van dossiers en hun status stelt de dienst Administratieve Controle, op basis van de gegevens waarover hij beschikt, de lijst van dossiers op volgens de einddatum van de erkenning, in de eerste plaats de erkenningen die tijdens de eerste helft van het jaar aflopen en die op de planning worden gezet, en vervolgens de dossiers waarvan de erkenning tijdens de tweede helft van het jaar afloopt.

Voor dossiers met erkenningsdata ouder dan het jaar N: de dossiers met de vroegste erkenningseinddatum en waarvoor er een volledig dossier van vernieuwing van de erkenning door Iriscare is doorgestuurd, krijgen voorrang.


In het laatste kwartaal van jaar N wordt de door de DAC opgestelde ontwerpplanning voor jaar N+1 gedeeld met de diensten van Iriscare en in een overlegvergadering ter goedkeuring onderzocht. Er worden regelmatig vergaderingen gehouden (om de twee weken of meer indien nodig) tussen de dienstverantwoordelijken om de uitvoering van de planning en eventuele bijzondere of dringende dossiers te bespreken.

De dienst Administratieve controle neemt als deskundige deel aan de maandelijkse vergaderingen van de Technische Commissie, die belast is met het uitbrengen van advies over de erkenningsdossiers. Voorbereidende vergaderingen voor deze commissies worden ook gehouden tussen de DVC en Iriscare om de aan de Technische Commissie voorgelegde dossiers te beoordelen.

Er is geen automatische informatie naar de gemeente toe met betrekking tot klachten, enkel indien er overgegaan wordt tot sluiting wordt de gemeente hierbij betrokken.
Verder wordt elke ministeriële beslissing tot erkenning of tot wijziging van de erkenning overgemaakt aan de gemeente ter informatie.
Het attest inzak brandveiligheid wordt door de burgmeester overgemaakt aan Iriscare.

De sluiting van een instelling voor bejaarde personen wordt geregeld door:
- De ordonnantie van 24 april 2008, betreffende de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen voorziet
- Het besluit van 4 juni 2009, tot vaststelling van de procedures voor de programmering en de erkenning van de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen die tot de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie behoren, artikelen 21 tot 25;

- De regelgeving voorziet vier soorten sluitingen:
1) Weigering van de voorlopige werkingsvergunning of erkenning: (art. 18)
Indien uit de procedure voor de voorlopige werkingsvergunning of erkenning blijkt dat de erkenningsnormen geheel of gedeeltelijk niet worden nageleefd of indien de door de, voorziene termijnen niet worden nageleefd, betekenen de Ministers een voorstel van weigering van de voorlopige werkingsvergunning, de erkenning of de vernieuwing van de erkenning aan de beheerder en sturen er een afschrift van naar de directeur en de afdeling.
2) Intrekking van de voorlopige werkingsvergunning of erkenning: (art. 19)
Wanneer, gedurende haar voorlopige werkingsvergunning of erkenning, een voorzieningen geheel of gedeeltelijk niet meer voldoet aan de erkenningsnormen, brengen de Ministers een voorstel tot intrekking ervan ter kennis van de beheerder van de voorziening en sturen zij een afschrift ervan naar de directeur en de afdeling.
3) Sluiting als gevolg van een dringende noodzakelijkheid: (art. 24)
Wanneer de Ministers, om redenen van uiterst dringende noodzakelijkheid inzake volksgezondheid of veiligheid onmiddellijk de voorlopige sluiting van een voorziening bevelen.
4) Vrijwillige sluiting: (art. 25)
Indien de beheerder van een voorziening zelf de vrijwillige sluiting beslist van de voorziening
De burgemeester speelt een belangrijke rol in het geval van een sluiting, hij is namelijk krachtens de gemeentewet belast met de uitvoering van het besluit tot sluiting en de daarbij horende maatregelen (zie ook art. 27 van het besluit van 4 juni 2009).
Iriscare zal daarom nauw samenwerken met de gemeente en haar OCMW en de andere betrokken actoren zoals de dienst controle van de diensten van het Verenigd College en de VZW Home-Info/Infor-Homes. Om deze samenwerking op een structurele en efficiënte wijze te laten verlopen werd er voor elke procedure van sluiting en/of crisissituatie (brand, faillissement, …) een stappenplan opgesteld (zie vademecum sluitingen van een instelling voor bejaarde personen in bijlage).
Dit stappenplan bepaalt dat voor de sluiting de gemeente ermee belast wordt om een referentieambtenaar aan te duiden aan te duiden die de rechtstreekse band vormt met Iriscare.

Er wordt ook een plaatselijke crisiscel opgericht die als volgt samengestelds is:
- De gemeentelijke ambtenaar verantwoordelijk voor de noodplanning
- Een referentiepersoon voor het OCMW of voor de gemeente
- Een vertegenwoordiging van Iriscare en van de Directie Controle
- Home-Info/Infor-Homes
- Een referentiepersoon voor de geestelijke gezondheidszorg
- De coördinator van het Rode Kruis van de gemeente
- De Psychosociale Manager van Brussel-Hoofdstad
- Een referentiepersoon van de politiezone
- De curator (in geval van faillissement)


De wetgeving schrijft niet voor dat controleverslagen met de bewoners en hun familie moeten worden gedeeld. De door de dienst Administratieve controle van de directie Controle opgestelde verslagen worden toegezonden aan de erkenningsbeheerder. Iriscare stuurt deze vervolgens door naar de beheerder en directeur van de instellingen, die na ontvangst van de verslagen tien dagen de tijd hebben om hun opmerkingen kenbaar te maken.

Ten slotte wordt het verslag overgemaakt aan de bevoegde ministers, die uiteindelijk de beslissing nemen om al dan niet te erkennen.

Wat de overeenkomsten met ziekenhuizen betreft, moeten er twee grondslagen in aanmerking worden genomen:
1) Het koninklijk besluit van 21 september 2004 houdende de vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis, als centrum voor dagverzorging of als centrum voor niet-aangeboren hersenletsels, dat dus alleen van toepassing is op rusthuizen met RVT-bedden en dat voorschrijft dat het rust- en verzorgingstehuis een functionele binding moet hebben met een erkende geriatriedienst (kenletter G) of een erkende dienst voor behandeling en revalidatie bestemd voor patiënten met psychogeriatrische aandoeningen (kenletter Sp-psychogeriatrie). Deze functionele binding wordt in een schriftelijke overeenkomst vastgelegd, die onder meer stipuleert dat de G-dienst en/of de dienst Psychogeriatrie en het rust- en verzorgingstehuis minstens twee vergaderingen per jaar houden.
De geplande vergaderingen beogen zowel het overleg als de permanente opleiding voor het personeel van beide partners.
De bewijzen van de concretisering van deze schriftelijke overeenkomsten moeten aan de administratie worden bezorgd.

2) De omzendbrief 'preventie/reactie op COVID-19' die van toepassing is op alle rusthuizen.
Naar aanleiding van de omzendbrief 'preventie/reactie op COVID-19', die van toepassing is op 138 rusthuizen, hebben 137 rusthuizen ons bevestigd dat zij de nodige stappen hebben ondernomen om een overeenkomst met een ziekenhuis tot stand te brengen. Tot op heden hebben wij slechts 61 door beide partijen ondertekende overeenkomsten ontvangen (de laatste herinnering dateert van de tweede golf).


Wat betreft de verplichting om te beschikken over een coördinerend arts. In elk rust- en verzorgingstehuis wijst de beheerder een coördinerend en raadgevend arts (CRA) aan, die huisarts is en die uiterlijk twee jaar na zijn aanstelling in het bezit is van een certificaat dat is behaald na het volgen van een specifieke opleiding die toegang geeft tot de functie van coördinerend en adviserend arts.
De pure rusthuizen (zonder RVT-bedden) zijn dus niet verplicht een CRA aan te wijzen.

In overleg met de hoofdverpleegkundige(n) vervult de CRA de volgende taken:
- organisatie van het multidisciplinair overleg dat ten minste om de twee maanden plaatsvindt; de aan de instelling verbonden zorgverleners nemen eraan deel en de behandelende artsen worden erop uitgenodigd;
- invoering van een beleid met betrekking tot de inperking van zorginfecties, het voorkomen van doorligwonden en chronische wonden, mond- en gebitsverzorging, incontinentieproblemen en palliatieve zorg;
- vaststelling van procedures voor fixatie en/of afzondering;
- coördinatie van de medische activiteiten in geval van gezondheidsrisico's voor bewoners en personeel;
- organisatie van het voorschrijven, de levering, de verstrekking, de bewaring en de verdeling van geneesmiddelen in overleg met de apothekers;
- opstellen en updaten van het medisch-farmaceutisch formulier.


(b) Opleiding en permanente vorming:
- deelname aan de organisatie van activiteiten in verband met de opleiding en de permanente vorming op het gebied van de gezondheidszorg ten behoeve van het personeel van het rust- en verzorgingstehuis en van de betrokken behandelend artsen.