Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de leegstand in de Brusselse woonzorgcentra.

Indiener(s)
Gilles Verstraeten
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 347)

 
Datum ontvangst: 01/03/2021 Datum publicatie: 03/05/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 26/04/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
09/03/2021 Ontvankelijk p.m.
26/04/2021 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Er heerst een toenemende leegstand in de Brusselse woonzorgcentra. Dit heeft natuurlijk veel te maken met de oversterfte in de woonzorgcentra ten gevolge van COVID-19, maar eigenlijk kampten de woonzorgcentra al voor de crisis met leegstand. Zo was de bezettingsgraad in 2018 maar 87 procent. Dat is opmerkelijk, omdat de woonzorgcentra nog niet zo lang geleden synoniem waren voor lange wachtlijsten.

Voor sommige instellingen moeten er snel nieuwe residenten komen om te zorgen dat ze financieel gezond blijven en voldoende kwaliteit kunnen blijven bieden. Per leeg bed zouden ze ongeveer 110 euro per dag verliezen. Woonzorgcentra krijgen van de Brusselse overheid al sinds de eerste lockdown een compensatie voor elke kamer die leeg blijft ten gevolge van covid-sterfte. Fermabel, dat 67 procent van alle woonzorgcentra in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vertegenwoordigt, klaagde in september 2020 aan dat de Vlaamse woonzorgcentra meer geld kregen dan de andere woonzorgcentra.

Daarom had ik graag volgende vragen gesteld:

1) Betreffende de woonzorgcentra die erkend zijn door de GGC:

Kunt u voor enerzijds de openbare woonzorgcentra en anderzijds de privé-woonzorgcentra (met een verdere opdeling tussen privé-woonzorgcentra met en zonder winstoogmerk) volgende vragen beantwoorden:

a) Hoeveel woonzorgcentra zijn er in Brussel?
b) Hoeveel bedden zijn er beschikbaar? Hoeveel bedden per honderd 65-plussers zijn er beschikbaar?
a) Hoeveel ROB-bedden zijn er? Hoeveel RVT-bedden? Hoe is het aantal ROB- en RVT-bedden geëvolueerd in het voorbije decennium?
c) Hoeveel was de bezettingsgraad in 2019 en 2020? In hoeveel woonzorgcentra staat meer dan 20%, 25% en 33% van de kamers leeg? Zijn er woonzorgcentra met een leegstand van meer dan 40%?
d) Wat was de gemiddelde verblijfsduur van een bewoner van een woonzorgcentrum in 2018, 2019 en 2020?
e) Hoeveel bewoners in de woonzorgcentra hebben een niet-Europese migratie-achtergrond?
f) Hoeveel personeelsleden van de woonzorgcentra hebben een niet-Europese migratie-achtergrond?
g) Wat is vandaag de mediaanprijs voor een kamer per maand in een woonzorgcentrum in Brussel? Hoeveel was dat in 2018, 2019 en 2020?

2) Hoeveel geld hebben de woonzorgcentra sinds het begin van de crisis van de Brusselse regering per leeg bed gekregen? Hoeveel heeft dit de regering in 2020 gekost?
3) Heeft u een zicht op hoeveel Brusselse woonzorgcentra vandaag in financiële moeilijkheden zitten?
4) Komen er in de komende jaren in de woonzorgcentra plaatsen bij om te komende vergrijzingsgolven op te vangen? Zo ja, hoeveel?
5) Wat zijn de doelstellingen op vlak van het aantal ROB- en RVT-bedden?
6) Hoe zal u het gegeven van de leegstand in de woonzorgcentra opnemen in uw plannen om de ouderenzorg in Brussel te hervormen?
 
 
Antwoord    In bijlage 1 vindt u een tabel die een reeks door u gestelde vragen beantwoordt.


De volgende subsidies werden in 2020 uitbetaald aan de ROB en RVT:
• De financiële tegemoetkoming voor het opvangen van bijkomende kosten (forfaitair bedrag van 250 euro per bezet bed in vierde kwartaal 2019);
• De financiële tegemoetkoming voor ROB en RVT in kader van het Brusselse relanceplan (forfaitair bedrag van 60 euro per verloren gefactureerde dag in tweede kwartaal 2020). Deze tegemoetkoming werd proactief uitbetaald, onder de voorwaarde dat het personeel behouden werd. Indien bij deze controle a posteriori zou blijken dat de tewerkstellingsgraad afgenomen is, zal Iriscare de tegemoetkoming gedeeltelijk of integraal terugvorderen. Eventuele terugvorderingen zullen ingehouden worden op de compensatie voor het verlies aan gefactureerde dagen in T4 2020, die in maart 2021 uitbetaald worden. Mocht die subsidie van T4 2020 onvoldoende zijn, zal het resterende bedrag terugbetaald moeten worden;

• De compensatie verlies aan gefactureerde dagen in tweede kwartaal 2020;
• De compensatie verlies aan gefactureerde dagen in derde kwartaal 2020;
• Een voorschot van 4.000.000 op compensatie verlies aan gefactureerde dagen in vierde kwartaal 2020, proportioneel volgens het aandeel van de voorzieningen in het totaalbedrag dat betaald werd voor de compensatie aan het verlies aan gefactureerde dagen in het derde kwartaal 2020.
Het detail van de in 2020 uitbetaalde bedragen per voorziening kan u in bijlage terugvinden.

Het inzetten van nieuwe plaatsen in verblijfscentra zal afhangen van de resultaten van de programmatiestudie, die momenteel nog loopt, voor verblijfsstructuren en het thuis blijven wonen van ouderen. Het doel van deze studie is om nodige informatie te bezorgen voor de ontwikkeling van de programmatie van nieuwe plaatsen in verblijfsstructuren voor ouderen en dit op basis van de analyse van de noden van de bevolking in 10 à 20 jaar. Deze studie zal eveneens de haalbaarheid analyseren voor de ontwikkeling van alternatieve structuren tegenover ROB/RVT's.
De resultaten van deze studie worden eind 2021 verwacht.


Het doel is om plaatsen in ROB/RVT's aan te bieden die het best aansluiten bij de noden van de bevolking daarom werd een programmatiestudie gestart. Wij wensen tegelijkertijd eveneens het aantal beschikbare plaatsen in alternatieve structuren voor ROB/RVT's te verhogen. Met alternatieve structuren wordt er sociale serviceflats of 'half-verblijf" zoals dagcentra bedoeld. De ambitie is om het aanbod van diensten te diversifiëren zodat dit beter voldoet aan de behoeften van ouderen.

De bezettingsgraad van verblijfscentra in Brussel heeft geen invloed op het beoogd doel van de hervorming: de levens- en verzorgingskwaliteit van de bewoners verbeteren. Deze situatie doet ons nadenken over de mogelijkheden van de reconversie van plaatsen tussen verschillende verblijfscentra. Zo zouden vrijgekomen plaatsen in ROB/RVT's in "collectieve huisvesting" kunnen worden gebruikt. Dit idee is een belangrijk element in de hervorming.