Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de opening van de vaccinatie voor de beroepsmensen van de scholen.

Indiener(s)
Alexia Bertrand
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 359)

 
Datum ontvangst: 11/03/2021 Datum publicatie: 03/05/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 28/04/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/03/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Tijdens de vorige vergaderingen van de commissie voor de gezondheid hebt u meegedeeld dat de vaccinatie zou worden opengesteld voor de zogenaamde essentiële beroepen tijdens fase 1B, die op zijn vroegst begin maart of zelfs pas in april van start zou gaan.
De prioriteit die tijdens de eerste en tweede golf van de pandemie terecht aan de scholen werd gegeven, moet natuurlijk behouden blijven in het kader van de vaccinatiestrategie.
Het spreekt voor zich dat de erkenning van die beroepen als essentiële functies het mogelijk zou maken om, enerzijds, zo snel mogelijk terug te keren naar de normale gang van zaken in onze scholen en daarbij de sociaal-pedagogische en psychologische schade zoveel mogelijk te beperken en om, anderzijds, de leerkrachten en schooldirecteurs geruster te stellen.
In dat verband had de minister-president van de Federatie Wallonië-Brussel herinnerd aan de prioriteit die zijn regering geeft aan de vaccinatie van een reeks zogenaamde essentiële beroepen, onder meer in de jeugdzorg, de kinderopvang en het onderwijs.
Voorts, zoals de minister bevoegd voor het verplicht onderwijs eraan herinnerd heeft in antwoord op een vraag van onze fractie in de FWB, vraagt de regering van de Federatie Wallonië-Brussel, net als de Vlaamse regering, dat de leden van het onderwijzend personeel - alle categorieën samen - daadwerkelijk worden opgenomen in fase 1B van de vaccinatie.
In het licht van het bovenstaande wens ik u de volgende vragen te stellen:
 Ten eerste, welke informatie kunt u verstrekken over de beslissingen die de IMC Volksgezondheid zou hebben genomen over de integratie van het onderwijzend personeel in de zogenaamde essentiële functies in het kader van het vaccinatiebeleid?
 Kunt u dan ook bevestigen dat het voltallig onderwijzend personeel (met inbegrip van het administratief en logistiek personeel, de opvoeders, de buitenschoolse opvang, het paramedisch personeel, de directeurs, enz.) in aanmerking voor fase 1B van de vaccinatie?
 Komen de beroepen in de kinderopvang en de jeugdzorg eveneens in aanmerking komen voor fase 1B? Is dat besproken met de leden van de regering van de Federatie Wallonië-Brussel, opdat dit punt aan de orde gesteld en verdedigd kan worden tijdens de IMC Volksgezondheid?
 Wat zijn, tot slot, het tijdschema en de regels voor de vaccinatie van de betrokken professionals? Zal de vaccinatie in de scholen zelf gebeuren?
 Werkt uw kabinet thans aan een bewustmakings- en voorlichtingscampagne voor de scholen? Zo ja, kunt u daar meer over vertellen?
 
 
Antwoord    - Wat de vaccinatie van de kritische sectoren betreft: wij hebben ons gebaseerd op de oorspronkelijke strategie waartoe is besloten op het niveau van de taskforce Vaccinatie en op interfederaal niveau met betrekking tot de vaccinatie van kritische functies, waaronder politieagenten die interventies doen. Verscheidene andere beroepssectoren werden tijdens onze uitwisselingen besproken, zoals het onderwijs. Wij zijn ons bewust van het belang van deze sectoren voor de samenleving. Daarom hebben wij besloten de sector van het buitengewoon onderwijs te vaccineren, gezien de moeilijkheid om de barrièrehandelingen toe te passen en in dezelfde geest als de vaccinatie van andere gehandicaptensectoren. Voor het overige hebben wij vastgehouden aan de oorspronkelijke strategie die door de Hoge Gezondheidsraad was voorgesteld, namelijk om de oudste leeftijdsgroepen zo snel mogelijk te vaccineren en vervolgens in afnemende leeftijd te vaccineren.

- Wat
de vaccinatiestrategie betreft: deze is vastgelegd binnen de interfederale taskforce Vaccinatie, in overeenstemming met de drie Gewesten, en volgens de Hoge Gezondheidsraad is leeftijd “inderdaad de belangrijkste drijvende factor van ernstige vormen en sterfte in verband met COVID-19, zowel in België als in alle internationale studies over dit onderwerp “(1). De reden hiervoor is dat het risico op infectie, en vooral op complicaties, verband houdt met de leeftijd. Het is van belang erop te wijzen dat de verschillende adviezen van de Hoge Gezondheidsraad, de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk of de ervaring van andere landen die verder gevorderd zijn met de vaccinatiecampagne, aangeven dat vaccineren per leeftijdsgroep toelaat de personen te beschermen die het meeste risico lopen, alle complexiteit te verminderen en de vaccinatiecampagne sneller te laten verlopen. Niettemin hebben wij een uitzondering toegestaan voor de vaccinatie van essentiële-zorgsectoren in geval van nieuwe golven en van sectoren die het meest zijn blootgesteld aan COVID-19-patiënten. Wij hebben dit ook uitgebreid tot bepaalde andere welzijnssectoren en collectiviteiten de mogelijkheid geboden zich te laten vaccineren. Hoewel wij uw bezorgdheid over de leerkrachten begrijpen, willen wij bij onze oorspronkelijke opzet van de vaccinatiestrategie blijven, namelijk het beschermen en vaccineren van degenen die het meest kwetsbaar zijn in termen van gezondheid en niet van degenen die het meeste risico lopen het virus op te lopen door hun beroep. Dit moet ons in staat stellen de vaccinatie te versnellen van de oudste personen en van degenen met comorbiditeiten (= degenen die het grootste risico lopen op complicaties, ziekenhuisopname en overlijden). Door op die manier te werk te gaan, zullen wij sneller het gewenste resultaat bereiken en dit zal de druk op de gezondheidszorg en uiteindelijk op de maatregelen verminderen. De selectie van prioritaire beroepen leidt daarentegen tot eindeloze discussies en onoplosbare onrechtvaardigheden. De IMC-ministers hebben daarom gekozen voor de strengst mogelijke beperking van de prioritaire groepen.

- Concluderend kan worden gesteld dat de prioriteit altijd is geweest de personen te beschermen die het meeste risico lopen, en daaraan toe te voegen de personen die zorgen voor COVID-19-patiënten, ook uit andere sectoren, maar van nu af aan willen wij de vaccinatie kunnen versnellen van de personen die het meest kwetsbaar zijn in termen van gezondheid vanwege hun leeftijd en/of hun comorbiditeitsfactoren. Het advies van de verschillende autoriteiten en onlangs van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk, in combinatie met de evolutie van de epidemie en de beschikbaarheid van vaccins, dwingt ons ertoe de beschikbare vaccins zo snel en zo sterk mogelijk te richten op risicopersonen: ouderen en personen met risicofactoren.

- Behalve het personeel van het bijzonder onderwijs is het schoolpersoneel vooralsnog niet in de prioriteitsgroepen opgenomen; het zal worden opgeroepen naar gelang van de leeftijd en/of co-morbiditeitsfactoren.

Er zijn op dit moment ook geen plannen om in scholen te vaccineren, gezien de capaciteit van onze vaccinatiecentra en de logistieke beperkingen van de meeste beschikbare vaccins.


- Gezien de situatie en de vele onzekerheden die er nog zijn, zult u begrijpen dat de strategie voortdurend evolueert. De informatie die wij u verstrekken, moet derhalve worden gezien in een evoluerende context.


- Wat de
kind- en jeugdzorg betreft, zijn sommige sectoren in fase 1A opgenomen als eerstelijnsprofessionals en als residentiële instellingen: diensten voor gezondheidspromotie op school, consultaties voor zuigelingen en de gespecialiseerde diensten voor kinderopvang.



- Wat de
communicatiecampagnes in scholen betreft, richten wij onze communicatie momenteel op de sectoren en doelgroepen die worden uitgenodigd om te worden gevaccineerd. Wij werken momenteel aan een voorlichtingscampagne om de hele bevolking, met inbegrip van de scholen, gerust te stellen. Wij richten ons ook op de gemeenschappen waarvan is vastgesteld dat zij het meest weigerachtig staan tegenover vaccinatie en integreren de eerstelijns- en plaatselijke actoren in onze bewustmakings- en communicatiestrategie voor het grote publiek.

(2)Hoge Gezondheidsraad, Aanbevelingen voor het prioriteren van subgroepen van patiënten jonger dan 65 jaar voor vaccinatie tegen SARS-CoV-2 (fase IB), nr. 9618, februari 2021