Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het onderzoek vanuit de GGC omtrent de niet-farmacologische behandeling van dementie en de steun aan Project Odette van de Odisee Hogeschool ter zake.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 399)

 
Datum ontvangst: 29/03/2021 Datum publicatie: 28/06/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 09/06/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
27/04/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op vrijdag 19 maart laatstleden maakte de Brusselse Odisee Hogeschool bekend dat het met haar nieuwe ‘Project Odette’ onderzoek voert naar alternatieven voor de farmacologische behandeling van dementie. De onderzoekers hebben een methode ontwikkeld waarmee zorgverleners in woonzorgcentra makkelijker de behoeften van bewoners met dementie kunnen herkennen en tot andere oplossingen kunnen komen dan antidepressiva en slaapmiddelen.

Volgens de betrokken onderzoekers bestaan die alternatieven onder meer uit het opleggen van muziek, inzetten van massage- of aromatherapie, contact met dieren en andere hechtingsfiguren tot bewegen, creatieve momenten en het oproepen van fijne herinneringen. Volgens de eerste pilootstudie van Project Odette levert die methode op twee weken tijd veelbelovende resultaten op: symptomen van agitatie en agressie bij rusthuisbewoners met dementie daalden met 26 procent, de symptomen van depressie daalden met 12 procent.

In een volgende stap van het onderzoek wil Project Odette in een dertigtal woonzorgcentra een grootschalige implementatiestudie naar het effect en de haalbaarheid van de nieuwe methode uitvoeren. Daarvoor zet het onderzoeksproject een crowdfundingsactie op poten.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Heeft het GGC-College kennis genomen van het Project Odette van de Odisee Hogeschool? Kan u duiden of en hoe er ook Brusselse woonzorgcentra werden opgenomen in dit onderzoek? Zo ja, heeft het College reeds besloten om een bijdrage te leveren aan dit onderzoeksproject? Welke ondersteuning en welke middelen voorziet u hiertoe?
- Op welke manier draagt de GGC in een breder kader bij tot het wetenschappelijk onderzoek naar dementie, in het bijzonder voor de behandeling en bestrijding ervan binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Welke acties en middelen worden hiertoe voorzien?
- Op welke manier wordt er omgegaan met dementie in de Brusselse rusthuizen en woonzorgcentra die onder de GGC vallen? Welke algemene visies en afspraken zijn daaromtrent vastgelegd? Worden er in die optiek ook soortgelijke projecten uitgewerkt binnen deze rusthuizen en woonzorgcentra omtrent de omgang met personen met dementie? Zo ja, kan u dit nader toelichten?
- Beschikt u over cijfers die het aantal personen met dementie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kunnen duiden? Kan u deze cijfers opsplitsen naargelang het geslacht en de leeftijdscohorte waartoe de patiënt in kwestie behoort, alsook de gemeente waarin deze woont? Welke evolutie kan u duiden in deze cijfers? Zijn er indicaties dat deze problematiek ten gevolge van de coronacrisis van omvang veranderd is?
- Beschikt u over cijfers die de grootte van deze problematiek in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kunnen vergelijken met de situatie in de andere Gewesten of andere grootsteden? Zo ja, kan u dit nader toelichten?
- Kan u toelichten welk budget de GGC vrijmaakt voor de coördinatie en de behandeling van de dementieproblematiek? Kan u dit opsplitsen per budgetpost? Welke eigen initiatieven werden hieromtrent gelanceerd vanuit de GGC? Gebeurde dit via projectoproepen? Zo ja, kan u een overzicht meegeven van de geselecteerde projecten? op welke manier werden de desbetreffende initiatieven van de VGC en COCOF ter zake ondersteund?
 
 
Antwoord    Het Verenigd College is niet betrokken bij dit door de Odisee-hogeschool geïnitieerde onderzoeksproject en neemt niet deel aan de financiering ervan. We weten niet of Brusselse woonzorgcentra en rust- en verzorgingstehuizen in de studie zullen worden opgenomen. Niettemin zullen wij, gezien het nut van dit project, niet nalaten kennis te nemen van de resultaten ervan.

De GGC financiert momenteel geen wetenschappelijk onderzoek naar dementie. Dergelijk onderzoek wordt eerder geïnitieerd door academische actoren en gefinancierd uit onderzoeksmiddelen. Die middelen komen hoofdzakelijk uit de dotaties van de verschillende gemeenschappen.

De GGC draagt meer bij wanneer het gaat om de uitvoering van een specifiek project in verband met dementie.

In Brussel kunnen rust- en verzorgingstehuizen die dementiepatiënten opvangen, onder bepaalde voorwaarden de financiering van een referentiepersoon voor dementie verkrijgen (zie artikel 28
ter van het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, zoals bedoeld in artikel 37, §12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden).
Een van de taken van die persoon is om middelen voor te stellen om de levenskwaliteit van dementiepatiënten te verbeteren en reflectie over hun welzijn aan te moedigen.
De behandeling van dementiepatiënten, met name wat de niet-medicamenteuze benadering betreft, is ook een taak van de hoofdverpleegkundige(n) van de rust- en verzorgingstehuizen (zie punt 3.a van het koninklijk besluit van 21 september 2004 houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis, als centrum voor dagverzorging of als centrum voor niet aangeboren hersenletsels).

Sommige instellingen die gespecialiseerd zijn in de zorg voor dementiepatiënten, ontwikkelen vernieuwende benaderingen. Zo past het rust- en verzorgingstehuis Scheutbos de ‘Humanitude’-methode toe, waarbij de nadruk ligt op de kwaliteit van de relaties en het contact met de bejaarde dementiepatiënten, als alternatief voor medicatie.



Uit de studie van ING Probis van 2018 over indicatoren en trends in woonzorgcentra en rust- en verzorgingstehuizen blijkt dat in 2018 gemiddeld 39,7% van de Brusselse rusthuisbewoners aan dementie leed. Dat cijfer is sinds 2015 licht gestegen.
Wij beschikken nog niet over voldoende informatie om een impact van het coronavirus COVID-19 op deze cijfers te kunnen beoordelen.

Het aandeel dementiepatiënten in woonzorgcentra en rust- en verzorgingstehuizen en de toename van dit aandeel is lager in Brussel dan in Vlaanderen. In Vlaanderen lijdt gemiddeld 47,7% van de bewoners aan dementie (tegenover 39,7% in Brussel). De cijfers in Brussel liggen dicht bij die in het Waalse Gewest (gemiddeld 38,7% dementiepatiënten).