Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het aantal Brusselaar met een huisarts en het Globaal Medisch Dossier.

Indiener(s)
Gilles Verstraeten
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 403)

 
Datum ontvangst: 01/03/2021 Datum publicatie: 28/06/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 31/05/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
29/04/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    We weten dat vele Brusselaars geen huisarts hebben. Door het belang van de eerstelijnszorg in de aanpak van de pandemie is dit gegeven het voorbije jaar veel zichtbaarder en problematischer geworden. Tegelijkertijd weten we ook dat er in Brussel te weinig huisartsen zijn. Dat is zorgwekkend, des te meer omdat er binnenkort een hele lichting oudere huisartsen op pensioen gaat. We moeten ons er ook van bewust zijn dat het aantal inwoners in Brussel sterk toeneemt, dat er nieuwe vergrijzingsgolven aankomen en dat er meer en meer chronische patiënten zijn. Tegen 2027 zouden er in Brussel 486 huisartsen moeten bijkomen, tegen 2037 maar liefst 835.

Een Globaal Medisch Dossier (GMD) wordt aangelegd door een vaste huisarts of huisartsenpraktijk en verzamelt de medische gegevens van een patiënt. Zo is er beter overleg mogelijk met specialisten. Dokters kunnen samen met hun patiënten beter opvolgen of het tijd is voor preventieve onderzoeken zoals screening voor baarmoederhalskanker of darmkanker. Een GMD is niet verplicht, maar het is wel een prima instrument om de zorg beter te organiseren. Bovendien betaal je minder remgeld voor een visite. In Brussel heeft amper 58% een GMD, terwijl dat in Limburg bijvoorbeeld 87% is.

Daarom had ik graag volgende vragen gesteld:

1. Hoeveel Brusselaars hebben vandaag geen huisarts?
2. Hoe is dit cijfer geëvolueerd in het voorbije decennium?
3. Hoeveel huisartsen zijn er vandaag in Brussel, per 100.000 inwoners?
4. Hoeveel huisartsen hebben een solo-praktijk en hoeveel huisartsen maken deel uit van een groepspraktijk, respectievelijk voor huisartsen aangesloten bij de Nederlandstalige en Franstalige huisartsenkring?
5. Hoeveel ‘maisons médicales’ zijn er in Brussel? Hoeveel artsen zijn actief in deze ‘maisons médicales’? Hoeveel huisartsen zijn actief in deze ‘maisons médicales’?
6. Heeft u een zicht op hoe sterk het aantal huisbezoeken door de Brusselse huisartsen is afgenomen in het voorbije decennium?
7. Wat doet de GGC om huisartsen aan te trekken? Hoe werkt de GGC op dit vlak samen met het Huis voor Gezondheid?
8. Hoe wilt u ervoor zorgen dat elke Brusselaar een vaste huisarts en een Globaal Medisch Dossier heeft?
 
 
Antwoord    V1
Zie vraag 2

V2
Er zijn twee type gegevens die hier licht op kunnen doen schijnen.
1. Gegevens van het Intermutualistisch Agentschap (IMA = mutualiteitsgegevens/RIZIV gegevens)
Let op, dit gaat enkel over "gerechtigden", m.a.w. personen die recht hebben op en in orde zijn met de verplichte ziekteverzekering. Voor Brussel is dit 93,5 % van de bevolking die is ingeschreven in het Rijksregister in 2016 (voor België is dit 97,6 %) (Atlas IMA, 2018). Personen die niet in orde zijn met hun ziekteverzekering en internationale werknemers met een private ziekteverzekering of een ziekteverzekering in hun land van herkomst, worden dus buiten beschouwing gehouden. Dit aandeel is groter voor Brussel (6,5 %), dan voor het ganse land (2,4 %) (Atlas IMA, 2018). Naast de officiële bevolking in het Rijksregister telt het Brussels Gewest ook nog een aantal personen dat er wel woont, maar niet tot de officiële bevolking wordt gerekend (studenten die niet in één van de Brusselse gemeenten gedomicilieerd zijn, asielzoekers, vreemdelingen in een onregelmatige verblijfssituatie, diplomaten en hun gezinsleden, etc.).
Het % gerechtigden met een GMD kan een goede indicatie geven van het aandeel van de bevolking met een vaste huisarts, aangezien het bedoeling is dat het GMD geopend wordt door de vaste huisarts van de patiënt. Onderstaande tabel, geeft een overzicht van de situatie en de evolutie ervan.

Médecine générale - Région de Bruxelles-Capitale / Huisartsenzorg - Brussels Hoofdstedelijk Gewest

 

 Dossier médical global/ Globaal medisch dossier

 

2010

32,1%

2011

34,1%

2012

35,8%

2013

38%

2014

40,4%

2015

44,2%

2016

49,3%

2017

54,6%

2018

58,6%

Unité / Eenheid : pourcentage / percentage

Source / Bron http://www.ima-aim.be

 


Voor het globaal medisch dossier is er een evolutie in positieve zin. Deels heeft dit in Brussel te maken met de toegenomen capaciteit van wijkgezondheidscentra (zie verder) aangezien het GMD automatisch wordt aangemaakt bij inschrijving in een wijkgezondheidscentrum.


2. Gezondheidsenquête
In 2018, bedraagt het percentage van de Brusselse bevolking met een vaste huisarts (83,9%), wat lager is dan Vlaanderen (96,2%) en het Waals Gewest (93,9%). Gezien de bijkomende methodologische checks die nog moeten gebeuren voor het Brussels Gewest aangaande de representativiteit van de steekproef van de Gezondheidsenquête, is voorzichtigheid geboden bij het interpreteren van deze enquêtegegevens en is het niet opportuun om de evolutie ervan te bespreken.


V3
Het aantal huisartsen dat werkzaam is, in het Brussels Gewest, is niet zo eenvoudig te berekenen. De aantallen kunnen niet zomaar uit de RIZIV databanken worden gehaald, aangezien niet voor alle huisartsen, het werkadres gekend is. Bij het RIZIV is voor alle huisartsen het domicilieadres gekend. Voor Vlaanderen en Wallonië is dat niet zo'n probleem, maar voor Brussel wel aangezien er relatief veel huisartsen zijn die niet in Brussel wonen, maar er wel werken (en omgekeerd).




De meest recente cijfers dateren van 2017 en zijn gebaseerd op de ledenlijsten van het FAMGB en de BHAK. Aangezien iedere huisarts die werkzaam is in Brussel geacht wordt zich in te schrijven bij één van de twee kringen, zou dit een accuraat beeld moeten geven.

Deze werden verzameld in het kader van een studie van het OBS: Missinne S. & Luyten. S. Huisartsen in het Brussels Gewest: wie zijn ze, waar houden ze praktijk, en waar zijn mogelijke tekorten? Observatorium voor Welzijn en Gezondheid, Brussel, Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, 2018 ;
https://www.ccc-ggc.brussels/nl/observatbru/publications/dossier-20182-huisartsen-het-brussels-gewest-wie-zijn-ze-waar-houden-ze

Alle huisartsen van het FBHAV -FAMGB en de BHAK met een werkadres in het Brussels Gewest, werden opgenomen in de analyses (N=1 468). In het totaal zijn er in 2017 in het Brussels Gewest
1 468 huisartsen actief. Dit betekent ongeveer 1 huisarts per 812 inwoners en 1,23 huisartsen per 1 000 inwoners.



V4
Dit kan berekend worden obv de gegevens die werden verzamelend in het kader van voorgenoemde studie. Een groepspraktijk werd gedefinieerd als zijnde een huisartsenpraktijk waar minstens 2 huisartsen op hetzelfde adres werkzaam zijn. Huisartsen waren in 2017 gelijk verdeeld over solo-praktijken (51% van alle artsen) en groepspraktijken (49%). Al zal dat (snel) veranderen. De voorgenoemde studie heeft immers aangetoond dat het aandeel huisartsen dat in een groepspraktijk werkt sterk toeneemt naarmate de huisartsen jonger zijn. De jongste generatie huisartsen werkt overwegend (86% van de 25-34 jarige huisartsen) in groepspraktijken, terwijl de oudste generatie huisartsen overwegend in solo praktijken werkt (78% van de 65+ ers). Naarmate de oudere huisartsen op pensioen zullen vertrekken, en jongere huisartsen hun intrede nemen, zullen er (veel) meer huisartsen in groepspraktijken werken.

Nombre de cabinets individuels / de groupe BHAK FAMBG, 2017, Bruxelles
Aantal praktijken BHAK FAMGB- solo / groepspraktijk, 2017, Brussel

 

BHAK

FAMGB

TOTAAL

 

n

%

n

%

n

%

individuel / solo

26

24%

725

53%

751

51%

Au moins 2 médecins généralistes / minstens per twee huisartsen

82

76%

635

47%

717

49%

Total

108

100%

1360

100%

1468

100%

 


V5
Let op: medische huizen kunnen op verschillende manieren worden gedefinieerd: “de groepspraktijken binnen het forfaitair systeem (erkend door het RIZIV), de “wijkgezondheidscentra” die erkend zijn door een federale entiteit (al dan niet met een praktijk binnen het forfaitair systeem), de “wijkgezondheidscentra” die aangesloten zijn bij een federatie, enz.”
Het meest recente overzicht (obv de definitie van het toepassen van de forfaitaire betaling) hierover kan worden gevonden in de audit van KPMG (titel: Audit inzake de organisatie, werking en kostenstructuur van medische huizen (2018)).

In 2016 waren er in Brussel 70 wijkgezondheidcentra die werken met een forfaitaire betaling (rapport KPMG). Het aantal wijkgezondheidscentra of alleszins de capaciteit ervan blijft toenemen. Dat kunnen we afleiden uit het aantal Brusselaars dat is ingeschreven bij een wijkgezondheidscentrum, dat toeneemt over de jaren. Het aantal patiënten per 10000 neemt namelijk toe, net als de bevolking van het Brussels Gewest die blijft toenemen (zie barometer 2019).

Patients maisons médicales – Régions / Patiënten medische huizen - Gewesten

Région de Bruxelles-Capitale

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Région flamande

Vlaams Gewest

Région wallonne

Waals Gewest

2010

776

103

275

2011

840

116

304

2012

928

125

322

2013

973

130

335

2014

1041

136

344

2015

1174

145

362

2016

1256

156

385

2017

1332

187

415

2018

1400

199

443

Unité / Eenheid - nombre par /aantal per 10.000

Source / Bron http://www.ima-aim.be

 


Volgens diezelfde audit biedt 81% van de Brusselse wijkgezondheidscentra minstens 3 disciplines aan (huisarts, verpleegkundigen, kinesitherapeuten, andere, …) en 19% biedt 2 disciplines aan.

Op basis van de ledenlijsten van de BHAK-FAMGB (situatie in 2017) verzameld in het kader van de studie van het Observatorium, weten we dat 18% van de Brusselse huisartsen tewerkgesteld zijn in een praktijk die werkt met een forfaitaire betaling.


V6
Het Observatorium is bezig met een studie over dit onderwerp, in samenwerking met de twee huisartsenkringen (FAMGB, BHAK). De studie heeft vertraging opgelopen door de corona-epidemie.


V7
Na de zesde staatshervorming is de GGC belast met het beheer van de Impulseo-regeling.
De wettelijke basis is het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 28 maart 2019 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 2012 tot oprichting van een Impulsfonds voor de huisartsengeneeskunde en tot vaststelling van de werkingsregels ervan.

Huisartsen kunnen steun aanvragen voor de volgende kosten:
· Premie voor een installatie en premie voor een installatie in een wijk met huisartsentekort;
· Tegemoetkoming voor de loonkosten van werknemers die belast zijn met het onthaal of het beheer van de praktijk;
· Tegemoetkoming voor de kosten van een telesecretariaat.

De GGC heeft samengewerkt met ondersteunende structuren die verantwoordelijk zijn voor het begeleiden van huisartsen bij het aanvragen van premies en bij hun installatie, waaronder het Huis voor Gezondheid. De toekomstige plaats en rol van deze ondersteunende structuren worden momenteel besproken.
V8
Toegang tot zorg en eerstelijnszorg staat centraal in ons beleid inzake eerstelijnszorg.

Er zijn al verschillende initiatieven genomen om het gebruik van en de toegang tot huisartsenzorg te bevorderen.
Het Athena-centrum is een laagdrempelig centrum dat gemakkelijk toegang biedt tot huisartsenzorg, mensen helpt bij reïntegratie in de sociale zekerheid of bij het verkrijgen van toegang tot medische hulp, en mensen helpt bij het vinden van een vaste huisarts.
Na het opduiken van het coronavirus en om de toegang tot de huisartsenzorg in het kader van de eerste lockdown mogelijk te maken, werd het nummer 1710 geopend om iedereen in staat te stellen een huisarts te raadplegen, zo dicht mogelijk bij zijn woonplaats. Dat project moet worden voortgezet.
De wijkgerichte aanpak die via de lokale welzijns- en gezondheidscontracten is ontwikkeld, is erop gericht het aanbod van eerstelijnszorg en -bijstand in de buurten bekender te maken. Die aanpak moet ook de toegang tot huisartsenzorg helpen bevorderen.
Ook aan de aanbodzijde willen wij, om aan de verwachtingen van jonge artsen te voldoen, de installatie van artsen in groepspraktijken in prioritaire wijken, waar het aanbod het geringst is, ondersteunen. De dienst voor ondersteuning bij de installatie zal worden voortgezet en de steunmaatregelen zullen worden aangepast.