Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de Vergoeding door ziekenfondsen van bepaalde activiteiten voor de mantelzorgers

Indiener(s)
David Weytsman
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 423)

 
Datum ontvangst: 28/04/2021 Datum publicatie: 28/06/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 23/06/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/05/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Van 2018 tot 2020 werden bepaalde activiteiten gedeeltelijk of volledig terugbetaald door sommige ziekenfondsen voor jonge mantelzorgers. Deze activiteiten omvatten opleidingscursussen en vakantiekampen. Voor het jaar 2021 zal dit niet langer het geval zijn.

- Welke rol heeft de GGC bij deze beslissing gehad, in overleg met de CDZ (Controledienst voor de ziekenfondsen)?
- Waarom hebt u beslist niet langer financiële steun te verlenen voor de activiteiten voor de mantelzorgers?
- Welke rechten opent de erkenning van het mantelzorgerstatus door de ziekenfondsen vandaag?
- Bestaan er vergoedingen of voordelen van de ziekenfondsen en de verzekeraars die specifiek bestemd zijn voor de mantelzorgers?
- Lopen er in dit verband projecten, in coördinatie met de andere bevoegdheidsniveaus?
 
 
Antwoord    Op het gebied van aanvullende prestaties zijn de ziekenfondsen vrij om te beslissen welke diensten en activiteiten zij willen terugbetalen of organiseren. Ze kunnen die zelf organiseren in samenwerking met andere ziekenfondsen van dezelfde landsbond, of voorzien op het niveau van de landsbond, of zich beperken tot de financiering van bepaalde acties of structuren. Ze kunnen ook beslissen om bepaalde prestaties te groeperen in een maatschappij van onderlinge bijstand of een samenwerkingsakkoord te sluiten met een derde partij die over de nodige organisatie en middelen beschikt.


De Controledienst voor de ziekenfondsen (CDZ) moet erop toezien dat die activiteiten of diensten voldoen aan de bij wet vastgestelde criteria (cf. wet van 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering (I) en wet van 2 juni 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering (II)), met name dat zij daadwerkelijk verband houden met de gezondheid.

De GGC speelt dus geen rol bij de keuze van deze aanvullende diensten en activiteiten.

Overeenkomstig artikel 10, § 2, van de ordonnantie van 21 december 2018 betreffende de Brusselse verzekeringsinstellingen in het domein van de gezondheidszorg en de hulp aan personen, kan het Verenigd College voordelen of diensten erkennen die geen deel uitmaken van de basisopdrachten die een Brusselse regionale maatschappij van onderlinge bijstand aan haar leden wenst te verstrekken in het kader van de aangelegenheden waarvoor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie bevoegd is, voor zover deze passen binnen het bevorderen van het sociale, fysieke of psychische welzijn, in een geest van solidariteit, sociale voorzienigheid en wederzijdse bijstand, en voor zover ze volledig gescheiden beheerd worden op het gebied van boekhouding en financiële middelen.

Momenteel zijn dergelijke diensten en/of voordelen echter niet erkend of goedgekeurd.

De wetgeving inzake hulp en bijstand aan personen die in hoge mate afhankelijk zijn, valt in principe onder de bevoegdheid van de gemeenschappen. De federale wetgever kan echter het statuut van mantelzorgers regelen op gebieden die onder de bevoegdheid van de federale overheid vallen, zoals de sociale zekerheid, de ziekteverzekering en de belastingen. Met het oog op de uitvoering van een dergelijke regeling kan de federale wetgever mantelzorgers ook definiëren en regels voor hun erkenning uitvaardigen.


Sinds 1 september 2020 (cf. koninklijk besluit van 16 juni 2020 tot uitvoering van de wet van 12 mei 2014 betreffende de erkenning van de mantelzorger en de toekenning van sociale rechten aan de mantelzorger) is het mogelijk om in aanmerking te komen voor een federale erkenning van het statuut van mantelzorger. Er zijn twee types: een algemene erkenning of een erkenning waarbij sociale rechten worden toegekend.

De algemene erkenning verleent de mantelzorger een formele erkenning, maar verleent momenteel geen rechten.
De erkenning waarbij sociale rechten worden toegekend, voorziet momenteel in de opening van een recht op thematisch verlof ‘mantelzorger’ met toekenning van een onderbrekingsuitkering.
In beide gevallen moet het verzoek om erkenning door de mantelzorger bij zijn ziekenfonds worden ingediend door middel van een verklaring op erewoord. Afhankelijk van het soort erkenning dat wordt aangevraagd, zijn de toegangsvoorwaarden verschillend.

Daarnaast kennen ziekenfondsen de status van mantelzorger toe na een analyse van de situatie en op basis van verschillende criteria, waaronder de tijd die met het familielid wordt doorgebracht en de mate van afhankelijkheid van de zorgbehoevende. Dankzij het statuut van erkende mantelzorger kunnen mantelzorgers bij sommige ziekenfondsen gebruik maken van specifieke voordelen die verband houden met hun behoeften. Om van deze specifieke voordelen te genieten moet de mantelzorger aangesloten zijn bij een ziekenfonds.