Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de Dakloze vrouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Indiener(s)
Emin Özkara
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 447)

 
Datum ontvangst: 20/05/2021 Datum publicatie: 19/07/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 12/07/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
08/06/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Het verlies van de woning en huwelijksproblemen (met of zonder geweld) zijn de belangrijkste oorzaken van dakloosheid voor vrouwen. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zou het aantal dakloze vrouwen stijgen sinds 2018.

Daarover had ik u graag de volgende vragen gesteld:

1. Wat zijn de belangrijkste oorzaken voor de dakloosheid van vrouwen die door uw diensten worden geregistreerd?
2. Wat is het aantal dakloze vrouwen sinds 2018, jaar per jaar en gemeente per gemeente? In welke gemeenten worden de meeste dakloze vrouwen aangetroffen?
3. Bevestigt u een toename van het aantal dakloze vrouwen? Moeten de cijfers in uw bezit genuanceerd worden?

Ik zou u de volgende aanvullende vragen willen stellen met betrekking tot de openbare en semiopenbare instellingen en verenigingen die onder uw bevoegdheid of toezicht vallen.

4. Welke diensten of projecten om dakloze vrouwen te helpen
a. zijn thans beschikbaar?
b. zitten in de erkenningsfase?
c. worden door de GGC onderzocht?
d. worden bestudeerd door uw kabinet?
 
 
Antwoord    Uw vraag heeft betrekking op de bevoegdheden van de COCOF en de GGC. Voor wat de details betreft die buiten de bevoegdheden van de COCOF vallen, verwijs ik u naar mijn antwoorden op uw vraag nr. 221.


Wat de belangrijkste oorzaken van zwerven betreft, is de eerste reden waarom zowel mannen als vrouwen bij een opvangstructuur aankloppen, het verlies van de woning.

Hierna volgt het partnergeweld dat voornamelijk de vrouwen treft. Voor die laatsten echter houdt het verlies van de woning, in 38 % van de gevallen, ook verband met een scheiding van hun partner.


Globaal gezien vormen huwelijksproblemen, met of zonder geweld, voor vrouwen dus veruit de eerste oorzaak van zwerven.

Geweld kenmerkt het parcours van nagenoeg alle ondervraagde vrouwen. Geweld ondergaan in de kindertijd of op volwassen leeftijd.

Zwervende vrouwen houden psychologische gevolgen over aan het geweld dat ze hebben ondergaan. Deze kwetsbaarheid vormt een verzwarende factor die nog eens bovenop het gebrek aan economische, culturele en sociale middelen komt. Het merendeel van de vrouwen dat bij dagopvangstructuren of de nachtopvang aanklopt heeft een zwak kwalificatieniveau en een beperkt sociaal en familiaal netwerk.

Ook al bestaan er uiteenlopende profielen van zwervende vrouwen, vallen er toch twee verscheiden profielen op: vrouwen die lijden aan chronische mentale gezondheidsproblemen en vrouwen die het slachtoffer zijn van mishandeling. Het woningverlies en de huwelijksproblemen (met of zonder geweld) maken de eerste oorzaken uit van zwerven bij vrouwen.

Bovendien zijn sommige vrouwen des te kwetsbaarder als zij niet over een verblijfsvergunning beschikken en geen toegang krijgen tot sociale bijstand omdat ze niet aan alle administratieve voorwaarden voldoen.

Wat het aantal vrouwen dat dakloos of slecht gehuisvest is betreft, verwijs ik u naar het verslag betreffende de telling die in november 2020 werd uitgevoerd door Bruss’help en dat op 27 mei jongstleden uitvoerig werd toegelicht in de gezamenlijke commissie.

Uit dat verslag blijkt dat er 1.110 vrouwen werden geteld, hetzij 20,9 % van de geregistreerde bevolking. Ten opzichte van 2018, stellen wij een toename van hun aantal (van 943 naar 1.110) maar een daling van hun aandeel vast (van 22,7 % naar 20,9 %). De meest beduidende onderverdeling per geslacht wordt in de openbare ruimte waargenomen: 534 mannen tegenover 51 vrouwen. Wij stellen ten opzichte van 2018 een vermindering van het aantal getelde vrouwen in de openbare ruimte vast, zowel in absolute cijfers (33 vrouwen minder) als qua aandeel (van 11,1 % naar 7,1 %). Een andere categorie waarin overwegend mannen vertegenwoordigd zijn, is de noodopvang: 466 mannen (57,7 %) tegenover 175 vrouwen (21,7%). In twee andere categorieën is het aantal vrouwen dan weer hoger: de crisisopvang met 300 vrouwen tegenover 101 mannen en de transitwoningen met 130 vrouwen tegenover 113 mannen.

In dit verband is het nuttig om naar figuur 12 te verwijzen van de telling van de vzw Bruss’help.

Deze figuur toont de onderverdeling per levenssituatie volgens leeftijd en geslacht. Zij illustreert hoe het aandeel vrouwen en minderjarigen toeneemt in de structuren die verondersteld worden hen op langere termijn op te vangen.
Hoe hoger het beschermingsniveau van de inrichting, hoe meer de als kwetsbaar beschouwde categorieën -vrouwen en minderjarigen- er vertegenwoordigd zijn.



In het kader van het beheer van de COVID-19-crisis heeft Bruss'help vastgesteld dat de huisvestingsaanvragen van vrouwen sneller werden behandeld. Daar zijn meerdere verklaringen voor. Enerzijds hebben verschillende noodopvangvoorzieningen en opvangtehuizen de opvang van die doelgroep versterkt, en anderzijds werd prioriteit gegeven aan het vrouwelijke publiek bij de activering van hotels die werden gemobiliseerd in het kader van de crisis. In de periode van 1 mei tot 30 augustus 2020 werd 58% van de hotelbedden bezet door vrouwen. Voor de periode van 1 november 2020 tot 18 februari 2021 vertegenwoordigt die doelgroep 62 %.

Wat het aantal beschikbare plaatsen voor vrouwen in alle opvangvoorzieningen betreft in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, moet worden verduidelijkt dat de cijfers met voorzichtigheid moeten worden geïnterpreteerd, aangezien sommige plaatsen weliswaar uitsluitend voor alleenstaande vrouwen zijn gereserveerd, maar veel voorzieningen ook plaats bieden aan vrouwen met kinderen of gezinnen (en dus aan vrouwen in het bijzonder). Hieronder vindt u de situatie op 1/6/2021:

Binnen de noodopvangcentra en hotels: In totaal zijn er 692 plaatsen beschikbaar voor alleenstaande vrouwen, vrouwen met kinderen en gezinnen. 

Voorziening*

Operator

Aantal plaatsen

Doelgroep

Noodopvangcentrum 1080 Brussel

New Samusocial

70

Alleenstaande vrouwen

Hotel te 1030 Brussel

Leger des Heils

40

Alleenstaande vrouwen of vergezeld van kinderen

Hotel te 1000 Brussel

New Samusocial

246

Gezinnen

Noodopvangcentrum te Woluwe

New Samusocial

125

Gezinnen

Hotel te 1070 Brussel

Gemeentebestuur en OCMW

35

Vooral vrouwen en gezinnen 

Hotel 1080 Brussel

‘t Eilandje

50

Vooral vrouwen en gezinnen

Hotel te 1190 Brussel

OCMW van 1190

40

Vooral vrouwen en gezinnen 

Hotel te 1190 Brussel

Doucheflux

26

Vooral vrouwen en gezinnen

Hotel te 1000 Brussel

Rode Kruis

60

Vooral vrouwen en gezinnen

TOTAAL

 

692

 


Binnen de opvangtehuizen die erkend zijn door de GGC, 3 van de 7 erkende opvanghuizen plaats bieden aan vrouwen en kinderen, met in totaal 79 bedden.

Op 1 juli 2021 zal een nieuw opvanghuis worden geopend voor 45 alleenstaande vrouwen en hun kinderen.

Overigens werden, ter informatie, op 15 februari 2021 70 vrouwen opgevangen door de 4 operatoren van Housing First.
Wat de toekomstige acties en maatregelen in het kader van de uitvoering van maatregel 30 van het relance- en herontwikkelingsplan tot slot betreft, dat door de Brusselse regering op 7/07/2020 goedgekeurd werd, en in het kader van acties 26 en 27 van het noodhuisvestingsplan, gaat er bijzonder veel aandacht uit naar vrouwen.

In dit kader werd er een projectoproep gericht aan de Sociale Vastgoedagentschappen (SVA) die de mobilisatie van 400 woongelegenheden ten behoeve van een dakloos publiek (budget 1.400.000 €) mogelijk maakt. Een andere projectoproep werd met dezelfde doelstelling gericht aan de gemeenten en de OCMW's (budget: 1.900.000 €).

Actieplan 27 van het noodhuisvestingsplan tot slot voorziet in de oprichting van een specifieke opvangcapaciteit voor personen uit de LGBTQIA+ gemeenschap en voor vrouwen die het slachtoffer zijn van geweld (budget: 5.000.000 €).

Alle personen op wie deze maatregelen van toepassing zijn genieten van een aangepaste en geïndividualiseerde begeleiding.