Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het druggebruik onder jongeren tijdens de coronacrisis.

Indiener(s)
Fouad Ahidar
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 449)

 
Datum ontvangst: 09/06/2021 Datum publicatie: 28/06/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 23/06/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/06/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Onlangs organiseerde de Raad van de VGC een ‘digitale dialoogklas’ met jongeren uit het secundair onderwijs. Onderwerp was de manier hoe zij de coronacrisis beleven. Een duidelijke bezorgdheid was het druggebruik. Jongeren hebben minder te doen, er rest vaak enkel nog het schoolleven. Om de tijd te doden zouden jongeren dan de tijd doden door cannabis te roken.

Het lijkt aannemelijk dat de coronacrisis een invloed heeft op het druggebruik onder jongeren. Drugs worden soms gebruikt om met negatieve emoties om te kunnen gaan. Tijdens deze coronacrisis krijgen veel mensen te maken met spanningen en negatieve emoties. Hulpverleners in Nederland bijvoorbeeld stipten aan dat jongeren nu meer drugs gebruiken en ze ook gebruiken met een andere reden:
“Waar het vóór corona ging om de lol, roken ze nu tegen de verveling, eenzaamheid en depressieve gevoelens. Harde cijfers ontbreken, maar het zijn serieuze signalen die hulpverleners krijgen. Het baart hen zorgen: vooral voor kwetsbare jongeren ligt verslaving op de loer.”

Uit een online bevraging van Sciensano deze zomer bleek dat er tijdens de coronacrisis minder partydrugs gebruikt wordt zoals cocaïne en XTC, gezien het nachtleven stilligt, maar wel meer cannabis.

Het is belangrijk dat jongeren met problematisch druggebruik snel kunnen geholpen worden. Door de coronacrisis kan echter niet alle hulpverlening normaal doorgaan. Het mentaal welzijn van jongeren is terecht een grote prioriteit van het beleid. Essentieel daarin is dat we ook een duidelijk zicht hebben op de aard en de omvang van het druggebruik onder jongeren.

Vandaar mijn vragen:

- heeft u zicht op de evolutie van het druggebruik onder jongeren tijdens de coronacrisis in Brussel?
- Worden bepaalde drugs, zoals cannabis, meer gebruikt en is er een link met de beperkende maatregelen waardoor jongeren minder uitlaatkleppen hebben en vaker met negatieve gevoelens worstelen?
- welke signalen ontvangt u vanuit de hulpverlening, bijvoorbeeld vanuit de diensten voor geestelijke gezondheid? Kan de begeleiding van jongeren met problematisch druggebruik op volle capaciteit doorgaan? Is er hier sprake van meer of andersoortige meldingen, begeleiding, opnames?
- Worden jongeren tijdens deze crisis specifiek gesensibiliseerd rond de gevaren van druggebruik? De website van de Druglijn bijvoorbeeld geeft extra informatie over druggebruik in coronatijden.
- Verschillende overheden zijn actief op het terrein van preventie en sensibilisering rond druggebruik. Kan u duiden op welke wijze hierrond wordt samengewerkt in Brussel?
 
 
Antwoord    Er zijn verschillende enquêtes georganiseerd over de impact van de gezondheidscrisis op het gebruik van legale en illegale drugs in Brussel.
Volgens de online-enquêtes ‘drugs en COVID-19’ van Sciensano is het gebruik hoofdzakelijk afgenomen of stabiel gebleven.


Maar, bij een aanzienlijk deel van de gebruikers, namelijk: 28,6% van de alcoholgebruikers, 20% van de cannabisgebruikers, 9,8% van de cocaïnegebruikers en ongeveer 5% van de amfetamine- en ecstasygebruikers, zien we een toename in het gebruik.


Wat specifiek de jongeren betreft: Modus Vivendi heeft, in samenwerking met Eurotox en andere Europese partners, twee enquêtes gehouden, voornamelijk bij gebruikers die de activiteiten van Modus Vivendi van dichtbij of van veraf kennen (de doelgroep ‘jongeren’).

Opnieuw blijkt uit de resultaten van die enquêtes dat, hoewel de algemene tendens neerwaarts is, een deel van de respondenten aangeven dat zij tijdens de inperkings-periode meer hebben gebruikt. Het gaat om een derde van de alcoholgebruikers (32%) en meer dan een derde van de druggebruikers (39%, met inbegrip van cannabisgebruikers, want deze studie verstrekt geen details over het soort gebruik).

Er waren ook uitdrukkelijk positieve elementen: 20% van de gebruikers heeft verklaard dat zij van de inperkingsperiode hebben geprofiteerd om hun gebruik te verminderen, en 8% heeft zelfs verklaard dat zij de inperkingsperiode hebben aangegrepen om te stoppen met gebruiken.

Wat de bicommunautaire diensten voor geestelijke gezondheidszorg betreft: wij hebben vernomen dat zij geen toename van het probleem hebben geconstateerd onder de jongeren in raadpleging of bij de nieuwe verzoeken die zij ontvangen.


Het is zeer waarschijnlijk dat die verzoeken onmiddellijk naar gespecialiseerde diensten worden doorverwezen.


Veel verslavingszorginstellingen melden een aanzienlijke toename van problematisch gebruik van alcohol en cocaïne (inclusief crack), maar ook van
tranquillizers of kalmeermiddelen en cannabis onder hun cliënten.

Een deel van die toename zou verband houden met een toename van hulpverzoeken van familie en vrienden en van beroepskrachten of doorverwijsdiensten.

De inperkingsperiode heeft waarschijnlijk de spanningen binnen het gezin rond het gebruik verergerd, of de druggebruikproblemen die voorheen voor de naasten verborgen bleven, geobjectiveerd.

De toenemende complexiteit van problemen in verband met de gezondheids-context heeft ook geleid tot een toename van de duur van de contacten of raadplegingen

Anderzijds is de sector tijdens de crisis met aangepaste permanentie en face-to-face blijven werken om te proberen adequate hulp te blijven bieden aan noodlijdende gebruikers.


Wat de preventiemaatregelen betreft: deze worden in het kader van de door de sector verleende bijstand besproken en behandeld met het oog op de sensibilisering voor problematisch gebruik.


Deze acties worden meestal gesteund door de monocommunautaire overheden en zijn versterkt in de FGC.

Verscheidene overheden zijn actief op het gebied van preventie en sensibilisering inzake druggebruik via talrijke actoren, die zelf hoofdzakelijk in twee structuren zijn gegroepeerd:

De
Brusselse Federatie van Instellingen voor Verslaafden (gefinancierd door de FGC), waarin 29 instellingen zijn verenigd die in Brussel actief zijn op het gebied van voorlichting, preventie, risicobeperking, zorg, begeleiding en epidemiologie met betrekking tot het gebruik van psychoactieve stoffen en verslavingen, en het Overlegplatform Geestelijke Gezondheidszorg (gefinancierd door de GGC) via zijn werkgroep ‘geestelijke gezondheid en verslaving’.

Deze platforms worden gekenmerkt door de diversiteit van hun leden: ambulante diensten, residentiële crisis- en behandelingscentra, netwerken van huisartsen, voorlichtingsdiensten voor burgers en vertegenwoordigers van gebruikers en familieleden.

Er is ook de
Algemene Cel Drugsbeleid bij de FOD.


Daarin zijn alle op dit gebied bevoegde entiteiten verenigd met als hoofddoel het beleid inzake drugpreventie en -gebruik te harmoniseren en prioritaire thema's vast te stellen die door de interministeriële conferentie Gezondheid moeten worden behandeld.

Er zijn twee vergaderingen gehouden en de werkzaamheden zijn dus momenteel aan de gang.