Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de manieren waarop de Brusselse woonzorgcentra en rusthuizen hun bezettingsgraad proberen te verhogen en de controles daaromtrent.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 455)

 
Datum ontvangst: 11/06/2021 Datum publicatie: 21/09/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 10/09/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
07/07/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Enige tijd terug mocht ik u reeds ondervragen omtrent de financiële situatie van de rusthuizen en woonzorgcentra in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (cf. schriftelijke vraag nr. 158).

In uw antwoord gaf u toen aan dat er uit een eerste rondvraag, in juni 2020, bleek dat in totaal vier instellingen te kennen hadden gegeven dat zij met cashflowproblemen te kampen hadden. Daarop werd beslist de financiering van de rusthuizen en woonzorgcentra op het niveau van het laatste trimester van 2019 te behouden. Voor het derde trimester van 2020 diende eenzelfde vergelijking te gebeuren.

Inmiddels bleek op Vlaams niveau reeds dat verschillende woonzorgcentra op allerlei manieren kortingen proberen uit te werken, die ervoor moeten zorgen dat ze nieuwe bewoners kunnen aantrekken. Dit soort acties (zoals solidariteitsbedden, waarbij de dagprijs verlaagd wordt voor personen met een lage financiële draagkracht) leidt echter tot een verschillende behandeling van de huidige bewoners ten opzichte van de nieuwe bewoners, waardoor de bevoegde Minister reeds aangaf dat dit soort kortingen niet kunnen en dat desgevallend de compensatie voor de leegstand niet uitgekeerd zal worden. Na de coronacrisis zou er ook nog een bredere en grondige evaluatie van het dagprijzenbeleid doorgevoerd worden.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Kan u duiden of er ook op Brussels niveau woonzorgcentra of rusthuizen zijn die door middel van ‘creatieve kortingen’ hun bezettingsgraad proberen herstellen of opdrijven? Zo ja, kan u dit nader toelichten? Heeft dit een invloed op de financiële steun die zij mogen ontvangen (naar analogie met hoe men dit in Vlaanderen aanpakt)?
- Kan u toelichten op welke manier de bevoegde inspectiediensten dit soort ‘creatieve kortingen’ opsporen en hoe zij daarmee omgaan? Welke stappen worden er ondernomen opdat dit soort oneerlijke kortingen teruggedrongen zou worden?
- Kan u een stand van zaken geven wat betreft de mogelijke financiële problemen waarmee woonzorgcentra en rusthuizen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geconfronteerd worden? Hebt u reeds bijkomende maatregelen en/of middelen moeten voorzien om deze problemen te kunnen ondervangen? Zo ja, kan u dit nader toelichten?
- Welke financiële ondersteuning voorziet u voor de woonzorgcentra en rusthuizen tijdens de komende trimesters? Kan u duiden wat de vergelijking voor het derde trimester van 2020 heeft opgeleverd en op welke manier dit in 2021 reeds verder opgevolgd werd?
- Kan u in het bijzonder duiden of u reeds besloten hebt om, na de coronacrisis, een grondige evaluatie van het dagprijzenbeleid te voeren? Zo ja, kan u toelichten welke modaliteiten u voorziet voor deze evaluatie?
 
 
Antwoord    Als gevolg van de covidcrisis hebben we geen specifieke kortingen waargenomen om de bezettingsgraad van de woonzorgcentra te verhogen. Dit kan worden verklaard door het feit dat, in tegenstelling tot in Vlaanderen, de bezettingsgraad van de woonzorgcentra in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest al enkele jaren onder de 100% ligt. Het aanbod van plaatsen in Brussel is namelijk groter dan de vraag. Er was dus geen impact op de compensatie die aan de instellingen wordt betaald voor het verlies van gefactureerde dagen.

Er worden echter al meerdere jaren kortingen toegepast om diverse redenen die los staan van de covidcrisis, zoals de verhuizing naar een nieuw gebouw, een ‘lanceringsprijs’ van een nieuwe instelling, enz.

De door de instellingen vastgestelde verblijfsprijs wordt door de directie Controle van de Diensten van het Verenigd College gecontroleerd tijdens de controle van de erkenningsnormen, in het kader van een erkenningsprocedure, een opvolgingsbezoek of een klacht. Hoewel de prijsverhoging wordt geregeld bij het
ministerieel besluit van 12 augustus 2005, is er geen wettelijke bepaling die de instellingen belet hun prijzen te verlagen. De directie Controle zorgt er dan ook vooral voor dat de voorwaarden met betrekking tot de korting duidelijk worden vermeld in de door de bewoner ondertekende verblijfsovereenkomst, om zijn belangen te beschermen en te voorkomen dat de korting gepaard gaat met een vermindering van de kwaliteit van de dienstverlening.
We zijn ons er echter van bewust dat dit type korting kan leiden tot gelijkheidsproblemen tussen bewoners. Zoals hieronder wordt uiteengezet, is een herziening van het prijsbeleid gepland in de loop van 2022. Wij zullen rekening houden met dit probleem.

Net als in de andere gefedereerde entiteiten is een groot deel van de woonzorgcentra en rust- en verzorgingstehuizen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in financiële moeilijkheden geraakt als gevolg van de covidcrisis. Daarom hebben wij compensatiemaatregelen ingevoerd.

Naast de compenserende maatregelen voor het verlies aan gefactureerde dagen (zie
infra), werden de volgende ondersteunende maatregelen uitbetaald (zie ook het antwoord op de schriftelijke parlementaire vraag 339):
· de financiële tegemoetkoming voor het opvangen van bijkomende kosten (forfaitair bedrag van 250 euro per bezet bed in het vierde kwartaal 2019);
· de financiële tegemoetkoming voor rustoorden voor bejaarden (ROB) en rust- en verzorgingstehuizen (RVT) in het kader van het Brusselse relanceplan (forfaitair bedrag van 60 euro per verloren gefactureerde dag in het tweede kwartaal 2020). Deze tegemoetkoming werd proactief uitbetaald, onder de voorwaarde dat het personeel behouden werd. Indien bij deze controle a posteriori zou blijken dat de tewerkstellingsgraad afgenomen is, zal Iriscare de tegemoetkoming gedeeltelijk of integraal terugvorderen. Eventuele terugvorderingen werden ingehouden op de compensatie voor het verlies aan gefactureerde dagen in het vierde kwartaal 2020, die in maart 2021 uitbetaald werd.

De financiële compensaties voor het verlies aan gefactureerde dagen werden uitbetaald voor T2, T3 en T4 2020 (100%) en voor T1 2021 (75%). In oktober 2021 zal deze compensatie ook voor T2 2021 uitbetaald worden. Voor T1 en T2 2021 werden bijkomende voorwaarden opgelegd voor het verkrijgen van de subsidie, zoals het niet uitkeren van dividenden in 2020 en 2021 en het behoud van personeel.

Voor alle betrokken trimesters werd/wordt het verlies van gefactureerde dagen ten opzichte van T4 2019 gecompenseerd. Dat verlies bedroeg in de betreffende trimesters:

Trimestre

Trimester

Pertes payées par rapport à T4 2019

Uitbetaald verlies t.o.v. T4 2019

Compensation

Compensatie

T2 2020

5.015.973,10

100%

T3 2020

6.176.551,13

100%

T4 2020

6.785.975,74

100%

T1 2021

4.940.407,28

75%

T2 2021

Pas encore connu

Nog niet bekend

25%



Het verbeteren van het kader en het garanderen van de prijstransparantie in woonzorgcentra en rust- en verzorgingstehuizen is een van de acties die zijn opgenomen in de Gemeenschappelijke Algemene Beleidsverklaring van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. De coronacrisis versterkt de noodzaak van dergelijke maatregelen.

We overwegen om in twee fasen te werken. In de eerste plaats willen wij de basisprijs herzien, zodat die alle essentiële kosten dekt. Ten tweede zullen wij werken aan de evaluatie en herziening van het huidige prijscontrolebeleid. Uit de eerste werkzaamheden in 2019 is namelijk gebleken dat de vaststelling van basisprijzen een noodzakelijke voorwaarde is voor de vaststelling van het prijsbeleid.

Deze werkzaamheden zullen worden gelanceerd na de lopende herziening van de erkenningsnormen van de woonzorgcentra en rust- en verzorgingstehuizen. Wij verwachten dus dat de basisprijzen in de eerste helft van 2022 zullen worden herzien. Vervolgens zullen wij doorgaan met de evaluatie en herziening van het prijsbeleid, om te zorgen voor een beter kader voor kortingen en prijsverhogingen.