Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de stand van zaken wat betreft de beoogde harmonisering van de OCMW-reglementeringen inzake de toegang tot de gezondheidszorg

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 512)

 
Datum ontvangst: 15/11/2021 Datum publicatie: 04/02/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 31/01/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/12/2021 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van de Verenigde vergadering
 
Vraag   

In het verleden mocht ik u reeds enkele keren ondervragen omtrent de ambities en stand van zaken wat betreft de beoogde harmonisering van de OCMW-reglementeringen inzake de toegang tot de gezondheidszorg (cf. schriftelijke vragen nr. 71 en nr. 401).

In uw antwoord werd echter nog verschillende keren verwezen naar processen die nog aan de gang waren of nog opgestart dienden te worden, onder meer ten gevolge van de gezondheidscrisis.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Kan u een stand van zaken geven wat betreft deze oefening die door de OCMW’s wordt gevoerd? Welke concrete stappen werden er reeds gezet richting de beoogde harmonisering? Kan u in het bijzonder toelichten welk standpunt de Brusselse OCMW’s hebben ingenomen wat betreft de bepaling van de gemeenschappelijke minimuminhoud van de medische kaart, op het vlak van de begunstigden, de beoefenaars en de prestaties, alsook over het automatische behoud van de medische kaart bij verandering van gemeente, om de medische dekking van de begunstigde te garanderen gedurende het hele proces?

  • Kan u in het bijzonder toelichten of er reeds berekend werd welke winsten of minuitgaven de OCMW’s zouden boeken bij een harmonisering van de reglementen? Werd er hieromtrent, in het kader van de financiële moeilijkheden bij de OCMW’s ten gevolge van de gezondheidscrisis, reeds beslist om deze harmonisering te versnellen?

  • Kan u toelichten op welke manier de GGC-Collegeleden sinds het meest recente antwoord hieromtrent hebben bijgedragen tot deze beoogde harmonisering? Welke stappen werden daaromtrent reeds gezet?

  • Welk overleg heeft hieromtrent sinds het meest recente antwoord plaatsgevonden met alle betrokken OCMW’s, de Brusselse Federatie van OCMW’s en Brulocalis? Op welke manier heeft de GGC bijgedragen tot de efficiëntie-oefening die de OCMW’s houden? Welke vaststellingen en conclusies zijn hieruit voortgekomen? Welke resultaten kwamen reeds voort uit deze verschillende vormen van overleg?

  • In welke mate onderzoekt u of bepaalde aspecten van deze harmonisering op bepaalde domeinen opgelegd zouden kunnen worden vanuit de GGC? Werden of worden hieromtrent nieuwe projecten uitgerold? Zo ja, kan u nader toelichten hoe deze worden georganiseerd en welke gemeenten hieraan deelnemen?

  • Op welke manier voorziet u de vooruitgang inzake deze harmonisering verder te monitoren en de ontwikkelingen daaromtrent terug te koppelen aan de leden van het Parlement? Hebt u reeds besloten hieromtrent op geregelde basis verslag uit te brengen aan de leden van de betrokken commissie?

  • Welk tijdspad wordt er voorzien om deze harmonisering te kunnen bewerkstelligen en integreren? Welke stappen dienen daartoe nog genomen te worden? Hoe zal de GGC deze vooruitgang en harmonisering verder faciliteren? Welke middelen worden hiertoe voorzien vanuit de GGC?


 

 

 
 
Antwoord    Zoals geantwoord aan de heer Koksal in december: op basis van de door de Federatie van OCMW’s verstrekte informatie en na de enquête over de praktijken en het beleid van de Brusselse OCMW’s op het gebied van gezondheidszorg, kon in september 2019 een inventaris worden opgemaakt van de ongelijkheden op dit gebied.

Door het vertrek van de initiatiefnemers van dit project binnen de Federatie van Brusselse OCMW’s bij Brulocalis, het gebrek aan personeel binnen de Federatie in het algemeen en de impact van de gezondheidscrisis op alle betrokken actoren, was het tot begin 2021 niet mogelijk om een werkgroep op te richten voor de opvolging van het dossier binnen de Federatie.


Jullie weten allemaal zeer goed dat de OCMW’s in deze moeilijke periode te kampen hebben gehad met een enorme sociale crisis en een verhoogde werkdruk.

De DVC, mijn kabinet en ikzelf hebben de ontwikkelingen binnen de Federatie van Brusselse OCMW’s in het afgelopen jaar en de begeleiding van de OCMW’s bij het gebruik van de hun toegekende 30 miljoen euro, op de voet gevolgd.


Het is in die context dat de leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn, in samenwerking met de DVC, en mijn kabinet de Federatie van Brusselse OCMW’s hebben uitgenodigd om, in haar aanvraag van een facultatieve subsidie voor 2021 aan de GGC, begin dit jaar alle doelstellingen/opdrachten te verduidelijken die in de richting gaan van een harmonisatie van de praktijken van de OCMW’s. De volgende doelstellingen zijn derhalve als prioriteiten opgenomen in het ontwerp 2021:

Implementatie van de nota over administratieve vereenvoudiging bij de toegang tot gezondheidszorg:
- Automatisch behoud van de medische kaart bij verandering van gemeente;
- Oprichting van een werkgroep die voorstellen moet doen voor de minimale gemeenschappelijke inhoud van de medische kaarten voor de 19 OCMW’s;
- Update van de lijst van geneesmiddelen D;
- Oprichting van een werkgroep waarin de ‘gezondheidspartners’ zijn verenigd om concrete maatregelen te bestuderen inzake de administratieve vereenvoudiging bij de toegang tot de zorg in het algemeen en meer in het bijzonder tot de DMH.

Mijn kabinet en de DVC hebben vanaf het begin van de herlancering van de Federatie van OCMW’s een zeer belangrijke steun verleend inzake de inhoud van de opdrachten en de begeleiding van de Federatie van OCMW’s.

Wat de stand van uitvoering ervan betreft, weten wij dat verschillende werkgroepen zijn ingesteld. Het directiecomité van de Federatie van OCMW’s heeft inderdaad geconstateerd dat er een politieke wil bestaat om de praktijken op het gebied van gezondheid te harmoniseren. Dat was ook het geval tijdens de officiële ontmoetingen tussen de voorzitter en het bestuur van de Federatie van Brusselse OCMW’s en mijzelf. Enkele dagen geleden, tijdens de laatste bijeenkomst, herhaalden zij die wil om de praktijken te harmoniseren.

Vandaag bevestigt de Federatie dat zij een consensus heeft bereikt over de personen die een wettelijke verblijfsvergunning hebben en die een overeenkomst met het ziekenfonds hebben om zorg te ontvangen.

Dat model omvat de volgende elementen:
- Vanaf de datum van de kennisgeving van het einde van de oorspronkelijke sociale bijstand, zou een tijdelijke medische kaart worden toegekend voor een periode van 30 dagen. Op die manier houdt het ‘nieuwe’ OCMW rekening met de sociale analyse die het OCMW van herkomst bij de toekenning van deze steun heeft gemaakt.
- De medische kaart zal toegekend worden aan iedere begunstigde van het leefloon of het equivalent leefloon.
- Dat de bijdrage ten laste van de begunstigde maximaal 1,50 euro per geneesmiddel zal bedragen voor de geneesmiddelen die zich op de lijst D bevinden.

Er moet nog steeds overeenstemming worden bereikt over de systematisering van de medische kaart voor alle personen die een leefloon ontvangen.

Er werd geen informatie verstrekt over een eventuele kostenraming van de OCMW’s.

Met betrekking tot personen zonder legale verblijfsvergunning heeft op 8/12/2021 een eerste vergadering plaatsgevonden. De gezondheidscommissie van de federatie heeft opdracht gekregen om ook voor die doelgroep aan een harmonisatie te werken. In dat verband werden twee werkgroepen opgericht.