Schriftelijke vraag betreffende de steun aan organisaties die zich focussen op de begeleiding van daders van intrafamiliaal geweld
- Indiener(s)
- Bianca Debaets
- aan
- Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 516)
Datum ontvangst: 15/11/2021 | Datum publicatie: 04/02/2022 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 31/01/2022 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
17/12/2021 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van de Verenigde vergadering |
Vraag | De strijd tegen intrafamiliaal geweld is een onderwerp dat tijdens de huidige legislatuur reeds enkele keren bovenaan de agenda werd geplaatst in ons Gewest, vaak vanuit het beleidsdomein Gelijke Kansen. Ik verwijs daarbij graag naar de extra inspanningen die daaromtrent ondernomen werden door de verschillende politiediensten tijdens de eerst lockdownperiode en het specifieke meldingssysteem (masker-19) dat geïmplementeerd wordt in de Brusselse apotheken. Een minder belicht aspect van deze problematiek is echter de manier waarop er met de daders van intrafamiliaal geweld wordt omgegaan. Hun daden vallen immers uiteraard niet goed te praten, maar dat neemt niet weg dat het van cruciaal belang is dat zij op een correcte manier ondersteund worden opdat de kans op recidivisme zo klein mogelijk gehouden kan worden. Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:
|
Antwoord | Ik dank u voor uw vragen, mevrouw het parlementslid. Uw vraag betreft echter geen bevoegdheden van de GGC, maar wel van de monocommunautaire entiteiten (Federatie Wallonië-Brussel, FGC, VG en VGC). Ik stel voor dat u uw vragen voorlegt aan de betrokken instanties. |