Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de aanhoudende onderbezetting in rusthuizen en de compenserende maatregelen

Indiener(s)
Emin Özkara
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 534)

 
Datum ontvangst: 28/10/2021 Datum publicatie: 11/03/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 10/03/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/01/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van de Verenigde vergadering
10/03/2022 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Mij is verteld dat door de Covid-19 crisis de bezettingsgraad van de rusthuizen is gedaald. Ik ben mij er ook van bewust dat de begrotingsramingen voor 2022 voor de sector van de rusthuizen zorgwekkend en zelfs alarmerend zal zijn. Volgens FEMARBEL moet worden gevreesd dat een aanhoudende onderbezetting de reeds in 2021 geconstateerde tekorten nog zal doen toenemen, hetgeen gevolgen kan hebben voor het personeel, dat het leeuwendeel van de uitgaven van de rusthuizen uitmaakt.

Met het oog op deze onderbezetting zou ik u de volgende vragen willen stellen met betrekking tot de rusthuizen:

  1. Wat was de gemiddelde bezettingsgraad in de rushuizen voor de Covid-19 crisis?

  2. Wat is de huidige gemiddelde bezettingsgraad in de rusthuizen? Is de bezettingsgraad gedaald? Zo ja, wanneer en wat zijn de laatste cijfers in uw bezit?

  3. Welke maatregelen ter compensatie van de onderbezetting in rusthuizen zijn reeds ten uitvoer gelegd?

  4. Welke maatregelen ter compensatie van de onderbezetting in de rusthuizen worden overwogen voor het laatste kwartaal van 2021 en 2022? Zullen de compenserende maatregelen worden voortgezet en/of versterkt?

  5. Zijn er rusthuizen die momenteel economisch bedreigd worden? Zo ja, hoeveel?

  6. Welke maatregelen zijn er tot nu toe genomen of worden er overwogen om de werkgelegenheid en de levensvatbaarheid van rusthuizen op lange termijn te ondersteunen, gezien de aanhoudende COVID-19-crisis?

 
 
Antwoord    De bezettingsgraad in de rustoorden voor bejaarden (ROB) en de rust- en verzorgingstehuizen (RVT) bedroeg in het vierde kwartaal van 2019 gemiddeld 82,3%.

De tabel in appendix 1 toont de evolutie van de gemiddelde bezettingsgraad vanaf het vierde kwartaal van 2019 tot en met het tweede kwartaal van 2021 per ROB/RVT. Deze bezettingsgraden werden berekend op basis van de door de ROB en RVT bevestigde gegevens in de financieringsapplicatie RaaS. Vanaf het derde kwartaal van 2020 gaat het om voorlopige gegevens.
De financiële compensaties voor het verlies aan gefactureerde dagen werden uitbetaald voor T2, T3 en T4 2020 (100%), voor T1 2021 (75%) en voor T2 2021 (25%). Voor T1 en T2 2021 werden bijkomende voorwaarden opgelegd voor het verkrijgen van de subsidie, zoals het niet uitkeren van dividenden in 2020 en 2021 en het behoud van hun personeel. Voor alle betrokken trimesters werd/wordt het verlies van gefactureerde dagen ten opzichte van T4 2019 gecompenseerd.

Voor T3 van 2021 was er nog een bijkomende tegemoetkoming voor de voorzieningen die relatief veel verzorgend personeel in dienst hadden bovenop de wettelijk bepaalde personeelsnorm. Een totaal bedrag van 3,7 miljoen euro werd proportioneel verdeeld over de voorzieningen die in aanmerking kwamen voor deze maatregel.
Naast de compenserende maatregelen voor het verlies aan gefactureerde dagen, werden ook de volgende ondersteunende maatregelen uitbetaald:
- De financiële tegemoetkoming voor het opvangen van bijkomende kosten (forfaitair bedrag van 250 euro per bezet bed in vierde kwartaal 2019);
- De financiële tegemoetkoming voor ROB en RVT in kader van het Brusselse relanceplan (forfaitair bedrag van 60 euro per verloren gefactureerde dag in tweede kwartaal 2020). Deze tegemoetkoming werd proactief uitbetaald, onder de voorwaarde dat het personeel behouden werd. Indien bij deze controle a posteriori bleek dat de tewerkstellingsgraad afgenomen is, vorderde Iriscare de tegemoetkoming gedeeltelijk of integraal terug.


Momenteel wordt geen enkele nieuwe compensatiemaatregel voorzien. Het is niet voorzien om de eerder genomen maatregelen voort te zetten en/of te versterken.

Iriscare organiseert daarentegen steun aan de RH’s en RVT’s in het kader van de te treffen “COVID”-maatregelen en in geval van een tekort aan zorgpersoneel stelt Iriscare, op eigen kosten, zorgpersoneel ter beschikking (verpleeg- en zorgkundigen).

De dienst Financiële Controle van de directie Controle van de Diensten van het Verenigd College voert een financiële analyse van de rusthuizen uit die aan Iriscare bezorgd wordt. Deze financiële analyse kadert in een vijfjaarlijkse financiële controlecyclus en gaat van start in het jaar waarin de erkenning wordt hernieuwd.

De financiële controle beperkt zich tot het analyseren van de financiële gezondheid van de instelling op basis van de documenten (jaarrekeningen, saldo van de rekeningen, verslag van de revisoren, begrotingsraming) die beschikbaar zijn op het moment van de analyse.

Iriscare kan ook kennisnemen van de financiële situatie van een instelling wanneer die dit communiceert via mail of telefoon. De instellingen hebben dit soort problemen bijvoorbeeld gerapporteerd wanneer Iriscare hen heeft ondervraagd in het kader van de COVID-crisis.

In twee studies die gefinancierd worden door Iriscare en die momenteel aan de gang zijn, wordt deels ingegaan op de vragen rond de werkgelegenheid en de levensvatbaarheid van rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen op lange termijn:
1) De programmatiestudie inzake de structuren voor het thuishouden en opvangen of huisvesten van bejaarden in het Brussels Gewest identificeert verschillende factoren die de bezettingsgraad van de bedden binnen de rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen beïnvloeden, zoals de demografische evolutie, het bewonersprofiel of ook de beschikbaarheid van arbeidskrachten. In deze studie wordt de manier geanalyseerd waarop deze factoren in de loop van de tijd waarschijnlijk zullen evolueren en de uitwerkingen van deze evoluties op de bezettingsgraad van de instellingen, en dus op de levensvatbarheid op lange termijn. De studie richt zich ook op het aanbod aan alternatieven en thuishulp, en schetst verschillende mogelijke toekomstscenario’s inzake het hulp- en zorgaanbod voor de bejaarden in functie van de evolutie van het aanbod binnen deze drie sectoren (rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen, alternatieve huisvesting en thuishulp). De studie wordt momenteel afgerond. De eindresultaten zullen in de loop van 2022 beschikbaar zijn.
2) De tweede studie richt zich meer specifiek op de herziening van de financiering van de rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen. Het doel is de huidige samenstelling van het personeel te herzien zodat het meer in lijn zal liggen met de werkelijke behoeften van de bewoners. In dit kader zal de vraag rond de ondersteuning van de werkgelegenheid hoofdzakelijk behandeld worden vanuit de invalshoek van het huidige tekort aan zorgpersoneel dat de omkadering bovenop de problematiek van de tekorten in gevaar kan brengen. De resultaten van deze lopende studie worden tegen medio 2022 verwacht.

De conclusies van deze studies zullen ervoor zorgen dat wij algemene discussies in gang kunnen zetten over de concrete maatregelen om de werkgelegenheid en de levensvatbaarheid op lange termijn van de rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen te ondersteunen.