Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de follow-up van de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie naar het beheer van Samusocial

Indiener(s)
Véronique Jamoulle
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 541)

 
Datum ontvangst: 27/01/2022 Datum publicatie: 11/03/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 22/02/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/01/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van de Verenigde vergadering
 
Vraag   

In het verslag van de parlementaire onderzoekscommissie over het beheer van Samusocial zijn verschillende aanbevelingen gedaan die betrekking hebben op Samusocial, maar ook op de verenigingen.
In dit verband zouden wij graag willen weten wat er is gedaan ter ondersteuning van de verenigingen, zodat zij aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Wat heeft het Verenigd College in dit verband gedaan? Wij hebben er altijd naar gestreefd het verenigingswezen te steunen, vooral wanneer het opdrachten vervult die aan de openbare dienst zijn gedelegeerd, hetzij als openbare vzw, hetzij als particuliere vzw, overeenkomstig de wet van 1921. Wat zijn de cumulaties van subsidies die verenigingen in de daklozensector ontvangen? Hebben ze een beheerscontract? Hoe zit het met de lonen/tbarema’s en voordelen in natura van het directiepersoneel en de medewerkers, althans van de belangrijkste (b.v. het personeel van de grote operatoren of de meest gesubsidieerde vanuit verschillende bronnen die meer dan 200.000 euro cumuleren?)
Wat is er gedaan om dubbele subsidiëring te voorkomen? Tot slot zouden wij willen weten of alle verenigingen die onder dezelfde regels/aanbevelingen zouden kunnen/moeten vallen, daar ook daadwerkelijk onder vallen?

 

 

 
 
Antwoord    Ik verwijs u naar de vele antwoorden die werden gegeven tijdens de commissie van 27 januari 2022, die volledig gewijd was aan de opvolging van de aanbevelingen van de onderzoekscommissie over het beheer van Samusocial.
A1
Er werden geen stappen ondernomen om in Brussel een ondersteunende cel voor vzw’s op te richten. De oprichting van een dergelijke cel zou overigens onder de bevoegdheid van de minister-president vallen, aangezien zij alle verenigingen zou ondersteunen die door de GGC, de FGC of het Gewest worden gesubsidieerd.
Er moet echter worden benadrukt dat de door de GGC gesubsidieerde vzw’s ondersteuning krijgen van de Diensten van het Verenigd College. Die ondersteuning neemt verschillende vormen aan: organisatie van informatiesessies over de subsidievoorwaarden en de controle van subsidies, verspreiding van FAQ’s die online beschikbaar zijn, versturen van omzendbrieven enz.
Bovendien moeten de financiële situatie van de vzw’s en hun interne controlemechanismen onderzocht worden, zowel in het kader van de toekenning van subsidies als de controle ervan, waarna aanbevelingen worden geformuleerd en uitwisselingen met de betrokken vzw’s plaatsvinden, zodat ze een traject kunnen aangaan of voortzetten om te professionaliseren en om hun administratief en budgettair beheer te verbeteren.



A2
De vzw's die actief zijn in de daklozensector en die opdrachten uitvoeren die bedoeld zijn in de ordonnantie van 14 juni 2018 betreffende de noodhulp aan en de inschakeling van daklozen en in het besluit van 9 mei 2019 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra voor noodhulp en inschakeling ontvangen facultatieve subsidies, in toepassing van de normen van het besluit.
Die facultatieve subsidies zullen organieke subsidies worden zodra de vzw’s in kwestie erkend zullen worden op basis van de nieuwe regelgeving, aangezien de laatste wijzigingen van het bovengenoemde besluit van 9 mei 2019 nog in tweede lezing moeten worden goedgekeurd.

De vzw's kunnen bovendien facultatieve subsidies ontvangen voor innoverende of specifieke projecten, met name in het kader van projectoproepen.
Wat de subsidiebedragen van de verschillende dienstencategorieën betreft, verwijs ik u door naar de begroting van 2022 zoals ze door het parlement werd goedgekeurd.

A3
Afgezien van de vzw’s New Samusocial en Bruss'Help is er geen plan om beheersovereenkomsten te gebruiken voor de andere vzw’s in de daklozensector. Die worden immers ofwel organiek gefinancierd op basis van een erkenning en ad-hocregelgeving, ofwel krijgen ze facultatieve subsidies in verband met specifieke en gerichte projecten die niet zullen worden opgenomen in een beheersovereenkomst.

A4
Aan de aanvraagformulieren voor subsidies moet een budget worden toegevoegd, waarvan het model is bepaald door de DVC. Dat voorziet er namelijk in dat de barema’s in verband met personeelskosten worden vermeld, of andere personeelskosten als premies enzovoort.
De administratie analyseert die kosten daarna en verwerpt, indien nodig, de kosten die de barema’s van het openbaar ambt overschrijden of die niet in aanmerking komen of niet redelijk zijn. Vzw’s kunnen ook aanbevelingen krijgen of voorwaarden opgelegd krijgen.

Bovendien voorziet het besluit van 9 mei 2019 erin dat de subsidieschalen samenhangen met de barema’s die binnen de GGC gelden, met uitzondering van de centra uit de openbare sector, die kunnen worden gesubsidieerd tot het maximumbedrag van de subsidieschalen die van toepassing zijn op de centra en diensten in de privésector.

A5
Wat de oprichting van een administratieve cel voor de controle op dubbele subsidies betreft, werden in die richting geen stappen ondernomen.

Toch hebben de DVC aanzienlijk werk verricht om de controle op dubbele subsidies te verbeteren en ze te vermijden.
Het model voor de subsidieaanvraag voorziet in de vermelding van de verschillende subsidies die de vzw’s krijgen. De formaliteiten met betrekking tot het indienen van de verantwoordingsstukken bevatten ook een dergelijke vereiste.
Artikel 133, vijfde lid van het besluit van 9 mei 2019 voorziet daaromtrent in het volgende: “
De centra die door verschillende subsidiërende overheden gesubsidieerd worden, maken een dossier met rechtvaardigingsstukken over waarin de kosten die door de verschillende subsidiërende overheden gedragen worden, verdeeld zijn”.
Het standaardbesluit voorziet in artikel 4 § 4 ook in het volgende: “
Elk origineel bewijsstuk met betrekking tot deze subsidie moet voorzien worden van een vermelding die verwijst naar de GGC. Wanneer een uitgave wordt gesubsidieerd door verschillende subsidiërende entiteiten, moet het origineel verantwoordingsstuk de uitsplitsing van het bedrag van de uitgave tussen de verschillende entiteiten vermelden.

Overigens plegen de DVC regelmatig overleg met andere administraties of ION's (SPFB, Iriscare), met name om voortdurend informatie uit te wisselen over subsidies, hetzij over de procedures in het algemeen, hetzij over specifieke dossiers.


A6
Met strikte inachtname van het beginsel van gelijke behandeling worden de aanbevelingen toegepast op alle vzw’s die door de GGC worden gefinancierd, rekening houdend met hun omvang en het subsidiebedrag dat zij ontvangen.