Schriftelijke vraag betreffende de erkenning en ondersteuning van doula’s in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
- Indiener(s)
- Bianca Debaets
- aan
- Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 592)
Datum ontvangst: 03/06/2022 | Datum publicatie: 20/09/2022 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 15/07/2022 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
15/06/2022 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van de Verenigde vergadering |
Vraag | Op zondag 22 mei laatstleden bevestigde de Vlaamse Federatie van Doulas vzw dat hun vereniging 120 leden telt, waaronder 40 gecertificeerde doulas en nog eens 80 vrouwen in opleiding. Een doula is iemand die zonder medische opleiding ondersteuning biedt aan een zwangere vrouw en eventueel ook haar partner, van de zwangerschap tot en met en dus ook tijdens de bevalling. Doulas werken daarbij complementair met de gynaecoloog en vroedvrouw en zetten in op het emotionele aspect en continue ondersteuning. Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:
|
Antwoord | Over de doula zegt u mij het volgende: “Een doula is iemand die zonder medische opleiding ondersteuning biedt aan een zwangere vrouw en eventueel ook haar partner, van de zwangerschap tot en met – en dus ook tijdens – de bevalling.” Het autonoom en zonder medisch voorschrift geven van advies aan een zwangere vrouw over haar zwangerschap of de bevalling, haar informeren en voorlichten over gezondheid en haar voorbereiden op het ouderschap, behoort tot de uitoefening van het beroep van vroedvrouw zoals beschreven in artikel 62 van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen (WUG). Het is mij niet helemaal duidelijk onder welke andere activiteiten de ‘ondersteuning’ die deze ‘doula's’ (tegen betaling, neem ik aan) aan zwangere vrouwen bieden, zou kunnen vallen. Personen, andere dan artsen, die deze activiteiten gewoonlijk uitoefenen zonder het federale visum te hebben ontvangen dat hen toelaat het beroep van vroedvrouw uit te oefenen, zijn op grond van artikel 122 van dezelfde wet strafrechtelijk vervolgbaar. Het feit zich door de patiënt te laten betalen voor het onwettig uitvoeren van handelingen die door die wet zijn voorbehouden, kan ook als een verzwarende omstandigheid worden beschouwd. De registratie van gezondheidswerkers die een visum hebben gekregen om het beroep uit te oefenen, wordt op federaal niveau georganiseerd met toepassing van dezelfde wet. Nu het kader in herinnering is gebracht (dus in antwoord op uw tweede vraag), zult u begrijpen dat de GGC niet beschikt over een register van gezondheidswerkers die het beroep mogen uitoefenen, en nog minder van gezondheidswerkers die zouden proberen een activiteit te ontwikkelen die het risico inhoudt te worden vervolgd. Bijgevolg kan ik niet antwoorden op uw eerste vraag over de kenmerken van de ‘doula's’ die in Brussel werken. Misschien moet u uw vraag opnieuw stellen aan de federale minister van Volksgezondheid, die over de bevoegde instanties beschikt om onderzoek te verrichten naar eventuele illegale praktijken op gezondheidsgebied. Wat de ondersteuning van zwangere vrouwen betreft, lijkt ons land veel meer vroedvrouwen op te leiden dan het gezondheidsstelsel nodig heeft. Zoals de WHO in haar campagne ‘elke vrouw haar eigen vroedvrouw’ aanbeveelt, kunnen we dus beginnen met gebruik te maken van deze brede beschikbaarheid van goed opgeleide gezondheidswerkers om vrouwen te begeleiden van vóór de zwangerschap tot na de bevalling om de gezondheid van vrouwen met een kinderwens te verbeteren, ook in de minst bevoorrechte milieus. De GGC zal meer en meer initiatieven in die richting ontwikkelen. En wij zullen op federaal niveau ook pleiten voor een billijke waardering van de vaardigheden en de werktijd van deze gezondheidswerkers, want op dit ogenblik lijkt het erop dat zij heel slecht worden betaald. |