Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het toegenomen gebruik van opioïden

Indiener(s)
Françoise Schepmans
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 597)

 
Datum ontvangst: 29/06/2022 Datum publicatie: 20/09/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 27/07/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
07/07/2022 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De pers heeft onlangs de gegevens van Eurotox onder de loep genomen (socio-epidemiologisch waarnemingscentrum voor alcohol en drugs in Wallonië en Brussel) 1. Het verslag van 2021 belichtte cijfers over het gebruik van bepaalde geneesmiddelen.

Evenals antidepressiva, anxiolytica, sedatieven enz. behoren opioïden tot de groep van de psychotrope stoffen. Deze worden uitsluitend in apotheken en op medisch voorschrift verkocht. Eurotox heeft cijfers van het Riziv verzameld en de personen geteld die in de loop van het jaar minstens één terugbetaald voorschrift voor pijnstillende opioïden kregen. 2

We leren dat het aantal patiënten in België dat opioïden voorgeschreven kreeg, is gestegen van 573.000 in 2005 tot meer dan een miljoen in 2019, d.w.z. bijna een verdubbeling.3

De meest verontrustende cijfers betreffen het gebruik van oxycodon, dat is gestegen van 2.700 in 2007 tot meer dan 77.000 in 2020 (d.w.z. bijna 30 keer meer).

Zoals u weet, brengen opioïden risico’s op overdosis en afhankelijkheid met zich mee.

Hoe kan deze stijging worden verklaard? Eurotox wijst erop dat het om een multifactorieel verschijnsel gaat, dat verband houdt met de stijging van de levensverwachting (en dus van de prevalentie van leeftijdsgebonden ziekten) en met de toename van de prevalentie en de incidentie van kanker. 4

Inhakend op mijn vraag over polyfarmacie bij onze senioren, herinnerde ik eraan dat België een van de Europese landen is waar het gebruik van geneesmiddelen bijzonder hoog is. U antwoordde dat, hoewel deze bevoegdheden federaal zijn, u niet zou nalaten uw acties op dit gebied uit te breiden, aangezien het gebruik van geneesmiddelen verder reikt dan het medische domein en het overmatige gebruik ervan een maatschappelijk probleem is. 5

Graag een antwoord op de volgende vragen:

  • Hebt u kennis genomen van de nieuwe gegevens van Eurotox?

  • Wat doet u om het overmatige gebruik van dit soort geneesmiddelen tegen te gaan?

  • Hebt u sinds mijn laatste vraag maatregelen genomen om polyfarmacie te bestrijden?

1 https://www.dhnet.be/actu/sante/en-15-ans-deux-fois-plus-de-belges-sous-opioides-62b9395e9978e26cc2a1b3aa

2 https://eurotox.org/wp/wp-content/uploads/Eurotox-TB-2021-Bruxelles_2tma.pdf , blz. 133

3

Ibid

4

Ibid, blz 141

5 http://weblex.brussels/data/arccc/biq/2020-21/00020/images.pdf#page=52

 
 
Antwoord    Wij hebben kennis genomen van die laatste resultaten.

De bevoegdheid van de gefedereerde entiteiten voor gezondheidszorg in instellingen voor ouderen strekt zich uit van hulp bij dagelijkse activiteiten tot lichaamsverzorging en verpleegkundige zorg en omvat ook taken op het gebied van activering, reactivering, revalidatie en sociale integratie of re-integratie.

Die actie omvat ook de humanisering in rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen, evenals gezondheidsbevordering in de zin van de WGO, d.w.z. lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn, door de ontwikkeling van empowerment en gezondheidsgeletterdheid.

Die laatste elementen blijven dus belangrijke aandachtspunten bij de hervorming van de sector, die er juist op gericht is de rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen menselijker te maken.


Parallel met de lopende hervorming van de sector, en met de steun van Iriscare, worden projecten aangemoedigd die erop gericht zijn de zelfbeschikking van ouderen in rusthuizen te behouden. Zo steunt Iriscare, samen met de Koning Boudewijnstichting, de ontwikkeling van het Tubbe-model in 10 Brusselse instellingen. Dat model is gericht op de ontwikkeling van de autonomie van ouderen. Het is een relationele benadering van zorg, waarbij de oudere een actor is in zijn/haar eigen gezondheid, en die gericht is op het verbeteren van zijn/haar welzijn, wat kan helpen om het gebruik van geneesmiddelen te verminderen. In de domeinen die tot onze bevoegdheden behoren,
werkt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dus mee aan de vermindering van het geneesmiddelengebruik, in de eerste plaats onrechtstreeks, via acties die de levenskwaliteit van ouderen helpen verbeteren.
Wij treden ook op via de RVT-normen, die momenteel verschillende bepalingen op dat gebied bevatten, waaronder:
- het overleg tussen de coördinerend arts en de hoofdverpleegkundige, onder andere over de niet-medicamenteuze aanpak voor patiënten met dementie;
- de rol van de coördinerend arts bij de organisatie van het voorschrijven, de levering, de afgifte, de bewaring en de verdeling van geneesmiddelen in overleg met de apothekers, en bij de opstelling en jaarlijkse bijwerking van het medisch-farmaceutisch formularium;
- en het algemeen reglement van de medische activiteit, waarin de verbintenis van de huisartsen om deel te nemen aan een coherent medisch beleid, met name wat het voorschrijven van geneesmiddelen betreft, moet worden omschreven.


Niettemin, en dat gezegd zijnde, bevinden de belangrijkste hefbomen op het gebied van overmatig geneesmiddelengebruik zich op federaal niveau.
In dat verband zijn wij niet op de hoogte van het voorstel van de Waalse minister van Volksgezondheid dat u in uw vraag aanhaalt, maar wij kunnen ons alleen maar aansluiten bij het standpunt dat zij eind 2019 in het Waalse parlement heeft ingenomen, tijdens een antwoord op een mondelinge vraag over dat onderwerp. Die vraag en het antwoord van de minister zijn gepubliceerd in het integraal verslag nr. 40 van 26 november 2019, onder de titel ‘mondelinge vraag over het overmatig geneesmiddelengebruik in rusthuizen’. De Waalse minister van Volksgezondheid antwoordde het volgende:
Misschien moeten we het verschil in bevoegdheden opnieuw uitleggen, om te zeggen wat de verantwoordelijkheid van de federale regering is en welke hefbomen ter beschikking staan van het Gewest. Het farmaceutische beleid en de geneeskunst, ook in rusthuizen, zijn exclusieve bevoegdheden van de federale regering. In dat verband heeft de federale regering verschillende bewustmakingscampagnes gelanceerd, onder meer om het gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen terug te dringen en om zorgverleners te helpen hun patiënten te begeleiden naar een langetermijnaanpak van slaapstoornissen, angst en stress.
Er zijn verschillende instrumenten ontwikkeld voor gezondheidsprofessionals: een onlinehulpplatform, opleidingen, bewustmakingsmateriaal met praktische fiches, met richtlijnen voor artsen, affiches en brochures voor wachtkamers of de apotheek.



Op institutioneel vlak delen wij die mening. Wij kunnen geen inbreuk maken op de bevoegdheden van de federale regering in dat verband. Vooral omdat de federale regering al actief is op dat gebied:
- In het kader van de federale wetgeving inzake geneesmiddelen en artsenijbereidkunde is de mogelijkheid van overleg tussen de apotheker, de behandelend arts en de patiënt bij de bereiding van de individuele geneesmiddelen voor de RH’s-RVT’s die die geneesmiddelen gebruiken, daar een voorbeeld van.
- Er zij ook op gewezen dat er buiten de ziekenhuizen medisch-farmaceutisch overleg bestaat, waarin huisartsen, met inbegrip van de artsen die ouderen behandelen die in RH’s-RVT’s verblijven, en apothekers worden samengebracht, zoals in de studie wordt aanbevolen.
- Tot slot bestaan er ook richtlijnen voor polymedicatie, zoals voorgesteld door de studie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen, en die worden al lang gebruikt en voorgelegd aan artsen in hun basisopleiding en bijscholingen. Het beste nationaal erkende instrument in dat verband is het farmaceutisch formularium voor ouderen, gepubliceerd door het BCFI (Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie).

Het is niet aan ons om de federale acties op te sommen, maar er is in ieder geval geen reden voor ons om inbreuk te maken op de uitoefening van die bevoegdheden, noch van de financiering ervan.
Dat gezegd zijnde, gaat het gebruik van geneesmiddelen verder dan de medische wereld en is het overmatig gebruik ervan duidelijk een maatschappelijk probleem dat we moeten aanpakken. Wij zullen dus niet nalaten onze actie op dat gebied te versterken in het kader van onze eigen bevoegdheden.