Schriftelijke vraag betreffende het beleid inzake psychosociaal welzijn van de ziekenhuizen onder uw bevoegdheid of toezicht
- Indiener(s)
- Emin Özkara
- aan
- Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 611)
Datum ontvangst: 13/07/2022 | Datum publicatie: 11/10/2022 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 22/09/2022 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
18/08/2022 | Ontvankelijk |
Vraag | Volgens een Europees onderzoek van 2015 (EWCS2015) werd in België 19% van de werknemers van de onderzochte sectoren geconfronteerd met "geweld op het werk". Dit cijfer loopt op tot 26% voor de werknemers in de sectoren openbaar bestuur, onderwijs en gezondheidszorg. ( 1 ) De identificatie en beoordeling van de situaties die kunnen leiden tot psychosociale risico's op het werk, de voorlichting en de opleiding van de werknemers maken onder meer deel uit van een arsenaal aan maatregelen waarmee psychosociale risico's op het werk kunnen worden voorkomen en de werknemers kunnen worden beschermd tegen pesterijen en geweld op het werk. In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen: Met betrekking tot de ziekenhuizen onder uw bevoegdheid of toezicht:
|
Antwoord | Ik moet u er om te beginnen aan herinneren dat het beleid inzake psychosociaal welzijn op het werk nog steeds onder de federale wetgeving valt. Elk ziekenhuis is, zoals elke werkgever, verplicht om een beleid inzake preventie van psychosociale risico’s in te voeren (analyse van psychosociale risico’s, opstelling van een preventieplan) en het personeel te informeren over de beroepsprocedures in geval van geweld en pesterijen op het werk. De referentiepersoon voor interne informele procedures is de vertrouwenspersoon en de referentiepersoon voor formele procedures is de preventieadviseur psychosociale aspecten van de EDPBW. In Brussel is er de Associatie in Brussel voor Beter Evenwicht tijdens Tewerkstelling (ABBET). Die wordt erkend door de FGC, en kan steun verlenen aan instellingen die daar om vragen. Wat het informeren van het personeel betreft, bepaalt de federale wetgeving dat het arbeidsreglement van elke werkgever de volgende elementen moet vermelden (art. 32noniesdecies van de wet van 04/08/1996): - de gegevens van de preventieadviseur psychosociale aspecten of van de dienst voor preventie en bescherming op het werk waarvoor die preventieadviseur zijn opdrachten uitvoert en, in voorkomend geval, de gegevens van de vertrouwenspersoon; - de interne procedures die moeten worden gevolgd in het kader van de preventie van psychosociale risico’s op het werk en in geval van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk (zie titel 3 van boek 1 van de Codex over het welzijn op het werk). In het algemeen wordt in het arbeidsreglement gedetailleerd uiteengezet wat onder psychosociale risico’s op het werk wordt verstaan. De FOD Werkgelegenheid heeft met name een model opgesteld dat in het arbeidsreglement moet worden opgenomen. Maar gezien dit dus een federale bevoegdheid is, beschik ik niet over de gegevens die u vraagt over klachten, uitgevoerde risicobeoordelingen, het aantal betrokken werknemers, enz. Op 20 juli hebben wij in het Verenigd College echter in eerste lezing een ontwerp van besluit goedgekeurd tot vastlegging van de aanvullende ziekenhuisnormen, met name op het gebied van kwaliteit, maar ook op het gebied van weerbaarheid tegenover patiënten en personeel en met bijzondere aandacht voor verpleegkundigen. Dat ontwerp van besluit zal de Brusselse ziekenhuizen op termijn verplichten om een gestandaardiseerde methode voor kwaliteitsmanagement in te voeren op basis van gemeenschappelijke doelstellingen, maar met lokale prioriteiten, de opvolging van lokale maar ook gemeenschappelijke indicatoren inzake kwaliteit en veiligheid, toegankelijkheid en weerbaarheid ten opzichte van de bevolking en het personeel. Voorbeelden van indicatoren van weerbaarheid zijn het aantal gevallen van agressie tegen personeelsleden en de manier waarop die worden voorkomen, het ziekteverzuim onder verpleegkundigen en het personeelsverloop. Maar het is nu nog te vroeg om de tekst in detail te bespreken en over al die aspecten zal ik meer kunnen zeggen na de goedkeuring in tweede lezing. |