Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het stijgend aantal niet-geconventioneerde artsen

Indiener(s)
Fouad Ahidar
aan
Elke Van den Brandt en Alain Maron, leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid (Vragen nr 692)

 
Datum ontvangst: 10/03/2023 Datum publicatie: 28/04/2023
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 22/23 Datum antwoord: 18/04/2023
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/03/2023 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Conventietarieven zijn in het leven geroepen om patiënten te beschermen tegen onaangename financiële verrassingen na een doktersbezoek. Artsen die geconventioneerd zijn, houden zich aan de tarieven die overeengekomen werden door de mutualiteiten en zorgverleners.

Het is aan de zorgverleners zelf om te beslissen of ze die conventietarieven volledig, gedeeltelijk of helemaal niet aanvaarden. Steeds meer artsen stappen nu af van de officiële tarieven én rekenen een bijkomend bedrag aan boven op hun ereloon, iets wat geconventioneerde artsen niet mogen doen.

Ook in Brussel zien we deze trend. Het aantal niet-geconventioneerde artsen stijgt. Ook in het UZ Jette zou het aantal drastisch toegenomen zijn in het nadeel van de geconventioneerde artsen.

Ik geef een voorbeeld. Via een bezorgde Brusselaar ontving ik onlangs het bericht dat er voor zijn jaarlijkse afspraak dermatologie geen artsen meer beschikbaar zijn die aan het geconventioneerde tarief werken. Concreet betekent dat dat een Nederlandstalige patiënt uit het Brusselse Gewest in het enige Nederlandstalige ziekenhuis in Brussel waar er een garantie is dat hij of zij in het Nederlands behandeld kan worden, niet langer kan kiezen tussen geconventioneerd of niet-geconventioneerde artsen. Echt keuzevrijheid van zorg, kan je dat niet noemen. Zeker voor Nederlandstaligen, waarvoor het zorgaanbod sowieso al kleiner is, betekent dit opnieuw een inperking van het zorgaanbod.

Vandaar mijn volgende vragen:

  • Op welke manier probeert u tegengewicht te bieden aan deze trend? Is er hierover overleg met het federaal niveau of de mutualiteiten? Welke specifieke hefbomen heeft Brussel?

  • Hoe garandeert u de keuzevrijheid van zorg van Brusselaars, zeker Nederlandstaligen, nu meer en meer artsen niet langer geconventioneerd zijn?

 
 
Antwoord    Specifieke maatregelen om de toegang tot rechten en diensten te waarborgen zijn uitgewerkt in het Geïntegreerd Welzijns- en Gezondheidsplan (GWGP).
De derde as van het GWGP voorziet in maatregelen om de structuur en de coördinatie van het aanbod van hulp- en zorgdiensten te verbeteren. Een van die maatregelen is de doelstelling om een territoriaal basisaanbod vast te stellen dat toegankelijk zal zijn, zowel in geografische als in financiële termen, zowel wat toegangsdrempels als faciliteiten (dienstregeling, onthaal, taalgebruik, enz.) betreft.

Er is geen lopend overleg met het federale niveau of de ziekenfondsen over dat onderwerp.

Aangezien de GGC geen bevoegdheden heeft die rechtstreeks verband houden met de RIZIV-conventionering van zorgverleners, beschikken wij niet over hefbomen op dat gebied.

De vrije keuze van een dienstverlener is een basisprincipe van het Brusselse hulp- en zorgsysteem.
De toegankelijkheid van hulp en zorg in alle dimensies is een van de structurerende beginselen van het GWGP.
De versterking van de eerstelijnszorg, waar het GWGP ook op gericht is, heeft tot doel de toegang tot hulp en zorg voor de Brusselaars te verbeteren en op die manier de ziekenhuizen te ontlasten, zodat die de ernstigere gevallen in betere omstandigheden kunnen opvangen.
Om de tweetaligheid in de Brusselse gezondheidsdiensten in ziekenhuizen te ondersteunen en dus uiteindelijk de toegankelijkheid op het vlak van taal van die diensten voor de burgers te verbeteren, ondersteunt de GGC via de toekenning van subsidies verschillende projecten voor de ontwikkeling van een taalbeleid:
- in ziekenhuizen: de subsidie
taalbeleid’ moet ervoor zorgen dat ziekenhuizen taalopleidingen voor ziekenhuispersoneel kunnen organiseren.

Dit zijn de ziekenhuizen die in 2023 een subsidieaanvraag ingediend hebben voor dat project:
- Europa Ziekenhuizen;
- Kliniek Sint-Jan;
- de openbare ziekenhuizen (IRIS-netwerk).

Om de ziekenhuizen te ondersteunen bij de ontwikkeling van dat taalbeleid wordt ook het Huis van het Nederlands gesubsidieerd door de GGC.

De voortdurende opleiding van het personeel, met inbegrip van het leren van talen, is een van de behoeften in ziekenhuizen die de GGC vastgesteld heeft (p.62 van het GWGP) als een prioriteit voor investeringen in de komende tien jaar.
- Voor de Brusselse huisartsenwachtdienst: de subsidie wordt toegekend aan de vzw Garde Bruxelloise Brusselse Wachtdienst (GBBW) voor de ontwikkeling van een tweetaligheidsbeleid om het aantal tweetalige artsen die huisartsenwachtdiensten verlenen op het Brusselse grondgebied, te verhogen.