Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de vooruitgang inzake de organisatie en het verloop van het offerfeest 2019 in de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Indiener(s)
Emin Özkara
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 1)

 
Datum ontvangst: 18/07/2019 Datum publicatie: 23/08/2019
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: SO19 Datum antwoord: 23/08/2019
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
31/07/2019 Ontvankelijk p.m.
23/08/2019 Vraag/Antwoord p.m. pdf
 
Vraag    Op 31 maart 2017 en op 23 mei 2017 stelde ik de staatssecretaris belast met dierenwelzijn vragen die afkomstig waren van inwoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake het verbod op het slachten van dieren zonder voorafgaande verdoving. Intussen hebben verscheidene volksvertegenwoordig(st)ers ook het woord genomen over onderwerpen zoals: het onverdoofd slachten van dieren, de slachtcapaciteit van het slachthuis van Anderlecht en het verloop van het religieus offerfeest (Aïd al-Adha of Eid El Kebir). Tussen 2015 en 2025, zal volgens demografische voorspellingen die bekendgemaakt werden door het Federaal Planbureau (FPB) en Statistics Belgium (Federaal Planbureau, Statistics Belgium, 2016), de bevolking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest toenemen met meer dan 101.000 individuen. Men moet wel vaststellen dat er ondanks de voorbijgaande jaren, ondanks de voorspelde bevolkingstoename, ondanks het vaststaand feit dat in de huidige toestand het slachthuis van Anderlecht het hogere aantal dieren tijdens religieuze feesten niet kan opvangen, en ondanks mijn 19 parlementaire vragen van 11 juni 2018 inzake de organisatie en het verloop van het offerfeest 2018 in de gemeenten Anderlecht, Brussel-Stad, Elsene, Etterbeek, Evere, Ganshoren, Jette, Koekelberg, Oudergem, Schaarbeek, Sint-Agatha-Berchem, Sint-Gillis, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node, Sint-Lambrechts-Woluwe, Sint-Pieters-Woluwe, Ukkel, Vorst en Watermaal-Bosvoorde, waarvoor duidelijk in de antwoorden staat dat “wat het offerfeest in 2018 betreft, het Gewest geen enkele aanvraag [heeft] ontvangen, noch van een gemeente noch van een private dienstverlener”, sindsdien nog niets gebeurd is en er in ons zo voorspoedig en gediversifieerd Gewest nog altijd geen vaste en erkende extra slachtplaats bestaat voor een slachting met inachtname van het geloof, de overtuigingen en de (constitutionele) vrijheid van degenen die vinden dat het slachten van een dier zonder voorafgaande verdoving een essentieel element vormt in het beoefenen van hun godsdienst. Men kan enkel betreuren dat volgens mijn informatie en gelet op het feit dat de overheden geen enkele concrete maatregel genomen hebben om de capaciteiten van het slachthuis van Anderlecht te verhogen of om een bijkomend erkend en functioneel slachthuis in te richten, het offerfeest 2019 dreigt te verlopen zoals die van 2017 en 2018, d.w.z. zonder een extra volledig functionele erkende slachtplaats die ritueel of onverdoofd slachten mogelijk maakt.

Thans zou ik met u willen bekijken welke vooruitgang werd geboekt inzake de organisatie en het verloop van het offerfeest 2019 voor elk van de 19 bovengenoemde gemeenten:

1. Hebben het Gewest en de gemeente de gelegenheid gehad voor een ontmoeting en een gesprek inzake de organisatie van het offerfeest 2019? Zo ja, wanneer precies en wie heeft eraan deelgenomen? Wat waren de conclusies, adviezen, aanvragen, aanbevelingen die voortsproten uit die ontmoetingen en/of vergaderingen?

2.Welke contacten werden precies gelegd inzake voornoemd feest? Wat zijn de resultaten ervan?

3. Is er een gewestelijke subsidie beschikbaar voor het offerfeest 2019? Zo ja, hoeveel bedraagt die? Heeft een privéstructuur, een gemeentelijke vzw of de gemeente zelf subsidies of financiële steun gevraagd aan het Gewest voor het offerfeest 2019? Zo ja, welke precieze bedragen werden toegekend en aan wie? Zo nee, om welke redenen werden de subsidieaanvragen verworpen? Werd administratieve ondersteuning/begeleiding toegekend? Zo ja, aan wie precies?

4. Werd een project voor het offerfeest 2019 voorgelegd aan het Gewest door de gemeente, gemeentelijke vzw’s of een privéstructuur? Werden gemeentelijke vzw’s en/of privéstructuren belast met de organisatie van het offerfeest 2019? Zo ja, welke precies?

5. Welke concrete maatregelen werden genomen opdat het offerfeest 2019 zou kunnen verlopen in optimale omstandigheden? Werden mogelijke partnerschappen met de verenigingswereld, een private dienstverlener of gemeenten overwogen?

6. Wordt gepland een haalbaarheidsonderzoek te starten voor het inrichten van een vaste en erkende slachtplaats op het grondgebied van de gemeente?
 
 
Antwoord    Enkel de gemeente Sint-Jans-Molenbeek heeft een aanvraag ingediend bij het departement Dierenwelzijn van Leefmilieu Brussel in verband met een mobiel slachthuis in haar gemeente. Er is een antwoord gestuurd met alle informatie over de te ondernemen stappen met naleving van de toepasbare wetgeving op dit gebied. Er is aan herinnerd dat slachthuizen die geen duurzaam karakter hebben, als gevolg van een beslissing van de Raad van State, niet langer door het FAVV kunnen worden erkend.

Een gewestelijke subsidie met betrekking tot het offerfeest werd niet voorzien. Er werd trouwens geen enkele aanvraag tot subsidie ingediend.


Het Gewest heeft ook geen enkel project ter organisatie van het offerfeest ontvangen en heeft geen enkele gemeente, gemeentelijke vzw of privé structuur belast met het uitvoeren van de organisatie.

Voor wat betreft de concrete maatregelen die getroffen werden voor een optimaal verloop van het offerfeest, is er in de loop van de maand mei een informatie gepubliceerd op de website van Leefmilieu Brussel. Deze informatie verduidelijkte de regelgeving inzake niet-commercieel vervoer van landbouwhuisdieren in het kader van het offerfeest en werd eveneens per post verstuurd naar alle gemeenten in de loop van de maand juli.

Tot slot is er momenteel geen haalbaarheidsstudie voor de oprichting van een vaste en erkende slachtsite op het gewestelijk grondgebied voorzien of lopende.