Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de ontwikkeling van het strategisch gebied Zuid

Indiener(s)
Céline Fremault
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 33)

 
Datum ontvangst: 15/10/2019 Datum publicatie: 26/11/2019
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 22/11/2019
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
18/10/2019 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In de GBV staat niets over het strategisch gebied Zuid. Bijgevolg geeft de GBV geen enkel tijdschema, doelstelling of methode aan.

Dat brengt mij ertoe u de volgende vragen te stellen:

1. Aan het einde van de vorige zittingsperiode heeft de regering slechts een oriëntatienota goedgekeurd. Kunt u mij bevestigen dat alle vooruitgang die tijdens de vorige zittingsperiode is geboekt met betrekking tot de ontwikkeling van het gebied Zuid niet ter discussie wordt gesteld en wel degelijk wordt bevestigd (op het gebied van milieu, stedenbouw, dichtheid, verdeling van de publieke-private woningen...)? Zo ja, kunt u die vooruitgang in herinnering brengen? Zo niet, kunt u ons dan de geplande wijzigingen meedelen?

2. Kunt u mij zeggen hoe het staat met de haalbaarheidsstudie van het Jamar-project en, indien van toepassing, het resultaat ervan meedelen? Indien huisvesting niet haalbaar is, is er dan een switch voorzien met een ander deel van het gebied en welk deel? Welk project kan worden bestudeerd in plaats van huisvesting aan de tunnelmond van de MIVB? Voorts heb ik bij de goedkeuring van de oriëntatienota gevraagd om het vergroeningsprogramma (aanleg van een park, doorlopend groen) te herzien en om met de NMBS/Infrabel te onderhandelen over een beter evenwicht tussen kantoren en kwaliteitswoningen. Kunt u mij vertellen hoe die zaken zich ontwikkelen? Ten slotte was er sprake van een project voor een wetenschapspark op de site. Wordt dat project duidelijker of is het in een ander gebied gepland en welk?

3. Kunt u mij een precieze timing geven van de goedkeuring in eerste lezing van het project? Werden de doelstellingen en het tijdschema van de vorige zittingsperiode voor het gebied Zuid in het algemeen gehandhaafd?

4. Zal voorafgaand aan het openbaar onderzoek op dezelfde wijze informatie worden verstrekt als Perspective heeft gedaan voor de zone Delta-Herrmann-Debroux?
 
 
Antwoord    De krachtlijnen van het project die door de Regering zijn goedgekeurd op basis van de princiepsnota waarnaar u verwijst, zijn nog steeds van toepassing. Zij vormen de werkbasis voor de voltooiing van het RPA. Perspective rondt het dossier af en zal het mij begin 2020 bezorgen. Nadat het dossier goedgekeurd is, wordt de procedure voortgezet binnen de termijnen die wettelijk vastgelegd zijn in het BWRO. U kent de verschillende fases wel: 60 dagen voor het openbaar onderzoek en het advies van de instanties, 60 dagen voor het advies van de GOC, gevolgd door de goedkeuring in tweede lezing en het advies van de Raad van State vóór de definitieve goedkeuring. De timing van de definitieve goedkeuring zal afhangen van het resultaat van de raadplegingen en van wat op grond daarvan beslist wordt.

U verwijst naar
de informatieronde die voorafging aan het openbaar onderzoek voor het gebied Delta-Herrmann-Debroux. Overeenkomstig de procedure die vastgelegd is in het BWRO, organiseert Perspective vóór de uitwerking van een richtplan van aanleg systematisch infovergaderingen en inspraakmomenten voor het publiek. Voor het RPA Zuidwijk gebeurde dat in juni en juli 2018. Het openbaar onderzoek gaat van start zodra het ontwerp in eerste lezing is goedgekeurd.


Zoals u weet, is het RPA Zuidwijk deels gebaseerd op het richtschema dat begin 2016 goedgekeurd werd en dat uitgaat van het concept van “woonvriendelijke stationsbuurt”. Het plan streeft een dubbel doel na: de internationale status van dit gebied bevestigen en de levenskwaliteit in de wijk verbeteren voor de inwoners.

De Zuidwijk moet omwille van de opmerkelijke internationale, nationale, grootstedelijke en Brusselse ontsluiting via het openbaar vervoer worden ontwikkeld als “stadstoegang”. De transformatie moet dus de uitzonderlijke toegankelijkheid van deze buurt uitspelen.

Tegelijk is het nodig om de functies in de wijk weer in evenwicht te brengen door het residentiële karakter van de buurt te versterken en daarbij een onderlinge weging te maken van de oppervlakte voor woningen en die voor kantoren. Dit moet echter gepaard gaan met een voldoende ontwikkeling van nieuwe voorzieningen om de functionele en sociale mix in de wijk te versterken en een gezelligere wijk te creëren voor de bewoners en de gebruikers van het station. Met het oog daarop is het ook nodig om de kwaliteit van de openbare ruimten en het intermodale knooppunt, dat deze wijk verbindt met de omliggende wijken en het stadscentrum van Brussel, te verbeteren.

De wijk heeft sinds de goedkeuring van het richtschema van 2016 ingrijpende veranderingen ondergaan. Ten eerste is de NMBS van plan om haar hoofdzetel te verhuizen naar de gebouwen van het Postsorteercentrum aan de Fonsnylaan en een paar andere gebouwen en gronden die zij in de wijk bezit, te verkopen. Daarnaast heeft de NMBS haar plannen voor een internationaal station onder de Bara- en de Frankrijkstraat opgeborgen, waardoor een aanzienlijke ruimte vrijkomt voor de ontwikkeling van een wijk met residentieel karakter. En ook Infrabel heeft een project gestart voor een nieuwe hoofdzetel in de Frankrijkstraat. Tot slot heeft het project aan het Grondwetplein een grote impact op de openbare ruimte en de organisatie van het openbaar vervoer.

Het
Jamarproject voor de bouw van 10.000 m² woningen en een voorziening boven op de tramhelling in de Jamarlaan was al opgenomen in het richtschema. Het is de bedoeling om met dit project openbare woningen neer te zetten, wat past in de visie van een “woonvriendelijke stationsbuurt”, en daarnaast ook de breuklijn die veroorzaakt wordt door de tramhelling en de buitensporig brede Jamarlaan weg te werken.

Op 29 november 2018 gaf de Brusselse Regering de overheidsinstantie Citydev de opdracht om dit gemengde project te ontwikkelen. Sindsdien heeft Citydev een samenwerkingsovereenkomst met de MIVB afgesloten voor de juridische, technische en financiële coördinatie met het project aan het Grondwetplein. De resultaten van de voorstudie op basis waarvan de Regering besliste om de opdracht toe te vertrouwen aan Citydev, waren veelbelovend. Momenteel worden onder leiding van de MIVB en Citydev grondige studies uitgevoerd. De uitvoering van het project hangt af van het project aan het Grondwetplein.

Het RPA zal ook de grote ambities om te zorgen voor
meer groen bevestigen. Het plant een ambitieuze herinrichting van de openbare ruimten rond het station. Het komt er meer bepaald op aan een nieuwe doorlopende strook aan te leggen, die loopt van noord naar zuid, van de - autovrije - Europaesplanade tot aan de Tweestationsstraat via het Hortaplein en de Frankrijkstraat. Om deze nieuwe landschapsstructuur vorm te geven, zullen her en der bomen worden aangeplant en het is ook de bedoeling om op bepaalde plaatsen het water in de loop van de Zenne terug aan de oppervlakte te brengen. Tijdens de concrete ontwerpfase van de openbare ruimten zal de landschappelijke continuïteit ingevuld worden op maat van de verschillende openbare ruimten door haar af te stemmen op de verschillende eigenschappen en beperkingen die eigen zijn aan iedere ruimte. Ter hoogte van het bouwblok aan de Tweestationsstraat zal langs de oevers van de Zenne een heuse openbare groenvoorziening ingericht worden door een openbare doorgangsweg aan te leggen in het verlengde van de Frankrijkstraat. Dit is de enige mogelijkheid om een park aan te leggen in deze perimeter, die te lijden heeft onder een gebrek aan groen. Naast deze gerichte maatregelen stelt het RPA-ontwerp ook maximale inspanningen in het vooruitzicht om de openbare ruimte groener te maken en het probleem van de hitte-eilanden in de stad aan te pakken.

Zoals hierboven vermeld, heeft
de NMBS een procedure opgestart om haar nieuwe hoofdzetel te vestigen aan de Fonsnylaan en haar andere eigendommen rond het station te verkopen. Het RPA zal het kader vastleggen voor de ontwikkeling van de verschillende sites van de NMBS. Dit biedt een cruciale kans om een gemengde wijk tot stand te brengen door de huisvestings- en de kantoorprogramma’s met elkaar in evenwicht te brengen. Op de helft van de huidige kantooroppervlakte van de NMBS, 70.000 m², komen woningen in de plaats. De nieuwe kantoren, zowel die van de NMBS als die van Infrabel, zullen gevestigd worden op de gronden naast de sporen. Door ze daar samen te brengen, komen de andere terreinen vrij voor de inrichting van residentiële huizenblokken. Het gaat meer bepaald om het grote bouwblok tussen de Frankrijkstraat en de Barastraat en om het bouwblok met het Atriumgebouw, die zich bevinden aan de Kleine Ring op de hoek van de De Merodestraat en de Ruslandstraat.

De Zuidwijk is een van de gebieden die overwogen is voor de vestiging van het
Wetenschapsdorp. Dit project met de naam “Explore” wil een aan de wetenschappen gewijde plaats voor de nieuwe generatie ontwikkelen om de wetenschapscultuur te promoten vanuit een burgergerichte en solidaire benadering. In de Zuidwijk werd daarvoor onder meer gekeken naar de vierhoeken. De vierhoeken zijn de leegstaande ruimtes onder de sporen tussen het station en de Kleine Ring. Het vestigen van een zichtbare publieke functie op die plaats zou de wijk levendiger helpen maken. De kosten om deze ruimte te beveiligen en te renoveren, zouden echter zeer hoog oplopen. Nu hier volop over nagedacht wordt, beoogt het RPA een waaier aan mogelijkheden naar voor te schuiven om deze enorme ruimte onder de sporen te activeren. Iets dat echter sowieso in de grote vierhoek zou moeten komen, is een grote fietsenstalling. Die moet onlosmakelijk verbonden zijn met het station en ontbreekt vandaag nog. Deze plaats komt in de toekomst zelfs in aanmerking voor de ontwikkeling van een heus knooppunt voor de actieve mobiliteit.