Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het aantal doorgangsbewijzen voor de autoloze zondag.

Indiener(s)
Hilde Sabbe
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 53)

 
Datum ontvangst: 25/10/2019 Datum publicatie: 19/12/2019
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 18/12/2019
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
31/10/2019 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De autoloze zondag van Brussel viel dit jaar op 22 september.

Mijn vragen:

- Hoeveel doorgangsbewijzen werden aangevraagd voor gemotoriseerd verkeer? Is dit een stijging t.o.v. 2018?
- Hoeveel werden er aangevraagd door privépersonen en hoeveel door bedrijven? Bij de privépersonen graag een opsplitsing tussen personen die in het Brussels Gewest wonen en die er niet wonen.
- Een doorgangspasje moet bij aanvraag gemotiveerd worden. Wat zijn de motivaties?
 
 
Antwoord    Zie hier de samenvattende tabel van de uitzonderingen die de gemeenten toekenden en de uitzonderingen aan de gemeenten, die in de afgelopen 10 jaar werden afgeleverd (bijlage 2).

Het betreft hier enkel de cijfers voor de gemeenten (ze houden geen rekening met de uitzonderingen voor de politiezones en de MIVB).
Dit jaar stellen we dus een daling vast van het aantal door de gemeenten toegekende uitzonderingen.
We kunnen het gebruik ervan echter niet bepalen.
De verhouding voor de uitzonderingen: ongeveer 65% ondernemingen en 35% particulieren. Dat varieert uiteraard naargelang de gemeente.

De voornaamste redenen voor de aanvragen van uitzonderingen zijn:
· Ondernemingen: leveringen/uurroosters onverenigbaar met het OV
· Zelfstandigen: wachtdienst / thuisverzorging / ambulante verkopers
· Overheidsinstellingen: uurroosters onverenigbaar met het OV
· Particulieren: vervoer naar de luchthaven / huwelijk / vervoer van ouderen voor de zondagsmis / ...

Attachement 1/ bijlage 1

Année

Dérogations octroyées par les communes

Dérogations fournies aux communes

Taux d’utilisation

2010

21517

24200

89%

2011

19222

24800

78%

2012

19502

22800

86%

2013

17842

22370

80%

2014

17437

21296

82%

2015

16976

20300

84%

2016

16685

20555

81%

2017

17675

20260

87%

2018

17877

21294

84%

2019

15778

20970

83%

Bijlage 2 / attachement 2

Jaar

Uitzonderingen toegekend door de gemeenten

Uitzonderingen bezorgd aan de gemeenten

Gebruikspercentage

2010

21517

24200

89%

2011

19222

24800

78%

2012

19502

22800

86%

2013

17842

22370

80%

2014

17437

21296

82%

2015

16976

20300

84%

2016

16685

20555

81%

2017

17675

20260

87%

2018

17877

21294

84%

2019

15778

20970

83%