Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het vellen van bomen tijdens werken in het Gewest

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 61)

 
Datum ontvangst: 04/11/2019 Datum publicatie: 09/01/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 09/01/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
05/11/2019 Ontvankelijk p.m.
09/01/2020 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    In het Gewest is er een schrijnend gebrek aan bomen en planten die de lucht reinigen en koelen dankzij schaduw en evapotranspiratie. Vegetatie vertraagt de afvloeiing van het regenwater, beperkt overstromingen en maakt het leven voor de Brusselaars aangenamer.

Bomen beschermen ons. Ten eerste bieden ze schaduw, wat een voor de hand liggende manier is om de effecten van de zon te temperen en de opvang van het regenwater te bevorderen. Op lange termijn nemen de bomen een deel van de CO
2 op die bijdraagt tot de opwarming van de aarde. Maar bovenal zweten bomen via hun bladeren en ook hier brengt het water redding.

Op veel bouwplaatsen in het Gewest worden bomen zowel door de MIVB als door Brussel Mobiliteit gekapt om verschillende redenen: herbestemming van de openbare ruimte, verbetering van de voetpaden, aanleg van een nieuwe lijn van het openbaar vervoer enz. Ik haal een paar voorbeelden aan, zoals de werken voor tram 9, tram 44, aan de Lesbroussartstraat of nog aan de Elsensesteenweg.

Bij een groot aantal projecten, zoals aan de Elsensesteenweg of de Lesbroussartstraat, merken de MIVB of Brussel Mobiliteit pas wanneer de werken van start gaan dat het technisch onmogelijk is om de bomen die oorspronkelijk in de stedenbouwkundige vergunning waren gepland, aan te planten. Aan de Elsensesteenweg was er te weinig aarde in de bodem beschikbaar en aan de Lesbroussartstraat zou er dan een gasleiding liggen net onder de bomen die volgens de stedenbouwkundige vergunning moesten worden geplant.

Daarover had ik u graag de volgende vragen gesteld:

- Hoeveel bomen hebben Brussel Mobiliteit en de MIVB geveld?
- Kunt u toelichtingen geven over de plaatsen waar de bomen werden geveld?
- Worden er systematisch nieuwe bomen geplant? Zo ja, waar en hoeveel?
- Hoe bepaalt men dat de bomenrijen zonder meer verdwijnen of worden vervangen?
- Welke technische maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat het technisch haalbaar is om de nieuwe bomen te planten zoals voorgeschreven in de stedenbouwkundige vergunningen die door Brussel Mobiliteit en de MIVB zijn ingediend?
 
 
Antwoord    Betreffende de MIVB :

We verwijzen naar het antwoord (+lijst) op de schriftelijke vraag nr. 1.280 van M. Weytsman in maart 2019.
De MIVB velt enkel bomen die zich in de eigen perimeter van haar projecten ligt.
Op plaatsen waar het technisch mogelijk is, compenseert de MIVB minimaal elke gevelde boom met een herplanting binnen de perimeter van het project.
De vervanging van bomenrijen kan bepaald worden door verschillende factoren :
- de gezondheid van de bomen
- de conformiteit van de inplanting van de bomen met de geldende normen (gewestelijk stedenbouwkundig reglement, personen met beperkte mobiliteit, etc.)
De MIVB pleegt op voorhand overleg met de verschillende nutsbedrijven ten einde hun installaties te lokaliseren. Indien nodig kan de MIVB ook voorafgaande peilingen uitvoeren om de technische haalbaarheid te verzekeren om te planten op de gewenste plaats.

Betreffende Brussel Mobiliteit :

Gevelde bomen
· 305 tijdens het najaar-de winter 2016-17 (waarvan 42 op de R0-ring);
· 526 tijdens het najaar-de winter 2017-18 in 2017 (waarvan 50 op de R0-ring);
595 tijdens het najaar-de winter 2018-19

Twee types motiveringen verklaren het vellen van bomen:
· onderhoud: vellen om veiligheidsredenen en vervanging van dode, zieke of gevaarlijke bomen langs alle gewestwegen;
· aanleg van wegen en sites voor openbaar vervoer; voor de aanleg van wegen kan een beperkt aantal bomen geveld worden, of daarentegen een aanzienlijk aantal.
Beide redenen om bomen te vellen kunnen ook naast elkaar bestaan bij hetzelfde project.

Locatie van de bomen die geveld worden
Bomen worden gericht geveld:
· op alle gewestwegen, om de hierboven aangehaalde veiligheidsredenen;
· voor de aanleg van tramlijn 9, die momenteel gebruikt wordt, op de Elsense Steenweg/het Fernand Cocqplein of nog in de Rooseveltlaan.

Een groter aantal bomen is of wordt geveld voor de latere fasen van tramlijn 9, waarvoor de werken aan de gang zijn.

Overigens zijn op de Woluwelaan en de Generaal Jacqueslaan tal van jonge aangeplante bomen gestorven door de droogte in 2018. Ze zijn de voorbije winter vervangen.

Vervangen van bomen

Het vervangen van bomen wordt geval per geval bestudeerd. Zo wordt in het kader van gerichte aanvullingen opnieuw een jonge boom geplant als die een redelijke kans maakt om evenwichtig te ontwikkelen. Dat geldt voor de meeste gevallen.

Daarentegen kan een boom in natuurlijke omstandigheden sterven wegens de concurrentie van zijn buren in een structuurbeplanting aan de rand van de weg: dan is hij overbodig. Als we daar een jonge boom zouden planten, zou die in één of twee jaar hetzelfde lot ondergaan. Het heeft in dat geval dus geen zin om te planten.

In diezelfde zin zal een jonge boom die geplant zou worden in een oude rooilijn en verdrukt zou worden door 2, 3, 4 of zelfs 8 indrukwekkende buren van 15 m hoog, de kans niet krijgen zich harmonieus te ontwikkelen. In het beste geval zal hij gebogen en vervormd groeien over de weg of de tramsporen, op zoek naar licht, en zal hij op middellange termijn geveld moeten worden.

In beide voornoemde gevallen zullen de ecosysteemvoordelen (landschap, biodiversiteit, waterinsijpeling, schaduw, warmtevermindering, CO2-absorptie, ...) die deze jonge bomen in hun korte leven bieden, niet opwegen tegen de aangegane financiële en milieukosten (zaaien, verplanting in boomkwekerij, rooiing, transport, aanplanting langs de weg, vijf à tien besproeiingen per jaar, vormgevende snoei, beheers- en veiligheidsdiagnose).

Overigens verschilt de analyse bij een volledige heraanleg van een weg, en moet ze niet strikt op basis van het aantal bomen gebeuren. De volgende elementen moeten tegen elkaar worden afgewogen:
- Wat zijn de kwaliteiten, gebreken en de inventaris van de beplantingen?
- Welke toekomstige landschaps- en beplantingsuitstraling willen we de weg geven?
- Welke plaats zijn we bereid daaraan te besteden om naast de andere wegfuncties te kunnen bestaan?
- Hoe kunnen we dit doel een concrete vorm geven?

De ecosysteemvoordelen van een boom van eerste grootte, die we de middelen geven om zich te ontwikkelen tot 20 m hoogte en diameter, zijn bijvoorbeeld veel groter dan wat vijf bomen van derde grootte in kleine kuilen, die hun hele leven lang klein en zwak zullen blijven, te bieden hebben. Strikt op basis van de verhouding gevelde/geplante bomen redeneren, kan dus leiden tot aanlegfouten. Een goede maatstaf zou zijn om te spreken in termen van de kruinoppervlakte van de bomen in de stad, die meer dan 160 ha bedraagt op de gewestwegen, voor ongeveer 30.000 bomen.

Technische mogelijkheid om de bomen waarin een stedenbouwkundige vergunning voorziet te planten

Het planten van bomen vereist graafwerken in de grond, waar tal van verzoekers aanwezig zijn (kabels, leidingen). Deze verzoekers worden in kaart gebracht door de concessiehoudende firma's en door hen gecentraliseerd bij het federale kabels- en leidingeninformatiemeldpunt, zoals de wet het voorschrijft.

Als Brussel Mobiliteit of de MIVB een project uitwerkt, bevraagt het bestuur of de maatschappij dit informatiemeldpunt, dat hen de informatie bezorgt waarover het beschikt.
Jammer genoeg zijn de gegevens vaak onvolledig of zelfs fout, want de concessiehouders laten na om leidingen die buiten gebruik gesteld zijn weg te halen of lokaliseren de nieuwe netwerken slecht, wat voor behoorlijk wat verwarring zorgt op de bouwplaatsen.

Om die verwarring tot een minimum te beperken, stelt de cel Beplantingen van Brussel Mobiliteit systematisch preventieve opgravingen voor wanneer het project wordt uitgewerkt.