Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de wapenvergunningen

Indiener(s)
Véronique Lefrancq
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 21)

 
Datum ontvangst: 04/11/2019 Datum publicatie: 26/11/2019
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 26/11/2019
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
06/11/2019 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Zoals u weet, zijn de Gewesten sinds de goedkeuring van de bijzondere wet van 12 augustus 2003 bevoegd voor het verlenen van de vergunningen voor de invoer, uitvoer of doorvoer van wapens, goederen en technologie voor dubbel gebruik.

Wetende dat er elk jaar een rapport aan de parlementsleden moet worden bezorgd, had ik u graag de volgende vragen gesteld:

- Wanneer zal het volgende rapport aan de parlementsleden worden bezorgd?

- Merkt u sinds de publicatie van de laatste rapporten een aanzienlijke toename van de invoer, uitvoer of doorvoer van wapens en goederen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?

- Heeft uw bestuur een misleidend gebruik van uit ons Gewest uitgevoerde wapens of goederen opgemerkt of werd het daarvan op de hoogte gebracht? Zo ja, welke sancties kunnen dan worden overwogen?

- Hoeveel personen werken in de cel Vergunningen van Brussels International? Zal de cel in de komende maanden worden uitgebreid?
 
 
Antwoord    Artikel 45 van de ordonnantie van 20 juni 2013 betreffende de in-, uit-, doorvoer en overbrenging van defensiegerelateerde producten, ander voor militair gebruik dienstig materiaal, ordehandhavingsmateriaal, civiele vuurwapens, onderdelen, toebehoren en munitie ervan (Wapenordonnantie genaamd) voorziet in:

a. een gedetailleerd jaarlijks verslag;
b. twee aanvullende halfjaarlijkse verslagen betreffende de toegekende en geweigerde vergunningen voor goederen die onder het toepassingsgebied van de Wapenordonnantie vallen

De eerstvolgende verslagen die voorgelegd zullen worden, zijn de volgende:
a. Het halfjaarlijks verslag betreffende de tweede helft van 2019, van 1 juli 2019 tot en met 31 december 2019;
b. Het jaarlijks verslag van 2019. In dit verslag wordt ook een stand van zaken inzake de uitvoer van goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik opgemaakt. Het gaat om een proactieve aanpak, met het oog op een grotere transparantie inzake de uitvoer van goederen voor tweeërlei gebruik, waarop de bepalingen van Verordening (EG) nr. 428/2009 van toepassing zijn.

De twee bovenvermelde verslagen zullen ten laatste tegen het einde van het eerste trimester 2020 voorgelegd worden.

De cijfers in de jaarlijkse verslagen blijven over het algemeen vrij stabiel. Het aantal vergunningen voor in, uit- en doorvoer voor de jaren 2017 en 2018 zijn respectievelijk de volgende:

- 2017: 92 / 15/ 1
- 2018: 103 / 18/ 1

Hierbij valt echter op te merken dat deze cijfers betrekking hebben op defensie gerelateerde producten, waaronder 22 categorieën van goederen vallen, onder meer lichte en zware oorlogswapens (maar ook, om er maar een paar te noemen, uitrusting voor gevechtsvliegtuigen, materiaal voor individuele ballistische bescherming...).

Er werd geen enkel oneigenlijk gebruik of afwending van de goederen vastgesteld. Er zijn verschillende maatregelen opgenomen in de Wapenordonnantie voor het geval dit zich toch zou voordoen.
Zo voorziet de ordonnantie in Titel 5 (art. 40) in de tijdelijke uitsluiting van aanvragers voor een periode van maximum 1 jaar als blijkt dat ze de bepalingen van de ordonnantie niet nageleefd hebben (bijvoorbeeld: niet over de nodige machtiging voor in-, uit- of doorvoer beschikken; verboden goederen in-, uit-, of doorvoeren; onjuiste of onvolledige inlichtingen verstrekken om een machtiging de verkrijgen...).

Titel 6 van de ordonnantie voorziet in strafrechtelijke sancties (art. 42) en administratieve sancties (art. 43) in geval van inbreuk op de bepalingen van de ordonnantie.

De cel Vergunningen bestaat momenteel uit:
- 01 Burgerlijk ingenieur, coördinator van de cel en technisch expert;
- 01 medewerker belast met de analyse (geopolitieke evaluatie van de aanvragen);
- 02 administratieve dossierbeheerders (waarvan 1 halftijds werkt om familiale redenen).

Er is momenteel geen sprake van een eventuele versterking van de cel.