Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de evaluatie van het beheersplan voor erfgoed “Logis-Floréal”

Indiener(s)
Tristan Roberti
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 26)

 
Datum ontvangst: 04/11/2019 Datum publicatie: 09/12/2019
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 06/12/2019
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/11/2019 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op 24 oktober 2019 stelde ik de staatsecretaris belast met Huisvesting een mondelinge vraag betreffende het probleem van de woningen die moeten worden gerenoveerd in de Floréal-tuinwijk in Watermaal-Bosvoorde. In 2012 wachtten 171 van de in totaal 716 eenheden op renovatie. Uit de informatie die de staatssecretaris in haar antwoord heeft verstrekt, blijkt dat er op dit moment "slechts" 86 leegstaande woningen overblijven en dat het merendeel van deze woningen tegen eind 2020 opnieuw zou moeten worden verhuurd.

Tijdens deze uitwisseling heb ik ook gevraagd in welke klasse van de energieprestatie van gebouwen (EPB), die loopt van A tot G, de betrokken woningen na de renovatie zijn ingedeeld. Het antwoord luidde dat het moeilijke evenwicht tussen het behoud van het erfgoed en de energieprestaties van de restrictieve voorschriften van het beheersplan voor het Logis-Floréal-erfgoed niet dezelfde technische vooruitgang mogelijk maakte als in nieuwe of niet-beschermde woningen. Ik kreeg ook te horen dat 14 eenheden na hun renovatie 14 EPB-coëfficiënten tussen D en F kregen in 2018.

Het valt te betreuren dat werken die gericht zijn op de volledige renovatie van de woningen resulteren in zulke lage EPB-coëfficiënten. Enerzijds omdat dit werk, dat voornamelijk met aanzienlijke gewestelijke middelen wordt uitgevoerd, niet past in de klimaatambities van het Gewest en de maatregelen die door de verschillende plannen en de renovatiestrategie worden gepromoot. Anderzijds omdat dergelijke energieprestatiecoëfficiënten de gezinnen die deze woningen bewonen niet in staat zullen stellen om over voldoende thermisch comfort te beschikken. Erger nog, dit kan bijdragen aan de precaire situatie van sommige gezinnen. We mogen niet vergeten dat het om sociale huisvesting gaat. Men kan zich vragen stellen over de coherentie van het gebaar dat erin bestaat een gezin met een bescheiden inkomen te laten gebruikmaken van sociale huisvesting en tegelijkertijd van ditzelfde gezin te vragen een hoge energierekening te betalen wegens de slechte isolatie van zijn woning. Bovendien zullen de meest kwetsbare gezinnen in geval van moeilijkheden bij de betaling van de rekeningen onvermijdelijk een beroep doen op de sociale diensten. De overheid zal dan twee keer hebben betaald. Eerst de renovatiewerkzaamheden, dan de sociale bijstand om de energiefactuur te betalen. Dit roept vragen op.

Een beheersplan voor het erfgoed Logis-Floréal werd opgesteld om te bepalen welke werken toegelaten zijn in de woningen. Dat plan is in werking getreden op 1 april 2014. Het had met name tot doel werken mogelijk te maken ter verbetering van de energieprestaties, zoals het isoleren van bepaalde vloeren, het isoleren van daken en het isoleren van de contouren van buitenschrijnwerk. In het licht van bovenstaande ervaring kan men zich echter alleen maar afvragen of dit beheersplan niet te restrictief is en of het niet nuttig zou zijn om lessen te trekken uit deze eerste ervaringen om de inhoud ervan te evalueren en aan te passen om meer werk te maken van de verbetering van het thermisch comfort van de bewoners.

Ik ben me bewust van de erfgoedwaarde van de betrokken wijken en de historische en culturele rijkdom die de tuinsteden vertegenwoordigen. Het is niet mijn bedoeling om te zeggen dat we werken moeten toestaan die hun karakter zouden verstoren en het is duidelijk dat ze nooit passieve huizen of zelfs maar energiezuinige woningen kunnen worden. Ik blijf er echter van overtuigd dat er in vergelijking met de huidige situatie ruimte is voor verbetering door een grondiger analyse van bepaalde technische elementen die weinig of geen invloed hebben op de aanblik van het onroerend goed van buitenaf, zoals de kwestie van de isolatie van binnenuit, de isolatiekwaliteit van de beglazing die wordt opgelegd, de mogelijkheid van het integreren van dubbele beglazingen in sommige gevallen... Het erfgoedbeheerplan zou verder kunnen worden aangepast om de volgende fasen van de werken die in de betrokken wijken worden gepland, te bevorderen.

Graag een antwoord op volgende vragen:

Wordt het beheersplan voor het erfgoed Logis-Floréal onderworpen aan een evaluatie, met name inzake de aspecten die verband houden met de energieprestatie? Wordt de uitvoering ervan bevredigend geacht? Worden aanpassingen onderzocht om meer werken op te nemen die de verbetering van de energieprestatie van de gebouwen mogelijk maken?
 
 
Antwoord    Het beheersplan voor Erfgoed voor de tuinwijken is een tool die de restauratiewerken en het renoveren van de woning begeleidt. Het is een uitzonderlijk instrument dat mogelijk maakt snel tot het vernieuwen van het gebouwenpark te komen. Naast het volledige pakket aan lastenboekbeschrijvingen voor de vernieuwing en restauratie, voorziet het beheersplan inderdaad in een pakket maatregelen die de verbetering van de energieprestatie beogen. De maatregelen zijn op maat ontworpen en kunnen eenvoudig worden geïmplementeerd.

De planning en de fasering van het renoveren van de gebouwen van de tuinwijk is echter de bevoegdheid van de BGHM en de OVM Logis-FLoréal als bouwheer. Het is de bouwheer die keuzes maakt uit de mogelijke maatregelen, de prioriteiten voor de uitvoering stelt en de budgetten bepaald. Het beheersplan met zijn voorgekauwde recepten maakt de werken sneller uitvoerbaar eens die planning is opgemaakt.
Een evaluatie van de energieprestatie impact van het toepassen van het beheersplan voor Erfgoed voor de tuinwijken Logis-Floréal wordt dan ook niet uitgevoerd door de Directie Cultureel Erfgoed, daar het de bouwheer is en dus de BGHM die over alle data beschikt die een evaluatie mogelijk maken.




Sinds het in voegen zijn van het beheersplan werden een reeks grote restauratiecampagnes opgestart door de BGHM en de OVM Logis-Floréal. Het betreft de vervanging van de bedaking met isolatie van 341 woningen, de restauratie van de ramen van 199 gebouwen, de volledige restauratie van 12 en nog eens 21 woningen.
Het Gewest voorziet steeds in de subsidie van het luik voor de restauratiewerken en dit voor aanzienlijke bedragen. Ook voor de volgende jaren zijn de budgetten hiervoor ingepland.

Zonder een globale evaluatie te kunnen maken van de toepassing van het beheersplan, stellen wij vast dat in de renovatieprojecten, door de bouwheer, niet noodzakelijk de meest performante oplossing gekozen wordt uit de mogelijkheden die het beheersplan aanbiedt. Zo wordt voor de beglazing systematisch voor gelaagd isolerend glas gekozen en niet voor de dubbele en veel performantere beglazing die mogelijk is. Het is niet het beheersplan dat deze opties stuurt, maar andere paramaters die met het beheer van de tuinwijken te maken hebben. In het geval van de beglazing , blijken de termijn voor de bestelling van nieuwe beglazing en budgettaire overwegingen in het kader van onderhoud van de woningen de keuze voor minder performant glas te bepalen.
De Directie Cultureel Erfgoed kan enkel de vordering van de werken steunen door de budgetten voor de Gewestelijke subsidie voor restauratie in te plannen en te reserveren. De steun voor de interventies ter verbetering van de energieprestatie dient van elders te komen.

Er zijn geen aanpassingen in voorbereiding met betrekking tot de energieprestatiemaatregelen opgenomen in het beheersplan, daar het pakket aan maatregelen die mogelijks kunnen toegepast worden tot een goede verbetering moet leiden van de gebouwen en er op dit ogenblik geen aanwijzingen zijn dat bepaalde oplossingen dienen te worden verbeterd.