Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de maatregelen inzake brandveiligheid voor elektrische bussen.

Indiener(s)
Carla Dejonghe
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 74)

 
Datum ontvangst: 07/11/2019 Datum publicatie: //
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 20/12/2019
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/11/2019 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Sinds 15 augustus 2018 gelden er in Frankrijk nieuwe bepalingen voor elektrische busdepots. Vanwege het brandgevaar van de batterijen, moeten de depots zich in stedelijke gebieden op minstens 15 meter afstand van woningen en publiek toegankelijke gebouwen bevinden. Als de omgeving dit niet toelaat, dan moeten er brandmuren of automatische brandbestrijdingssystemen geïnstalleerd worden. De nieuwe bepalingen bevatten ook een lijst met apparatuur die verplicht aanwezig moet zijn in alle depots waar elektrische bussen worden opgeladen, waaronder automatische branddetectors en brandblussers. De depots die tegelijkertijd plaats bieden aan elektrische voertuigen en bussen die rijden op brandstof, moeten een afstand van 9 meter respecteren tussen de oplaadpunten en de gewone parkeerplaatsen.

Bij onze Noorderburen hebben lokale brandweerkorpsen al verschillende simulatieoefeningen uitgevoerd met een brandende elektrische bus. De brandweerlieden leren hoe de bedrading loopt in de verschillende modellen van elektrische bussen, waar de accu’s zitten en hoe de stroom kan worden uitgeschakeld. Een belangrijke oefening aangezien het aantal elektrische bussen op de weg de komende jaren fors zal toenemen, ook in Brussel.

De MIVB beschikt over 12 'overnight charging' bussen, die 's nachts in het depot worden opgeladen, en over 25 gelede bussen van het type ‘opportunity charging’. Bij dit laatste type wordt de batterij onderweg of eventueel aan een halte (meestal de terminushalte in een depot) opgeladen.

Vandaar volgende vragen:

1) Werden de depots waar elektrische bussen worden gestald en/of opgeladen aangepast? Zo ja, om welke aanpassingen gaat het precies? Zo nee, staat dit ingepland?
2) Gelden er voor de depots waar elektrische bussen gestald en/of opgeladen worden specifieke veiligheidsbepalingen zoals in Frankrijk?
3) Krijgen de MIVB-chauffeurs die rijden met elektrische bussen hiervoor een specifieke opleiding?
4) Vond er al overleg plaats tussen de MIVB en de brandweer over de te volgen procedures in geval van brand op een elektrisch voertuig?
 
 
Antwoord    De komst van drie nieuwe types van elektrische bussen in de MIVB-stelplaatsen, zorgde onvermijdelijke voor aanpassingen in de twee stelplaatsen waar deze nieuwe bussen, met hun nieuwe technologie, ontvangen werden. Specifieke werken werden uitgevoerd in de stelplaats van Jacques Brel (installatie van laadpalen) en Haren (installatie van laadpalen en laadportieken).

Elk bustype heeft zijn eigen type van oplader. De laadplaats van deze bussen in de stelplaats ligt vast.
Het volgende moest worden voorzien :
- Stroomvoorziening (hoogspanning) voor de laadpalen/laadportieken en voor het toevoersysteem dat met de bus verbindt om het laden uit te voeren in geval van laadpalen (met een poortsysteem gaat het om een stroomafnemer op het dak van de bus die zorgt voor de verbinding tussen de bus en de lader).
- Installatie van elektrische onderstations (beheer van elektriciteitstoevoer en stroomomvorming)
Voor deze installaties is een bouwaanvraag verplicht. Ze zijn in dienst genomen na gunstig advies van de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (IDPBW) van de MIVB.

In België bestaan er alleen technische aanbevelingen over het ondergronds parkeren van elektrische voertuigen (de voertuigen mogen niet lager parkeren dan de verdieping -1).
De MIVB was echter proactief, bij de uitbating van de nieuwe elektrische bussen, zullen zoveel mogelijk risico’s voorkomen worden.
De volgende veiligheidsvoorschriften werden toegepast:
- aanwezigheid van middelen om van dichtbij de laadvoorzieningen te blussen
- noodstopknop op de laders en in de bussen
- controlesysteem op het laden: in geval van opgemerkte onregelmatigheid stopt de overbrenging van vermogen
- aanwezigheid van beveiligingsschakelaars in de laders en de onderstations
Op initiatief van de MIVB wordt een nieuwe manier van denken geïntroduceerd met “afzonderingszones” in elke stelplaats, om een elektrische bus met een potentieel brandrisico af te kunnen zonderen, bijvoorbeeld als gevolg van een zwaar verkeersongeval of een verdachte rookontwikkeling.
Er is geen specifieke reglementering voor het opleiden van het bestuurders van een elektrische bussen. De MIVB nam het initiatief al haar bestuurders en iedereen die op een mogelijks ooit met een elektrische bus moet rijden, op te leiden. Dat gebeurde na een risico-analyse die werd uitgevoerd voor de komst van dit type van bus.
De opleiding heet HEV Light en word gegeven door EDUCAM, het kennis- en opleidingscentrum van de autosector en aanverwante sectoren. Het is een gecertificeerde opleiding waarvoor elke bestuurder verplicht moet slagen om met een elektrische bus te mogen rijden.
Deze opleiding met certificaat maakt nu deel uit van de basisopleiding die alle nieuwe bestuurders volgen.
Aanvullend, is er een opleiding die alle bestuurder van elektrische bussen volgen. Deze is georganiseerd door de busbouwer zelf. De opleiding gaat meer in op de specifieke werking van de voertuigen aangekocht door de MIVB.
Gesprekken met de DBDMH werden van bij de voorbereidingen gevoerd, voor de komst van de elektrische bussen.
Een document met de naam « Emergency Response Guide », opgesteld door de leverancier en specifiek voor elk type van bus, werd overgemaakt aan de brandweer. Dit document beschrijft de gevaren en mogelijke acties in functie van de door de brandweer uit te voeren interventie.
De gesprekken worden verder gezet over de installatie van de afzonderingszones (zie hierboven).