Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de ontwikkelingssamenwerking met de landen van het Europese continent

Indiener(s)
Emin Özkara
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 27)

 
Datum ontvangst: 04/11/2019 Datum publicatie: 04/12/2019
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 04/12/2019
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/11/2019 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Zoals u weet, vereisen de uitdagingen van de globalisering en het nakomen van onze verplichtingen op het gebied van internationale solidariteit dat we, binnen onze mogelijkheden en op alle machtsniveaus, bijdragen aan de emancipatie van de bevolking en de levensomstandigheden van de bevolking van landen die soms zeer ver weg zijn. Samenwerkingsprogramma's en partnerschappen met gewesten, steden en gemeenten over de hele wereld creëren niet alleen lokale banden en oplossingen, maar creëren ook echte vriendschapsbanden. Elk jaar komen de Brusselse gemeenten en hun respectieve schepenen voor samenwerking bijeen tijdens een door het Gewest georganiseerde rondetafelconferentie om te bespreken hoe de inspanningen op het vlak van ontwikkelingssamenwerking kunnen worden versterkt. De betrekkingen tussen het Gewest en de gemeenten op het vlak van internationale solidariteit blijven zich ontwikkelen.

Graag een antwoord op volgende vragen ter zake.

1. Welke samenwerkingsprogramma’s-/partnerschappen worden onderzocht of werden al gestart door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Welke landen, regio’s en steden doen daaraan mee en/of zijn prioritair? Welke sectoren en thema’s komen daarbij aan bod? Welke ministers en staatsecretarissen werken eraan mee?
2. Van welke netwerken is het Brussels Hoofdstedelijk Gewest lid?
3. Werden ontwikkelingssamenwerkingsprojecten met Turkije, Albanië, Bosnië-Herzegovina, Servië, Kosovo, Georgië, Moldavië, Wit-Rusland en Montenegro uitgevoerd? Zo ja, met welke? Zo neen, zijn er contacten gelegd om er een te ontwikkelen?
 
 
Antwoord    1. Gezien zijn beperkte middelen en overeenkomstig de kaderordonnantie die een kader vastlegt voor de Brusselse ontwikkelingssamenwerking legt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich toe op een beperkt aantal landen – en meer bepaald regio’s – van de wereld: Marokko (regio Rabat-Salé-Kénitra), de Democratische Republiek Congo (stadsprovincie Kinshasa), India (agglomeratie Chennai) en Suriname (district Paramaribo).




Bijgevolg is de Brusselse ontwikkelings-samenwerking niet betrokken bij programma’s of partnerschappen in landen op het Europese continent.

De aangesneden thema’s hangen af van de specifieke noden van het partnerland of de partnerregio maar hebben altijd betrekking op de stedelijke veerkracht, een domein dat aansluit bij de realiteit van het Brusselse Gewest.

Ik ben zelf bevoegd voor ontwikkelings-samenwerking.
2.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is momenteel lid van twee internationale netwerken die van bijzonder belang zijn voor de ontwikkelingssamenwerking, namelijk het Fonds Mondial pour le Développement des Villes (Fonds voor Stadsontwikkeling) en Metropolis. Het lidmaatschap van een derde netwerk, PLATFORMA, wordt momenteel onderzocht. Het FMDV (Turkije, Albanië), Metropolis (Turkije, Servië) en PLATFORMA (alle landen van Zuidoost-Europa) zijn actief in een vijftiental landen op het Europese continent. Gezien de eerder vermelde geografische prioriteiten, kent het Brusselse Gewest de voor de netwerken bestemde middelen echter toe aan projecten die verband houden met de landen die prioritair zijn voor de Brusselse ontwikkelingssamenwerking.
3.
In het licht van het antwoord op vraag 1, werden er geen projecten verwezenlijkt met de door u aangehaalde landen. Er werden ook geen contacten gelegd met het oog op toekomstige projecten.