Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de situatie van de privéparkeerplaatsen aan de Dikkebeuklaan

Indiener(s)
Ibrahim Dönmez
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 88)

 
Datum ontvangst: 20/11/2019 Datum publicatie: 10/01/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 10/01/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
22/11/2019 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    We zijn er ons van bewust dat mobiliteit een duidelijke impact heeft op het leefmilieu. Daarom moeten zachte mobiliteit en het gebruik van het openbaar vervoer worden bevorderd en ondersteund.
De veiligheid van alle weggebruikers, in het bijzonder van de zwakste weggebruikers, is een essentieel punt dat niet mag worden verwaarloosd.

De inwoners van het noorden van Brussel zullen gebruik kunnen maken van de uitbreiding van tramlijn 9, die in 2021 van de Dikkebeuklaan langs de Modelwijk naar het metrostation Koning Boudewijn zal lopen. Het tracé ligt in een eigen baan aan de kant van de Dikkebeuklaan.

De mensen die aan de Dikkebeuklaan wonen, ondervinden veel hinder van de werken, want ze hebben geen toegang tot hun garages. In totaal zijn er zeven opritten ontoegankelijk. Om toegang tot hun garage te krijgen, moeten ze bijgevolg 50 meter op het trottoir en daarna op de Heymboschlaan rijden.
Auto’s en voetgangers kunnen elkaar onmogelijk kruisen op dat trottoir.
Het trottoir begint de facto in te zakken door het gewicht van de auto's (een extra gevaar voor voetgangers en PBM's).

De voorlopige inrichting vermindert de toegankelijkheid aanzienlijk en brengt de voetgangers en personen met beperkte mobiliteit in gevaar. Het zijn er veel: op minder dan 50 meter afstand bevinden zich een rusthuis en een school.

Gezien de omvang van de hinder is het verrassend dat er geen enkele ernstigere inrichtingsmaatregel werd genomen. Bovendien is het totale gebrek aan overleg met de direct betrokken inwoners zorgwekkend.
Het is dringend noodzakelijk om de controle, coördinatie en vooral de veiligheid van deze site te versterken om de zwakke gebruikers niet langer in gevaar te brengen.

De 7 gezinnen die gebruikmaken van de garages, hebben contact opgenomen met Brussel Mobiliteit en kregen als antwoord dat “de bewoners het trottoir zullen moeten blijven gebruiken om aan hun garage te geraken. Daarom zal het trottoir verstevigd worden”.
Deze verklaring is in tegenspraak met het standpunt van de politie, die benadrukt dat rijden op het trottoir over een dergelijke afstand wel degelijk een overtreding is.

Ik heb me ter plaatse begeven en heb inderdaad vastgesteld dat de inrichting van de MIVB de veiligheid van de voetgangers inderdaad in gevaar brengt. Ik heb eveneens vastgesteld dat men de garages enkel via het trottoir kan bereiken.

- Is er met de omwonenden overleg over de werken gepland?
- Was u daarvan op de hoogte?
- Zo ja, wordt er een oplossing overwogen?
- Bent u van plan de legitieme rechten van de eigenaars en gebruikers van de garages te beschermen?

Het kon ook niet anders dan dat er auto’s werden beschadigd. Is de MIVB van plan haar verantwoordelijkheid op zich te nemen en de slachtoffers te vergoeden?
 
 
Antwoord    Bij een stedenbouwkundige aanvraag is er altijd publiek overleg waarop de buurtbewoners uitgenodigd worden. De uitnodiging hangt uit op affiches in de betrokken straten.
In het kader van de uitbreiding van lijn 9 heeft Brussel Mobiliteit, naast de wettelijke en reglementaire eisen zoals ze in punt 2 worden opgesomd, een publieke presentatie gegeven waarop de buurtbewoners uitgenodigd werden door een persoonlijke brief in elke brievenbus (iets wat bij de meeste projecten niet gebeurt).
Wat betreft deze werf zijn er voorbereidende vergaderingen geweest met politiediensten en betrokken gemeenten om de best mogelijke fasering te bepalen voor de werf.
De planning van deze werf is opgesteld op basis van een compromis tussen verschillende parameters, waaronder het behoud van een maximale bereikbaarheid, een zo kort mogelijk durende hinder, behoud van commerciële activiteiten, etc.
Wat betreft de communicatie met buurtbewoners is een ombudsman aangesteld voor de totale duur van de werf. Het gaat om een gesprekspartner enkel voor buurtbewoners en handelaars die helpt bij het zoeken naar oplossingen bij problemen gelinkt aan de werken.
De beschreven situatie is zoals ze werd toegekend in de stedenbouwkundige vergunning aan Brussel Mobiliteit. Ze bestaat uit een gedeelde ruimte tussen voertuigen (als toegang tot privégarages) en zwakke weggebruikers (uitgang woonerf).
Dit zien we al vaker terug in het buitenland en op andere plaatsen in België en Brussel is daarop geen uitzondering (bijvoorbeeld de halte Ter Kameren-Ster op de Ter Kamerenlaan).
In huidig geval bedraagt de maximale lengte die moet doorlopen worden aan lage snelheid in gedeeld gebruik 30 meter.
De toekomstige breedte van het voetpad is zo voorzien dat privévoertuigen (waarvan de breedte begrensd is door de toegang van de garages) en de zwakke weggebruikers elkaar kunnen kruisen. In dat geval zal de breedte van het voetpad 3,85 meter zijn, borduur inbegrepen, wat ruimschoots voldoende is, ook voor passage van mindervaliden.
De MIVB en Brussel Mobiliteit zijn uiteraard op de hoogte van de aanmerkingen van buurtbewoners en hebben meermaals mensen met klachten ontvangen om samen naar een compromis te zoeken. Zo werden redelijke aanvullende werkzaamheden gedaan zoals bijvoorbeeld een plaatselijke verlenging van de inrit vóór de garage om makkelijker te kunnen manoeuvreren.
Rekening houdende met de elementen die hiervoor werden uitgelegd, is er geen probleem met de situatie zoals ze is goedgekeurd in de stedenbouwkundige vergunning.
De aanleg van een spooroversteek zou veel gevaarlijker zijn, rekening houdende met de remafstand van een tram in eigen bedding (in vergelijking met het eventueel risico van een ongeval tussen een auto die met lage snelheid op een gedeelde ruimte rijdt met een zwakke weggebruiker).
Voor de duur van deze werf hebben de MIVB en Brussel Mobiliteit gezocht naar een maximale bereikbaarheid voor de families naar hun garages, zelfs als dat de vooruitgang van de werken niet vergemakkelijkt.
De “overbeveiligde” oplossing was het sluiten van de garages geweest gedurende 7 maanden (aanleg van eigen bedding tram en het volledige spoornet), wat de MIVB en Brussel Mobiliteit geweigerd hebben omdat ze vinden dat buurtbewoners moeten kunnen blijven gebruikmaken van hun eigen garage zolang er een redelijke technische oplossing is.
De MIVB en Brussel Mobiliteit hebben de aannemer dus verplicht om de toegangen tot de garages via het voetpad te behouden tijdens de duur van de werken. De afbakening van de werf versmalt de facto de breedte van de ruimte waar voertuigen kunnen manoeuvreren, wat het uitrijden van de garages bemoeilijkt tijdens de werken.
De wettelijke rechten blijven behouden want de toegang tot de garages blijft verzekerd via de gedeelde ruimte.
Wat betreft de beschadiging aan voertuigen werden de aannemers die de werken uitvoeren in opdracht van Brussel Mobiliteit en de MIVB verplicht om een verzekering alle bouwplaatsrisico’s te nemen. Wat betreft het al dan niet vaststellen of de schade te wijten is aan de werf of niet: noch Brussel Mobiliteit noch de MIVB stellen zich in de plaats van de verzekering (en haar experts) die de schade dekt als gevolg van de werf.