Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de Energieprestaties van sociale woningen

Indiener(s)
Sevket Temiz
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 47)

 
Datum ontvangst: 03/12/2019 Datum publicatie: 20/12/2019
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 20/12/2019
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
04/12/2019 Ontvankelijk p.m.
20/12/2019 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Volgens het onderzoek van de Koning Boudewijnstichting (1) kampt op de 5 gezinnen in België met energiearmoede. Een van de oorzaken daarvan is de verouderde staat van de sociale woningen, alsook het lage inkomen van de bewoners, die daardoor geen investeringen kunnen doen.

Het Brussels Gewest heeft geïnvesteerd en investeert nog steeds via verschillende renovatieprogramma's voor sociale woningen om het energieverbruik te verminderen en de energieprestaties van de gebouwen te verhogen, maar dat blijft onvoldoende. Anderzijds verheugt het me dat er in deze zittingsperiode meer begrotingsmiddelen voor huisvesting worden uitgetrokken. Een massale investering in dat beleid zou tevens de economische ontwikkeling van de actoren en werknemers in de bouwsector kunnen stimuleren.

In dat verband had ik u graag de volgende vragen gesteld:

- Beschikt u over het EPB-kadaster van de 16 OVM’s in het Brussels Gewest? Zo ja, wat is dan thans het niveau van het EPB-certificaat openbaar gebouw voor elke OVM?
- Wat zijn de jaarlijkse kosten van de EPB-certificatie voor de 16 OVM’s?
- Welke begrotingsmiddelen worden in het kader van het PLAGE OVM (Plan voor Lokale Actie voor het Gebruik van Energie) uitgetrokken voor de bewustmaking en responsabilisering van de sociale huurders?

(1) https://www.kbs-frb.be/fr/Newsroom/Press-releases/2018/20180220AJRenSocWoningen
 
 
Antwoord    Vooraleer ik hieronder een antwoord bied op uw vragen, moet u weten dat de woningen sinds 1 november 2011, moeten beschikken over een EPB-certificaat wanneer ze te huur worden geplaatst.

Dit betekent dat woningen die vóór november 2011 bewoond zijn en sindsdien niet meer verhuurd zijn, nog niet beschikken over een EPB-certificaat.

Wanneer een woning wordt toegewezen, neemt de OVMcontact op met de cel voor energiecertificering van de BGHM om een afspraak te maken voor de certificering, indien de woning niet eerder bij een eerdere toewijzing is gecertificeerd, of indien het certificaat is verlopen.

Meer specifiek, met betrekking tot uw vragen,

1) In bijlagen 1 en 2 vindt u het EPB-kadaster van de 16 OVM’s.

2) De EPB-certificering kost de OVM's niets. Vanaf het moment dat de EPB-certificeringsverplichting in november 2011 van kracht werd, heeft de BGHM immers een cel van energiecertificeerders opgericht die belast is met het opstellen van EPB-certificaten voor de woningen die de OVM’s weer te huur plaatsen, en dit om de daaraan verbonden kosten te dekken. De lasten stemmen overeen met 6 VTE's voor de BGHM.

Voor de nieuwe woningen worden de certificeringskosten opgenomen in de totale kostprijs van de werken.

3) In 2016 heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, ter voortzetting van het PLAGE-project dat in 2012 door Leefmilieu Brussel werd gecoördineerd en bij de 11 OVM's werd opgestart, beslist om een deel van het budget voor de werking van de BGHM te gebruiken voor de uitvoering van een nieuw vrijwillig PLAGE-programma bij de OVM's.

De doelstellingen waren om het verbruik van de meest energieverslindende gebouwen te verminderen en om elke OVM aan te moedigen om tegen eind 2017 een vaste energieverantwoordelijke te hebben.

Tijdens de vergadering van 20 juni 2016 heeft de Raad van Bestuur van de BGHM de financieringswijze en de verdelingsmethode van de subsidies voor de uitvoering van het PLAGE-programma goedgekeurd en heeft de Raad zijn Directiecomité ook de opdracht gegeven om dit programma uit te voeren.

De oproep tot het indienen van kandidaturen werd eind juli 2016 gelanceerd. Van de 19 OVM’s die destijds in de hele sector bestonden, hebben 16 maatschappijen zich kandidaat gesteld, waaronder er acht reeds hadden deelgenomen aan het eerste PLAGE-programma dat door Leefmilieu Brussel werd gecoördineerd.

Uiteindelijk hebben vijftien OVM's tussen 29/12/2016 en 31/03/2017 een overeenkomst ondertekend die hen verbindt aan de BGHM.

De OVM's die al een energieverantwoordelijke hadden, zijn van start gegaan met hun project van zodra deze overeenkomst was ondertekend. Voor de anderen vond de aanwerving plaats in de loop van 2017 en de laatste vond plaats op 01/09/2017.

De BGHM was uiteraard verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de verplichtingen van de OVM's en de goede uitvoering van de overeenkomsten, alsmede voor de opvolging van de prestaties van de deskundige die instaat voor de technische ondersteuning.

De SLRB heeft ook een opleiding van 11 sessies in hydraulica opgezet om de technische kennis van de energieverantwoordelijken over dit onderwerp te verfijnen.

Ten slotte werd de opdracht voor de methodologische en technische ondersteuning van de OVM's verlengd. Er werd een nieuwe openbare procedure uitgevoerd en dit resulteerde in de voortzetting van de opdracht door de huidige dienstverlener.

Naast de geplande individuele begeleidingsgesprekken en ondersteuningsuren heeft het aangewezen externe bureau negen collectieve sessies over verschillende onderwerpen gehouden en zes rechtstreekse audits van de ketelruimten van de OVM’s uitgevoerd.

Het jaarlijkse budget dat bij de opzet van dit project werd voorzien, bedroeg 236.250,00 euro (exclusief personeelskosten BGHM), als volgt verdeeld:

- 201.250,00€ voor de lonen van de energieverantwoordelijken;
- 35.000,00€ voor de honoraria van het externe expertenbureau;

Deze theoretische bedragen werden aangepast naar:

- 183.750,00 voor de lonen van de energiemanagers (naar aanleiding van het ontbreken van ABC en de Anderlechtse Haard);

- 47.300,00€ voor de honoraria van het externe expertenbureau (naar aanleiding van het resultaat van de in mededingingstelling van de prestaties);

Tot slot werd in 2018 een bedrag van 230.550,00€ uitgegeven, namelijk:

- 175.010,00€ aan loonkosten;
- 55.540,00€ aan honoraria.

Naast deze begrote uitgaven heeft de BGHM een bedrag van 7.260,00€ neergeteld voor de opleiding in de hydraulica, waarvan de kosten niet waren gepland.

De totale uitgaven in 2018 bedragen dus € 237.810,00.