Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de opvolging van de boetes in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Indiener(s)
Marc-Jean Ghyssels
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 128)

 
Datum ontvangst: 25/10/2019 Datum publicatie: 27/01/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 27/01/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/12/2019 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Tijdens de vorige zittingsperiode hebben we erop gewezen dat het voeren van een doeltreffend en efficiënt beleid op dit gebied helaas wordt ondermijnd omdat de politieparketten materieel gezien niet in staat zijn om alle overtredingen te behandelen die door de federale en zonale politie worden vastgesteld.

Dit probleem is helaas niet nieuw en heeft zulke proporties aangenomen dat minister van Justitie Koen Geens de mogelijkheid had geopperd om de politiediensten maximale quota op te leggen.

Het vooruitzicht van dit soort bepalingen is ook helaas niet nieuw, want al in december 2014 en januari 2015 hadden procureurs-generaal rondzendbrieven in die zin verstuurd om de onherstelbare overbelasting van bepaalde gerechtelijke arrondissementen te voorkomen. Om precies te zijn, was het strikt genomen niet de bedoeling om de "radars te blokkeren" zodra een bepaald aantal processen-verbaal was bereikt, maar om overleg te organiseren tussen de parketten die moeite hadden om een te groot aantal processen-verbaal te behandelen en om maximumgrenzen vast te stellen waarboven de pv’s niet langer zouden worden behandeld. Op die manier zouden de politiezones verplicht zijn hun controleactiviteiten aan te passen of de tolerantiedrempels voor snelheidsovertredingen te verhogen om de ontoereikende capaciteit van de parketten te compenseren.

Er zij op gewezen dat dit soort maatregelen een fundamentele ongelijkheid in de behandeling van justitiabelen met zich meebrengt, aangezien het al dan niet vaststellen of behandelen van hun overtredingen eenvoudigweg zou afhangen van het volume en de chronologie van de vastgestelde overtredingen. Dit soort maatregelen om het gebrek aan middelen voor justitie te compenseren, geeft een zeer slechte boodschap aan de bevolking en is een zeer schadelijke benadering van de strijd tegen de verkeersveiligheid.

Destijds had het College van procureurs-generaal de mogelijkheid geopperd om strafrechtelijke boetes voor te hoge snelheid (niet meer dan 20 km/u boven de toegestane maximumsnelheid) om te zetten in administratieve boetes. Die aanpak zou het gerecht in staat stellen zich te concentreren op de ernstigste overtredingen en de Gewesten in staat stellen effectievere en reactievere ontradingsmaatregelen te organiseren en uit te voeren voor de kleinere snelheidsovertredingen, in het verlengde van hun verkeersveiligheidsbeleid.

Die mogelijkheid was het onderwerp van een vraag van mijn collega Ridouane Chahid aan uw voorgangster in oktober 2016. Zij gaf toen aan de voorkeur te geven aan de oprichting van een centraal Brussels verwerkingscentrum voor verkeersovertredingen om de capaciteit van het parket voor de opvolging van de dossiers te optimaliseren en de werklast van de politiezones te verminderen.

Zij betreurde ook dat de depenalisering van verkeersovertredingen voor overdreven snelheid van minder dan 20 km/u het onmogelijk zou maken om de straf in geval van een recidive te verhogen.

Er dient evenwel te worden benadrukt dat met de veralgemening van 30 km/u in het hele Gewest, met uitzondering van specifiek geïdentificeerde hoofdwegen, het aantal snelheidsovertredingen tussen 30 en 50 km/u dreigt te exploderen...

Kunt u ons bijgevolg het volgende meedelen:

- Hoe wordt de centralisatie van de boetes op het Brussels niveau in de praktijk georganiseerd?

- Heeft die centralisatie het werkelijk mogelijk gemaakt om de behandeling van de vastgestelde overtredingen te optimaliseren?

- Wat is bijgevolg het aantal vervolgingen door het parket in vergelijking met de vorige situatie?

- Verwerpt u ook het idee om kleinere overtredingen te depenaliseren om de doeltreffendheid van het systeem van controles en sancties te verbeteren, met name in het kader van de verlaging van de algemene maximumsnelheid in het Brussels Gewest?

- Hebt u contact gehad met het parket om te anticiperen op die hervorming en om de opvolgcapaciteit van het parket te verzekeren?
 
 
Antwoord    Het gewestelijke centrale verwerkingscentrum (GVC) is belast met de gecentraliseerde verwerking van de verkeersinbreuken. Het doel ervan is de politiezones te ontlasten van deze administratieve verwerking en de opvolging van de inbreuken over de hele lijn te verbeteren om op die manier het aantal controles en daadwerkelijke vervolgingen op te drijven.

Ja, deze centralisatie heeft echt geholpen om de verwerking van de geconstateerde overtredingen te optimaliseren en zal versterkt worden.

Ik verwijs naar de antwoorden en gegeven cijfers in de Commissie Mobiliteit van 19 november 2019.

Percentage van vervolging door het Parket - voor deze vraag verwijs ik u graag door naar het Parket.
Er werd aan Brulocalis gevraagd een analyse te maken over de depenalisering van kleine inbreuken.
Deze depenalisering zou het Parket dan wel ontlasten, maar meer druk zetten op andere instellingen, de administraties.
Tot slot moet goed worden nagedacht over de kwestie van de veelplegers, die aan een verzwaring van hun straf zouden ontsnappen, vooral in een zone 30-stad.
Kan in deze context een snelheidsovertreding van meer dan 20 km/u boven de maximale toegelaten snelheid bijvoorbeeld nog beschouwd worden als een kleine overtreding? U begrijpt dat dit een delicate kwestie is die vanuit alle gezichtspunten geanalyseerd moet worden alvorens een beslissing te nemen. Ik zal ook eventuele vorderingen van het Waalse gewest rond deze problematiek aandachtig volgen.
We hebben regelmatig contact met het Parket in het kader van onze operationele en strategische vergaderingen, waar deze snelheidskwesties geregeld aan bod komen. Deze problematiek vormt dus het voorwerp van een voortdurende dialoog.